13 (2009) Nr. 2

A. TITEL

Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en Bermuda (zoals gemachtigd door de Regering van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland) inzake de toegang tot onderlinge overlegprocedures in verband met winstcorrecties tussen verbonden ondernemingen;

Londen, 8 juni 2009

B. TEKST

De Engelse tekst van het Verdrag is geplaatst in Trb. 2009, 110.

C. VERTALING


Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en Bermuda (zoals gemachtigd door de Regering van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland) inzake de toegang tot onderlinge overlegprocedures in verband met winstcorrecties tussen verbonden ondernemingen

De Regering van het Koninkrijk der Nederlanden,

en

de Regering van Bermuda (zoals gemachtigd door de Regering van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland),

Geleid door de wens het Verdrag inzake de uitwisseling van informatie betreffende belastingen, heden op 8 juni 2009 te Londen gesloten, aan te vullen en hun economische betrekkingen te versterken en de internationale handel te bevorderen;

Zijn overeengekomen het volgende verdrag te sluiten dat uitsluitend de verplichtingen van de verdragsluitende partijen bevat:

HOOFDSTUK I BELASTINGEN WAAROP HET VERDRAG VAN TOEPASSING IS EN BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN

Artikel 1 Belastingen waarop het Verdrag van toepassing is

Dit Verdrag is van toepassing op belastingen naar het inkomen en op winstbelastingen.

Artikel 2 Begripsomschrijvingen
  • 1. Voor de toepassing van dit Verdrag, tenzij anders is bepaald:

    • a. betekent de uitdrukking „verdragsluitende partij” Nederland of Bermuda, al naargelang de context vereist; betekent de uitdrukking „verdragsluitende partijen” Nederland en Bermuda;

    • b. betekent de uitdrukking „Nederland” het deel van het Koninkrijk der Nederlanden dat in Europa is gelegen, met inbegrip van zijn territoriale zee en elk gebied buiten de territoriale zee waarbinnen Nederland, in overeenstemming met het internationale recht, rechtsmacht heeft of soevereine rechten uitoefent;

    • c. betekent de uitdrukking „Bermuda” de eilanden van Bermuda, met inbegrip van de omringende territoriale zee, in overeenstemming met het internationale recht;

    • d. betekent de uitdrukking „bevoegde autoriteit”:

      • i. in het geval van Nederland, de minister van Financiën of zijn bevoegde vertegenwoordiger;

      • ii. in het geval van Bermuda, de minister van Financiën of een bevoegde vertegenwoordiger van de minister;

  • 2. Wat betreft de toepassing van dit Verdrag door een verdragsluitende partij op enig moment heeft, tenzij de context anders vereist, elke daarin niet omschreven uitdrukking de betekenis welke die uitdrukking op dat tijdstip heeft volgens de wetgeving van die partij, waarbij elke betekenis volgens de toepasselijke belastingwetgeving van die partij prevaleert boven een betekenis die volgens andere wetgeving van die partij aan die uitdrukking wordt gegeven.

HOOFDSTUK II WINSTCORRECTIES TUSSEN VERBONDEN ONDERNEMINGEN

Artikel 3 Reikwijdte van Hoofdstuk II
  • 1. Hoofdstuk II van dit Verdrag is van toepassing indien, ten behoeve van de belastingheffing, winsten die zijn begrepen in de winst van een onderneming van een verdragsluitende partij, tevens zijn begrepen of waarschijnlijk zullen worden begrepen in de winst van een onderneming van de andere verdragsluitende partij vanwege het feit dat de grondbeginselen die worden uiteengezet in artikel 4, en die hetzij rechtstreeks, hetzij via vergelijkbare wettelijke bepalingen van de desbetreffende verdragsluitende partij worden toegepast, niet in acht zijn genomen.

  • 2. Het eerste lid is eveneens van toepassing, indien een van de betrokken ondernemingen geen winst heeft gemaakt maar verlies heeft geleden.

Artikel 4 Toepasselijke grondbeginselen voor winstcorrecties tussen verbonden ondernemingen

Indien:

  • a. een onderneming van een verdragsluitende partij onmiddellijk of middellijk deelneemt aan de leiding van, aan het toezicht op dan wel in het kapitaal van een onderneming van de andere verdragsluitende partij, of

  • b. dezelfde personen onmiddellijk of middellijk deelnemen aan de leiding van, aan het toezicht op dan wel in het kapitaal van een onderneming van een partij en een onderneming van de andere verdragsluitende partij,

en in het ene of in het andere geval tussen de beide ondernemingen in hun handelsbetrekkingen of financiële betrekkingen voorwaarden worden overeengekomen of opgelegd, die afwijken van die welke zouden worden overeengekomen tussen onafhankelijke ondernemingen, mogen alle voordelen die een van de ondernemingen zonder deze voorwaarden zou hebben behaald, maar ten gevolge van die voorwaarden niet heeft behaald, worden begrepen in de voordelen van die onderneming en dienovereenkomstig worden belast.

Artikel 5 Algemene bepaling

Indien een verdragsluitende partij voornemens is de winsten van een onderneming in overeenstemming met de grondbeginselen van artikel 4 te corrigeren, stelt zij de onderneming daarvan tijdig op de hoogte en stelt zij haar in de gelegenheid de andere onderneming op de hoogte te stellen, teneinde die andere onderneming op haar beurt in de gelegenheid te stellen de andere verdragsluitende partij op de hoogte te stellen. Dit belet de verdragsluitende partij die een dergelijke kennisgeving doet uitgaan evenwel niet de voorgestelde correctie te verrichten.

Artikel 6 Procedures voor onderling overleg
  • 1. Indien een onderneming van oordeel is dat, in gevallen waarop dit Verdrag van toepassing is, de grondbeginselen vervat in artikel 4 niet zijn geëerbiedigd, kan zij, onverminderd de in het nationale recht van de betrokken verdragsluitende partij voorziene rechtsmiddelen, haar zaak voorleggen aan de bevoegde autoriteit van de verdragsluitende partij waarvan zij een onderneming is. De zaak dient binnen drie jaar na de eerste kennisgeving van de maatregel die in strijd is of mogelijk in strijd is met de grondbeginselen vervat in artikel 4 te worden voorgelegd. De bevoegde autoriteit stelt vervolgens de bevoegde autoriteit van de andere verdragsluitende partij onverwijld in kennis.

  • 2. De bevoegde autoriteit tracht, indien het bezwaar haar gegrond voorkomt en indien zij niet zelf in staat is tot een bevredigende oplossing te komen, de aangelegenheid in onderlinge overeenstemming met de bevoegde autoriteit van de andere verdragsluitende partij te regelen teneinde belastingheffing die niet in overeenstemming is met het Verdrag te vermijden. De overeengekomen regeling wordt uitgevoerd ongeacht in de nationale wetgeving van de verdragsluitende partijen voorkomende verjaringstermijnen.

  • 3. De bevoegde autoriteiten van de verdragsluitende partijen kunnen zich rechtstreeks met elkaar in verbinding stellen teneinde de in het voorgaande lid bedoelde overeenstemming te bereiken.

  • 4. De bevoegde autoriteit van een verdragsluitende partij is niet verplicht de procedure voor onderling overleg in gang te zetten, indien een gerechtelijke of administratieve procedure heeft geleid tot een definitieve uitspraak dat een van de betrokken ondernemingen, wegens handelingen die aanleiding geven tot een correctie van de overdracht van winsten uit hoofde van artikel 4, een aanmerkelijke boete verschuldigd is. De bevoegde autoriteit van een verdragsluitende partij is voorts niet verplicht een procedure voor onderling overleg in gang te zetten, indien de onderneming, voordat de aanslag waarvan de correctie deel uitmaakt definitief werd, niet heeft voldaan aan de nationale vereisten inzake documentatie en/of informatie van de verdragsluitende partij die de correctie verricht.

  • 5. Wanneer moeilijkheden of twijfelpunten die zijn gerezen met betrekking tot de uitlegging of toepassing van het Verdrag niet binnen een periode van twee jaar nadat de vraag is gerezen opgelost kunnen worden door de bevoegde autoriteiten van de verdragsluitende partijen in een procedure voor onderling overleg ingevolge de voorgaande leden van dit artikel, kan het geval op verzoek van een van de verdragsluitende partijen, worden voorgelegd voor arbitrage, echter slechts nadat de procedures die beschikbaar zijn op grond van het eerste tot en met het derde lid van dit artikel volledig zijn uitgeput en mits de betrokken belastingplichtige of belastingplichtigen er schriftelijk mee instemt of instemmen te zijn gebonden door de beslissing van de arbitragecommissie. De beslissing van de arbitragecommissie in een bepaald geval is voor dat geval bindend voor beide verdragsluitende partijen en de betrokken belastingplichtige of belastingplichtigen.

HOOFDSTUK III SLOTBEPALINGEN

Artikel 7 Inwerkingtreding
  • 1. Dit Verdrag treedt in werking nadat beide verdragsluitende partijen elkaar ervan in kennis hebben gesteld dat de vereiste nationale procedures voor de inwerkingtreding ervan zijn afgerond. Het Verdrag is van toepassing op de procedures bedoeld in artikel 6, eerste lid, die ingesteld zijn na de inwerkingtreding ervan.

  • 2. Onverminderd het eerste lid van dit artikel, treedt het Verdrag uitsluitend in werking indien het Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en Bermuda inzake de uitwisseling van informatie betreffende belastingzaken van kracht is voor zowel strafrechtelijke als civiele belastingzaken.

Artikel 8 Beëindiging
  • 1. Dit Verdrag blijft van kracht totdat het door een van de verdragsluitende partijen wordt beëindigd. Elk van de verdragsluitende partijen kan het Verdrag langs diplomatieke weg beëindigen door ten minste zes maanden voor het einde van enig kalenderjaar na het verstrijken van een periode van drie jaar na de datum van inwerkingtreding van het Verdrag kennis te geven van de beëindiging.

  • 2. Onverminderd het eerste lid van dit artikel, wordt dit Verdrag zonder kennisgeving van beëindiging beëindigd op de datum van beëindiging van het Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en Bermuda inzake de uitwisseling van informatie betreffende belastingzaken.

TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekenden, daartoe naar behoren gemachtigd door de onderscheiden verdragsluitende partijen, dit Verdrag hebben ondertekend.

GEDAAN in tweevoud te Londen op 8 juni 2009, in de Engelse taal.

Voor het Koninkrijk der Nederlanden

J. C. DE JAGER

Voor Bermuda

PAULA A. COX


D. PARLEMENT

Zie Trb. 2009, 110.

G. INWERKINGTREDING

Zie Trb. 2009, 110.

J. VERWIJZINGEN

Titel

:

Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en Bermuda (zoals gemachtigd door de Regering van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland) inzake de uitwisseling van informatie betreffende belastingen;

Londen, 8 juni 2009

Tekst

:

Trb. 2009, 108 (Engels)

Laatste Trb.

:

Trb. 2009, 231

Uitgegeven de tweeëntwintigste december 2009.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

M. J. M. VERHAGEN

Naar boven