A. TITEL

Verdrag inzake de bescherming van het mariene milieu in het noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan;

(met Bijlagen en Aanhangsels)

Parijs, 22 september 1992

B. TEKST

De Franse en Engelse tekst van het Verdrag, met Bijlagen en Aanhangsels, zijn geplaatst in Trb. 1993, 16.

Zie voor de Engelse tekst van Bijlage V rubriek J van Trb. 2000, 74.

Zie voor de Engelse tekst van de wijzigingen van 29 juni 2007 van Bijlagen II en III Trb. 2008, 60.

C. VERTALING

Zie Trb. 1993, 141.

Zie voor een correctie Trb. 2008, 60.

De vertaling van de wijzigingen van 29 juni 2007 van Bijlagen II en III luidt als volgt:


Wijzigingen van Bijlage II en Bijlage III bij het Verdrag in verband met de opslag van kooldioxidestromen in geologische formaties

Herinnerend aan de algemene verplichtingen vervat in artikel 2 van het Verdrag inzake de bescherming van het mariene milieu in het noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan;

Ernstig bezorgd over de gevolgen voor het mariene milieu van de klimaatverandering en de verzuring van de oceaan als gevolg van verhoogde kooldioxideconcentraties in de atmosfeer;

Benadrukkend dat verdere ontwikkeling van de opwekking en het gebruik van hernieuwbare en koolstofarme vormen van energie noodzakelijk is;

In herinnering roepend dat de opvang en opslag van kooldioxide geen bindende verplichting is voor de Verdragsluitende Partijen bij het Verdrag maar een optie waar individuele Verdragsluitende Partijen al dan niet voor kunnen kiezen;

Erkennend dat de opvang en opslag van kooldioxide één van een reeks van mogelijkheden is om het kooldioxidegehalte in de atmosfeer te verminderen en dat het een belangrijke tijdelijke aanvulling is op maatregelen gericht op het verminderen of het voorkomen van kooldioxide-emissies en derhalve niet mag worden beschouwd als substituut voor andere manieren om kooldioxide-emissies te verminderen;

Vaststellend dat er, sedert de aanneming van het Verdrag, technologische ontwikkelingen hebben plaatsgevonden die het mogelijk maken kooldioxide uit industriële en uit met energieproductie en -gebruik samenhangende bronnen op te vangen, te transporteren en te injecteren in geologische formaties in de ondergrond van de zee teneinde de kooldioxide langdurig te isoleren van de atmosfeer en de zee;

Tevens vaststellend dat het reguleren van dergelijke activiteiten binnen de reikwijdte van het Verdrag valt;

Waardering uitsprekend voor het werk van het Intergouvernementeel Panel inzake Klimaatverandering en met name voor zijn speciale rapport inzake de opvang en opslag van kooldioxide;

Benadrukkend dat het noodzakelijk is kooldioxidestromen op milieuveilige wijze op te slaan;

Tevens waardering uitsprekend voor de aanneming van de wijziging die kooldioxidestromen afkomstig van processen voor de opvang van kooldioxide voor opslag in geologische formaties onder de zeebodem toevoegt aan Bijlage I bij het Protocol van 1996 bij het Verdrag inzake de voorkoming van verontreiniging van de zee ten gevolge van het storten van afval en andere stoffen, 1972 (Protocol van Londen);

Erkennend het werk van de Intersessionele Technische Werkgroep inzake kooldioxideopslag van de Wetenschappelijke Groep, die is ingesteld krachtens het Verdrag van Londen en het Protocol daarbij, en zijn conclusies, zoals vervat in zijn rapport LC/SG-C02 1/7;

Tevens erkennend het werk van het Comité voor de offshore-industrie, het Comité inzake biodiversiteit en de Intersessionele correspondentiegroep inzake het plaatsen van kooldioxide in geologische formaties onder de zeebodem;

De wens uitsprekend in het kader van dit Verdrag regels vast te stellen voor de opslag van opgevangen kooldioxidestromen in ondergrondse geologische formaties teneinde de bescherming van het zeegebied te waarborgen;

In herinnering roepend de artikelen 15 en 17 van het Verdrag inzake wijziging van de bijlagen bij het Verdrag;

Bevestigend dat deze wijzigingen zich beperken tot de opslag van kooldioxidestromen in geologische formaties;

Benadrukkend dat deze wijzigingen niet mogen worden opgevat als het legitimeren van het zich ontdoen van enig ander afval of enige andere stof met als enig doel het zich daarvan te ontdoen;

Erkennend dat een regelgevend kader en richtsnoeren inzake de opslag van kooldioxidestromen in geologische formaties een bijdrage leveren aan de bescherming van het zeegebied op de korte en de lange termijn. Erkennend de noodzaak regels te ontwikkelen teneinde duidelijke rechten en verantwoordelijkheden vast te stellen met betrekking tot toegang tot de percelen en die de verantwoordelijkheden voorafgaande aan en na de sluiting duidelijk maken. De richtsnoeren maken een integrerend deel uit van het verdere streven naar activiteiten die verband houden met de opslag van kooldioxidestromen in geologische formaties;

De Verdragsluitende Partijen bij het Verdrag inzake de bescherming van het mariene milieu in het noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan nemen de volgende wijzigingen van de Bijlagen II en III bij het Verdrag aan:

Aan Bijlage II, artikel 3, tweede lid, wordt het volgende nieuwe onderdeel „f” toegevoegd:

  • f. kooldioxidestromen afkomstig van processen voor het opvangen van kooldioxide ten behoeve van opslag, op voorwaarde dat:

    • i. het zich ontdoen daarvan plaatsvindt in een ondergrondse geologische formatie;

    • ii. de stromen voor het overgrote deel bestaan uit kooldioxide. De stromen mogen sporen bevatten van bepaalde uit het bronmateriaal en het opvang-, transport- en opslagproces voortkomende stoffen;

    • iii. er geen afval of andere stoffen aan worden toegevoegd met het doel zich van dit afval of deze andere stoffen te ontdoen;

    • iv. zij bedoeld zijn om permanent in deze formaties te worden bewaard en geen aanzienlijke negatieve gevolgen hebben voor het mariene milieu, de gezondheid van de mens en ander rechtmatig gebruik van het zeegebied.

Aan Bijlage III, artikel 3 worden het volgende nieuwe derde en vierde lid toegevoegd:

  • 3. Het in het eerste lid van dit artikel bedoelde verbod is niet van toepassing op kooldioxidestromen afkomstig van processen voor het opvangen van kooldioxide ten behoeve van opslag, op voorwaarde dat:

    • a. het zich ontdoen daarvan plaatsvindt in een ondergrondse geologische formatie;

    • b. de stromen voor het overgrote deel bestaan uit kooldioxide. De stromen mogen sporen bevatten van bepaalde uit het bronmateriaal en het opvang-, transport- en opslagproces voortkomende stoffen;

    • c. er geen afval of andere stoffen aan worden toegevoegd met het doel zich van dit afval of deze andere stoffen te ontdoen;

    • d. zij bedoeld zijn om permanent in deze formaties te worden bewaard en geen aanzienlijke negatieve gevolgen hebben voor het mariene milieu, de gezondheid van de mens en ander rechtmatig gebruik van het zeegebied.

  • 4. De Verdragsluitende Partijen zien er op toe dat het zich ontdoen van de in het derde lid bedoelde stromen in ondergrondse geologische formaties niet plaatsvindt zonder vergunning of ontheffingsregeling van hun bevoegde autoriteiten. Bedoelde vergunning of ontheffingsregeling dient, in het bijzonder, uitvoering te geven aan de desbetreffende toepasselijke besluiten, aanbevelingen en alle overige akkoorden die ingevolge het Verdrag zijn aangenomen.


D. PARLEMENT

Zie Trb. 1998, 169, rubriek J van Trb. 2001, 157 en rubriek D van Trb. 2008, 60.

E. PARTIJGEGEVENS

Verdrag

Zie Trb. 1993, 16.

Partij

Ondertekening

Ratificatie

Type*

In werking

Opzegging

Buiten werking

België

03-11-92

10-12-96

R

25-03-98

   

Denemarken

22-09-92

20-12-95

R

25-03-98

   

Duitsland

22-09-92

02-12-94

R

25-03-98

   

EG (Europese Gemeenschap)

22-09-92

05-11-97

R

25-03-98

   

Finland

22-09-92

25-07-95

R

25-03-98

   

Frankrijk

22-09-92

17-02-98

R

25-03-98

   

Ierland

22-09-92

13-08-97

R

25-03-98

   

IJsland

22-09-92

02-06-97

R

25-03-98

   

Luxemburg

22-09-92

02-06-97

R

25-03-98

   

Nederlanden, het Koninkrijk der

22-09-92

         

– Nederland

 

07-01-94

R

25-03-98

   

– Ned. Antillen

 

 

   

– Aruba

 

 

   

Noorwegen

22-09-92

08-09-95

R

25-03-98

   

Portugal

05-11-92

23-02-98

R

25-03-98

   

Spanje

22-09-92

02-02-94

R

25-03-98

   

Verenigd Koninkrijk, het

03-11-92

23-07-97

R

25-03-98

   

Zweden

22-09-92

30-05-94

R

25-03-98

   

Zwitserland

22-09-92

11-05-94

R

25-03-98

   

* O=Ondertekening zonder voorbehoud of vereiste van ratificatie, R= Bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of kennisgeving, T=Toetreding, VG=Voortgezette gebondenheid, NB=Niet bekend

Uitbreidingen

Denemarken

Uitgebreid tot

In werking

Buiten werking

Faeröer

25-03-1998

 

Groenland

25-03-1998

 

Verenigd Koninkrijk, het

Uitgebreid tot

In werking

Buiten werking

Man

02-05-2000

 

Bijlage V van 23 juli 19981)

Zie rubriek J van Trb. 2000, 74.

Partij

Ondertekening

Ratificatie

Type*

In werking

Opzegging

Buiten werking

België

 

28-07-05

R

28-08-05

   

Denemarken

 

31-07-00

R

30-08-00

   

Duitsland

 

14-12-01

R

13-01-02

   

EG (Europese Gemeenschap)

 

29-05-00

R

30-08-00

   

Finland

 

04-02-99

R

30-08-00

   

Frankrijk

 

25-10-04

R

24-11-04

   

Ierland

 

21-05-03

R

19-06-03

   

IJsland

 

18-06-01

R

18-07-01

   

Luxemburg

 

14-02-00

R

30-08-00

   

Nederlanden, het Koninkrijk der

           

– Nederland

 

25-07-01

R

24-08-01

   

– Ned. Antillen

 

 

   

– Aruba

 

 

   

Noorwegen

 

22-06-01

R

22-07-01

   

Portugal

 

23-02-06

R

25-03-06

   

Spanje

 

08-12-99

R

30-08-00

   

Verenigd Koninkrijk, het

 

29-06-00

R

30-08-00

   

Zweden

 

05-09-00

R

05-10-00

   

* O=Ondertekening zonder voorbehoud of vereiste van ratificatie, R= Bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of kennisgeving, T=Toetreding, VG=Voortgezette gebondenheid, NB=Niet bekend

Uitbreidingen

Denemarken

Uitgebreid tot

In werking

Buiten werking

Faeröer

30-08-2000

 

Groenland

30-08-2000

 

Verenigd Koninkrijk, het

Uitgebreid tot

In werking

Buiten werking

Man

26-07-2005

 

Wijzigingen van Bijlage II en III van 29 juni 2007

Zie Trb. 2008, 60.

Partij

Ondertekening

Ratificatie

Type*

In werking

Opzegging

Buiten werking

Noorwegen

 

12-11-07

R

     

* O=Ondertekening zonder voorbehoud of vereiste van ratificatie, R= Bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of kennisgeving, T=Toetreding, VG=Voortgezette gebondenheid, NB=Niet bekend

G. INWERKINGTREDING

Zie Trb. 1998, 169, rubriek J van Trb. 2001, 157 en rubriek G van Trb. 2008, 60.

J. VERWIJZINGEN

Zie voor wijzigingen en andere verdragsgegevens Trb. 1993, 16 en 141, Trb. 1998, 169, Trb. 2000, 74, Trb. 2001, 157 en Trb. 2008, 60.

Overige verwijzingen

Titel

:

Internationaal Verdrag ter voorkoming van verontreiniging door schepen, 1973, zoals gewijzigd door het Protocol daarbij van 1978

Londen, 2 november 1973

Laatste Trb.

:

Trb. 2008, 90

     

Titel

:

Verdrag inzake de voorkoming van verontreiniging van de zee ten gevolge van het storten van afval en andere stoffen

Londen, 19 december 1972

Tekst

:

Trb. 1973, 172 (Engels, Frans en vertaling)

Laatste Trb.

:

Trb. 1994, 156

     

Titel

:

Protocol van 1996 bij het Verdrag inzake de voorkoming van verontreiniging van de zee ten gevolge van het storten van afval en andere stoffen van 1972

Londen, 7 november 1996

Tekst

:

Trb. 1998, 134 (Engels en Frans)

Trb. 2000, 27 (vertaling)

Laatste Trb.

:

Trb. 2008, 200

Uitgegeven de dertigste oktober 2008.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

M. J. M. VERHAGEN


XNoot
1)

In Trb. 2008, 60 stond ten onrechte “1988” vermeld.

Naar boven