Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Ministerie van Defensie | Staatscourant 2025, 4316 | interne regeling |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Ministerie van Defensie | Staatscourant 2025, 4316 | interne regeling |
19 november 2024
Nr. BS/2024038631
De Staatssecretaris van Defensie,
Gelet op:
Het Algemeen militair ambtenarenreglement, het Burgerlijk ambtenarenreglement defensie, het Inkomstenbesluit burgerlijke ambtenaren defensie, het Inkomstenbesluit militairen, zoals deze besluiten zijn gewijzigd bij het Wijzigingsbesluit arbeidsvoorwaardenakkoord 21–23 (Stb. 2025-6);
Besluit:
In artikel 7, derde lid, van de Inkomstenregeling burgerlijke ambtenaren defensie wordt het bedrag “€ 51,37” vervangen door “€ 52,24”.
De Inkomstenregeling militairen wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 7, achtste lid, wordt het bedrag “€ 932,01” vervangen door “€ 947,85”.
B
De tabellen 1, 8A tot en met 8C, 9 tot en met 11, 13, 14 tot en met 17 en 25 worden vervangen door de overeenkomstige tabellen opgenomen als bijlagen 1 tot en met 13 bij deze regeling.
De Regeling toelage bedrijfshulpverlening en toelage eerste medische bijstand defensiepersoneel wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 4 wordt het bedrag “€ 296,76” vervangen door “€ 301,80”.
B
In artikel 5 worden de bedragen “€ 148,37”, “€ 166,17”, “€ 314,57” en telkens “€ 326,42” vervangen door onderscheidenlijk “€ 150,89”, “€ 168,99”, “€ 319,92” en telkens “€ 331,97”.
C
In artikel 8 wordt het bedrag “€ 296,76” vervangen door “€ 301,80”.
D
In artikel 10 worden de bedragen “€ 296,76”, “€ 356,12”, “€ 415,47”, “€ 474,8” en telkens “€ 534,16” vervangen door onderscheidenlijk “€ 301,80”, “€ 362,17”, “€ 422,53”, “€ 482,87 en telkens “€ 543,24”.
E
In artikel 11 wordt het bedrag “€ 273,02” vervangen door “€ 277,66”.
De Regeling vergoeding voor overwerk, onregelmatigheid, beschikbaarheid en bereikbaarheid wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 5, zevende lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel a worden de bedragen “€ 117,06” en telkens “€ 131,08” vervangen door onderscheidenlijk “€ 119,05” en telkens “€ 133,31”.
2. In onderdeel b worden de bedragen “€ 208,18” en telkens “€ 233,06” vervangen door onderscheidenlijk “€ 211,72” en telkens “€ 237,02”.
3. In onderdeel c worden de bedragen “€ 325,16” en telkens “€ 364,14” vervangen door onderscheidenlijk “€ 330,69” en telkens “€ 370,33”.
4. In onderdeel d worden de bedragen “€ 468,18” en telkens “€ 524,40” vervangen door onderscheidenlijk “€ 476,14” en telkens “€ 533,31”.
B
In artikel 5b wordt het bedrag van “€ 51,57” vervangen door “€ 52,45”.
C
Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid worden de bedragen “€ 79,22”, “€ 88,76” en “€ 97,92” vervangen door onderscheidenlijk “€ 80,57”, “€ 90,27” en “€ 99,58”.
2. In het derde lid worden de bedragen “€ 79,22”, “€ 88,76” en “€ 97,92” vervangen door onderscheidenlijk “€ 80,57”, “€ 90,27” en “€ 99,58”.
D
Artikel 7a wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid wordt het bedrag “€ 2,14” vervangen door “€ 2,18”.
2. In het derde lid, onderdeel a, wordt het bedrag “€ 3,29” vervangen door “€ 3,35”.
3. In het derde lid, onderdeel b, wordt het bedrag “€ 1,63” vervangen door “€ 1,66”.
E
In artikel 9, vijfde lid, worden de bedragen “€ 49,69”, “€ 55,69” en “€ 61,41” vervangen door onderscheidenlijk “€ 50,53”, “€ 56,64” en “€ 62,45”.
Het Sociaal Beleidskader Defensie 2012–2016 wordt verlengd tot en met 31 december 2023.
In artikel 6 van de Regeling voorzieningen bij vredes- en humanitaire operaties wordt het bedrag “€ 98,51” vervangen door “€ 100,18”.
In artikel 7, derde lid, van de Inkomstenregeling burgerlijke ambtenaren defensie wordt het bedrag “€ 52,24” vervangen door “€ 53,78”.
De Inkomstenregeling militairen wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 7, achtste lid, wordt het bedrag “€ 947,85” vervangen door “€ 975,81”.
B
De tabellen 1, 8A tot en met 8C, 9 tot en met 11, 13, 14 tot en met 17 en 25 worden vervangen door de overeenkomstige tabellen opgenomen als bijlagen 14 tot en met 26 bij deze regeling.
De Regeling toelage bedrijfshulpverlening en toelage eerste medische bijstand defensiepersoneel wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 4 wordt het bedrag “€ 301,80” vervangen door “€ 310,70”.
B
In artikel 5 worden de bedragen “€ 150,89”, “€ 168,99”, “€ 319,92” en telkens “€ 331,97” vervangen door onderscheidenlijk “€ 155,34”, “€ 173,98”, “€ 329,36” en telkens “€ 341,76”.
C
In artikel 8 wordt het bedrag “€ 301,80” vervangen door “€ 310,70”.
D
In artikel 10 worden de bedragen “€ 301,80”, “€ 362,17”, “€ 422,53”, “€ 482,87” en telkens “€ 543,24” vervangen door onderscheidenlijk “€ 310,70”, “€ 372,85”, “€ 434,99”, “€ 497,11” en telkens “€ 559,27”.
E
In artikel 11 wordt het bedrag “€ 277,66” vervangen door “€ 285,85”.
De Regeling vergoeding voor overwerk, onregelmatigheid, beschikbaarheid en bereikbaarheid wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 5, zevende lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel a worden de bedragen “€ 119,05” en telkens “€ 133,31” vervangen door onderscheidenlijk “€ 122,56” en telkens “€ 137,24”.
2. In onderdeel b worden de bedragen “€ 211,72” en telkens “€ 237,02” vervangen door onderscheidenlijk “€ 217,97” en telkens “€ 244,01”.
3. In onderdeel c worden de bedragen “€ 330,69” en telkens “€ 370,33” vervangen door onderscheidenlijk “€ 340,45” en telkens “€ 381,25”.
4. In onderdeel d worden de bedragen “€ 476,14” en telkens “€ 533,31” vervangen door onderscheidenlijk “€ 490,19” en telkens “€ 549,04”.
B
In artikel 5b wordt het bedrag van “€ 52,45” vervangen door “€ 54,00”.
C
Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid worden de bedragen “€ 80,57”, “€ 90,27” en “€ 99,58” vervangen door onderscheidenlijk “€ 91,25”, “€ 102,22” en “€ 112,77”.
2. In het derde lid worden de bedragen “€ 80,57”, “€ 90,27” en “€ 99,58” vervangen door onderscheidenlijk “€ 91,25”, “€ 102,22” en “€ 112,77”.
D
Artikel 7a wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid wordt het bedrag “€ 2,18” vervangen door “€ 2,24”.
2. In het derde lid, onderdeel a, wordt het bedrag “€ 3,35” vervangen door “€ 3,45”.
3. In het derde lid, onderdeel b, wordt het bedrag “€ 1,66” vervangen door “€ 1,71”.
E
In het vijfde lid van artikel 9 worden de bedragen “€ 50,53”, “€ 56,64” en “€ 62,45” vervangen door onderscheidenlijk “€ 52,02”, “€ 58,31” en “€ 64,29”.
In artikel 6 van de Regeling voorzieningen bij vredes- en humanitaire operaties wordt het bedrag “€ 100,18” vervangen door “€ 128,93”.
In tabel 9 van de Inkomstenregeling militairen worden de bedragen voor de onderzeeboottoelage “€ 61,04”, “€ 50,83” en “€ 40,50” vervangen door “€ 73,25”, “€ 61,00” en “€ 48,60”.
De Regeling vergoeding voor overwerk, onregelmatigheid, beschikbaarheid en bereikbaarheid wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 9, vierde lid, komt te luiden:
4. De militair met de rang van luitenant ter zee der 1e klasse dan wel majoor, of met een lagere rang dan wel zonder, die op een ZZF-dag:
a. diensten verricht als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onderdelen b en c;
b. het verrichten van functionele werkzaamheden: 1° die worden verricht op een plaats als bedoeld in artikel 7a, tweede lid; 2° die worden verricht op een plaats als bedoeld in artikel 7a, derde lid, doch uitsluitend voor zover het betreft werkzaamheden die naar het oordeel van de commandant geen uitstel gedogen en niet op een plaats als bedoeld in artikel 7a, tweede lid, kunnen worden verricht;
c. beschikbaarheid en bereikbaarheid is opgelegd als bedoeld in artikel 7a, tweede lid;
d. militaire bijstand verleent op grond van de artikelen 57 en 58 van de Politiewet 2012;
wordt, naast een vergoeding op grond van artikel 7, 7a en 8 van deze regeling en artikel 8 van de Inkomstenregeling militairen, tevens per etmaal een ZZF-vergoeding in tijd ter hoogte van 8 uren toegekend. Indien deze vergoeding in tijd, naar het oordeel van de commandant, vanwege operationele noodzaak niet binnen de meetperiode volledig kan worden opgenomen, wordt de vergoeding van de resterende uren omgezet in een vergoeding in geld conform het vijfde lid.
B
Artikel 9, vijfde lid, komt te luiden:
5. De ZZF-vergoeding bedoeld in het vierde lid bedraagt per uur:
a. voor de militair die behoort tot groep 1 € 6,50;
b. voor de militair die behoort tot groep 2 € 7,29;
c. voor de militair die behoort tot groep 3 € 8,04.
In artikel 7, derde lid, van de Inkomstenregeling burgerlijke ambtenaren defensie wordt het bedrag “€ 53,78” vervangen door “€ 55,74”.
De Inkomstenregeling militairen wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
1. Onderdeel d komt te luiden:
d. groep 1:
1°. voor de militair van de Koninklijke marine: de militair met een hoger salaris dan dat van een sergeant-majoor met salaristrede 3;
2°. voor de overige militairen: de militair met een hoger salaris dan dat van een sergeant-majoor met salaristrede 10;
2. Onderdeel e, komt te luiden:
e. groep 2:
1°. voor de militair van de Koninklijke marine: de militair met een hoger salaris dan dat van een korporaal met salaristrede 0, maar welk salaris niet hoger is dan dat van een sergeant-majoor met salaristrede 3;
2°. voor de overige militairen: de militair met een hoger salaris dan dat van een korporaal der eerste klasse met salaristrede 4 maar welk salaris niet hoger is dan dat van een sergeant-majoor met salaristrede 10;
B
Artikel 3a komt te luiden:
1. Voor de militair die de opleiding tot officier volgt, geldt als algemeen deel van de initiële opleiding voor degene die:
a. de Militair Wetenschappelijke Officiersopleiding (MWO) volgt: het succesvol afronden van het vierde studiejaar;
b. de Korte Officiersopleiding (KOO) volgt: het succesvol afronden van de basisofficiersopleiding (BO), met dien verstande dat voor degene die bij het commando Zeestrijdkrachten is ingedeeld bij de Mariniers, het succesvol afronden van de module BO-3 als algemeen deel van de initiële opleiding geldt.
2. Voor de militair die de opleiding tot onderofficier volgt, geldt als algemeen deel van de initiële opleiding voor:
a. het Commando Zeestrijdkrachten het succesvol afronden van de Eerste Maritieme Militaire Vorming (EMMV);
b. het Commando Landstrijdkrachten het succesvol afronden van de Algemene Kader Opleiding (AKO) en de Algemene Kader Vorming (AKV);
c. het Commando Luchtstrijdkrachten het succesvol afronden van de Algemene Militaire Opleiding (AMO);
d. de Koninklijke Marechaussee het succesvol afronden van de Algemene Militaire Basis Vaardigheden (AMBV) en de Basismodule KMar Vorming (BKV).
3. Voor de militair die bij het Commando Landstrijdkrachten dan wel het Commando Luchtstrijdkrachten de opleiding tot korporaal volgt, geldt als algemeen deel van de initiële opleiding het succesvol afronden van de Algemene Militaire Opleiding (AMO);
4. Voor de militair die bij de Koninklijke Marechaussee de opleiding tot marechaussee der tweede klasse volgt, geldt als algemeen deel van de initiële opleiding het succesvol afronden van de Algemene Militaire Basis Vaardigheden (AMBV) en de Basismodule KMar Vorming (BKV).
5. Voor de militair die bij het Commando Zeestrijdkrachten de opleiding waaraan een stand is verbonden volgt, geldt als algemeen deel van de initiële opleiding het succesvol afronden van de Eerste Maritieme Militaire Vorming (EMMV).
6. Voor de militair die de opleiding tot soldaat volgt, geldt als algemeen deel van de initiële opleiding voor:
a. het Commando Landstrijdkrachten het succesvol afronden van de Algemene Militaire Opleiding (AMO) respectievelijk de Algemene Militaire Opleiding Luchtmobiel (AMOL);
b. het Commando Luchtstrijdkrachten het succesvol afronden van de Algemene Militaire Opleiding (AMO).
C
Artikel 6 vervalt.
D
In artikel 7, achtste lid, wordt het bedrag “€ 975,81” vervangen door “€ 1.011,43”.
E
Artikel 27 vervalt.
F
Tabel 1 vervalt.
G
De tabellen 8A tot en met 8C, 9 tot en met 11, 13, 14 tot en met 17 en 25 worden vervangen door de overeenkomstige tabellen opgenomen als bijlagen 27 tot en met 38 bij deze regeling.
De Regeling toelage bedrijfshulpverlening en toelage eerste medische bijstand defensiepersoneel wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 4 wordt het bedrag “€ 310,70” vervangen door “€ 322,04”.
B
In artikel 5 worden de bedragen “€ 155,34”, “€ 173,98”, “€ 329,36” en telkens “€ 341,76” vervangen door onderscheidenlijk “€ 161,01”, “€ 180,33”, “€ 341,38” en telkens “€ 354,23”.
C
In artikel 8 wordt het bedrag “€ 310,70” vervangen door “€ 322,04”.
D
In artikel 10 worden de bedragen “€ 310,70”, “€ 372,85”, “€ 434,99”, “€ 497,11” en telkens “€ 559,27” vervangen door onderscheidenlijk “€ 322,04”, “€ 386,46”, “€ 450,87”, “€ 515,25 en telkens “€ 579,68”.
E
In artikel 11 wordt het bedrag “€ 285,85” vervangen door “€ 296,28”.
De Regeling vergoeding voor overwerk, onregelmatigheid, beschikbaarheid en bereikbaarheid wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid worden de bedragen “€ 91,25”, “€ 102,22” en “€ 112,77” vervangen door onderscheidenlijk “€ 94,58”, “€ 105,95” en “€ 116,89”.
2. In het derde lid worden de bedragen “€ 91,25”, “€ 102,22” en “€ 112,77” vervangen door onderscheidenlijk “€ 94,58”, “€ 105,95” en “€ 116,89”.
B
Artikel 7a wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid wordt het bedrag “€ 2,24” vervangen door “€ 2,32”.
2. In het derde lid, onderdeel a, wordt het bedrag “€ 3,45” vervangen door “€ 3,58”.
3. In het derde lid, onderdeel b, wordt het bedrag “€ 1,71” vervangen door “€ 1,77”.
C
In het vijfde lid van artikel 9 worden de bedragen “€ 6,50”, “€ 7,29” en “€ 8,04” vervangen door onderscheidenlijk “€ 6,74”, “€ 7,55” en “€ 8,33”.
In artikel 6 van de Regeling voorzieningen bij vredes- en humanitaire operaties wordt het bedrag “€ 128,93” vervangen door “€ 133,64”.
Deze regeling treedt in werking op de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt ten aanzien:
a. hoofdstuk 1 terug tot en met 1 januari 2021;
b. hoofdstuk 2 terug tot en met 1 januari 2022;
c. hoofdstuk 3 terug tot en met 1 juli 2022;
d. hoofdstuk 4 terug tot en met 1 december 2022;
e. hoofdstuk 5 terug tot en met 1 januari 2023.
Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
De Staatssecretaris van Defensie, voor deze De Hoofddirecteur Personeel J. Legein Generaal-majoor
|
Garantietoelage minimumloon |
|
|---|---|
|
(ad artikel 3a IRM) |
|
|
Bedragen met ingang van 1 januari 2021 |
|
|
Bedrag per maand |
|
|
Militair-specifiek minimumloon ad artikel 10, lid 2, van het besluit |
1.748,43 |
|
Militair-specifiek minimumloon ad artikel 10, lid 3, van het besluit |
|
|
voor de 17-jarige |
690,63 |
|
voor de 18-jarige |
867,34 |
|
voor de 19-jarige |
1.040,80 |
|
voor de 20-jarige |
1.387,77 |
|
voor de 21-jarige of ouder |
1.748,43 |
|
Toelage officieren-medisch specialist |
||
|---|---|---|
|
(ad art. 7, lid 6, IRM) |
||
|
Bedragen met ingang van 1 januari 2021 |
||
|
aantal jaren in bezit van hoedanigheid van medisch specialist |
bedrag per maand |
|
|
0 |
2.116,83 |
|
|
4 |
2.211,62 |
|
|
8 |
2.306,43 |
|
|
12 |
2.401,19 |
|
|
Toelage officieren-arts, -tandarts en -apotheker |
|||||
|---|---|---|---|---|---|
|
(ad art. 7, lid 7, IRM) |
|||||
|
Bedragen met ingang van 1 januari 2021 |
|||||
|
aantal jaren in bezit van hoedanigheid van arts, tandarts of apotheker |
bedrag per maand |
||||
|
ltz3/tlnt/ ltz2/elnt |
ltz2oc/kap |
ltz1/maj |
kltz/lkol en hoger |
||
|
0 |
492,16 |
492,16 |
492,16 |
492,16 |
|
|
1 |
553,51 |
562,03 |
576,00 |
562,03 |
|
|
2 |
618,54 |
639,19 |
665,92 |
635,53 |
|
|
3 |
686,58 |
731,55 |
760,12 |
709,05 |
|
|
4 |
756,45 |
829,94 |
860,95 |
787,42 |
|
|
5 |
864,59 |
975,19 |
1.011,02 |
905,29 |
|
|
6 |
– |
1.128,90 |
1.145,91 |
1.028,64 |
|
|
7 |
– |
1.257,09 |
1.282,62 |
1.154,43 |
|
|
8 |
– |
1.385,31 |
1.414,48 |
1.282,62 |
|
|
9 |
– |
– |
1.537,21 |
1.414,48 |
|
|
10 |
– |
– |
1.428,44 |
1.334,26 |
|
|
11 |
– |
– |
1.313,62 |
1.252,25 |
|
|
12 |
– |
– |
1.198,77 |
1.175,06 |
|
|
13 |
– |
– |
1.103,37 |
1.084,54 |
|
|
14 |
– |
– |
1.002,52 |
971,53 |
|
|
15 |
– |
– |
910,16 |
910,16 |
|
|
16 |
– |
– |
847,00 |
823,89 |
|
|
17 |
– |
– |
– |
751,59 |
|
|
18 |
– |
– |
– |
684,76 |
|
|
19 |
– |
– |
– |
618,54 |
|
|
20 |
– |
– |
– |
580,24 |
|
|
21 |
– |
– |
– |
539,54 |
|
|
22 |
– |
– |
– |
492,16 |
|
|
Toelage officieren-arts, -tandarts en -apotheker |
|||||
|---|---|---|---|---|---|
|
(ad art. 7, lid 6, IRM) |
|||||
|
Bedragen met ingang van 1 januari 2021 |
|||||
|
aantal jaren in bezit van hoedanigheid van arts, tandarts of apotheker |
bedrag per maand |
||||
|
ltz3/tlnt/ ltz2/elnt |
ltz2oc/kap |
ltz1/maj |
kltz/lkol en hoger |
||
|
0 |
492,16 |
492,16 |
492,16 |
492,16 |
|
|
1 |
553,51 |
562,03 |
573,58 |
532,86 |
|
|
2 |
618,54 |
639,19 |
656,19 |
573,58 |
|
|
3 |
686,58 |
731,55 |
738,21 |
614,89 |
|
|
4 |
756,45 |
829,94 |
820,22 |
656,19 |
|
|
5 |
864,59 |
975,19 |
902,26 |
696,92 |
|
|
6 |
" |
" |
984,28 |
738,21 |
|
|
7 |
" |
" |
1.066,93 |
779,55 |
|
|
8 |
" |
" |
984,28 |
946,64 |
|
|
9 en hoger |
" |
" |
946,64 |
" |
|
|
Overige toelagen |
||||
|---|---|---|---|---|
|
Bedragen met ingang van 1 januari 2021 |
||||
|
IRM |
bedrag per |
|||
|
ad artikel: |
kwartier |
uur |
maand |
|
|
Toelage militaire bijstand |
artikel 8 |
– |
4,87 |
– |
|
Ontberingstoelage |
artikel 13, lid 2 |
– |
– |
745,64 |
|
bedrag per sprong |
||||
|
groep 1 |
groep 2 |
groep 3 |
||
|
Toelage parachutespringen |
artikel 14 |
69,62 |
57,97 |
46,17 |
|
bedrag per dag |
||||
|
groep 1 |
groep 2 |
groep 3 |
||
|
Toelage munitieruimen |
artikel 19, lid 2 |
87,05 |
72,49 |
57,74 |
|
Toelage munitieruimen |
artikel 19, lid 4 |
10,39 |
8,63 |
6,89 |
|
Toelage gravendienst |
artikel 20 |
6,03 |
5,02 |
4,01 |
|
Toelage werkzaamheden in antennemast |
artikel 21 |
11,62 |
9,67 |
7,70 |
|
Toelage rij-instructie tanks, pantserrupsvoertuigen of gemechaniseerde vuurmonden |
artikel 22 |
10,36 |
8,61 |
6,85 |
|
Toelage mountain leaders |
artikel 25, lid 1 |
69,62 |
57,97 |
46,17 |
|
Toelage helikopterredders |
artikel 26, 2e lid |
72,49 |
72,49 |
57,74 |
|
bedrag per etmaal |
||||
|
groep 1 |
groep 2 |
groep 3 |
||
|
Toelage mijnendienst |
artikel 23, lid 1 |
41,60 |
34,63 |
27,59 |
|
Onderzeeboottoelage |
artikel 24, lid 2 |
59,29 |
49,37 |
39,34 |
|
Brevettoelage |
|
|---|---|
|
(ad art. 9 IRM) |
|
|
Bedragen met ingang van 1 januari 2021 |
|
|
bedrag per maand |
|
|
eerste partij |
15,18 |
|
solistenpartij |
30,34 |
|
Vliegtoelage |
|
|---|---|
|
(ad art. 10, lid 2, IRM) |
|
|
Bedragen met ingang van 1 januari 2021 |
|
|
bedrag per maand |
|
|
basisbedrag |
23,73 |
|
Vlieggeld |
|
|---|---|
|
(ad art. 12, lid 7, IRM) |
|
|
Bedragen met ingang van 1 januari 2021 |
|
|
maximum bedrag per kwartaal |
|
|
vlieggeld |
1.422,90 |
|
bijzonder vlieggeld |
711,45 |
|
Duiktoelage |
||||
|---|---|---|---|---|
|
(ad artikel 15, lid 1, IRM) |
||||
|
Bedragen met ingang van 1 januari 2021 |
||||
|
groep |
voor een kikvorsman of leerling-kikvorsman zonder gebruik van een ademhalingsapparaat |
voor een duiker, leerling-duiker, kikvorsman of leerling-kikvorsman met gebruik van een ademhalinsapparaat op een diepte: |
||
|
tot 15 meter |
van 15 tot 45 meter |
vanaf 45 meter |
||
|
bedrag per minuut |
||||
|
1 |
0,21 |
1,42 |
2,87 |
4,23 |
|
2 |
0,18 |
1,22 |
2,38 |
3,54 |
|
3 |
0,13 |
0,99 |
1,91 |
2,80 |
|
Toelage verblijf onderwaterlaboratorium |
||
|---|---|---|
|
(ad artikel 16, lid 2, IRM) |
||
|
Bedragen met ingang van 1 januari 2021 |
||
|
groep |
bij een verblijf in een onderwaterlaboratorium bij een verhoogde druk welke overeenkomt met de waterdruk op een diepte van 15 meter: |
|
|
korter dan 11 uur |
langer dan 11 uur |
|
|
bedrag per minuut |
bedrag per etmaal |
|
|
1 |
0,85 |
696,63 |
|
2 |
0,71 |
579,94 |
|
3 |
0,56 |
462,16 |
|
Toelage verblijf recompressietoestel |
|||
|---|---|---|---|
|
(ad artikel 17, lid 1, IRM) |
|||
|
Bedragen met ingang van 1 januari 2021 |
|||
|
groep |
bij een verhoogde druk werlke overeenkomt met de waterdruk op een diepte: |
||
|
tot 15 meter |
van 15 tot 45 meter |
vanaf 45 meter |
|
|
bedrag per minuut |
|||
|
1 |
0,85 |
1,72 |
2,60 |
|
2 |
0,71 |
1,42 |
2,15 |
|
3 |
0,56 |
1,15 |
1,70 |
|
Toelage verblijf decompressietoestel |
|
|---|---|
|
(ad art. 18 IRM) |
|
|
Bedragen met ingang van 1 januari 2021 |
|
|
bedrag per keer |
43,52 |
Tabel 25 Toelage meerdaagse dienstreis
|
Toelage meerdaagse dienstreis |
|
|---|---|
|
(ad art. 26a IRM) |
|
|
Bedragen met ingang van 1 januari 2021 |
|
|
bedrag per ZZF-dag |
52,24 |
|
Garantietoelage minimumloon |
|
|---|---|
|
(ad artikel 3a IRM) |
|
|
Bedragen met ingang van 1 januari 2022 |
|
|
Bedrag per maand |
|
|
Militair-specifiek minimumloon ad artikel 10, lid 2, van het besluit |
1.800,01 |
|
Militair-specifiek minimumloon ad artikel 10, lid 3, van het besluit |
|
|
voor de 17-jarige |
711,00 |
|
voor de 18-jarige |
892,93 |
|
voor de 19-jarige |
1.071,50 |
|
voor de 20-jarige |
1.428,71 |
|
voor de 21-jarige of ouder |
1.800,01 |
|
Toelage officieren-medisch specialist |
||
|---|---|---|
|
(ad art. 7, lid 6, IRM) |
||
|
Bedragen met ingang van 1 januari 2022 |
||
|
aantal jaren in bezit van hoedanigheid van medisch specialist |
bedrag per maand |
|
|
0 |
2.179,28 |
|
|
4 |
2.276,86 |
|
|
8 |
2.374,47 |
|
|
12 |
2.472,03 |
|
|
Toelage officieren-arts, -tandarts en -apotheker |
|||||
|---|---|---|---|---|---|
|
(ad art. 7, lid 7, IRM) |
|||||
|
Bedragen met ingang van 1 januari 2022 |
|||||
|
aantal jaren in bezit van hoedanigheid van arts, tandarts of apotheker |
bedrag per maand |
||||
|
ltz3/tlnt/ ltz2/elnt |
ltz2oc/kap |
ltz1/maj |
kltz/lkol en hoger |
||
|
0 |
506,68 |
506,68 |
506,68 |
506,68 |
|
|
1 |
569,84 |
578,61 |
592,99 |
578,61 |
|
|
2 |
636,79 |
658,05 |
685,56 |
654,28 |
|
|
3 |
706,83 |
753,13 |
782,54 |
729,97 |
|
|
4 |
778,77 |
854,42 |
886,35 |
810,65 |
|
|
5 |
890,10 |
1.003,96 |
1.040,85 |
932,00 |
|
|
6 |
– |
1.162,20 |
1.179,71 |
1.058,98 |
|
|
7 |
– |
1.294,17 |
1.320,46 |
1.188,49 |
|
|
8 |
– |
1.426,18 |
1.456,21 |
1.320,46 |
|
|
9 |
– |
– |
1.582,56 |
1.456,21 |
|
|
10 |
– |
– |
1.470,58 |
1.373,62 |
|
|
11 |
– |
– |
1.352,37 |
1.289,19 |
|
|
12 |
– |
– |
1.234,13 |
1.209,72 |
|
|
13 |
– |
– |
1.135,92 |
1.116,53 |
|
|
14 |
– |
– |
1.032,09 |
1.000,19 |
|
|
15 |
– |
– |
937,01 |
937,01 |
|
|
16 |
– |
– |
871,99 |
848,19 |
|
|
17 |
– |
– |
– |
773,76 |
|
|
18 |
– |
– |
– |
704,96 |
|
|
19 |
– |
– |
– |
636,79 |
|
|
20 |
– |
– |
– |
597,36 |
|
|
21 |
– |
– |
– |
555,46 |
|
|
22 |
– |
– |
– |
506,68 |
|
|
Toelage officieren-arts, -tandarts en -apotheker |
|||||
|---|---|---|---|---|---|
|
(ad art. 7, lid 6, IRM) |
|||||
|
Bedragen met ingang van 1 januari 2022 |
|||||
|
aantal jaren in bezit van hoedanigheid van arts, tandarts of apotheker |
bedrag per maand |
||||
|
ltz3/tlnt/ ltz2/elnt |
ltz2oc/kap |
ltz1/maj |
kltz/lkol en hoger |
||
|
0 |
506,68 |
506,68 |
506,68 |
506,68 |
|
|
1 |
569,84 |
578,61 |
590,50 |
548,58 |
|
|
2 |
636,79 |
658,05 |
675,55 |
590,50 |
|
|
3 |
706,83 |
753,13 |
759,99 |
633,03 |
|
|
4 |
778,77 |
854,42 |
844,42 |
675,55 |
|
|
5 |
890,10 |
1.003,96 |
928,88 |
717,48 |
|
|
6 |
" |
" |
1.013,32 |
759,99 |
|
|
7 |
" |
" |
1.098,40 |
802,55 |
|
|
8 |
" |
" |
1.013,32 |
974,57 |
|
|
9 en hoger |
" |
" |
974,57 |
" |
|
|
Overige toelagen |
||||
|---|---|---|---|---|
|
Bedragen met ingang van 1 januari 2022 |
||||
|
IRM |
bedrag per |
|||
|
ad artikel: |
kwartier |
uur |
maand |
|
|
Toelage militaire bijstand |
artikel 8 |
– |
5,01 |
– |
|
Ontberingstoelage |
artikel 13, lid 2 |
– |
– |
767,64 |
|
bedrag per sprong |
||||
|
groep 1 |
groep 2 |
groep 3 |
||
|
Toelage parachutespringen |
artikel 14 |
71,67 |
59,68 |
47,53 |
|
bedrag per dag |
||||
|
groep 1 |
groep 2 |
groep 3 |
||
|
Toelage munitieruimen |
artikel 19, lid 2 |
89,62 |
74,63 |
59,44 |
|
Toelage munitieruimen |
artikel 19, lid 4 |
10,70 |
8,88 |
7,09 |
|
Toelage gravendienst |
artikel 20 |
6,21 |
5,17 |
4,13 |
|
Toelage werkzaamheden in antennemast |
artikel 21 |
11,96 |
9,96 |
7,93 |
|
Toelage rij-instructie tanks, pantserrupsvoertuigen of gemechaniseerde vuurmonden |
artikel 22 |
10,67 |
8,86 |
7,05 |
|
Toelage mountain leaders |
artikel 25, lid 1 |
71,67 |
59,68 |
47,53 |
|
Toelage helikopterredders |
artikel 26, 2e lid |
74,63 |
74,63 |
59,44 |
|
bedrag per etmaal |
||||
|
groep 1 |
groep 2 |
groep 3 |
||
|
Toelage mijnendienst |
artikel 23, lid 1 |
42,83 |
35,65 |
28,40 |
|
Onderzeeboottoelage |
artikel 24, lid 2 |
61,04 |
50,83 |
40,50 |
|
Brevettoelage |
|
|---|---|
|
(ad art. 9 IRM) |
|
|
Bedragen met ingang van 1 januari 2022 |
|
|
bedrag per maand |
|
|
eerste partij |
15,63 |
|
solistenpartij |
31,24 |
|
Vliegtoelage |
|
|---|---|
|
(ad art. 10, lid 2, IRM) |
|
|
Bedragen met ingang van 1 januari 2022 |
|
|
bedrag per maand |
|
|
basisbedrag |
24,43 |
|
Vlieggeld |
|
|---|---|
|
(ad art. 12, lid 7, IRM) |
|
|
Bedragen met ingang van 1 januari 2022 |
|
|
maximum bedrag per kwartaal |
|
|
vlieggeld |
1.464,88 |
|
bijzonder vlieggeld |
732,44 |
|
Duiktoelage |
||||
|---|---|---|---|---|
|
(ad artikel 15, lid 1, IRM) |
||||
|
Bedragen met ingang van 1 januari 2022 |
||||
|
groep |
voor een kikvorsman of leerling-kikvorsman zonder gebruik van een ademhalingsapparaat |
voor een duiker, leerling-duiker, kikvorsman of leerling-kikvorsman met gebruik van een ademhalinsapparaat op een diepte |
||
|
tot 15 meter |
van 15 tot 45 meter |
vanaf 45 meter |
||
|
bedrag per minuut |
||||
|
1 |
0,21 |
1,46 |
2,95 |
4,35 |
|
2 |
0,18 |
1,26 |
2,45 |
3,64 |
|
3 |
0,13 |
1,02 |
1,97 |
2,88 |
|
Toelage verblijf onderwaterlaboratorium |
||
|---|---|---|
|
(ad artikel 16, lid 2, IRM) |
||
|
Bedragen met ingang van 1 januari 2022 |
||
|
groep |
bij een verblijf in een onderwaterlaboratorium bij een verhoogde druk welke overeenkomt met de waterdruk op een diepte van 15 meter: |
|
|
korter dan 11 uur |
langer dan 11 uur |
|
|
bedrag per minuut |
bedrag per etmaal |
|
|
1 |
0,88 |
717,18 |
|
2 |
0,73 |
597,05 |
|
3 |
0,58 |
475,79 |
|
Toelage verblijf recompressietoestel |
|||
|---|---|---|---|
|
(ad artikel 17, lid 1, IRM) |
|||
|
Bedragen met ingang van 1 januari 2022 |
|||
|
groep |
bij een verhoogde druk werlke overeenkomt met de waterdruk op een diepte: |
||
|
tot 15 meter |
van 15 tot 45 meter |
vanaf 45 meter |
|
|
bedrag per minuut |
|||
|
1 |
0,88 |
1,77 |
2,68 |
|
2 |
0,73 |
1,46 |
2,21 |
|
3 |
0,58 |
1,18 |
1,75 |
|
Toelage verblijf decompressietoestel |
|
|---|---|
|
(ad art. 18 IRM) |
|
|
Bedragen met ingang van 1 januari 2022 |
|
|
bedrag per keer |
44,80 |
|
Toelage meerdaagse dienstreis |
|
|---|---|
|
(ad art. 26a IRM) |
|
|
Bedragen met ingang van 1 januari 2022 |
|
|
bedrag per ZZF-dag |
53,78 |
|
Toelage officieren-medisch specialist |
||
|---|---|---|
|
(ad art. 7, lid 6, IRM) |
||
|
Bedragen met ingang van 1 januari 2023 |
||
|
aantal jaren in bezit van hoedanigheid van medisch specialist |
bedrag per maand |
|
|
0 |
2.258,82 |
|
|
4 |
2.359,97 |
|
|
8 |
2.461,14 |
|
|
12 |
2.562,26 |
|
|
Toelage officieren-arts, -tandarts en -apotheker |
|||||
|---|---|---|---|---|---|
|
(ad art. 7, lid 7, IRM) |
|||||
|
Bedragen met ingang van 1 januari 2023 |
|||||
|
aantal jaren in bezit van hoedanigheid van arts, tandarts of apotheker |
bedrag per maand |
||||
|
ltz3/tlnt/ ltz2/elnt |
ltz2oc/kap |
ltz1/maj |
kltz/lkol en hoger |
||
|
0 |
525,17 |
525,17 |
525,17 |
525,17 |
|
|
1 |
590,64 |
599,73 |
614,63 |
599,73 |
|
|
2 |
660,03 |
682,07 |
710,58 |
678,16 |
|
|
3 |
732,63 |
780,62 |
811,10 |
756,61 |
|
|
4 |
807,20 |
885,61 |
918,70 |
840,24 |
|
|
5 |
922,59 |
1.040,60 |
1.078,84 |
966,02 |
|
|
6 |
– |
1.204,62 |
1.222,77 |
1.097,63 |
|
|
7 |
– |
1.341,41 |
1.368,66 |
1.231,87 |
|
|
8 |
– |
1.478,24 |
1.509,36 |
1.368,66 |
|
|
9 |
– |
– |
1.640,32 |
1.509,36 |
|
|
10 |
– |
– |
1.524,26 |
1.423,76 |
|
|
11 |
– |
– |
1.401,73 |
1.336,25 |
|
|
12 |
– |
– |
1.279,18 |
1.253,87 |
|
|
13 |
– |
– |
1.177,38 |
1.157,28 |
|
|
14 |
– |
– |
1.069,76 |
1.036,70 |
|
|
15 |
– |
– |
971,21 |
971,21 |
|
|
16 |
– |
– |
903,82 |
879,15 |
|
|
17 |
– |
– |
– |
802,00 |
|
|
18 |
– |
– |
– |
730,69 |
|
|
19 |
– |
– |
– |
660,03 |
|
|
20 |
– |
– |
– |
619,16 |
|
|
21 |
– |
– |
– |
575,73 |
|
|
22 |
– |
– |
– |
525,17 |
|
|
Toelage officieren-arts, -tandarts en -apotheker |
|||||
|---|---|---|---|---|---|
|
(ad art. 7, lid 6, IRM) |
|||||
|
Bedragen met ingang van 1 januari 2023 |
|||||
|
aantal jaren in bezit van hoedanigheid van arts, tandarts of apotheker |
bedrag per maand |
||||
|
ltz3/tlnt/ ltz2/elnt |
ltz2oc/kap |
ltz1/maj |
kltz/lkol en hoger |
||
|
0 |
525,17 |
525,17 |
525,17 |
525,17 |
|
|
1 |
590,64 |
599,73 |
612,05 |
568,60 |
|
|
2 |
660,03 |
682,07 |
700,21 |
612,05 |
|
|
3 |
732,63 |
780,62 |
787,73 |
656,14 |
|
|
4 |
807,20 |
885,61 |
875,24 |
700,21 |
|
|
5 |
922,59 |
1.040,60 |
962,78 |
743,67 |
|
|
6 |
" |
" |
1.050,31 |
787,73 |
|
|
7 |
" |
" |
1.138,49 |
831,84 |
|
|
8 |
" |
" |
1.050,31 |
1.010,14 |
|
|
9 en hoger |
" |
" |
1.010,14 |
" |
|
|
Overige toelagen |
||||
|---|---|---|---|---|
|
Bedragen met ingang van 1 januari 2023 |
||||
|
IRM |
bedrag per |
|||
|
ad artikel: |
kwartier |
uur |
maand |
|
|
Toelage militaire bijstand |
artikel 8 |
– |
5,19 |
– |
|
Ontberingstoelage |
artikel 13, lid 2 |
– |
– |
795,66 |
|
bedrag per sprong |
||||
|
groep 1 |
groep 2 |
groep 3 |
||
|
Toelage parachutespringen |
artikel 14 |
74,29 |
61,68 |
49,26 |
|
bedrag per dag |
||||
|
groep 1 |
groep 2 |
groep 3 |
||
|
Toelage munitieruimen |
artikel 19, lid 2 |
92,89 |
77,35 |
61,61 |
|
Toelage munitieruimen |
artikel 19, lid 4 |
11,09 |
9,20 |
7,35 |
|
Toelage gravendienst |
artikel 20 |
6,44 |
5,36 |
4,28 |
|
Toelage werkzaamheden in antennemast |
artikel 21 |
12,40 |
10,32 |
8,22 |
|
Toelage rij-instructie tanks, pantserrupsvoertuigen of gemechaniseerde vuurmonden |
artikel 22 |
11,06 |
9,18 |
7,31 |
|
Toelage mountain leaders |
artikel 25, lid 1 |
74,29 |
61,86 |
49,26 |
|
Toelage helikopterredders |
artikel 26, 2e lid |
77,35 |
77,35 |
61,61 |
|
bedrag per etmaal |
||||
|
groep 1 |
groep 2 |
groep 3 |
||
|
Toelage mijnendienst |
artikel 23, lid 1 |
44,39 |
36,95 |
29,44 |
|
Onderzeeboottoelage |
artikel 24, lid 2 |
75,92 |
63,23 |
50,37 |
|
Brevettoelage |
|
|---|---|
|
(ad art. 9 IRM) |
|
|
Bedragen met ingang van 1 januari 2023 |
|
|
bedrag per maand |
|
|
eerste partij |
16,20 |
|
solistenpartij |
32,38 |
|
Vliegtoelage |
|
|---|---|
|
(ad art. 10, lid 2, IRM) |
|
|
Bedragen met ingang van 1 januari 2023 |
|
|
bedrag per maand |
|
|
basisbedrag |
25,32 |
|
Vlieggeld |
|
|---|---|
|
(ad art. 12, lid 7, IRM) |
|
|
Bedragen met ingang van 1 januari 2023 |
|
|
maximum bedrag per kwartaal |
|
|
vlieggeld |
1.518,35 |
|
bijzonder vlieggeld |
759,17 |
|
Duiktoelage |
||||
|---|---|---|---|---|
|
(ad artikel 15, lid 1, IRM) |
||||
|
Bedragen met ingang van 1 januari 2023 |
||||
|
groep |
voor een kikvorsman of leerling-kikvorsman zonder gebruik van een ademhalingsapparaat |
voor een duiker, leerling-duiker, kikvorsman of leerling-kikvorsman met gebruik van een ademhalinsapparaat op een diepte |
||
|
tot 15 meter |
van 15 tot 45 meter |
vanaf 45 meter |
||
|
bedrag per minuut |
||||
|
1 |
0,22 |
1,51 |
3,06 |
4,51 |
|
2 |
0,19 |
1,31 |
2,54 |
3,77 |
|
3 |
0,14 |
1,06 |
2,04 |
2,99 |
|
Toelage verblijf onderwaterlaboratorium |
||
|---|---|---|
|
(ad artikel 16, lid 2, IRM) |
||
|
Bedragen met ingang van 1 januari 2023 |
||
|
groep |
bij een verblijf in een onderwaterlaboratorium bij een verhoogde druk welke overeenkomt met de waterdruk op een diepte van 15 meter: |
|
|
korter dan 11 uur |
langer dan 11 uur |
|
|
bedrag per minuut |
bedrag per etmaal |
|
|
1 |
0,91 |
743,36 |
|
2 |
0,76 |
618,84 |
|
3 |
0,60 |
493,16 |
|
Toelage verblijf recompressietoestel |
|||
|---|---|---|---|
|
(ad artikel 17, lid 1, IRM) |
|||
|
Bedragen met ingang van 1 januari 2023 |
|||
|
groep |
bij een verhoogde druk werlke overeenkomt met de waterdruk op een diepte: |
||
|
tot 15 meter |
van 15 tot 45 meter |
vanaf 45 meter |
|
|
bedrag per minuut |
|||
|
1 |
0,91 |
1,83 |
2,78 |
|
2 |
0,76 |
1,51 |
2,29 |
|
3 |
0,60 |
1,22 |
1,81 |
|
Toelage verblijf decompressietoestel |
|
|---|---|
|
(ad art. 18 IRM) |
|
|
Bedragen met ingang van 1 januari 2023 |
|
|
bedrag per keer |
46,44 |
|
Toelage meerdaagse dienstreis |
|
|---|---|
|
(ad art. 26a IRM) |
|
|
Bedragen met ingang van 1 januari 2023 |
|
|
bedrag per ZZF-dag |
55,74 |
De Staatssecretaris van Defensie heeft op 7 juli 2022 met de centrales van overheidspersoneel in de Sectorcommissie Defensie overeenstemming bereikt over een pakket aan maatregelen betreffende het arbeidsvoorwaardenbeleid voor de sector Defensie voor de periode van 1 januari 2021 tot en met 31 december 2023 (hierna: het arbeidsvoorwaardenakkoord 2021–2023). Dit besluit betreft een nadere uitwerking van hoofdstuk 1 van het arbeidsvoorwaardenakkoord 2021–2023 op het niveau van ministeriële regelingen.
Wijzigingen als gevolg van de loonsverhoging met 1,7% per 1 januari 2021.
De defensieorganisatie is continu in ontwikkeling. De komende jaren zal Defensie verder groeien, wat zal leiden tot veranderingen in alle onderdelen van de organisatie. Ook dan kan het voorkomen dat medewerkers bescherming van een sociaal beleidskader nodig hebben. Aangezien het Sociaal Beleidskader nog niet structureel is verankerd, wordt het Sociaal Beleidskader Defensie 2012–2016 met dit artikel verlengd voor de looptijd van het arbeidsvoorwaardenakkoord 2021–2023.
Wijzigingen als gevolg van de loonsverhoging met 2,95% per 1 januari 2022.
Naast de doorwerking als gevolg van de loonsverhoging met 2,95% per 1 januari 2022, is de vergoeding voor varen en oefenen per 1 januari 2022 tevens structureel verhoogd met 10%.
Naast de doorwerking als gevolg van de loonsverhoging met 2,95% per 1 januari 2022, is de belaste component van de VVHO per 1 januari 2022 tevens structureel verhoogd met 25%.
Per 1 juli 2022 is de onderzeeboottoelage structureel verhoogd met 25%.
Met ingang van 1 december 2022 wordt de wijze van uitbetalen van de ZZF-vergoeding van artikel 9, vijfde lid, van de VROB aangepast. De huidige tabelvergoeding wordt omgezet naar een vergoeding per uur. Hierdoor worden de door de militair opgebouwde ZZF-uren, die niet in de meetperiode zijn opgenomen, per uur tot uitbetaling gebracht. De ingangsdatum is om bedrijfsvoeringstechnische redenen bepaald op 1 december 2022. De ZZF-uren die vanaf 1 december 2021 in de uitvoering zijn komen te vervallen omdat het geen veelvoud van 8 uren betrof, worden, ook met ingang van 1 december 2022, alsnog aan de medewerker toegekend.
Wijzigingen als gevolg van de loonsverhoging met 3,65% per 1 januari 2023.
Als gevolg van de invoering van de nieuwe militaire salaristabel is in het Inkomstenbesluit militairen de term “salarisnummer” vervangen door “salaristrede”. Dientengevolge dient deze wijziging ook te worden doorgevoerd in de Inkomstenregeling militairen, meer specifiek in artikel 1, onderdelen d en e. De salaristredes zijn verkregen door de salarisnummers in de onderdelen e en d (oud), van artikel 1 van de Inkomstenregeling militairen aan te passen op basis van de transitietabel, bedoeld in artikel 8a van het Inkomstenbesluit (nieuw).
Artikel 3a van de IRM (oud) regelde de garantietoelage militair specifiek minimumloon. Deze toelage is structureel opgenomen in de nieuwe militaire salaristabel en komt, evenals bijbehorende tabel 1, daarmee te vervallen op 1 januari 2023, de datum van de invoering van de nieuwe salaristabel (artikel 4, tweede lid, van het Inkomstenbesluit militairen (nieuw)). Vanwege wetstechnische redenen is artikel 3a van de IRM vervolgens gebruikt ter invulling van artikel 4, derde lid van het Inkomstenbesluit militairen (nieuw) om bij ministeriële regeling per initiële opleiding vast te stellen wat onder het algemene deel van de initiële opleiding wordt verstaan.
Defensie kent, als onderdeel van de initiële opleiding, een grote verscheidenheid aan functie specifieke opleidingstrajecten, waarbij het palet varieert van geen functie specifieke opleiding tot vaktechnische opleidingstrajecten van meerdere jaren. Daardoor verschilt de lengte van de periode waarin militairen salaris ontvangen conform de opleidingstabel aanzienlijk. Doordat militairen op verschillende momenten doorstromen naar de militaire salaristabel, ontstaan er verschillen in salaris. Deze verschillen zijn reeds aanwezig, doordat leerlingen met een kortere opleiding op een eerder moment worden bevorderd, waardoor de militair sneller door de loontabel loopt, maar worden door de opleidingstabel vergroot, omdat er nu niet alleen verschillen bestaan in het moment van bevordering, maar ook het in moment dat de militair doorstroomt naar de militair salaristabel. Daarnaast kan in de functie gerichte opleiding vertraging ontstaan door beperkte opleidingscapaciteit of door afhankelijkheid van civiele opleidingsinstanties. Hierdoor blijven leerlingen langer in de opleidingstabel en stijgt hun salaris niet, door zaken waar zij zelf geen invloed op hebben. Tot slot worden officieren die opgeleid worden op de Koninklijke Militaire Academie voor de vaktechnische opleiding bevorderd tot tweede luitenant, waardoor zij automatisch na hun algemene opleiding in de militaire salaristabel vallen, omdat deze rang niet in de opleidingstabel voorkomt. Dit is bij de opleidingen tot onderofficier of manschap niet aan de orde, waardoor deze groepen in vergelijking met de officieren in opleiding onevenredig lang een salaris ontvangen conform de opleidingstabel.
In artikel 3a van de IRM wordt voor alle groepen leerlingen in de initiële opleiding een overgangsmoment van opleidingstabel naar militaire salaristabel gedefinieerd:
– Leerlingen in de initiële opleiding gaan na afronding van het algemene deel van de opleiding over naar de militaire salaristabel. Uitgangspunt hierbij is dat alle algemene opleidingsdelen zijn afgerond. De leerling kan vanaf dat moment daadwerkelijk als militair worden ingezet.
– In afwijking op het bovenstaande geldt voor het Militair Wetenschappelijk Onderwijs (MWO) dat het overgangsmoment bepaald wordt door het afronden van het vierde studiejaar. Na het succesvol afronden van het vierde studiejaar, gaat de militair over naar de militaire salaristabel. Ook hier geldt dat de militair vanaf dat moment daadwerkelijk als militair kan worden ingezet.
– Indien na succesvolle afronding van de algemene opleiding, of het vierde studiejaar van het MWO, blijkt dat de militair een niet aan de militair toe te rekenen opleidingsvertraging heeft opgelopen, vindt overgang naar de militaire salaristabel plaats vanaf het moment dat de militair zonder vertraging de opleiding zou hebben afgerond. Dit besluit ligt bij de commandant van het desbetreffende opleidingsinstituut.
– Indien de opleidingsvertraging aan de militair is toe te rekenen, gaat de militair na succesvolle afronding van de algemene militaire opleiding, of het vierde studiejaar van de MWO over naar de militaire salaristabel.
De sociale partners zullen nog nadere afspraken maken over het overgangsmoment en de inschaling van reservisten die na afronding van de reservisten-AMO overgaan naar een aanstelling bij het beroepspersoneel.
De maatregel voor negatieve inkomenseffecten pensioenpremie is structureel opgenomen in de nieuwe militaire salaristabel en komt daarmee te vervallen op 1 januari 2023, de datum van de invoering van de nieuwe salaristabel.
De compensatie Wet Uniformering Loonbegrip (WUL) is structureel opgenomen in de nieuwe militaire salaristabel en komt daarmee te vervallen op 1 januari 2023, de datum van de invoering van de nieuwe salaristabel.
In het arbeidsvoorwaardenakkoord 2021–2023 zijn voor de verschillende maatregelen (deels vanwege beleidskeuzes, deels om budgettaire redenen) verschillende tijdstippen van inwerkingtreding afgesproken. In deze regeling zijn de maatregelen in hoofdstuk van datum van ingang gesorteerd. Aangezien deze regeling naar verwachting pas in de loop van 2024 tot stand zal komen, is het onvermijdelijk dat aan de meeste maatregelen terugwerkende kracht moet worden verleend. Daartegen bestaat geen bezwaar, omdat het in alle gevallen steeds gaat om begunstigende maatregelen en niet om maatregelen met een benadelend karakter.
De centrales van overheidspersoneel hebben ingestemd met de wijzigingen in de desbetreffende regelingen.
De Staatssecretaris van Defensie, voor deze De Hoofddirecteur Personeel J. Legein Generaal-majoor
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2025-4316.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.