Regeling van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Minister van Justitie en Veiligheid van 13 maart 2025, kenmerk 4068887-1079659-VGP, houdende wijziging van de Regeling experiment gesloten coffeeshopketen in verband met het verlengen van de wachtrij voor telers

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Minister van Justitie en Veiligheid,

Gelet op artikel 18, derde lid, van het Besluit experiment gesloten coffeeshopketen;

Besluiten:

ARTIKEL I

De Regeling experiment gesloten coffeeshopketen wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid wordt ‘op de dag’ vervangen door ‘twee jaar na de dag’.

2. In het vierde lid vervalt het zinsdeel ‘onvoldoende telers kunnen worden aangewezen of’ en wordt ‘om met de uitvoering van het experiment te kunnen aanvangen’ vervangen door ‘om met de uitvoering van het experiment, bedoeld in artikel 4, eerste lid, van de wet, te kunnen aanvangen of dit te kunnen voortzetten’.

B

In artikel 6, tweede lid, wordt ‘de dag waarop de uitvoering van het experiment aanvangt, bedoeld in artikel 4, eerste lid, van de wet’ vervangen door ‘de dag twee jaar na de dag waarop de uitvoering van het experiment, bedoeld in artikel 4, eerste lid van de wet, aanvangt’.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, V.P.G. Karremans

De Minister van Justitie en Veiligheid, D.M. van Weel

TOELICHTING

I Algemeen deel

1. Inleiding

Het experiment gesloten coffeeshopketen vloeit voort uit het regeerakkoord ‘Vertrouwen in de toekomst’ (2017) van het kabinet Rutte-III.1 Daarin is afgesproken om te komen tot een experiment met de teelt en verkoop van hennep of hasjiesj voor recreatief gebruik in een gesloten coffeeshopketen. Het doel van dat experiment is te bezien of en hoe op kwaliteit gecontroleerde hennep of hasjiesj gedecriminaliseerd aan coffeeshops kan worden geleverd en na te gaan wat de effecten daarvan zijn op de criminaliteit, veiligheid, overlast en de volksgezondheid.

De Wet experiment gesloten coffeeshopketen (hierna: de Wet), het daarop gebaseerde Besluit experiment gesloten coffeeshopketen (hierna: het Besluit) en de Regeling experiment gesloten coffeeshopketen (hierna: de Regeling) voorzien in hoofdzaak in de regulering van dat experiment. Deze regeling heeft tot doel de Regeling te wijzigen. Hiermee wordt geregeld dat de wachtrij waarop de aanvragen voor een aanwijzing als teler die hebben deelgenomen aan de loting maar waarop geen winnend lot is gevallen zijn geplaatst niet zal vervallen bij de aanvang van de experimenteerfase, maar met twee jaar zal worden verlengd.

2. Aanleiding en inhoud

In artikel 13 van het Besluit is geregeld dat ten hoogste tien telers voor deelname aan het experiment kunnen worden aangewezen. Voorts is in de artikelen 14 tot en met 19 een aantal regels opgenomen over de procedure voor de selectie van telers. Hierin staat dat een loting voor de selectie van telers kan worden toegepast wanneer na beoordeling van alle aanvragen meer aanvragen in aanmerking komen voor verdere selectie dan het maximaal aantal te vergeven aanwijzingen. Daarbij is bepaald dat bij ministeriële regeling kan worden bepaald dat de wettelijke beslistermijn voor het nemen van een besluit op de aanvraag om aanwijzing als teler gedurende een bepaalde periode kan worden opgeschort. De gedachte daarachter was dat het nodig kan zijn dat een wachtrij-constructie wordt toegepast waarbij een aanvrager die is uitgeloot gedurende een bepaalde periode op de wachtlijst wordt geplaatst.

Het tijdvak voor het indienen van een aanvraag voor een aanwijzing als teler is geopend op 1 juli 20202 en sloot het vier weken daarna. Er zijn in deze procedure 147 aanvragen voor het gereguleerd telen van cannabis ingediend. Een gegadigde kon meerdere zelfstandige aanvragen indienen en dat hebben meerdere gegadigden ook gedaan. Nadat de aanvragen waren ingediend, is een selectieprocedure gestart. Alle aanvragen zijn op grond van artikel 2 van de Regeling beoordeeld. Op basis van deze beoordeling zijn 96 aanvragen afgewezen en 51 aanvragen (die afkomstig waren van 42 aanvragers) door de selectie gekomen.

Aangezien er meer aanvragen positief zijn beoordeeld dan het vastgestelde aantal van tien telers die aan het experiment mogen meedoen, heeft vervolgens op 3 december 2020 een loting plaatsgevonden3.

Artikel 5, eerste lid, van de Regeling regelt de wachtrij waarop aanvragen worden geplaatst waarop bij de loting geen winnend lot is gevallen (eerste lid). In feite is deze wachtrij een opschorting van de wettelijke termijn voor het nemen van een besluit op de aanvraag om aanwijzing als teler.4 De volgorde van de wachtrij komt overeen met de rangorde van de uitslag van de loting (artikel 5, derde lid). In de toelichting bij de Regeling staat hierover het volgende: ‘Met de wachtrij wordt voorts mogelijk gemaakt dat het aantal aangewezen telers op peil kan blijven indien in de voorbereidingsfase een of meerdere aangewezen telers uitvallen. Dit betreft derhalve de volgende situatie: er zijn meer dan tien aanvragen ingediend, er heeft een loting plaatsgevonden en er zijn tien telers aangewezen. Vervolgens gaan de tien telers aan de slag om zich voor te bereiden op de uitvoering van het experiment maar op enig moment blijkt dat zich een situatie voordoet op grond waarvan de aanwijzing wordt ingetrokken. In dat geval kunnen de ministers ervoor kiezen om de wachtrij te benutten om het aantal telers aan te vullen. Het feit dat een aanvraag in een wachtrij is opgenomen betekent echter niet dat de aanvrager kan afdwingen dat diens aanvraag in genoemde omstandigheden voor verdere selectie in behandeling wordt genomen. Het vierde lid bepaalt expliciet dat de ministers aanvragen uit de wachtrij in behandeling kunnen nemen, een verplichting bestaat er derhalve niet. Het is aan de ministers zelf om te beoordelen of aanleiding bestaat om gebruik te maken van deze bevoegdheid. Als een aangewezen teler gedurende de voorbereidingsfase uitvalt kan het immers ook opportuun zijn om door te gaan met de resterende telers, bijvoorbeeld als blijkt dat deze tezamen meer dan genoeg hennep of hasjiesj kunnen produceren. Vanzelfsprekend kunnen er in totaal niet meer dan tien telers worden aangewezen (artikel 13 van het Besluit).’ De wachtrij vervalt blijkens artikel 5, tweede lid, van de Regeling uiterlijk op de dag waarop de experimenteerfase aanvangt.

In de aan de Tweede Kamer verzonden brief van 17 juni 20245 is vermeld dat vijf telers met de productie zijn gestart.6 Gelet op de motie van het Lid Mutluer (GL-PvdA)7 is een ingebruiknameplicht van negen maanden in de aanwijzing van telers opgenomen die nog niet waren gestart.8 Deze ingebruiknameplicht houdt in dat binnen negen maanden vanaf 6 augustus 2024 moet zijn gestart met de teelt. Daaronder wordt verstaan het registreren van stekken van meer dan 20 cm in het track-and-tracesysteem. Indien hieraan niet wordt voldaan, bestaat de mogelijkheid om de aanwijzing in te trekken.9 In voormelde Kamerbrief is aangegeven dat de experimenteerfase, naar alle waarschijnlijkheid, zal zijn aangevangen op het moment dat de termijn van de ingebruiknameplicht van negen maanden is verstreken. Indien dan onvoldoende voortgang bij een teler wordt vastgesteld en naar aanleiding daarvan wordt besloten de aanwijzing in te trekken, is het wenselijk dat de wachtrij nog bestaat. Indien dit niet het geval is, zal immers een nieuwe procedure voor de loting en selectie moeten worden opgezet voordat een nieuwe teler kan worden aangewezen. Om deze reden is aangekondigd dat een aanpassing in de Regeling worden doorgevoerd zodat de wachtrij pas wordt opgeheven op het moment dat de experimenteerfase eindigt.10

Bij brief van 10 december 202411 is aan de Tweede Kamer bekendgemaakt dat de experimenteerfase aanvangt op 7 april 2025. Dit zou derhalve betekenen dat de aanvragen die op de wachtrij staan na deze datum, zonder wijziging van de Regeling, alsnog afgewezen zouden moeten worden.

Artikel I van deze ministeriële regeling voorziet erin dat artikel 5, tweede lid, van de Regeling regelt dat de wachtrij niet vervalt bij aanvang van de experimenteerfase, maar tijdens de eerste twee jaren van de experimenteerfase in stand zal blijven. Mocht vanwege het niet voldoen aan de ingebruiknameplicht of aan andere voorwaarden in de aanwijzing of in het Besluit worden besloten een aanwijzing in te trekken, dan blijft de mogelijkheid bestaan om een aanvrager die op de wachtrij is geplaatst als teler in het experiment aan te wijzen. Dat kan bijvoorbeeld ook in een situatie waarin een teler onverhoopt failliet gaat of een teler als gevolg van andere oorzaken moet besluiten zijn werkzaamheden te staken. Dit betekent overigens niet, zoals ook in de toelichting op artikel 5 van de Regeling is vermeld, dat als een aangewezen teler gedurende de experimenteerfase uitvalt, in alle gevallen een nieuwe teler zal worden aangewezen. Ook in de experimenteerfase kan het immers opportuun zijn om door te gaan met de resterende telers, bijvoorbeeld als blijkt dat deze tezamen meer dan genoeg hennep of hasjiesj kunnen produceren.

Anders dan in de eerder genoemde Kamerbrief van 17 juni 2024 is aangekondigd zal de wachtrij niet met vier jaar (de periode van de experimenteerfase12) worden verlengd. Na twee jaar wordt het, gelet op de investeringen die nodig zijn om een teeltbedrijf op te starten en de tijd die een teler nodig heeft om daadwerkelijk met de teelt te starten, in alle gevallen niet meer opportuun geacht een nieuwe teler aan te wijzen. De wachtrij wordt daarom met twee jaar na de start van de experimenteerfase verlengd. Daarna zal de wachtrij alsnog komen te vervallen. Zo wordt de opschorting van de wettelijke termijn voor het nemen van een besluit op de aanvraag om aanwijzing als teler niet langer dan noodzakelijk wordt geacht verlengd en zal na deze termijn alsnog een besluit op de aanvraag worden genomen.

3. Gevolgen voor de regeldruk

Dit wijzigingsbesluit heeft geen regeldrukgevolgen voor gegadigden die een aanvraag voor een aanwijzing als teler hebben ingediend en in de wachtrij zijn geplaatst. De ontwerpregeling is voorgelegd aan het Adviescollege toetsing regeldruk (hierna: ATR) Het ATR heeft het dossier niet geselecteerd voor een formeel advies omdat het geen (substantiële) gevolgen voor de regeldruk heeft.

4. Financiële gevolgen

Deze wijzigingsregeling heeft geen financiële gevolgen.

5. Advies en consultatie

Er is voor gekozen internetconsultatie over de ontwerpregeling achterwege te laten, omdat consultatie niet in betekenende mate kan leiden tot aanpassing hiervan. De wijzigingsregeling regelt immers enkel dat de wachtrij twee jaar langer in stand gehouden moet worden. Aanvragers voor een aanwijzing als teler die in de wachtrij zijn geplaatst ondervinden geen nadelige effecten van het langer opschorten van de termijn voor het nemen van een besluit op de aanvraag om aanwijzing als teler, anders dan dat deze beslissing twee jaar later zal worden genomen. Anderzijds kunnen zij een langere periode kans maken op het verkrijgen van een aanwijzing als teler.

6. Inwerkingtreding

De wijzigingsregeling zal inwerkingtreden op de dag na de datum van uitgifte van de Staatcourant waarin zij wordt geplaatst. Er wordt afgeweken van de vaste verandermomenten en minimuminvoeringstermijn, aangezien het hier om spoed- of noodregelgeving gaat (Aanwijzing 4.17, vijfde lid, onderdeel c, van de Aanwijzingen voor de regelgeving). De spoed is gelegen in het feit dat zonder deze regeling de wachtrij zou vervallen op het moment dat de experimenteerfase aanvangt.

II Artikelsgewijs

Artikel I

Onderdeel A

In artikel 5, tweede lid, van de Regeling was geregeld dat de wachtrij waarop de aanvragen zijn geplaatst die aan de loting hebben deelgenomen, maar niet zijn aangewezen als teler, opgeheven zou worden op het moment dat de experimenteerfase van start zou gaan. In het algemeen deel van deze toelichting is uiteengezet waarom de wachtrij twee jaar langer in stand gehouden wordt. Daartoe dient deze wijziging. De wachtrij wordt opgeheven uiterlijk twee jaar na de dag waarop de experimenteerfase van start gaat.

In het vierde lid van artikel 5 was opgenomen dat de ministers een aanvraag uit de wachtrij verder in behandeling kunnen nemen indien zij menen dat onvoldoende telers resteren of kunnen worden aangewezen om met de uitvoering van het experiment te kunnen aanvangen. Met dat eerste wordt blijkens de toelichting bedoeld dat de Bibob-toets na de loting ertoe leidt dat een of meerdere van die tien winnaars worden afgewezen. Met het tweede wordt blijkens de toelichting bedoeld dat het aantal aangewezen telers op peil kan blijven indien in de voorbereidingsfase een of meerdere aangewezen telers uitvallen. In deze fase van het experiment kan de situatie dat onvoldoende telers voorafgaand aan de voorbereidingsfase kunnen worden aangewezen zich niet meer voordoen. Dat zinsdeel wordt geschrapt. Nu de wachtrij twee jaar in stand blijft tijdens de experimenteerfase, kunnen de ministers een aanvraag uit de wachtrij ook verder in behandeling nemen indien zij menen dat dit nodig is om de uitvoering van het experiment, bedoeld in artikel 4, eerste lid, van de wet, (de experimenteerfase) te kunnen aanvangen of voortzetten. Deze mogelijkheid wordt met de wijziging van het vierde lid toegevoegd.

Onderdeel B

In artikel 6, tweede lid, van de Regeling wordt bepaald dat de wettelijke termijn waarbinnen een besluit op een aanvraag om aanwijzing als teler waarop geen winnend lot is gevallen, moet worden genomen, opgeschort wordt. De duur van de opschorting eindigde op de dag waarop de experimenteerfase zou aanvangen. Met het verlengen van de wachtrij is het noodzakelijk dat de opschortingstermijn eindigt op het moment dat de wachtrij wordt opgeheven, dus twee jaar na de dag waarop de experimenteerfase is gestart.

Artikel II

De onderhavige regeling treedt in werking de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, V.P.G. Karremans

De Minister van Justitie en Veiligheid, D.M. van Weel


X Noot
1

VVD, CDA, D66 en ChristenUnie, ‘Vertrouwen in de toekomst. Regeerakkoord 2017–2021’. Bijlage bij Kamerstukken II 2017/18, 34 700, nr. 34.

X Noot
2

Besluit van de Minister voor Medische Zorg en de Minister van Justitie en Veiligheid van 15 mei 2020, kenmerk 1689433-205259-VGP, houdende opening van het tijdvak voor het indienen van een aanvraag om aanwijzing als teler in het kader van het experiment gesloten coffeeshopketen en vaststelling van de minimale hoeveelheid hennep die bij aanvang van de uitvoering van het experiment moet kunnen worden geproduceerd.

X Noot
3

Zie voor een nadere toelichting Kamerstukken II 2020/21, 24 077, nr. 467.

X Noot
4

Zie artikel 18, derde lid, van het Besluit en de nadere uitwerking in artikel 6, tweede lid, van de Regeling.

X Noot
5

Kamerstukken II 2023/24, 24 077, nr. 545.

X Noot
6

Inmiddels zijn er zeven telers met de productie gestart.

X Noot
7

Kamerstukken II 2023/24, 36279, nr. 18.

X Noot
8

Op grond van artikel 21, eerste lid, onder a, van het Besluit.

X Noot
9

Artikel 34, tweede lid, onder a, van het Besluit.

X Noot
10

Kamerstukken II, 2023/24, 24 077, nr. 545, p. 6.

X Noot
11

Kamerstukken II 2024/25, 24 077, nr. 550.

X Noot
12

Zie artikel 4 van de Wet.

Naar boven