Regeling van de Minister van Economische Zaken van 18 december 2025, nr. WJZ/102548787, tot wijziging van de Regeling exploitatiesubsidie ROM's in verband met de vaststelling van subsidieplafonds voor 2026

De Minister van Economische Zaken,

Gelet op artikel 3 Kaderwet EZ-, LVVN- en KGG-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

De Subsidieregeling exploitatiesubsidies ROM’s wordt als volgt gewijzigd:

A

De tabel in bijlage 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan de rijen van Brabantse Ontwikkelingsmaatschappij Holding B.V wordt een rij toegevoegd, luidende:

 

2026

1.421.000,00

2. Aan de rijen van Horizon B.V. wordt een rij toegevoegd, luidende:

 

2026

711.000,00

3. Onder de rij van Ontwikkelingsmaatschappij Oost Nederland B.V. voor boekjaar 2025–2026 wordt een rij ingevoegd, luidende:

 

2026

1.421.000,00

4. Aan de rijen van Regionale Ontwikkelingsmaatschappij InnovationQuarter B.V. wordt een rij toegevoegd, luidende:

 

2026

1.421.000,00

5. Aan de rijen van N.V. LIOF wordt een rij toegevoegd, luidende:

 

2026

1.422.000,00

6. Aan de rijen van N.V. NOM, Investerings- en Ontwikkelingsmaatschappij voor Noord Nederland wordt een rij toegevoegd, luidende:

 

2026

1.421.000,00

7. Aan de rijen van N.V. Economische Impuls Zeeland wordt een rij toegevoegd, luidende:

 

2026

711.000,00

8. De rij van ROM InWest B.V. wordt als volgt gewijzigd:

a. In de rij voor het boekjaar 2025–2026 wordt ‘325.000,00’ vervangen door ‘200.000,00’.

b. Onder boekjaar 2025–2026 wordt een rij toegevoegd, luidende:

 

2026

1.295.000,00

9. Aan de rijen van ROM Regio Utrecht B.V. wordt een rij toegevoegd, luidende:

 

2026

1.418.000,00

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt ten aanzien van artikel I, onder A, onderdeel 8, onder a, terug tot en met 30 oktober 2025.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 18 december 2025

De Minister van Economische Zaken, V.P.G. Karremans

TOELICHTING

I. ALGEMEEN

1. Aanleiding

Deze wijzigingsregeling voorziet in de vaststelling van de subsidieplafonds voor de exploitatiesubsidie die verstrekt wordt op grond van de Subsidieregeling exploitatiesubsidies ROM’s (hierna: de regeling) aan regionale ontwikkelingsmaatschappijen. Daarnaast wordt het subsidieplafond voor ROM InWest B.V. voor het boekjaar 2025–2026 aangepast. Abusievelijk is namelijk eerder een verkeerd bedrag in de regeling opgenomen. Het betreft hier een kennelijke fout die direct met de ROM InWest B,V. is besproken. Met deze regeling wordt dit met terugwerkende kracht hersteld.

2. Vaststelling nieuwe subsidieplafonds voor boekjaar 2026

Op grond van de artikel 8 van de regeling wordt jaarlijks uiterlijk 1 november in bijlage 2 van de regeling bekendgemaakt welk subsidieplafond voor de exploitatiesubsidie in het aankomende boekjaar respectievelijk de aankomende boekjaren beschikbaar wordt gesteld. De subsidieaanvragers zijn eerder op de hoogte gesteld van het subsidieplafond voor 2026 en de vertraging van de publicatie daarvan. Zo kunnen subsidieaanvragers op tijd hun subsidieaanvraag voorbereiden. De subsidieaanvrager dient zijn aanvraag om subsidie op grond van artikel 4, eerste lid, van de regeling namelijk uiterlijk één week voor aanvang van het boekjaar in te dienen.

3. Staatssteun

De wijziging brengt geen verandering in de staatssteunaspecten, verbonden aan de regeling. De wijziging met betrekking tot de publicatie van voormelde subsidieplafonds passen binnen de eerdere staatssteunbeoordeling. Voor een nadere toelichting op de staatssteunaspecten wordt verwezen naar paragraaf 3 van de algemene toelichting van de regeling (Stcrt. 2022, nr. 34346).

4. Regeldruk

De vaststelling van de subsidieplafonds leidt niet tot wijziging van informatieverplichtingen en daarom ook niet tot een toe- of afname van de regeldruk bij de gebruikers van de regeling. Voor een nadere toelichting op de huidige regeldrukeffecten wordt verwezen naar paragraaf 4 van de algemene toelichting van de regeling (Stcrt. 2022, nr. 34346).

5. Inwerkingtreding

De onderhavige regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, met uitzondering van artikel I, onder A, onderdeel 8, onder a, dat terugwerkt tot en met 30 oktober 2025 (zie paragraaf 1) Met de datum van inwerkingtreding wordt afgeweken van de systematiek van de vaste verandermomenten, inhoudende dat ministeriële regelingen met ingang van de eerste dag van een kwartaal in werking treden en twee maanden voordien bekend worden gemaakt. Dat kan in dit geval worden gerechtvaardigd, omdat de doelgroep van deze regeling gebaat is bij spoedige inwerkingtreding en omdat het voor artikel I, onder A, onderdeel 8, onder a, reparatieregelgeving betreft.

De Minister van Economische Zaken, V.P.G. Karremans

Naar boven