Beleidsregel van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 31 januari 2025, nr. 2024-0000660597, houdende wijziging van de Beleidsregel boeteoplegging arbeidsomstandighedenwetgeving als gevolg van een aantal wijzigingen in het Arbeidsomstandighedenbesluit (Stb. 2024, 184)

De Staatssecretaris Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

Gelet op artikel 34, tiende lid, van de Arbeidsomstandighedenwet;

Besluit:

ARTIKEL I

De Beleidsregel boeteoplegging arbeidsomstandighedenwetgeving wordt als volgt gewijzigd:

A

De Tarieflijst, onderdeel Arbobesluit, wordt als volgt gewijzigd:

1. De in de kolom ‘Type overtreding’ opgenomen voetnoten 82 tot en met 195 worden vernummerd tot voetnoten 83 tot en met 196.

2. Artikel 4.47b komt te luiden:

4.47b

1

  

6

* en **en***

ZO82
 

2

  

4

* en **en***

OO
 

3

  

3

** en ***

OO

3. De artikelen 4.51 en 4.51a komen te luiden:

4.51

1 t/m 3

  

4

* en ** en ***

OO

4.51a

1 t/m 5

  

4

**

en ***

Lid 1 en 3 gelden ook voor de opdrachtgever

ZO89

4. In artikel 4.54a, vijfde kolom, wordt aan de vierde rij toegevoegd ‘Lid 5 geldt ook voor de opdrachtgever’.

B

De voetnoten 82 tot en met 195 worden vernummerd tot voetnoten 83 tot en met 196.

C

Na voetnoot 81 wordt een voetnoot ingevoegd, luidende:

82 De ZO luidt: Na werkzaamheden met asbest zijn de arbeidsplaats en/of de arbeidsmiddelen die op de arbeidsplaats aanwezig zijn of zijn geweest, niet doeltreffend gereinigd, dat wil zeggen: er werden nog visueel waarneembare restanten asbest aangetroffen.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, namens deze, S. Kaatee directeur-generaal Werk

TOELICHTING

Algemeen

Naar aanleiding van aanpassingen per 1 augustus 2024 van het Arbeidsomstandighedenbesluit (hierna: Arbobesluit), voortvloeiend uit het Besluit van 19 juni 2024, houdende wijziging van het Arbeidsomstandighedenbesluit, het Asbestverwijderingsbesluit 2005 en het Besluit bouwwerken leefomgeving in verband met een nieuwe uitzondering op de asbestinventarisatieplicht in relatie tot het gas- en elektriciteitsnet, een verduidelijking van de uitzondering op de asbestcertificatieplicht voor machinisten en enige andere wijzigingen (Stb. 2024, 184, hierna: Verzamelbesluit), dient de Beleidsregel boeteoplegging arbeidsomstandighedenwetgeving (hierna: Beleidsregel) op onderdelen ook aangepast te worden.

Artikelsgewijs

Onderdelen A, punten 1 en 2, B en C

Per 1 augustus 2024 is artikel 4.47b Arbobesluit gewijzigd zodat het artikel nu niet meer slechts betrekking heeft op visuele inspectie na het verrichten van de werkzaamheden met asbest, maar ook op de daaraan voorafgaande reiniging van de arbeidsplaats, nadat de werkzaamheden zijn verricht. Voorheen bestond artikel 4.47b Arbobesluit uit twee leden. Zoals in de toelichting bij de wijziging van het artikel in het Verzamelbesluit is uiteengezet, zijn die artikelleden omwille van de handhaving opnieuw geformuleerd. Dat zijn nu lid 2 en 3. Op grond van het nieuwe eerste lid moeten de arbeidsplaats en de arbeidsmiddelen gereinigd worden na het verwijderen van asbest, zodat asbestvezels op de arbeidsplaats worden weggenomen. Indien er na die reiniging nog visueel waarneembare restanten van het te verwijderen asbest op de arbeidsplaats aanwezig zijn, is in ieder geval niet aan die eis voldaan. Omdat door het niet-wegnemen van die asbestvezels na het verwijderen van dat asbest een situatie ontstaat met (potentieel) ernstig risico voor werknemers, wordt niet-naleving van het eerste lid aangemerkt als een zware overtreding waarvoor het zesde normbedrag geldt.

Een omschrijving van de zware overtreding is opgenomen in de nieuwe voetnoot 82. Hierbij zijn de bestaande voetnoten 82 tot en met 195 vernummerd tot de voetnoten 83 tot en met 196 (onderdelen A, punt 1, onderdelen B en C).

Het nieuwe eerste lid en het tweede lid van artikel 4.47b dienen als gevolg van het Verzamelbesluit ook te worden nageleefd door werknemers. Dit is nu verwerkt in de Beleidsregel.

Onderdeel A, punt 3

Met het Verzamelbesluit is aan 4.51a Arbobesluit, onder vernummering van het bestaande vierde en vijfde lid tot vijfde en zesde lid, een nieuw vierde lid toegevoegd. In dat nieuwe vierde lid is de verplichting vastgelegd dat, voordat wordt aangevangen met andere werkzaamheden, bij een visuele inspectie moet worden vastgesteld dat het te verwijderen asbest niet meer visueel waarneembaar is. In verband met de toevoeging van dat nieuwe lid is in de tabel bij de Tarieflijst, artikel 4.51a, kolom ‘lid’, gewijzigd van 1 t/m 4 naar 1 t/m 5. Het voormalige lid 5, thans lid 6, regelt de bevoegdheid nadere regels te stellen en hoeft daarom niet in de Tarieflijst te worden opgenomen.

Na inwerkingtreding van het Verzamelbesluit zijn meewerkend werkgevers en zelfstandigen verplicht om ook in de situaties, genoemd in artikel 9.5, vijfde lid, onderdelen a tot en met c, van het Arbobesluit, de artikelen 4.51 en 4.51a, tweede lid, na te leven. Daarnaast gelden de verplichtingen in artikel 4.51a, eerste en derde lid, nu ook voor opdrachtgevers. De Beleidsregel is aan deze nieuwe situatie aangepast.

Onderdeel A, punt 4

Een opdrachtgever die het nalaat om op grond van artikel 4.54a, vijfde lid, van het Arbobesluit ervoor te zorgen dat een afschrift van het asbestinventarisatierapport wordt verstrekt aan het asbestverwijderingsbedrijf, kan hier met ingang van de inwerkingtreding van het Verzamelbesluit voor worden beboet. In de Beleidsregel is deze beboetbaarheid nu opgenomen in het onderdeel van de Tarieflijst dat ziet op artikel 4.54a van het Arbobesluit.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, namens deze, S. Kaatee directeur-generaal Werk

Naar boven