23 (1995) Nr. 3

A. TITEL

Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Suriname inzake luchtdiensten tussen en via de Nederlandse Antillen en Suriname;

(met Bijlage)

Asidonhopo, 11 april 1995

B. TEKST

De Nederlandse tekst van de Overeenkomst, met Bijlage, is geplaatst in Trb. 1995, 117.


Op 4 juni 2010 is te Paramaribo een notawisseling tot stand gekomen houdende een verdrag tot wijziging van de onderhavige Overeenkomst. De Nederlandse tekst van deze notawisseling luidt als volgt:

Nr. I

AMBASSADE VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN

Paramaribo, 3 juni 2010

PRM-CDP/2010/029

De Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden in de Republiek Suriname biedt het Ministerie van Buitenlandse Zaken van de Republiek Suriname haar complimenten aan en heeft de eer, met verwijzing naar het overleg tussen de luchtvaartautoriteiten van de Nederlandse Antillen en Suriname dat werd gehouden op 16 en 17 april 2007 te Willemstad, Curaçao, voor te stellen dat op basis van artikel 18 van de op 11 april 1995 te Asidonhopo tot stand gekomen Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Suriname inzake luchtdiensten tussen en via de Nederlandse Antillen en Suriname, met bijlage, (hierna: „de Overeenkomst”), deze Overeenkomst als volgt wordt geamendeerd.

  • 1. Met betrekking tot artikel 3 (Aanwijzing en verlenging van vergunningen):

    • wordt het eerste lid vervangen door de volgende tekst:

      „Elke Overeenkomstsluitende Partij heeft het recht door middel van een schriftelijke kennisgeving langs diplomatieke weg aan de andere Overeenkomstsluitende Partij maximaal twee luchtvaartmaatschappijen aan te wijzen voor de exploitatie van luchtdiensten op de in de Bijlage omschreven routes en de eerder aangewezen luchtvaartmaatschappijen te vervangen door andere luchtvaartmaatschappijen”.

    • wordt aan het artikel een nieuw tweede lid toegevoegd:

      • „2. Elke Overeenkomstsluitende Partij heeft daarnaast het recht door middel van een schriftelijke kennisgeving langs diplomatieke weg aan de andere Overeenkomstsluitende Partij maximaal twee luchtvaartmaatschappijen aan te wijzen voor de exploitatie van geregelde vrachtdiensten.”

    • worden de leden 2 tot en met 4 hernummerd tot de leden 3 tot en met 5.

    • komt het nieuwe derde lid als volgt te luiden:

      • „3. Na ontvangst van bedoelde kennisgeving verleent de andere Partij, met inachtneming van het bepaalde in het vierde en vijfde lid van dit artikel, zonder uitstel de vereiste exploitatievergunningen aan de aangewezen luchtvaartmaatschappijen.”

  • 2. De volgende artikelen worden gewijzigd als gevolg van de mogelijkheid tot meervoudige aanwijzing van luchtvaartmaatschappijen:

    • In artikel 2, eerste lid en tweede lid, wordt „luchtvaartmaatschappij” vervangen door „luchtvaartmaatschappijen”.

    • In artikel 5, vierde lid, wordt „luchtvaartmaatschappij” vervangen door „luchtvaartmaatschappijen”.

    • In artikel 8, eerste lid, wordt „de aangewezen luchtvaartmaatschappij van de ene Partij is gerechtigd” vervangen door „de aangewezen luchtvaartmaatschappijen van de ene Partij zijn gerechtigd”.

    • In artikel 8, derde lid, wordt „luchtvaartmaatschappij” vervangen door „luchtvaartmaatschappijen”.

    • In artikel 9, tweede lid, wordt „luchtvaartmaatschappij” vervangen door „luchtvaartmaatschappijen”.

    • In artikel 10, eerste en tweede lid, wordt „luchtvaartmaatschappij” vervangen door „luchtvaartmaatschappijen”. In het vierde lid wordt „vluchten van de luchtvaartmaatschappij van de andere Overeenkomstsluitende Partij”. In het vijfde lid wordt „aangewezen luchtvaartmaatschappij” vervangen door „aangewezen luchtvaartmaatschappijen”.

    • In artikel 15, eerste lid, onder b, en tweede lid, wordt (aangewezen) „luchtvaartmaatschappij” vervangen door (aangewezen) „luchtvaartmaatschappijen”.

  • 3. Artikel 7 (Tarieven) wordt vervangen door de volgende tekst:

    • „1. Elke Overeenkomstsluitende Partij staat toe dat elke aangewezen luchtvaartmaatschappij prijzen vaststelt voor het luchtvervoer op basis van commerciële marktoverwegingen. Het ingrijpen door de Overeenkomstsluitende Partijen beperkt zich tot:

      • a. voorkoming van de praktijk van afbraakprijzen en/of onredelijke prijsdiscriminatie of onredelijke praktijken;

      • b. bescherming van consumenten tegen prijzen die onredelijk hoog of beperkend zijn als gevolg van misbruik van een dominante positie;

      • c. bescherming van luchtvaartmaatschappijen tegen prijzen die kunstmatig laag zijn als gevolg van, onder andere, rechtstreekse of onrechtstreekse overheidssubsidie of –steun.

    • 2. Elke Overeenkomstsluitende Partij kan verlangen dat bij haar luchtvaartautoriteiten kennisgeving wordt gedaan van de prijzen die door luchtvaartmaatschappijen van de andere Overeenkomstsluitende Partij worden berekend voor vluchten van of naar haar grondgebied.

    • 3. Geen van de Overeenkomstsluitende Partijen neemt unilaterale maatregelen ter voorkoming van de invoering of handhaving van een prijs die wordt berekend of voorgesteld door (a) een luchtvaartmaatschappij van een van beide Overeenkomstsluitende Partijen voor internationaal luchtvervoer tussen de grondgebieden van de Overeenkomstsluitende Partijen, of door (b) een luchtvaartmaatschappij van de ene Overeenkomstsluitende Partij voor internationaal luchtvervoer tussen het grondgebied van de andere Overeenkomstsluitende Partij en elk ander land.

      Indien een Overeenkomstsluitende Partij van mening is dat een dergelijke prijs strijdig is met het bepaalde in het eerste lid van dit artikel, verzoekt zij om overleg en stelt zij de andere Overeenkomstsluitende Partij zo spoedig mogeliik in kennis van de redenen van haar ongenoegen. Dit overleg vindt plaats uiterlijk dertig (30) dagen na de ontvangst van het verzoek van de andere Overeenkomstsluitende Partij, en de Overeenkomstsluitende Partijen werken samen om de gegevens te verzamelen die nodig zijn voor een redelijke oplossing van de kwestie. Indien de Overeenkomstsluitende Partijen overeenstemming bereiken ten aanzien van een prijs waarover een kennisgeving van ongenoegen is gedaan, stelt elke Overeenkomstsluitende Partij al het mogelijke in het werk om deze overeenstemming daadwerkelijk na te leven. Bij gebreke van een dergelijke overeenstemming, gaat of blijft de desbetreffende prijs gelden.”

    • 4. In artikel 9, eerste lid, wordt de zinsnede „De door elke Overeenkomstsluitende Partij aangewezen luchtvaartmaatschappij legt dertig (30) dagen” vervangen door „Elke aangewezen luchtvaartmaatschappij legt zeven (7) dagen”.

    • 5. De Bijlage met het „ROUTE SCHEMA” wordt vervangen door de navolgende bijlage:

„BIJLAGE ROUTE SCHEMA

1. A. Suriname

Beginpunt

Tussenliggende punten

Eindpunt

     

Paramaribo

Georgetown

Curaçao

 

Port of Spain

 
3. B. Nederlandse Antillen

Beginpunt

Tussenliggende punten

Eindpunt

     

Curaçao

Port of Spain

Paramaribo

 

Georgetown

 

Noot 1.

Eén of meer punten op alle routes mogen naar keuze van de aangewezen luchtvaartmaatschappijen op elke vlucht worden weggelaten.

Noot 2.

De door de Nederlandse Antillen aangewezen luchtvaartmaatschappijen mogen vijfde vrijheidsrechten uitoefenen op de overeengekomen route naar of vanuit tussengelegen punten vanuit of naar Paramaribo, Suriname.

Noot 3.

De door Suriname aangewezen luchtvaartmaatschappijen mogen vijfde vrijheidsrechten uitoefenen op de overeengekomen route naar of vanuit tussengelegen punten vanuit of naar Curaçao, de Nederlandse Antillen.

Noot 4.

De door de Nederlandse Antillen aangewezen luchtvaartmaatschappijen kunnen wekelijks gezamenlijk maximaal acht (8) retourvluchten (passagiers, vracht en post) en maximaal acht (8) uitsluitend vrachtvluchten uitvoeren op de overeengekomen route.

De door de Nederlandse Antillen aangewezen vrachtmaatschappijen kunnen gezamenlijk per week maximaal acht (8) uitsluitend vrachtvluchten uitvoeren op de overeengekomen route.

Noot 5.

De door Suriname aangewezen luchtvaartmaatschappijen kunnen wekelijks gezamenlijk maximaal acht (8) retourvluchten (passagiers, vracht en post) en maximaal acht (8) uitsluitend vrachtvluchten uitvoeren op de overeengekomen route.

De door Suriname aangewezen vrachtmaatschappijen kunnen gezamenlijk per week maximaal acht (8) uitsluitend vrachtvluchten uitvoeren op de overeengekomen route.”

Indien het voorgaande aanvaardbaar is voor de Regering van de Republiek Suriname, heeft de Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden de eer voor te stellen dat deze nota en de antwoordnota van het Ministerie een verdrag zullen vormen tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Suriname, dat voorlopig zal worden toegepast vanaf de dag waarop de antwoordnota door de Ambassade is ontvangen en dat in werking zal treden op de datum waarop beide Regeringen elkaar schriftelijk in kennis hebben gesteld van de voltooiing van de vereiste grondwettelijke maatregelen.

De Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden maakt van deze gelegenheid gebruik om het Ministerie van Buitenlandse Zaken van de Republiek Suriname opnieuw te verzekeren van haar bijzondere hoogachting.

Ministerie van Buitenlandse Zaken van de Republiek Suriname

Afdeling Protocol

Paramaribo


Nr. II

MINISTERIE VAN BUITENLANDSE ZAKEN VAN DE REPUBLIEK SURINAME

Paramaribo, 4 juni 2010

No. 7510

Het Ministerie van Buitenlandse Zaken van de Republiek Suriname biedt zijn complimenten aan de Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden aan en heeft de eer de ontvangst te bevestigen van de nota PRM/CDP/2010/029 d.d. 3 juni 2010 van de Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden, waarvan de inhoud als volgt luidt:

(Zoals in Nota Nr. I)

Het Ministerie van Buitenlandse Zaken van de Republiek Suriname heeft de eer de Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden mede te delen dat het voorgaande aanvaardbaar is voor de Regering van de Republiek Suriname en dat de nota van de Ambassade en deze antwoordnota een verdrag zullen vormen tussen de Republiek Suriname en het Koninkrijk der Nederlanden, dat voorlopig zal worden toegepast vanaf de dag waarop de antwoordnota door de Ambassade is ontvangen en dat dit verdrag in werking zal treden op de datum waarop beide Regeringen elkaar schriftelijk in kennis hebben gesteld van de voltooiing van de vereiste grondwettelijke maatregelen.

Het Ministerie van Buitenlandse Zaken van de Republiek Suriname maakt van deze gelegenheid gebruik om de Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden opnieuw te verzekeren van zijn gevoelens van hoogachting.

De Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden

Paramaribo


D. PARLEMENT

Zie Trb. 1996, 57.


Het in de nota’s vervatte verdrag behoeft ingevolge artikel 91 van de Grondwet de goedkeuring van de Staten-Generaal, alvorens het Koninkrijk aan het in de nota’s vervatte verdrag kan worden gebonden.

F. VOORLOPIGE TOEPASSING

Zie rubriek G van Trb. 1995, 117.


Het in de nota’s vervatte verdrag wordt ingevolge het gestelde in de één na laatste alinea van nota’s Nr. I en II vanaf 4 juni 2010 voorlopig toegepast.

Wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft, geldt de voorlopige toepassing alleen voor de Nederlandse Antillen.

G. INWERKINGTREDING

Zie Trb. 1996, 57.


De bepalingen van het in de nota’s vervatte verdrag zullen ingevolge het gestelde in de één na laatste alinea van nota’s Nr. I en II in werking treden op de datum waarop beide regeringen elkaar schriftelijk in kennis hebben gesteld van de voltooiing van de vereiste grondwettelijke maatregelen.

J. VERWIJZINGEN

Zie Trb. 1995, 117 en Trb. 1996, 57.

Titel

:

Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart;

Chicago, 7 december 1944

Laatste Trb.

:

Trb. 2009, 48


In overeenstemming met artikel 19, tweede lid, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen heeft de Minister van Buitenlandse Zaken bepaald dat het in de nota’s vervatte verdrag zal zijn bekendgemaakt in de Nederlandse Antillen op de dag na de datum van uitgifte van dit Tractatenblad.

Uitgegeven de tweede juli 2010.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

M. J. M. VERHAGEN

Naar boven