A. TITEL1)

Notawisseling houdende een verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Technisch Centrum voor landbouwsamenwerking en plattelandsontwikkeling inzake de registratie van stagiairs;

Wageningen, 15 april 2008

B. TEKST

De Engelse en de Franse tekst van het in de nota’s vervatte verdrag zijn geplaatst in Trb. 2008, 101.

C. VERTALING

Nr. I

AFDELING VERDRAGEN

DJZ/VE-235/08

Den Haag, 9 april 2008

Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Technisch Centrum voor landbouwsamenwerking en plattelandsontwikkeling inzake de registratie van stagiairs

Het Ministerie van Buitenlandse Zaken van het Koninkrijk der Nederlanden biedt het Technisch Centrum voor landbouwsamenwerking en plattelandsontwikkeling (CTA) zijn complimenten aan en heeft, onder verwijzing naar het Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Technisch Centrum voor landbouwsamenwerking en plattelandsontwikkeling inzake de zetel van het CTA van 7 augustus 1984 alsmede naar de gesprekken tussen het Ministerie en het CTA betreffende de regis tratie van stagiairs die het CTA heeft toegelaten tot zijn stageprogramma in Nederland, de eer het volgende voor te stellen:

  • 1. Ten behoeve van dit Verdrag wordt verstaan onder „stagiair”: een afgestudeerde of postdoctorale student die door het CTA is toegelaten tot het stageprogramma van het CTA en die op die grond bepaalde taken voor het CTA vervult waarvoor hij of zij een maandelijkse vergoeding ontvangt. Deze vergoeding moet toereikend zijn voor zijn of haar levensonderhoud. Een stagiair valt in geen geval onder de begripsomschrijving van een personeelslid van het CTA.

  • 2. Binnen acht (8) dagen na de eerste aankomst van een stagiair in Nederland verzoekt het CTA het Ministerie van Buitenlandse Zaken de stagiair te registreren in overeenstemming met het derde lid.

  • 3. Het Ministerie van Buitenlandse Zaken registreert een stagiair ten behoeve van zijn of haar stage bij het CTA voor een tijdvak van ten hoogste zes maanden, mits het CTA het Ministerie van Buitenlandse Zaken een door de stagiair ondertekende verklaring doet toekomen, vergezeld van voldoende bewijs, waaruit blijkt dat:

    • a. de stagiair Nederland is binnengekomen in overeenstemming met de van toepassing zijnde immigratieprocedures;

    • b. de stagiair over voldoende financiële middelen beschikt om in zijn of haar levensonderhoud te voorzien alsmede voor zijn of haar terugkeer, en voldoende verzekerd is tegen ziektekosten (met inbegrip van een dekking voor kosten van ziekenhuisopname voor ten minste de duur van de stage plus een maand) en een wettelijkeaansprakelijkheidsverzekering, en niet ten laste zal komen van de openbare middelen van Nederland;

    • c. de stagiair gedurende zijn of haar stage in Nederland uitsluitend werkzaam zal zijn als stagiair bij het CTA;

    • d. de stagiair geen familieleden meebrengt die bij hem of haar in Nederland zullen wonen, tenzij in overeenstemming met de desbetreffende immigratieprocedures;

    • e. de stagiair Nederland verlaat binnen 14 dagen na het einde van zijn of haar stage, tenzij hij of zij op andere gronden gerechtigd is in Nederland te verblijven in overeenstemming met de desbetreffende immigratiewetgeving.

  • 4. Na registratie van de stagiair in overeenstemming met het derde lid, geeft het Ministerie van Buitenlandse Zaken aan de stagiair een identiteitskaart af voorzien van de code ZF.

  • 5. Het CTA is niet aansprakelijk voor schade voortvloeiend uit niet-naleving door in overeenstemming met het derde lid geregistreerde stagiairs, van de voorwaarden van de in dat lid bedoelde verklaring.

  • 6. De stagiair geniet geen voorrechten of immuniteiten.

  • 7. In uitzonderlijke omstandigheden kan het maximumtijdvak van zes maanden genoemd in het derde lid eenmaal worden verlengd met ten hoogste zes maanden.

  • 8. Het CTA stelt het Ministerie van Buitenlandse Zaken binnen acht (8) dagen na het definitieve vertrek van de stagiair uit Nederland daarvan in kennis en retourneert daarbij de identiteitskaart van de stagiair.

Indien dit voorstel aanvaardbaar is voor het CTA, stelt het Ministerie voor dat deze nota en de bevestigende antwoordnota van het CTA tezamen een verdrag zullen vormen tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het CTA, waarvan de Franse en de Engelse tekst gelijkelijk authentiek zijn. Dit Verdrag wordt voorlopig toegepast vanaf de datum van dat antwoord en treedt in werking op de dag nadat beide Partijen elkaar schriftelijk ervan in kennis hebben gesteld dat aan de wettelijke vereisten voor de inwerkingtreding is voldaan.

Het Ministerie van Buitenlandse Zaken van het Koninkrijk der Nederlanden maakt van deze gelegenheid gebruik om het CTA opnieuw te verzekeren van zijn zeer bijzondere hoogachting.

Het Technisch Centrum voor landbouwsamenwerking en plattelandsontwikkeling

Wageningen


Nr. II

HET TECHNISCH CENTRUM VOOR LANDBOUWSAMENWERKING EN PLATTELANDSONTWIKKELING

Ref nr.: ASBHRD/1402/442/08/jni

Wageningen, 15 april 2008

Het Technisch Centrum voor landbouwsamenwerking en plattelandsontwikkeling biedt het Ministerie van Buitenlandse Zaken van het Koninkrijk der Nederlanden zijn complimenten aan en heeft de eer de ontvangst te bevestigen van nota DJZ/VE-235/08 van het Ministerie van 9 april 2008, die luidt als volgt:

(Zoals in Nr. I)

Het Technisch Centrum voor landbouwsamenwerking en plattelandsontwikkeling heeft de eer het Ministerie van Buitenlandse Zaken ervan in kennis te stellen dat het voorstel aanvaardbaar is voor het Technisch Centrum voor landbouwsamenwerking en plattelandsontwikkeling. Het Technisch Centrum voor landbouwsamenwerking en plattelandsontwik keling stemt er dienovereenkomstig mee in dat de nota van het Ministerie en dit antwoord een verdrag zullen vormen tussen het Technisch Centrum voor landbouwsamenwerking en plattelandsontwikkeling en het Koninkrijk der Nederlanden. Dit Verdrag wordt voorlopig toegepast vanaf de datum van dit antwoord en treedt in werking op de dag nadat beide Partijen elkaar schriftelijk ervan in kennis hebben gesteld dat aan de wettelijke vereisten voor de inwerkingtreding is voldaan.

Het Technisch Centrum voor landbouwsamenwerking en plattelandsontwikkeling maakt van deze gelegenheid gebruik om het Ministerie van Buitenlandse Zaken van het Koninkrijk der Nederlanden opnieuw te verzekeren van zijn zeer bijzondere hoogachting.

Ministerie van Buitenlandse Zaken

Afdeling Verdragen

Directie Juridische Zaken

Postbus 20061

2500 EB Den Haag


D. PARLEMENT

Zie Trb. 2008, 101.

De voorlopige toepassing van het in de nota’s vervatte verdrag (zie rubriek F van Trb. 2008, 101) is medegedeeld aan de Eerste en de Tweede Kamer der Staten-Generaal bij brieven van 23 mei 2008.

F. VOORLOPIGE TOEPASSING

Zie Trb. 2008, 101.

G. INWERKINGTREDING

Zie Trb. 2008, 101.

J. VERWIJZINGEN

Zie Trb. 2008, 101.

Uitgegeven de zevenentwintigste augustus 2008.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

M. J. M. VERHAGEN


XNoot
1)

De titel is naar aanleiding van de vertaling gewijzigd; het woord „positie” is vervangen door „registratie”.

Naar boven