Wijzigingsregeling Arbeidsvoorwaardenakkoord 21–23

19 november 2024

Nr. BS/2024038631

De Staatssecretaris van Defensie,

Gelet op:

Het Algemeen militair ambtenarenreglement, het Burgerlijk ambtenarenreglement defensie, het Inkomstenbesluit burgerlijke ambtenaren defensie, het Inkomstenbesluit militairen, zoals deze besluiten zijn gewijzigd bij het Wijzigingsbesluit arbeidsvoorwaardenakkoord 21–23 (Stb. 2025-6);

Besluit:

HOOFDSTUK 1 WIJZIGINGEN MET INGANG VAN 1 JANUARI 2021

Artikel 1.1

In artikel 7, derde lid, van de Inkomstenregeling burgerlijke ambtenaren defensie wordt het bedrag “€ 51,37” vervangen door “€ 52,24”.

Artikel 1.2

De Inkomstenregeling militairen wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 7, achtste lid, wordt het bedrag “€ 932,01” vervangen door “€ 947,85”.

B

De tabellen 1, 8A tot en met 8C, 9 tot en met 11, 13, 14 tot en met 17 en 25 worden vervangen door de overeenkomstige tabellen opgenomen als bijlagen 1 tot en met 13 bij deze regeling.

Artikel 1.3

De Regeling toelage bedrijfshulpverlening en toelage eerste medische bijstand defensiepersoneel wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 4 wordt het bedrag “€ 296,76” vervangen door “€ 301,80”.

B

In artikel 5 worden de bedragen “€ 148,37”, “€ 166,17”, “€ 314,57” en telkens “€ 326,42” vervangen door onderscheidenlijk “€ 150,89”, “€ 168,99”, “€ 319,92” en telkens “€ 331,97”.

C

In artikel 8 wordt het bedrag “€ 296,76” vervangen door “€ 301,80”.

D

In artikel 10 worden de bedragen “€ 296,76”, “€ 356,12”, “€ 415,47”, “€ 474,8” en telkens “€ 534,16” vervangen door onderscheidenlijk “€ 301,80”, “€ 362,17”, “€ 422,53”, “€ 482,87 en telkens “€ 543,24”.

E

In artikel 11 wordt het bedrag “€ 273,02” vervangen door “€ 277,66”.

Artikel 1.4

De Regeling vergoeding voor overwerk, onregelmatigheid, beschikbaarheid en bereikbaarheid wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 5, zevende lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a worden de bedragen “€ 117,06” en telkens “€ 131,08” vervangen door onderscheidenlijk “€ 119,05” en telkens “€ 133,31”.

2. In onderdeel b worden de bedragen “€ 208,18” en telkens “€ 233,06” vervangen door onderscheidenlijk “€ 211,72” en telkens “€ 237,02”.

3. In onderdeel c worden de bedragen “€ 325,16” en telkens “€ 364,14” vervangen door onderscheidenlijk “€ 330,69” en telkens “€ 370,33”.

4. In onderdeel d worden de bedragen “€ 468,18” en telkens “€ 524,40” vervangen door onderscheidenlijk “€ 476,14” en telkens “€ 533,31”.

B

In artikel 5b wordt het bedrag van “€ 51,57” vervangen door “€ 52,45”.

C

Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid worden de bedragen “€ 79,22”, “€ 88,76” en “€ 97,92” vervangen door onderscheidenlijk “€ 80,57”, “€ 90,27” en “€ 99,58”.

2. In het derde lid worden de bedragen “€ 79,22”, “€ 88,76” en “€ 97,92” vervangen door onderscheidenlijk “€ 80,57”, “€ 90,27” en “€ 99,58”.

D

Artikel 7a wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid wordt het bedrag “€ 2,14” vervangen door “€ 2,18”.

2. In het derde lid, onderdeel a, wordt het bedrag “€ 3,29” vervangen door “€ 3,35”.

3. In het derde lid, onderdeel b, wordt het bedrag “€ 1,63” vervangen door “€ 1,66”.

E

In artikel 9, vijfde lid, worden de bedragen “€ 49,69”, “€ 55,69” en “€ 61,41” vervangen door onderscheidenlijk “€ 50,53”, “€ 56,64” en “€ 62,45”.

Artikel 1.5

Het Sociaal Beleidskader Defensie 2012–2016 wordt verlengd tot en met 31 december 2023.

Artikel 1.6

In artikel 6 van de Regeling voorzieningen bij vredes- en humanitaire operaties wordt het bedrag “€ 98,51” vervangen door “€ 100,18”.

HOOFDSTUK 2 WIJZIGINGEN MET INGANG VAN 1 JANUARI 2022

Artikel 2.1

In artikel 7, derde lid, van de Inkomstenregeling burgerlijke ambtenaren defensie wordt het bedrag “€ 52,24” vervangen door “€ 53,78”.

Artikel 2.2

De Inkomstenregeling militairen wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 7, achtste lid, wordt het bedrag “€ 947,85” vervangen door “€ 975,81”.

B

De tabellen 1, 8A tot en met 8C, 9 tot en met 11, 13, 14 tot en met 17 en 25 worden vervangen door de overeenkomstige tabellen opgenomen als bijlagen 14 tot en met 26 bij deze regeling.

Artikel 2.3

De Regeling toelage bedrijfshulpverlening en toelage eerste medische bijstand defensiepersoneel wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 4 wordt het bedrag “€ 301,80” vervangen door “€ 310,70”.

B

In artikel 5 worden de bedragen “€ 150,89”, “€ 168,99”, “€ 319,92” en telkens “€ 331,97” vervangen door onderscheidenlijk “€ 155,34”, “€ 173,98”, “€ 329,36” en telkens “€ 341,76”.

C

In artikel 8 wordt het bedrag “€ 301,80” vervangen door “€ 310,70”.

D

In artikel 10 worden de bedragen “€ 301,80”, “€ 362,17”, “€ 422,53”, “€ 482,87” en telkens “€ 543,24” vervangen door onderscheidenlijk “€ 310,70”, “€ 372,85”, “€ 434,99”, “€ 497,11” en telkens “€ 559,27”.

E

In artikel 11 wordt het bedrag “€ 277,66” vervangen door “€ 285,85”.

Artikel 2.4

De Regeling vergoeding voor overwerk, onregelmatigheid, beschikbaarheid en bereikbaarheid wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 5, zevende lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a worden de bedragen “€ 119,05” en telkens “€ 133,31” vervangen door onderscheidenlijk “€ 122,56” en telkens “€ 137,24”.

2. In onderdeel b worden de bedragen “€ 211,72” en telkens “€ 237,02” vervangen door onderscheidenlijk “€ 217,97” en telkens “€ 244,01”.

3. In onderdeel c worden de bedragen “€ 330,69” en telkens “€ 370,33” vervangen door onderscheidenlijk “€ 340,45” en telkens “€ 381,25”.

4. In onderdeel d worden de bedragen “€ 476,14” en telkens “€ 533,31” vervangen door onderscheidenlijk “€ 490,19” en telkens “€ 549,04”.

B

In artikel 5b wordt het bedrag van “€ 52,45” vervangen door “€ 54,00”.

C

Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid worden de bedragen “€ 80,57”, “€ 90,27” en “€ 99,58” vervangen door onderscheidenlijk “€ 91,25”, “€ 102,22” en “€ 112,77”.

2. In het derde lid worden de bedragen “€ 80,57”, “€ 90,27” en “€ 99,58” vervangen door onderscheidenlijk “€ 91,25”, “€ 102,22” en “€ 112,77”.

D

Artikel 7a wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid wordt het bedrag “€ 2,18” vervangen door “€ 2,24”.

2. In het derde lid, onderdeel a, wordt het bedrag “€ 3,35” vervangen door “€ 3,45”.

3. In het derde lid, onderdeel b, wordt het bedrag “€ 1,66” vervangen door “€ 1,71”.

E

In het vijfde lid van artikel 9 worden de bedragen “€ 50,53”, “€ 56,64” en “€ 62,45” vervangen door onderscheidenlijk “€ 52,02”, “€ 58,31” en “€ 64,29”.

Artikel 2.5

In artikel 6 van de Regeling voorzieningen bij vredes- en humanitaire operaties wordt het bedrag “€ 100,18” vervangen door “€ 128,93”.

HOOFDSTUK 3 WIJZIGINGEN MET INGANG VAN 1 JULI 2022

Artikel 3

In tabel 9 van de Inkomstenregeling militairen worden de bedragen voor de onderzeeboottoelage “€ 61,04”, “€ 50,83” en “€ 40,50” vervangen door “€ 73,25”, “€ 61,00” en “€ 48,60”.

HOOFDSTUK 4 WIJZIGINGEN MET INGANG VAN 1 DECEMBER 2022

Artikel 4

De Regeling vergoeding voor overwerk, onregelmatigheid, beschikbaarheid en bereikbaarheid wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 9, vierde lid, komt te luiden:

  • 4. De militair met de rang van luitenant ter zee der 1e klasse dan wel majoor, of met een lagere rang dan wel zonder, die op een ZZF-dag:

    • a. diensten verricht als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onderdelen b en c;

    • b. het verrichten van functionele werkzaamheden: 1° die worden verricht op een plaats als bedoeld in artikel 7a, tweede lid; 2° die worden verricht op een plaats als bedoeld in artikel 7a, derde lid, doch uitsluitend voor zover het betreft werkzaamheden die naar het oordeel van de commandant geen uitstel gedogen en niet op een plaats als bedoeld in artikel 7a, tweede lid, kunnen worden verricht;

    • c. beschikbaarheid en bereikbaarheid is opgelegd als bedoeld in artikel 7a, tweede lid;

    • d. militaire bijstand verleent op grond van de artikelen 57 en 58 van de Politiewet 2012;

    wordt, naast een vergoeding op grond van artikel 7, 7a en 8 van deze regeling en artikel 8 van de Inkomstenregeling militairen, tevens per etmaal een ZZF-vergoeding in tijd ter hoogte van 8 uren toegekend. Indien deze vergoeding in tijd, naar het oordeel van de commandant, vanwege operationele noodzaak niet binnen de meetperiode volledig kan worden opgenomen, wordt de vergoeding van de resterende uren omgezet in een vergoeding in geld conform het vijfde lid.

B

Artikel 9, vijfde lid, komt te luiden:

  • 5. De ZZF-vergoeding bedoeld in het vierde lid bedraagt per uur:

    • a. voor de militair die behoort tot groep 1 € 6,50;

    • b. voor de militair die behoort tot groep 2 € 7,29;

    • c. voor de militair die behoort tot groep 3 € 8,04.

HOOFDSTUK 5 WIJZIGINGEN MET INGANG VAN 1 JANUARI 2023

Artikel 5.1

In artikel 7, derde lid, van de Inkomstenregeling burgerlijke ambtenaren defensie wordt het bedrag “€ 53,78” vervangen door “€ 55,74”.

Artikel 5.2

De Inkomstenregeling militairen wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel d komt te luiden:

  • d. groep 1:

    • 1°. voor de militair van de Koninklijke marine: de militair met een hoger salaris dan dat van een sergeant-majoor met salaristrede 3;

    • 2°. voor de overige militairen: de militair met een hoger salaris dan dat van een sergeant-majoor met salaristrede 10;

2. Onderdeel e, komt te luiden:

  • e. groep 2:

    • 1°. voor de militair van de Koninklijke marine: de militair met een hoger salaris dan dat van een korporaal met salaristrede 0, maar welk salaris niet hoger is dan dat van een sergeant-majoor met salaristrede 3;

    • 2°. voor de overige militairen: de militair met een hoger salaris dan dat van een korporaal der eerste klasse met salaristrede 4 maar welk salaris niet hoger is dan dat van een sergeant-majoor met salaristrede 10;

B

Artikel 3a komt te luiden:

Artikel 3a Algemeen deel initiële opleiding
  • 1. Voor de militair die de opleiding tot officier volgt, geldt als algemeen deel van de initiële opleiding voor degene die:

    • a. de Militair Wetenschappelijke Officiersopleiding (MWO) volgt: het succesvol afronden van het vierde studiejaar;

    • b. de Korte Officiersopleiding (KOO) volgt: het succesvol afronden van de basisofficiersopleiding (BO), met dien verstande dat voor degene die bij het commando Zeestrijdkrachten is ingedeeld bij de Mariniers, het succesvol afronden van de module BO-3 als algemeen deel van de initiële opleiding geldt.

  • 2. Voor de militair die de opleiding tot onderofficier volgt, geldt als algemeen deel van de initiële opleiding voor:

    • a. het Commando Zeestrijdkrachten het succesvol afronden van de Eerste Maritieme Militaire Vorming (EMMV);

    • b. het Commando Landstrijdkrachten het succesvol afronden van de Algemene Kader Opleiding (AKO) en de Algemene Kader Vorming (AKV);

    • c. het Commando Luchtstrijdkrachten het succesvol afronden van de Algemene Militaire Opleiding (AMO);

    • d. de Koninklijke Marechaussee het succesvol afronden van de Algemene Militaire Basis Vaardigheden (AMBV) en de Basismodule KMar Vorming (BKV).

  • 3. Voor de militair die bij het Commando Landstrijdkrachten dan wel het Commando Luchtstrijdkrachten de opleiding tot korporaal volgt, geldt als algemeen deel van de initiële opleiding het succesvol afronden van de Algemene Militaire Opleiding (AMO);

  • 4. Voor de militair die bij de Koninklijke Marechaussee de opleiding tot marechaussee der tweede klasse volgt, geldt als algemeen deel van de initiële opleiding het succesvol afronden van de Algemene Militaire Basis Vaardigheden (AMBV) en de Basismodule KMar Vorming (BKV).

  • 5. Voor de militair die bij het Commando Zeestrijdkrachten de opleiding waaraan een stand is verbonden volgt, geldt als algemeen deel van de initiële opleiding het succesvol afronden van de Eerste Maritieme Militaire Vorming (EMMV).

  • 6. Voor de militair die de opleiding tot soldaat volgt, geldt als algemeen deel van de initiële opleiding voor:

    • a. het Commando Landstrijdkrachten het succesvol afronden van de Algemene Militaire Opleiding (AMO) respectievelijk de Algemene Militaire Opleiding Luchtmobiel (AMOL);

    • b. het Commando Luchtstrijdkrachten het succesvol afronden van de Algemene Militaire Opleiding (AMO).

C

Artikel 6 vervalt.

D

In artikel 7, achtste lid, wordt het bedrag “€ 975,81” vervangen door “€ 1.011,43”.

E

Artikel 27 vervalt.

F

Tabel 1 vervalt.

G

De tabellen 8A tot en met 8C, 9 tot en met 11, 13, 14 tot en met 17 en 25 worden vervangen door de overeenkomstige tabellen opgenomen als bijlagen 27 tot en met 38 bij deze regeling.

Artikel 5.3

De Regeling toelage bedrijfshulpverlening en toelage eerste medische bijstand defensiepersoneel wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 4 wordt het bedrag “€ 310,70” vervangen door “€ 322,04”.

B

In artikel 5 worden de bedragen “€ 155,34”, “€ 173,98”, “€ 329,36” en telkens “€ 341,76” vervangen door onderscheidenlijk “€ 161,01”, “€ 180,33”, “€ 341,38” en telkens “€ 354,23”.

C

In artikel 8 wordt het bedrag “€ 310,70” vervangen door “€ 322,04”.

D

In artikel 10 worden de bedragen “€ 310,70”, “€ 372,85”, “€ 434,99”, “€ 497,11” en telkens “€ 559,27” vervangen door onderscheidenlijk “€ 322,04”, “€ 386,46”, “€ 450,87”, “€ 515,25 en telkens “€ 579,68”.

E

In artikel 11 wordt het bedrag “€ 285,85” vervangen door “€ 296,28”.

Artikel 5.4

De Regeling vergoeding voor overwerk, onregelmatigheid, beschikbaarheid en bereikbaarheid wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid worden de bedragen “€ 91,25”, “€ 102,22” en “€ 112,77” vervangen door onderscheidenlijk “€ 94,58”, “€ 105,95” en “€ 116,89”.

2. In het derde lid worden de bedragen “€ 91,25”, “€ 102,22” en “€ 112,77” vervangen door onderscheidenlijk “€ 94,58”, “€ 105,95” en “€ 116,89”.

B

Artikel 7a wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid wordt het bedrag “€ 2,24” vervangen door “€ 2,32”.

2. In het derde lid, onderdeel a, wordt het bedrag “€ 3,45” vervangen door “€ 3,58”.

3. In het derde lid, onderdeel b, wordt het bedrag “€ 1,71” vervangen door “€ 1,77”.

C

In het vijfde lid van artikel 9 worden de bedragen “€ 6,50”, “€ 7,29” en “€ 8,04” vervangen door onderscheidenlijk “€ 6,74”, “€ 7,55” en “€ 8,33”.

Artikel 5.5

In artikel 6 van de Regeling voorzieningen bij vredes- en humanitaire operaties wordt het bedrag “€ 128,93” vervangen door “€ 133,64”.

HOOFDSTUK 6 SLOTBEPALINGEN

Artikel 6.1 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt ten aanzien:

  • a. hoofdstuk 1 terug tot en met 1 januari 2021;

  • b. hoofdstuk 2 terug tot en met 1 januari 2022;

  • c. hoofdstuk 3 terug tot en met 1 juli 2022;

  • d. hoofdstuk 4 terug tot en met 1 december 2022;

  • e. hoofdstuk 5 terug tot en met 1 januari 2023.

Artikel 6.2 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Wijzigingsregeling arbeidsvoorwaardenakkoord 21–23.

Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Defensie, voor deze De Hoofddirecteur Personeel J. Legein Generaal-majoor

BIJLAGE 1 BEHORENDE BIJ ARTIKEL 1.2, ONDERDEEL B

Tabel 1 Garantietoelage minimumloon

Garantietoelage minimumloon

(ad artikel 3a IRM)

Bedragen met ingang van 1 januari 2021

 

Bedrag per maand

Militair-specifiek minimumloon ad artikel 10, lid 2, van het besluit

1.748,43

Militair-specifiek minimumloon ad artikel 10, lid 3, van het besluit

 

voor de 17-jarige

690,63

voor de 18-jarige

867,34

voor de 19-jarige

1.040,80

voor de 20-jarige

1.387,77

voor de 21-jarige of ouder

1.748,43

BIJLAGE 2 BEHORENDE BIJ ARTIKEL 1.2, ONDERDEEL B

Tabel 8A Toelage officieren-medisch specialist

Toelage officieren-medisch specialist

(ad art. 7, lid 6, IRM)

Bedragen met ingang van 1 januari 2021

aantal jaren in bezit van hoedanigheid van medisch specialist

bedrag per maand

0

2.116,83

4

2.211,62

8

2.306,43

12

2.401,19

BIJLAGE 3 BEHORENDE BIJ ARTIKEL 1.2, ONDERDEEL B

Tabel 8B Toelage officieren-arts, -tandarts en -apother

Toelage officieren-arts, -tandarts en -apotheker

(ad art. 7, lid 7, IRM)

Bedragen met ingang van 1 januari 2021

aantal jaren in bezit van hoedanigheid van arts, tandarts of apotheker

bedrag per maand

ltz3/tlnt/ ltz2/elnt

ltz2oc/kap

ltz1/maj

kltz/lkol en hoger

0

492,16

492,16

492,16

492,16

1

553,51

562,03

576,00

562,03

2

618,54

639,19

665,92

635,53

3

686,58

731,55

760,12

709,05

4

756,45

829,94

860,95

787,42

5

864,59

975,19

1.011,02

905,29

6

1.128,90

1.145,91

1.028,64

7

1.257,09

1.282,62

1.154,43

8

1.385,31

1.414,48

1.282,62

9

1.537,21

1.414,48

10

1.428,44

1.334,26

11

1.313,62

1.252,25

12

1.198,77

1.175,06

13

1.103,37

1.084,54

14

1.002,52

971,53

15

910,16

910,16

16

847,00

823,89

17

751,59

18

684,76

19

618,54

20

580,24

21

539,54

22

492,16

BIJLAGE 4 BEHORENDE BIJ ARTIKEL 1.2, ONDERDEEL B

Tabel 8C Toelage officieren-arts, -tandarts en -apotheker

Toelage officieren-arts, -tandarts en -apotheker

(ad art. 7, lid 6, IRM)

Bedragen met ingang van 1 januari 2021

aantal jaren in bezit van hoedanigheid van arts, tandarts of apotheker

bedrag per maand

 

ltz3/tlnt/ ltz2/elnt

ltz2oc/kap

ltz1/maj

kltz/lkol en hoger

0

492,16

492,16

492,16

492,16

1

553,51

562,03

573,58

532,86

2

618,54

639,19

656,19

573,58

3

686,58

731,55

738,21

614,89

4

756,45

829,94

820,22

656,19

5

864,59

975,19

902,26

696,92

6

"

"

984,28

738,21

7

"

"

1.066,93

779,55

8

"

"

984,28

946,64

9 en hoger

"

"

946,64

"

BIJLAGE 5 BEHORENDE BIJ ARTIKEL 1.2, ONDERDEEL B

Tabel 9 Overige toelagen

Overige toelagen

Bedragen met ingang van 1 januari 2021

 

IRM

bedrag per

 

ad artikel:

kwartier

uur

maand

Toelage militaire bijstand

artikel 8

4,87

Ontberingstoelage

artikel 13, lid 2

745,64

   

bedrag per sprong

   

groep 1

groep 2

groep 3

Toelage parachutespringen

artikel 14

69,62

57,97

46,17

   

bedrag per dag

   

groep 1

groep 2

groep 3

Toelage munitieruimen

artikel 19, lid 2

87,05

72,49

57,74

Toelage munitieruimen

artikel 19, lid 4

10,39

8,63

6,89

Toelage gravendienst

artikel 20

6,03

5,02

4,01

Toelage werkzaamheden in antennemast

artikel 21

11,62

9,67

7,70

Toelage rij-instructie tanks, pantserrupsvoertuigen of gemechaniseerde vuurmonden

artikel 22

10,36

8,61

6,85

Toelage mountain leaders

artikel 25, lid 1

69,62

57,97

46,17

Toelage helikopterredders

artikel 26, 2e lid

72,49

72,49

57,74

   

bedrag per etmaal

   

groep 1

groep 2

groep 3

Toelage mijnendienst

artikel 23, lid 1

41,60

34,63

27,59

Onderzeeboottoelage

artikel 24, lid 2

59,29

49,37

39,34

BIJLAGE 6 BEHORENDE BIJ ARTIKEL 1.2, ONDERDEEL B

Tabel 10 Brevettoelage

Brevettoelage

(ad art. 9 IRM)

Bedragen met ingang van 1 januari 2021

 

bedrag per maand

eerste partij

15,18

solistenpartij

30,34

BIJLAGE 7 BEHORENDE BIJ ARTIKEL 1.2, ONDERDEEL B

Tabel 11 Vliegtoelage

Vliegtoelage

(ad art. 10, lid 2, IRM)

Bedragen met ingang van 1 januari 2021

 

bedrag per maand

basisbedrag

23,73

BIJLAGE 8 BEHORENDE BIJ ARTIKEL 1.2, ONDERDEEL B

Tabel 13 Vlieggeld

Vlieggeld

(ad art. 12, lid 7, IRM)

Bedragen met ingang van 1 januari 2021

 

maximum bedrag per kwartaal

vlieggeld

1.422,90

bijzonder vlieggeld

711,45

BIJLAGE 9 BEHORENDE BIJ ARTIKEL 1.2, ONDERDEEL B

Tabel 14 Duiktoelage

Duiktoelage

(ad artikel 15, lid 1, IRM)

Bedragen met ingang van 1 januari 2021

groep

voor een kikvorsman of leerling-kikvorsman zonder gebruik van een ademhalingsapparaat

voor een duiker, leerling-duiker, kikvorsman of leerling-kikvorsman met gebruik van een ademhalinsapparaat op een diepte:

tot 15 meter

van 15 tot 45 meter

vanaf 45 meter

bedrag per minuut

1

0,21

1,42

2,87

4,23

2

0,18

1,22

2,38

3,54

3

0,13

0,99

1,91

2,80

BIJLAGE 10 BEHORENDE BIJ ARTIKEL 1.2, ONDERDEEL B

Tabel 15 Toelage verblijf onderwaterlaboratorium

Toelage verblijf onderwaterlaboratorium

(ad artikel 16, lid 2, IRM)

Bedragen met ingang van 1 januari 2021

groep

bij een verblijf in een onderwaterlaboratorium bij een verhoogde druk welke overeenkomt met de waterdruk op een diepte van 15 meter:

korter dan 11 uur

langer dan 11 uur

bedrag per minuut

bedrag per etmaal

1

0,85

696,63

2

0,71

579,94

3

0,56

462,16

BIJLAGE 11 BEHORENDE BIJ ARTIKEL 1.2, ONDERDEEL B

Tabel 16 Toelage verblijf recompressietoestel

Toelage verblijf recompressietoestel

(ad artikel 17, lid 1, IRM)

Bedragen met ingang van 1 januari 2021

groep

bij een verhoogde druk werlke overeenkomt met de waterdruk op een diepte:

tot 15 meter

van 15 tot 45 meter

vanaf 45 meter

bedrag per minuut

1

0,85

1,72

2,60

2

0,71

1,42

2,15

3

0,56

1,15

1,70

BIJLAGE 12 BEHORENDE BIJ ARTIKEL 1.2, ONDERDEEL B

Tabel 17 Toelage verblijf decompressietoestel

Toelage verblijf decompressietoestel

(ad art. 18 IRM)

Bedragen met ingang van 1 januari 2021

bedrag per keer

43,52

BIJLAGE 13 BEHORENDE BIJ ARTIKEL 1.2, ONDERDEEL B

Tabel 25 Toelage meerdaagse dienstreis

Toelage meerdaagse dienstreis

(ad art. 26a IRM)

Bedragen met ingang van 1 januari 2021

bedrag per ZZF-dag

52,24

BIJLAGE 14 BEHORENDE BIJ ARTIKEL 2.2, ONDERDEEL B

Tabel 1 Garantietoelage minimumloon

Garantietoelage minimumloon

(ad artikel 3a IRM)

Bedragen met ingang van 1 januari 2022

 

Bedrag per maand

Militair-specifiek minimumloon ad artikel 10, lid 2, van het besluit

1.800,01

Militair-specifiek minimumloon ad artikel 10, lid 3, van het besluit

 

voor de 17-jarige

711,00

voor de 18-jarige

892,93

voor de 19-jarige

1.071,50

voor de 20-jarige

1.428,71

voor de 21-jarige of ouder

1.800,01

BIJLAGE 15 BEHORENDE BIJ ARTIKEL 2.2, ONDERDEEL B

Tabel 8A Toelage officieren-medisch specialist

Toelage officieren-medisch specialist

(ad art. 7, lid 6, IRM)

Bedragen met ingang van 1 januari 2022

aantal jaren in bezit van hoedanigheid van medisch specialist

bedrag per maand

0

2.179,28

4

2.276,86

8

2.374,47

12

2.472,03

BIJLAGE 16 BEHORENDE BIJ ARTIKEL 2.2, ONDERDEEL B

Tabel 8B Toelage officieren-arts, -tandarts en -apotheker

Toelage officieren-arts, -tandarts en -apotheker

(ad art. 7, lid 7, IRM)

Bedragen met ingang van 1 januari 2022

aantal jaren in bezit van hoedanigheid van arts, tandarts of apotheker

bedrag per maand

ltz3/tlnt/ ltz2/elnt

ltz2oc/kap

ltz1/maj

kltz/lkol en hoger

0

506,68

506,68

506,68

506,68

1

569,84

578,61

592,99

578,61

2

636,79

658,05

685,56

654,28

3

706,83

753,13

782,54

729,97

4

778,77

854,42

886,35

810,65

5

890,10

1.003,96

1.040,85

932,00

6

1.162,20

1.179,71

1.058,98

7

1.294,17

1.320,46

1.188,49

8

1.426,18

1.456,21

1.320,46

9

1.582,56

1.456,21

10

1.470,58

1.373,62

11

1.352,37

1.289,19

12

1.234,13

1.209,72

13

1.135,92

1.116,53

14

1.032,09

1.000,19

15

937,01

937,01

16

871,99

848,19

17

773,76

18

704,96

19

636,79

20

597,36

21

555,46

22

506,68

BIJLAGE 17 BEHORENDE BIJ ARTIKEL 2.2, ONDERDEEL B

Tabel 8C Toelage officieren-arts, -tandarts en -apotheker

Toelage officieren-arts, -tandarts en -apotheker

(ad art. 7, lid 6, IRM)

Bedragen met ingang van 1 januari 2022

aantal jaren in bezit van hoedanigheid van arts, tandarts of apotheker

bedrag per maand

ltz3/tlnt/ ltz2/elnt

ltz2oc/kap

ltz1/maj

kltz/lkol en hoger

0

506,68

506,68

506,68

506,68

1

569,84

578,61

590,50

548,58

2

636,79

658,05

675,55

590,50

3

706,83

753,13

759,99

633,03

4

778,77

854,42

844,42

675,55

5

890,10

1.003,96

928,88

717,48

6

"

"

1.013,32

759,99

7

"

"

1.098,40

802,55

8

"

"

1.013,32

974,57

9 en hoger

"

"

974,57

"

BIJLAGE 18 BEHORENDE BIJ ARTIKEL 2.2, ONDERDEEL B

Tabel 9 Overige toelagen

Overige toelagen

Bedragen met ingang van 1 januari 2022

 

IRM

bedrag per

 

ad artikel:

kwartier

uur

maand

Toelage militaire bijstand

artikel 8

5,01

Ontberingstoelage

artikel 13, lid 2

767,64

   

bedrag per sprong

   

groep 1

groep 2

groep 3

Toelage parachutespringen

artikel 14

71,67

59,68

47,53

   

bedrag per dag

   

groep 1

groep 2

groep 3

Toelage munitieruimen

artikel 19, lid 2

89,62

74,63

59,44

Toelage munitieruimen

artikel 19, lid 4

10,70

8,88

7,09

Toelage gravendienst

artikel 20

6,21

5,17

4,13

Toelage werkzaamheden in antennemast

artikel 21

11,96

9,96

7,93

Toelage rij-instructie tanks, pantserrupsvoertuigen of gemechaniseerde vuurmonden

artikel 22

10,67

8,86

7,05

Toelage mountain leaders

artikel 25, lid 1

71,67

59,68

47,53

Toelage helikopterredders

artikel 26, 2e lid

74,63

74,63

59,44

   

bedrag per etmaal

   

groep 1

groep 2

groep 3

Toelage mijnendienst

artikel 23, lid 1

42,83

35,65

28,40

Onderzeeboottoelage

artikel 24, lid 2

61,04

50,83

40,50

BIJLAGE 19 BEHORENDE BIJ ARTIKEL 2.2, ONDERDEEL B

Tabel 10 Brevettoelage

Brevettoelage

(ad art. 9 IRM)

Bedragen met ingang van 1 januari 2022

 

bedrag per maand

eerste partij

15,63

solistenpartij

31,24

BIJLAGE 20 BEHORENDE BIJ ARTIKEL 2.2, ONDERDEEL B

Tabel 11 Vliegtoelage

Vliegtoelage

(ad art. 10, lid 2, IRM)

Bedragen met ingang van 1 januari 2022

 

bedrag per maand

basisbedrag

24,43

BIJLAGE 21 BEHORENDE BIJ ARTIKEL 2.2, ONDERDEEL B

Tabel 13 Vlieggeld

Vlieggeld

(ad art. 12, lid 7, IRM)

Bedragen met ingang van 1 januari 2022

 

maximum bedrag per kwartaal

vlieggeld

1.464,88

bijzonder vlieggeld

732,44

BIJLAGE 22 BEHORENDE BIJ ARTIKEL 2.2, ONDERDEEL B

Tabel 14 Duiktoelage

Duiktoelage

(ad artikel 15, lid 1, IRM)

Bedragen met ingang van 1 januari 2022

groep

voor een kikvorsman of leerling-kikvorsman zonder gebruik van een ademhalingsapparaat

voor een duiker, leerling-duiker, kikvorsman of leerling-kikvorsman met gebruik van een ademhalinsapparaat op een diepte

tot 15 meter

van 15 tot 45 meter

vanaf 45 meter

bedrag per minuut

1

0,21

1,46

2,95

4,35

2

0,18

1,26

2,45

3,64

3

0,13

1,02

1,97

2,88

BIJLAGE 23 BEHORENDE BIJ ARTIKEL 2.2, ONDERDEEL B

Tabel 15 Toelage verblijf onderwaterlaboratorium

Toelage verblijf onderwaterlaboratorium

(ad artikel 16, lid 2, IRM)

Bedragen met ingang van 1 januari 2022

groep

bij een verblijf in een onderwaterlaboratorium bij een verhoogde druk welke overeenkomt met de waterdruk op een diepte van 15 meter:

korter dan 11 uur

langer dan 11 uur

bedrag per minuut

bedrag per etmaal

1

0,88

717,18

2

0,73

597,05

3

0,58

475,79

BIJLAGE 24 BEHORENDE BIJ ARTIKEL 2.2, ONDERDEEL B

Tabel 16 Toelage verblijf recompressietoestel

Toelage verblijf recompressietoestel

(ad artikel 17, lid 1, IRM)

Bedragen met ingang van 1 januari 2022

groep

bij een verhoogde druk werlke overeenkomt met de waterdruk op een diepte:

tot 15 meter

van 15 tot 45 meter

vanaf 45 meter

bedrag per minuut

1

0,88

1,77

2,68

2

0,73

1,46

2,21

3

0,58

1,18

1,75

BIJLAGE 25 BEHORENDE BIJ ARTIKEL 2.2, ONDERDEEL B

Tabel 17 Toelage verblijf decompressietoestel

Toelage verblijf decompressietoestel

(ad art. 18 IRM)

Bedragen met ingang van 1 januari 2022

bedrag per keer

44,80

BIJLAGE 26 BEHORENDE BIJ ARTIKEL 2.2, ONDERDEEL B

Tabel 25 Toelage meerdaagse dienstreis

Toelage meerdaagse dienstreis

(ad art. 26a IRM)

Bedragen met ingang van 1 januari 2022

bedrag per ZZF-dag

53,78

BIJLAGE 27 BEHORENDE BIJ ARTIKEL 5.2, ONDERDEEL G

Tabel 8A Toelage officieren-medisch specialist

Toelage officieren-medisch specialist

(ad art. 7, lid 6, IRM)

Bedragen met ingang van 1 januari 2023

aantal jaren in bezit van hoedanigheid van medisch specialist

bedrag per maand

0

2.258,82

4

2.359,97

8

2.461,14

12

2.562,26

BIJLAGE 28 BEHORENDE BIJ ARTIKEL 5.2, ONDERDEEL G

Tabel 8B Toelage officieren-arts, -tandarts en -apother

Toelage officieren-arts, -tandarts en -apotheker

(ad art. 7, lid 7, IRM)

Bedragen met ingang van 1 januari 2023

aantal jaren in bezit van hoedanigheid van arts, tandarts of apotheker

bedrag per maand

ltz3/tlnt/ ltz2/elnt

ltz2oc/kap

ltz1/maj

kltz/lkol en hoger

0

525,17

525,17

525,17

525,17

1

590,64

599,73

614,63

599,73

2

660,03

682,07

710,58

678,16

3

732,63

780,62

811,10

756,61

4

807,20

885,61

918,70

840,24

5

922,59

1.040,60

1.078,84

966,02

6

1.204,62

1.222,77

1.097,63

7

1.341,41

1.368,66

1.231,87

8

1.478,24

1.509,36

1.368,66

9

1.640,32

1.509,36

10

1.524,26

1.423,76

11

1.401,73

1.336,25

12

1.279,18

1.253,87

13

1.177,38

1.157,28

14

1.069,76

1.036,70

15

971,21

971,21

16

903,82

879,15

17

802,00

18

730,69

19

660,03

20

619,16

21

575,73

22

525,17

BIJLAGE 29 BEHORENDE BIJ ARTIKEL 5.2, ONDERDEEL G

Tabel 8C Toelage officieren-arts, -tandarts en -apotheker

Toelage officieren-arts, -tandarts en -apotheker

(ad art. 7, lid 6, IRM)

Bedragen met ingang van 1 januari 2023

aantal jaren in bezit van hoedanigheid van arts, tandarts of apotheker

bedrag per maand

ltz3/tlnt/ ltz2/elnt

ltz2oc/kap

ltz1/maj

kltz/lkol en hoger

0

525,17

525,17

525,17

525,17

1

590,64

599,73

612,05

568,60

2

660,03

682,07

700,21

612,05

3

732,63

780,62

787,73

656,14

4

807,20

885,61

875,24

700,21

5

922,59

1.040,60

962,78

743,67

6

"

"

1.050,31

787,73

7

"

"

1.138,49

831,84

8

"

"

1.050,31

1.010,14

9 en hoger

"

"

1.010,14

"

BIJLAGE 30 BEHORENDE BIJ ARTIKEL 5.2, ONDERDEEL G

Tabel 9 Overige toelagen

Overige toelagen

Bedragen met ingang van 1 januari 2023

 

IRM

bedrag per

 

ad artikel:

kwartier

uur

maand

Toelage militaire bijstand

artikel 8

5,19

Ontberingstoelage

artikel 13, lid 2

795,66

   

bedrag per sprong

   

groep 1

groep 2

groep 3

Toelage parachutespringen

artikel 14

74,29

61,68

49,26

   

bedrag per dag

   

groep 1

groep 2

groep 3

Toelage munitieruimen

artikel 19, lid 2

92,89

77,35

61,61

Toelage munitieruimen

artikel 19, lid 4

11,09

9,20

7,35

Toelage gravendienst

artikel 20

6,44

5,36

4,28

Toelage werkzaamheden in antennemast

artikel 21

12,40

10,32

8,22

Toelage rij-instructie tanks, pantserrupsvoertuigen of gemechaniseerde vuurmonden

artikel 22

11,06

9,18

7,31

Toelage mountain leaders

artikel 25, lid 1

74,29

61,86

49,26

Toelage helikopterredders

artikel 26, 2e lid

77,35

77,35

61,61

   

bedrag per etmaal

   

groep 1

groep 2

groep 3

Toelage mijnendienst

artikel 23, lid 1

44,39

36,95

29,44

Onderzeeboottoelage

artikel 24, lid 2

75,92

63,23

50,37

BIJLAGE 31 BEHORENDE BIJ ARTIKEL 5.2, ONDERDEEL G

Tabel 10 Brevettoelage

Brevettoelage

(ad art. 9 IRM)

Bedragen met ingang van 1 januari 2023

 

bedrag per maand

eerste partij

16,20

solistenpartij

32,38

BIJLAGE 32 BEHORENDE BIJ ARTIKEL 5.2, ONDERDEEL G

Tabel 11 Vliegtoelage

Vliegtoelage

(ad art. 10, lid 2, IRM)

Bedragen met ingang van 1 januari 2023

 

bedrag per maand

basisbedrag

25,32

BIJLAGE 33 BEHORENDE BIJ ARTIKEL 5.2, ONDERDEEL G

Tabel 13 Vlieggeld

Vlieggeld

(ad art. 12, lid 7, IRM)

Bedragen met ingang van 1 januari 2023

 

maximum bedrag per kwartaal

vlieggeld

1.518,35

bijzonder vlieggeld

759,17

BIJLAGE 34 BEHORENDE BIJ ARTIKEL 5.2, ONDERDEEL G

Tabel 14 Duiktoelage

Duiktoelage

(ad artikel 15, lid 1, IRM)

Bedragen met ingang van 1 januari 2023

groep

voor een kikvorsman of leerling-kikvorsman zonder gebruik van een ademhalingsapparaat

voor een duiker, leerling-duiker, kikvorsman of leerling-kikvorsman met gebruik van een ademhalinsapparaat op een diepte

tot 15 meter

van 15 tot 45 meter

vanaf 45 meter

bedrag per minuut

1

0,22

1,51

3,06

4,51

2

0,19

1,31

2,54

3,77

3

0,14

1,06

2,04

2,99

BIJLAGE 35 BEHORENDE BIJ ARTIKEL 5.2, ONDERDEEL G

Tabel 15 Toelage verblijf onderwaterlaboratorium

Toelage verblijf onderwaterlaboratorium

(ad artikel 16, lid 2, IRM)

Bedragen met ingang van 1 januari 2023

groep

bij een verblijf in een onderwaterlaboratorium bij een verhoogde druk welke overeenkomt met de waterdruk op een diepte van 15 meter:

korter dan 11 uur

langer dan 11 uur

bedrag per minuut

bedrag per etmaal

1

0,91

743,36

2

0,76

618,84

3

0,60

493,16

BIJLAGE 36 BEHORENDE BIJ ARTIKEL 5.2, ONDERDEEL G

Tabel 16 Toelage verblijf recompressietoestel

Toelage verblijf recompressietoestel

(ad artikel 17, lid 1, IRM)

Bedragen met ingang van 1 januari 2023

groep

bij een verhoogde druk werlke overeenkomt met de waterdruk op een diepte:

tot 15 meter

van 15 tot 45 meter

vanaf 45 meter

bedrag per minuut

1

0,91

1,83

2,78

2

0,76

1,51

2,29

3

0,60

1,22

1,81

BIJLAGE 37 BEHORENDE BIJ ARTIKEL 5.2, ONDERDEEL G

Tabel 17 Toelage verblijf decompressietoestel

Toelage verblijf decompressietoestel

(ad art. 18 IRM)

Bedragen met ingang van 1 januari 2023

bedrag per keer

46,44

BIJLAGE 38 BEHORENDE BIJ ARTIKEL 5.2, ONDERDEEL G

Tabel 25 Toelage meerdaagse dienstreis

Toelage meerdaagse dienstreis

(ad art. 26a IRM)

Bedragen met ingang van 1 januari 2023

bedrag per ZZF-dag

55,74

TOELICHTING

1. Algemeen

De Staatssecretaris van Defensie heeft op 7 juli 2022 met de centrales van overheidspersoneel in de Sectorcommissie Defensie overeenstemming bereikt over een pakket aan maatregelen betreffende het arbeidsvoorwaardenbeleid voor de sector Defensie voor de periode van 1 januari 2021 tot en met 31 december 2023 (hierna: het arbeidsvoorwaardenakkoord 2021–2023). Dit besluit betreft een nadere uitwerking van hoofdstuk 1 van het arbeidsvoorwaardenakkoord 2021–2023 op het niveau van ministeriële regelingen.

2. Artikelsgewijze toelichting

HOOFDSTUK 1 WIJZIGINGEN MET INGANG VAN 1 JANUARI 2021

Artikel 1.1, 1.2, 1.3, 1.4 en 1.6

Wijzigingen als gevolg van de loonsverhoging met 1,7% per 1 januari 2021.

Artikel 1.5

De defensieorganisatie is continu in ontwikkeling. De komende jaren zal Defensie verder groeien, wat zal leiden tot veranderingen in alle onderdelen van de organisatie. Ook dan kan het voorkomen dat medewerkers bescherming van een sociaal beleidskader nodig hebben. Aangezien het Sociaal Beleidskader nog niet structureel is verankerd, wordt het Sociaal Beleidskader Defensie 2012–2016 met dit artikel verlengd voor de looptijd van het arbeidsvoorwaardenakkoord 2021–2023.

HOOFDSTUK 2 WIJZIGINGEN MET INGANG VAN 1 JANUARI 2022

Artikel 2.1, 2.2, 2.3, 2.4 onderdelen A, B, D en E, en 2.6

Wijzigingen als gevolg van de loonsverhoging met 2,95% per 1 januari 2022.

Artikel 2.4 onderdeel C

Naast de doorwerking als gevolg van de loonsverhoging met 2,95% per 1 januari 2022, is de vergoeding voor varen en oefenen per 1 januari 2022 tevens structureel verhoogd met 10%.

Artikel 2.5

Naast de doorwerking als gevolg van de loonsverhoging met 2,95% per 1 januari 2022, is de belaste component van de VVHO per 1 januari 2022 tevens structureel verhoogd met 25%.

HOOFDSTUK 3 WIJZIGINGEN MET INGANG VAN 1 JULI 2022

Artikel 3

Per 1 juli 2022 is de onderzeeboottoelage structureel verhoogd met 25%.

HOOFDSTUK 4 WIJZIGINGEN MET INGANG VAN 1 DECEMBER 2022

Artikel 4

Met ingang van 1 december 2022 wordt de wijze van uitbetalen van de ZZF-vergoeding van artikel 9, vijfde lid, van de VROB aangepast. De huidige tabelvergoeding wordt omgezet naar een vergoeding per uur. Hierdoor worden de door de militair opgebouwde ZZF-uren, die niet in de meetperiode zijn opgenomen, per uur tot uitbetaling gebracht. De ingangsdatum is om bedrijfsvoeringstechnische redenen bepaald op 1 december 2022. De ZZF-uren die vanaf 1 december 2021 in de uitvoering zijn komen te vervallen omdat het geen veelvoud van 8 uren betrof, worden, ook met ingang van 1 december 2022, alsnog aan de medewerker toegekend.

HOOFDSTUK 5 WIJZIGINGEN MET INGANG VAN 1 JANUARI 2023

Artikel 5.1, 5.2 onderdelen D en G, 5.3, 5.4 en 5.5

Wijzigingen als gevolg van de loonsverhoging met 3,65% per 1 januari 2023.

Artikel 5.2, onderdeel A

Als gevolg van de invoering van de nieuwe militaire salaristabel is in het Inkomstenbesluit militairen de term “salarisnummer” vervangen door “salaristrede”. Dientengevolge dient deze wijziging ook te worden doorgevoerd in de Inkomstenregeling militairen, meer specifiek in artikel 1, onderdelen d en e. De salaristredes zijn verkregen door de salarisnummers in de onderdelen e en d (oud), van artikel 1 van de Inkomstenregeling militairen aan te passen op basis van de transitietabel, bedoeld in artikel 8a van het Inkomstenbesluit (nieuw).

Artikel 5.2, onderdelen B en F

Artikel 3a van de IRM (oud) regelde de garantietoelage militair specifiek minimumloon. Deze toelage is structureel opgenomen in de nieuwe militaire salaristabel en komt, evenals bijbehorende tabel 1, daarmee te vervallen op 1 januari 2023, de datum van de invoering van de nieuwe salaristabel (artikel 4, tweede lid, van het Inkomstenbesluit militairen (nieuw)). Vanwege wetstechnische redenen is artikel 3a van de IRM vervolgens gebruikt ter invulling van artikel 4, derde lid van het Inkomstenbesluit militairen (nieuw) om bij ministeriële regeling per initiële opleiding vast te stellen wat onder het algemene deel van de initiële opleiding wordt verstaan.

Defensie kent, als onderdeel van de initiële opleiding, een grote verscheidenheid aan functie specifieke opleidingstrajecten, waarbij het palet varieert van geen functie specifieke opleiding tot vaktechnische opleidingstrajecten van meerdere jaren. Daardoor verschilt de lengte van de periode waarin militairen salaris ontvangen conform de opleidingstabel aanzienlijk. Doordat militairen op verschillende momenten doorstromen naar de militaire salaristabel, ontstaan er verschillen in salaris. Deze verschillen zijn reeds aanwezig, doordat leerlingen met een kortere opleiding op een eerder moment worden bevorderd, waardoor de militair sneller door de loontabel loopt, maar worden door de opleidingstabel vergroot, omdat er nu niet alleen verschillen bestaan in het moment van bevordering, maar ook het in moment dat de militair doorstroomt naar de militair salaristabel. Daarnaast kan in de functie gerichte opleiding vertraging ontstaan door beperkte opleidingscapaciteit of door afhankelijkheid van civiele opleidingsinstanties. Hierdoor blijven leerlingen langer in de opleidingstabel en stijgt hun salaris niet, door zaken waar zij zelf geen invloed op hebben. Tot slot worden officieren die opgeleid worden op de Koninklijke Militaire Academie voor de vaktechnische opleiding bevorderd tot tweede luitenant, waardoor zij automatisch na hun algemene opleiding in de militaire salaristabel vallen, omdat deze rang niet in de opleidingstabel voorkomt. Dit is bij de opleidingen tot onderofficier of manschap niet aan de orde, waardoor deze groepen in vergelijking met de officieren in opleiding onevenredig lang een salaris ontvangen conform de opleidingstabel.

In artikel 3a van de IRM wordt voor alle groepen leerlingen in de initiële opleiding een overgangsmoment van opleidingstabel naar militaire salaristabel gedefinieerd:

  • Leerlingen in de initiële opleiding gaan na afronding van het algemene deel van de opleiding over naar de militaire salaristabel. Uitgangspunt hierbij is dat alle algemene opleidingsdelen zijn afgerond. De leerling kan vanaf dat moment daadwerkelijk als militair worden ingezet.

  • In afwijking op het bovenstaande geldt voor het Militair Wetenschappelijk Onderwijs (MWO) dat het overgangsmoment bepaald wordt door het afronden van het vierde studiejaar. Na het succesvol afronden van het vierde studiejaar, gaat de militair over naar de militaire salaristabel. Ook hier geldt dat de militair vanaf dat moment daadwerkelijk als militair kan worden ingezet.

  • Indien na succesvolle afronding van de algemene opleiding, of het vierde studiejaar van het MWO, blijkt dat de militair een niet aan de militair toe te rekenen opleidingsvertraging heeft opgelopen, vindt overgang naar de militaire salaristabel plaats vanaf het moment dat de militair zonder vertraging de opleiding zou hebben afgerond. Dit besluit ligt bij de commandant van het desbetreffende opleidingsinstituut.

  • Indien de opleidingsvertraging aan de militair is toe te rekenen, gaat de militair na succesvolle afronding van de algemene militaire opleiding, of het vierde studiejaar van de MWO over naar de militaire salaristabel.

De sociale partners zullen nog nadere afspraken maken over het overgangsmoment en de inschaling van reservisten die na afronding van de reservisten-AMO overgaan naar een aanstelling bij het beroepspersoneel.

Artikel 5.2, onderdeel C

De maatregel voor negatieve inkomenseffecten pensioenpremie is structureel opgenomen in de nieuwe militaire salaristabel en komt daarmee te vervallen op 1 januari 2023, de datum van de invoering van de nieuwe salaristabel.

Artikel 5.2, onderdeel E

De compensatie Wet Uniformering Loonbegrip (WUL) is structureel opgenomen in de nieuwe militaire salaristabel en komt daarmee te vervallen op 1 januari 2023, de datum van de invoering van de nieuwe salaristabel.

HOOFDSTUK 6 SLOTBEPALINGEN

Artikel 6.1

In het arbeidsvoorwaardenakkoord 2021–2023 zijn voor de verschillende maatregelen (deels vanwege beleidskeuzes, deels om budgettaire redenen) verschillende tijdstippen van inwerkingtreding afgesproken. In deze regeling zijn de maatregelen in hoofdstuk van datum van ingang gesorteerd. Aangezien deze regeling naar verwachting pas in de loop van 2024 tot stand zal komen, is het onvermijdelijk dat aan de meeste maatregelen terugwerkende kracht moet worden verleend. Daartegen bestaat geen bezwaar, omdat het in alle gevallen steeds gaat om begunstigende maatregelen en niet om maatregelen met een benadelend karakter.

De centrales van overheidspersoneel hebben ingestemd met de wijzigingen in de desbetreffende regelingen.

De Staatssecretaris van Defensie, voor deze De Hoofddirecteur Personeel J. Legein Generaal-majoor

Naar boven