A. TITEL

Verdrag betreffende de sociale zekerheid van Rijnvarenden (herzien);

(met Bijlagen)

Genève, 30 november 1979

B. TEKST

De Nederlandse en de Franse tekst van het Verdrag, met Bijlagen, zijn geplaatst in Trb. 1981, 43.

Voor correcties in de Franse tekst zie Trb. 1987, 191.

Voor de Nederlandse tekst van de op 26 november 1987 te Straatsburg totstandgekomen Administratieve Schikking, met Bijlagen, zie rubriek J van Trb. 1988, 63.

Voor de Nederlandse tekst van een wijziging van Bijlage VIII bij het Verdrag van 2 juni 1989 zie rubriek J van Trb. 1990, 72.


Op 9 september 1992 heeft de Nederlandse Regering in overeenstemming met artikel 61, derde lid, artikel 87, tweede lid, en artikel 97, eerste lid, van het onderhavige Verdrag een kennisgeving tot wijziging van Bijlagen VII en VIII bij het Verdrag gedaan, waarvan de tekst als volgt luidt:


Kennisgeving van de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden tot wijziging van Bijlage VII (Toepassing van de afdelingen 1 of 2 van Hoofdstuk 6 van Titel III/artikel 61, eerste lid) en van Bijlage VIII (Toepassing van de wetgeving van Nederland) van het Verdrag betreffende de sociale zekerheid van Rijnvarenden (herzien), voor ondertekening opengesteld te Genève de dertigste november 1979

  • I. Bijlage VII van het Verdrag betreffende de sociale zekerheid van Rijnvarenden (herzien) van 30 november 1979 wordt gewijzigd in die zin dat hierop wordt vermeld dat Nederland afdeling 2 van Hoofdstuk 6 van Titel III toepast.

    Deze wijziging werkt terug tot 1 december 1987.

  • II. In Bijlage VIII van het Verdrag betreffende de sociale zekerheid van Rijnvarenden (herzien) van 30 november 1979 worden in de rubriek Toepassing van de wetgeving van Nederland de volgende punten gewijzigd:

    • 1. De tekst onder punt 1. Ziekteverzekering komt als volgt te luiden:

      • „a. Ten aanzien van het recht op verstrekkingen krachtens de Nederlandse wetgeving wordt voor de toepassing van Hoofdstuk I van Titel III van dit verdrag onder rechthebbende op verstrekkingen verstaan degene die verzekerd dan wel medeverzekerd is krachtens de in de Nederlandse Ziekenfondswet geregelde verzekering.

      • b. Voor de toepassing van de artikelen 21 en 22 van dit Verdrag worden met pensioenen, verschuldigd krachtens de wetgevingen genoemd in de paragrafen (b) (prestaties bij invaliditeit) en (c) (uitkeringen bij ouderdom) van artikel 3, eerste lid, van dit Verdrag, gelijkgesteld:

        • pensioenen ingevolge de wet van 6 januari 1966 (Staatsblad 6) houdende nieuwe regeling van de pensioenen van de burgerlijke ambtenaren en hun nabestaanden (Algemene burgerlijke pensioenwet);

        • pensioenen ingevolge de wet van 6 oktober 1966 (Staatsblad 6) houdende nieuwe regeling van de pensioenen van de militairen en hun nabestaanden (Algemene Militaire pensioenwet);

        • pensioenen ingevolge de wet van 15 februari 1967 (Staatsblad 138) houdende nieuwe regeling van de pensioenen van de personeelsleden van de N.V. Nederlandse Spoorwegen en van hun nabestaanden (Spoorwegpensioenwet);

        • pensioenen ingevolge het Reglement Dienstvoorwaarden Nederlandse Spoorwegen (R.D.V. 1964 N.S.).

          respectievelijk

        • uitkeringen terzake van pensionering voor de 65-jarige leeftijd ingevolge een pensioenregeling die ten doel heeft de verzorging van werknemers en gewezen werknemers bij ouderdom of

        • uitkeringen terzake van vervroegde uittreding uit het arbeidsproces ingevolge een van rijkswege dan wel bij of krachtens collectieve arbeidsovereenkomst vastgestelde regeling terzake van vervroegde uittreding uit het arbeidsproces of een door de Ziekenfondsraad aan te wijzen regeling.”

    • 2. De tekst onder punt 2 Algemene Ouderdomswet, sub 2h) komt als volgt te luiden:

      • „2h. Het bepaalde onder a), b), c), d) en f) geldt niet voor tijdvakken welke samenvallen met tijdvakken die in aanmerking kunnen worden genomen bij de berekening van een pensioen ingevolge de wettelijke regeling inzake ouderdomspensioen van een andere Staat dan Nederland en evenmin voor tijdvakken gedurende welke de betrokkene ingevolge een zodanige regeling een pensioen ontving.”

    • 3. Punt 2 Algemene Ouderdomswet wordt als volgt aangevuld:

      • „i. Als tijdvakken van verzekering worden bij de toepassing van artikel 33, tweede tot en met het vijfde lid van dit Verdrag uitsluitend in aanmerking genomen de tijdvakken van verzekering, welke na het bereiken van de 15-jarige leeftijd zijn vervuld krachtens de Nederlandse Algemene Ouderdomswet.”

    • 4. Onder Punt 3 Algemene Weduwen- en Wezenwet wordt onderdeel al verletterd tot a) ii)

      Een nieuwe bepaling 3. a)i) wordt ingevoegd, luidende:

      • „i. Als tijdvakken van verzekering worden bij de toepassing van artikel 33, tweede tot en met het vijfde lid van dit Verdrag uitsluitend in aanmerking genomen de tijdvakken van verzekering, welke na het bereiken van de 15-jarige leeftijd zijn vervuld krachtens de Nederlandse Algemene Weduwen- en Wezenwet.”


Op 13 mei 1993 heeft de Zwitserse Bondsraad in overeenstemming met artikel 87, tweede lid, en artikel 97, eerste lid, van het onderhavige Verdrag een kennisgeving tot wijziging van Bijlage VIII bij het Verdrag gedaan, waarvan de Franse tekst1) als volgt luidt:


  • «6. Les prestation familiales sont accordées aux membres de famille, résidant en Suisse, d’un batelier rhénan non salarié soumis à la législation d’une autre Partie contractante comme si le batelier rhénan était salarié au sens de l’article 1er, lettre m), de l’Accord; ces prestations sont octroyées, à la charge de l’organisme assureur compétant, conformément à la législation suisse.»


Op 28 januari 2008 heeft de Nederlandse Regering in overeenstemming met artikel 4, tweede lid, artikel 87, tweede lid, en artikel 97, eerste lid, van het onderhavige Verdrag een kennisgeving tot wijziging van Bijlagen II en VIII bij het Verdrag gedaan, waarvan de tekst als volgt luidt:


Kennisgeving van de regering van het Koninkrijk der Nederlanden tot wijziging van bijlage II (wetgevingen en regelingen waarop dit verdrag van toepassing is) en bijlage VIII (toepassing van de wetgeving van Nederland) van het Verdrag betreffende de sociale zekerheid van Rijnvarenden (herzien), voor ondertekening opengesteld te Genève de dertigste november 1979

  • I. In bijlage II van het Verdrag betreffende de sociale zekerheid van Rijnvarenden (herzien) van 30 november 1979 wordt in de rubriek Nederland na onderdeel f) een nieuw onderdeel g) ingevoegd, luidende: „g) de zorgtoeslag”.

  • II. In bijlage VIII van het Verdrag betreffende de sociale zekerheid van Rijnvarenden (herzien) van 30 november 1979 wordt in de rubriek Toepassing van de wetgeving van Nederland onderdeel 1. Ziekteverzekering vervangen door de volgende tekst:

    • „1. Zorgverzekering

      • a. Wat betreft het recht op verstrekkingen krachtens de Nederlandse wetgeving wordt voor de toepassing van hoofdstukken 1 en 3, van Titel III, van dit Verdrag, onder „rechthebbenden op verstrekkingen” verstaan:

        • i. personen die overeenkomstig artikel 2 van de Zorgverzekeringswet verplicht zijn zich te verzekeren bij een zorgverzekeraar;

          en

        • ii. voor zover niet reeds begrepen onder i), personen die op het grondgebied van een andere Verdragsluitende Partij woonachtig zijn en met toepassing van dit Verdrag ten laste van Nederland recht hebben op geneeskundige zorg in hun woonland.

      • b. Personen als bedoeld in onderdeel a., onder i) moeten zich overeenkomstig de Zorgverzekeringswet verzekeren bij een zorgverzekeraar; personen als bedoeld in onderdeel a., onder ii) moeten zich registreren bij het College voor zorgverzekeringen.

      • c. Voor de vaststelling van het recht op verstrekkingen op grond van hoofdstukken 1 en 3, van Titel III, van dit Verdrag, wordt onder „gezinslid” verstaan: de echtgenoot, de geregistreerde partner en het kind jonger dan 18 jaar.

      • d. De bepalingen van de Zorgverzekeringswet en de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten betreffende de verschuldigdheid van premies, respectievelijk bijdragen, zijn van toepassing op de onder punt a. bedoelde rechthebbenden en hun gezinsleden. Wat gezinsleden betreft, worden de bijdragen geheven bij degene van wie het recht op zorg is afgeleid.

      • e. De bepalingen van de Zorgverzekeringswet betreffende te late verzekering zijn van overeenkomstige toepassing op te late registratie van personen als bedoeld in onderdeel a., onder ii) bij het College voor zorgverzekeringen.

      • f. Personen die recht hebben op verstrekkingen ingevolge de wetgeving van een andere Verdragsluitende Partij dan Nederland en die in Nederland wonen of tijdelijk in Nederland verblijven, hebben recht op verstrekkingen overeenkomstig de aan verzekerden in Nederland aangeboden van artikel 11, leden 1, 2 en 3, en artikel 19, lid 1, van de Zorgverzekeringswet samengestelde polis van het orgaan van de woonplaats, respectievelijk de verblijfplaats, en op de verstrekkingen ingevolge de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten.

      • g. Voor de toepassing van de artikelen 21 en 22 van dit Verdrag worden met pensioenen, verschuldigd krachtens de wetgevingen genoemd in de paragrafen b) (prestaties bij invaliditeit) en c) (uitkeringen bij ouderdom) van artikel 3, eerste lid, van dit Verdrag, gelijkgesteld:

        • pensioenen ingevolge de Wet van 6 januari 1966 (Staatsblad 6) houdende nieuwe regeling van de pensioenen van de burgerlijke ambtenaren en hun nabestaanden (Algemene burgerlijke pensioenwet);

        • pensioenen ingevolge de Wet van 6 oktober 1966 (Staatsblad 445) houdende nieuwe regeling van de pensioenen van militairen en hun nabestaanden (Algemene militaire pensioenwet);

        • arbeidsongeschiktheidsuitkering ingevolge de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening militairen (Wet van 7 juni 1972, Stb. 313);

        • pensioenen ingevolge de Wet van 15 februari 1967 (Staatsblad 138) houdende nieuwe regeling van de pensioenen van de personeelsleden van de NV Nederlandse Spoorwegen en hun nabestaanden (Spoorwegpensioenwet);

        • pensioenen ingevolge het Reglement dienstvoorwaarden Nederlandse Spoorwegen (RDV 1964 NS);

        • uitkeringen die bij pensionering vóór de leeftijd van 65 jaar worden verstrekt ingevolge een pensioenregeling die de verzorging van de werknemers en gewezen werknemers bij ouderdom ten doel heeft, of een uitkering ter zake van vervroegde uittreding uit het arbeidsproces ingevolge een van rijkswege dan wel bij of krachtens collectieve arbeidsovereenkomst vastgestelde regeling ter zake van vervroegde uittreding uit het arbeidsproces of een ter zake van vervroegde uittreding uit het arbeidsproces getroffen regeling voor personen van 55 jaar of ouder.

      • h. In Nederland wonende personen, die op grond van hoofdstukken 1 en 3, van Titel III van dit Verdrag recht hebben op verstrekkingen voor rekening van een andere Verdragsluitende Partij, zijn niet verzekerd ingevolge de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten.

      • i. Voor de toepassing van de hoofdstukken 1 en 3 van Titel III van dit Verdrag wordt de no-claimteruggave waarin de Nederlandse wettelijke regeling voorziet ingeval van beperkt zorggebruik, beschouwd als een uitkering.”


Op 23 februari 2007 heeft het Administratief Centrum in overeenstemming met artikel 90, tweede lid, van de Administratieve Schikking, de Verdragsluitende Partijen kennisgeving gedaan van een wijziging van Bijlagen 1, 2, 3, 4, en 6 bij de Administratieve Schikking door de Nederlandse Regering, waarvan de tekst als volgt luidt:


Kennisgeving van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van Nederland tot wijziging van bijlage 1 (bevoegde autoriteit), bijlage 2 (bevoegde organen), bijlage 3 (organen van de woonplaats en de verblijfplaats), bijlage 4 (verbindingsorganen) en bijlage 6 (aangewezen organen en instellingen) van de Administratieve Schikking voor de toepassing van het Verdrag van 30 november 1979 betreffende de sociale zekerheid van Rijnvarenden

  • I. In bijlage 1 van de Administratieve Schikking voor de toepassing van het Verdrag van 30 november 1979 betreffende de sociale zekerheid van Rijnvarenden, wordt in rubriek E. Nederland onderdeel 2. vervangen door een nieuw onderdeel 2., luidende: „2. Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Den Haag.”

  • II. Bijlage 2 van de Administratieve Schikking voor de toepassing van het Verdrag van 30 november 1979 betreffende de sociale zekerheid van Rijnvarenden, rubriek E. Nederland, onderdeel 1. Ziekte, moederschap wordt als volgt gewijzigd:

    • 1. In onderdeel a) verstrekkingen, wordt de vermelding: „Ziekenfonds waarbij de betrokkene aangesloten is”, vervangen door:

      • „– Voor de categorie personen genoemd in onderdeel 1, onder a, i), van bijlage VIII bij het Verdrag: de zorgverzekeraar waarmee betrokkene een zorgverzekering in de zin van de Zorgverzekeringswet heeft gesloten.

      • Voor de categorie personen genoemd in onderdeel 1, onder a, ii), van bijlage VIII bij het Verdrag:

        • 1. Voor de registratie en de heffing van de wettelijke bijdrage: het College voor zorgverzekeringen in Diemen;

        • 2. Voor het inroepen van zorg: de zorgverzekeraar aangewezen door de bevoegde autoriteit.”

    • 2. Toegevoegd wordt een onderdeel c), luidende:

      • „c. zorgtoeslagen: Belastingdienst Toeslagen in Utrecht.”

  • III. In bijlage 3 van de Administratieve Schikking voor de toepassing van het Verdrag van 30 november 1979 betreffende de sociale zekerheid van Rijnvarenden, wordt in rubriek E. Nederland, de tekst van onderdeel 1, onder a) vervangen door:

    • „a. verstrekkingen:

      • i. orgaan van de woonplaats: de zorgverzekeraar aangewezen door de bevoegde autoriteit

      • ii. orgaan van de verblijfplaats: de zorgverzekeraar aangewezen door de bevoegde autoriteit”

  • IV. Bijlage 4 van de Administratieve Schikking voor de toepassing van het Verdrag van 30 november 1979 betreffende de sociale zekerheid van Rijnvarenden, rubriek E. Nederland onderdeel 1 wordt al volgt gewijzigd:

    • 1. in onderdeel a) verstrekkingen, worden de woorden „Ziekenfondsraad, Amstelveen” vervangen door „College voor zorgverzekeringen, Diemen”.

    • 2. onder vernummering van onderdeel b) naar c) een nieuw onderdeel b) ingevoegd luidende: „b) Zorgtoeslag: Belastingdienst toeslagen, Utrecht.”

  • V. In bijlage 6 van de Administratieve Schikking voor de toepassing van het Verdrag van 30 november 1979 betreffende de sociale zekerheid van Rijnvarenden, worden in rubriek E. Nederland onderdeel 3. de woorden „Ziekenfondsraad, Amstelveen” vervangen door „College voor zorgverzekeringen, Diemen”.


C. VERTALING

De vertaling van de wijziging van Bijlage VIII bij het Verdrag van 13 mei 1993 luidt als volgt:


  • „6. Verstrekkingen ten behoeve van het gezin worden toegekend aan in Zwitserland woonachtige familieleden van een zelfstandig Rijnvarende, die onderworpen is aan de wetgeving van een andere Partij tot dit Verdrag, als ware deze zelfstandig Rijnvarende, werknemer in de zin van het 1e artikel, letter m van het Verdrag; deze verstrekkingen komen ten laste van het competent verzekeringsorgaan, overeenkomstig de wetgeving van Zwitserland.”


D. PARLEMENT

Zie Trb. 1987, 191.

E. PARTIJGEGEVENS

Zie Trb. 1981, 43 en Trb. 1987, 191.

Partij

Ondertekening

Ratificatie

Type*

In werking

Opzegging

Buiten werking

België

21-08-80

23-09-87

R

01-12-87

   

Duitsland

16-06-80

20-12-83

R

01-12-87

   

Frankrijk

01-09-80

21-09-84

R

01-12-87

   

Luxemburg

03-07-80

17-02-83

R

01-12-87

   

Nederlanden, het Koninkrijk der

01-09-80

         

– Nederland

 

25-06-81

R

01-12-87

   

– Ned. Antillen

 

 

   

– Aruba

 

 

   

Zwitserland

30-11-79

30-11-84

R

01-12-87

   

* O=Ondertekening zonder voorbehoud of vereiste van ratificatie, R= Bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of kennisgeving, T=Toetreding, VG=Voortgezette gebondenheid, NB=Niet bekend

G. INWERKINGTREDING

Zie Trb. 1987, 191.

Op blz. 1 van Trb. 1990, 72 staat ten onrechte vermeld dat de Administratieve Schikking van 26 november 1987 niet in werking is getreden. De Administratieve Schikking is op 1 december 1987 in werking getreden.

De wijziging van Bijlage VIII bij het Verdrag van 2 juni 1989 is ingevolge artikel 88, tweede lid, van het Verdrag in werking getreden op 13 oktober 1989.

De wijzigingen van Bijlage VII en Bijlage VIII bij het Verdrag van 9 september 1992 zijn ingevolge artikel 88, tweede lid, van het Verdrag in werking getreden op 14 april 1993, met dien verstande, dat de wijziging van Bijlage VII terug werkt tot 1 december 1987.

De wijziging van Bijlage VIII bij het Verdrag van 13 mei 1993 is ingevolge artikel 88, tweede lid, van het Verdrag in werking getreden op 21 oktober 1993.

De wijzigingen van Bijlage II en Bijlage VIII bij het Verdrag van 28 januari 2008 zijn ingevolge artikel 88, tweede lid, van het Verdrag in werking getreden op 12 juni 2008.

De wijzigingen van Bijlagen 1, 2, 3, 4 en 6 bij de Administratieve Schikking van 23 februari 2007 zijn op 23 februari 2007 in werking getreden.

J. VERWIJZINGEN

Zie Trb. 1981, 43 en Trb. 1987, 191.

Titel

:

Statuut van de Internationale Arbeidsorganisatie;

Versailles, 28 juni 1919

Laatste Trb.

:

Trb. 1998, 290

     

Titel

:

Handvest van de Verenigde Naties;

San Francisco, 26 juni 1945

Laatste Trb.

:

Trb. 2008, 174

In overeenstemming met artikel 19, tweede lid, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen heeft de Minister van Buitenlandse Zaken bepaald dat de wijzigingen van 9 september 1992, 13 mei 1993, 23 februari 2007 en 28 januari 2008 zullen zijn bekendgemaakt in Nederland op de dag na de datum van uitgifte van dit Tractatenblad.

Uitgegeven de derde april 2009.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

M. J. M. VERHAGEN


XNoot
1)

De Duitse tekst is niet afgedrukt.

Naar boven