A. TITEL

Verdrag tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van Canada inzake wederzijdse administratieve bijstand in douanezaken;

Ottawa, 14 augustus 2007

B. TEKST

De Nederlandse en de Engelse tekst van het Verdrag zijn geplaatst in Trb. 2007, 183.


Bij briefwisseling tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van Canada is op 28 april 2009 te Ottawa een verdrag tot stand gekomen ter uitbreiding van het onderhavige Verdrag tot de Nederlandse Antillen en Aruba. De Nederlandse en de Engelse tekst1) van de brieven luiden als volgt:

Nr. I

AMBASSADE VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN

Ottawa, 30 maart 2009

Excellentie,

Bij deze heb ik de eer te verwijzen naar het Verdrag tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van Canada inzake wederzijdse administratieve bijstand in douanezaken, ondertekend te Ottawa op 14 augustus 2007 (hierna te noemen „het Verdrag”).

De Regering van het Koninkrijk der Nederlanden stelt voor, in overeenstemming met artikel 22, tweede en derde lid, van het Verdrag, de toepassing van het Verdrag uit te breiden tot de Nederlandse Antillen en Aruba, met inachtneming van het volgende.

  • 1. Wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft, wordt, voor wat betreft de Nederlandse Antillen en Aruba, onder „douaneadministratie” verstaan: de centrale autoriteit die verantwoordelijk is voor de toepassing van de douanewetgeving, met inbegrip van de vaststelling van de douanerechten, heffingen en andere belastingen.

  • 2. Artikel 2, derde en vierde lid, en artikel 17, vierde lid, van het Verdrag zijn niet van toepassing op de Nederlandse Antillen en Aruba.

  • 3. Artikel 2, zesde lid, van het Verdrag is uitsluitend van toepassing op de Nederlandse Antillen en Aruba, naar gelang van het geval, voor zover de aldaar genoemde bilaterale en multilaterale verdragen respectievelijk van toepassing zijn op deze delen van het Koninkrijk der Nederlanden.

  • 4. Wat de Nederlandse Antillen en Aruba betreft, omvatten de eisen van de nationale wetgeving in de zin van artikel 18, eerste lid, ook hoofdstuk 3 van de Rijkswet inzake wederzijdse administratieve bijstand in douanezaken, tot het tijdstip waarop de wettelijke en administratieve bepalingen die door de Nederlandse Antillen, respectievelijk Aruba worden aangenomen, in werking treden.

Indien het bovenstaande voorstel aanvaardbaar is voor de Regering van Canada, heb ik de eer voor te stellen dat deze brief en uw antwoord een verdrag vormen tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van Canada, dat in werking zal treden op de eerste dag van de tweede maand volgend op de datum van ontvangst van de laatste kennisgeving waarin één van de Partijen mededeelt aan de andere Partij dat aan de constitutionele vereisten voor de inwerkingtreding is voldaan.

Ik maak van deze gelegenheid gebruik om u de hernieuwde verzekering van mijn zeer bijzondere hoogachting te geven.

ERIK BOER,

Tijdelijk Zaakgelastigde

Zijne Excellentie de Heer

Lawrence Cannon

Minister van Buitenlandse Zaken

Department of Foreign Affairs and International Trade

Ottawa


Nr. I

EMBASSY OF THE KINGDOM OF THE NETHERLANDS

Ottawa, March 30th, 2009

Excellency,

I have the honour to refer to the Agreement between the Government of the Kingdom of the Netherlands and the Government of Canada on mutual administrative assistance in customs matters, signed at Ottawa on 14 August 2007 (“the Agreement”).

The Government of the Kingdom of the Netherlands proposes that, in accordance with Article 22, paragraphs 2 and 3 of the Agreement, the application of the Agreement should be extended to the Netherlands Antilles and Aruba, subject to the following.

  • 1. For the Kingdom of the Netherlands, the term “Customs Administration” means, as regards the Netherlands Antilles and Aruba, the central administration responsible for the implementation of customs laws, including the assessment of customs duties, charges and other taxes.

  • 2. Article 2, paragraphs 3 and 4, and Article 17, paragraph 4 of the Agreement do not apply to the Netherlands Antilles and Aruba.

  • 3. Article 2, paragraph 6 of the Agreement applies only to the Netherlands Antilles and Aruba in so far as the bilateral and multilateral treaties referred to therein apply to those parts of the Kingdom of the Netherlands, respectively.

  • 4. As regards the Netherlands Antilles and Aruba, the requirements of national law within the meaning of Article 18, paragraph 1 include Chapter 3 of the Kingdom Act on mutual administrative assistance in customs matters, until such time as legal and administrative provisions adopted by the Netherlands Antilles or Aruba come into force.

If the foregoing is acceptable to the Government of Canada, I have the further honour to propose that this Letter and your reply should constitute an Agreement between the Government of the Kingdom of the Netherlands and the Government of Canada, which shall enter into force on the first day of the second month following the date of receipt of the last notification in which one of the Parties informs the other Party that its constitutional requirements for the entry into force have been complied with.

Please accept, Excellency, the assurances of my highest consideration.

ERIK BOER

Chargé d’Affaires a.i.

The Honorable

Lawrence Cannon

Minister for Foreign Affairs

Department of Foreign Affairs and International Trade

Ottawa


Nr. II

DEPARTMENT OF FOREIGN AFFAIRS AND INTERNATIONAL TRADE

Ottawa, 28 april 2009

Note No. JLAB 0038

Excellentie,

Ik heb de eer de ontvangst te bevestigen van uw brief van 30 maart 2009 in de Engelse, Franse en Nederlandse taal.

Ik heb tevens de eer te bevestigen, in naam van de Regering van Canada, dat het in bovengenoemde brief gedane voorstel aanvaardbaar is, en dat de brief van Uw Excellentie en deze antwoordbrief een verdrag vormen tussen de Regering van Canada en de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden, dat in werking zal treden op de eerste dag van de tweede maand volgend op de datum van ontvangst van de laatste kennisgeving waarin één van de Partijen mededeelt aan de andere Partij dat aan de constitutionele vereisten voor de inwerkingtreding is voldaan.

Ik maak van deze gelegenheid gebruik om u de hernieuwde verzekering van mijn zeer bijzondere hoogachting te geven.

De Edelachtbare

LAWRENCE CANNON, P.C., M.P.

Minister van Buitenlandse Zaken

Zijne Excellentie

W.J.P. Geerts

Ambassadeur

Koninkrijk der Nederlanden

Ottawa


Nr. II

DEPARTMENT OF FOREIGN AFFAIRS AND INTERNATIONAL TRADE

Ottawa, 28 April 2009

Note No. JLAB 0038

Excellency,

I have the honour to acknowledge receipt of your Letter dated March 30, 2009 in the English, Dutch and French languages.

I also have the honour to confirm, on behalf of the Government of Canada, that the proposal in the above-mentioned Letter is acceptable and that Your Excellency’s Letter and this Letter in reply should constitute an Agreement between the two Governments, which shall enter into force on the first day of the second month following the date of receipt of the last notification in which one of the Parties informs the other Party that its constitutional requirements for the entry into force have been complied with.

Please accept the assurances of my highest consideration.

The Honourable

LAWRENCE CANNON, P.C., M.P.

Minister of Foreign Affairs

His Excellency

W.J.P. Geerts

Ambassador

Embassy of the Kingdom of the Netherlands

Ottawa


D. PARLEMENT

Zie Trb. 2007, 183.

Het in de brieven vervatte verdrag behoeft ingevolge artikel 91 van de Grondwet de goedkeuring van de Staten-Generaal, alvorens het Koninkrijk aan het in de brieven vervatte verdrag kan worden gebonden.

G. INWERKINGTREDING

Zie Trb. 2007, 183.

De bepalingen van het in de brieven vervatte verdrag zullen ingevolge het gestelde in de één na laatste alinea van brieven Nr. I en II in werking treden op de eerste dag van de tweede maand volgend op de datum van ontvangst van de laatste kennisgeving waarin één van de Partijen mededeelt aan de andere Partij dat aan de constitutionele vereisten voor de inwerkingtreding is voldaan.

J. VERWIJZINGEN

Zie Trb. 2007, 183.

Titel

:

Verdrag houdende instelling van een Internationale Douaneraad;

Brussel, 15 december 1950

Laatste Trb.

:

Trb. 2008, 132

Uitgegeven de negentiende juni 2009.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

M. J. M. VERHAGEN


XNoot
1)

De Franse tekst is niet afgedrukt.

Naar boven