Besluit van 14 november 2024 tot vaststelling van een eenmalige uitkering in juli 2022 en een bijzondere beloning in maart 2023 en tot wijziging van enige besluiten in het kader van hoofdstuk 1 van het arbeidsvoorwaardenakkoord voor de sector Defensie over de periode 1 januari 2021 tot en met 31 december 2023 en een aantal andere wijzigingen (Wijzigingsbesluit arbeidsvoorwaardenakkoord 21–23)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Defensie van 10 september 2024, nr. BS/2024030422;

Gelet op de artikelen 12 en 12o, tweede lid, van de Wet ambtenaren defensie;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, advies van 2 oktober 2024, no. W07.24.00247/II;

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Defensie van 11 november 2024, BS2024034981;

Hebben goedgevonden en verstaan:

HOOFDSTUK 1 FORMALISERING VAN EEN EENMALIGE UITKERING IN 2022 AAN HET DEFENSIEPERSONEEL

Artikel 1 Eenmalige uitkering 2022

• 1. De volgende betrokkenen hebben aanspraak op een eenmalige uitkering van maximaal € 1.750,– in juli 2022:

  • a. de militair aangesteld bij het beroepspersoneel met een lagere rang dan viceadmiraal of luitenant-generaal die op 1 juli 2022 met aanspraak op bezoldiging in werkelijke dienst was, alsmede de ambtenaar die op 1 juli 2022 met aanspraak op bezoldiging was aangesteld in burgerlijke openbare dienst om bij de krijgsmacht als geestelijk verzorger doorlopend werkzaam te zijn;

  • b. de militair die op 1 juli 2022 was aangesteld bij het reservepersoneel die op enig tijdstip in de periode van 1 januari 2021 tot 1 juli 2022 met aanspraak op bezoldiging in werkelijke dienst is geweest;

  • c. de ambtenaar aangesteld in burgerlijke openbare dienst die op 1 juli 2022 met aanspraak op salaris in dienst was van het ministerie van Defensie;

  • d. de gewezen militair met een lagere rang dan viceadmiraal of luitenant-generaal en de gewezen ambtenaar, die op 1 juli 2022 een uitkering genoot ingevolge artikel 18, zesde lid, van het Besluit bovenwettelijke uitkeringen bij werkloosheid voor de sector Defensie;

  • e. de gewezen ambtenaar die op 1 juli 2022 een uitkering genoot op grond van het Besluit uitkering wegens functioneel leeftijdsontslag burgerlijke ambtenaren defensie;

  • f. de gewezen militair met een lagere rang dan viceadmiraal of luitenant-generaal die op 1 juli 2022 een uitkering genoot op grond van de Uitkeringswet gewezen militairen.

• 2. De eenmalige uitkering 2022, bedoeld in het eerste lid, wordt toegekend ter grootte van:

  • a. voor de betrokkenen, bedoeld in het eerste lid, onder a, € 1.750,– maal de factor van het voor diens op 1 juli 2022 voor deeltijdarbeid afwijkende salaris gedeeld door het voor diens op 1 juli 2022 geldende salaris;

  • b. voor de betrokkenen, bedoeld in het eerste lid, onder b, € 1.750,– maal de factor aantal uren gewerkt in de periode van 1 januari 2021 tot 1 juli 2022 gedeeld door 2.970;

  • c. voor de betrokkenen, bedoeld in het eerste lid, onder c, € 1.750,– maal de deeltijdfactor op 1 juli 2022;

  • d. voor de betrokkenen, bedoeld in het eerste lid, onder d en e, € 1.750,– maal de deeltijdfactor op de datum van ontslag;

  • e. voor de betrokkenen, bedoeld in het eerste lid, onder f, € 1.750,–.

• 3. In afwijking van artikel 1, eerste lid, is de aanspraak op de eenmalige uitkering 2022 ook van toepassing op de ambtenaar, genoemd in artikel 1, eerste lid, onder a en onder c, die op 1 juli 2022 ouderschapsverlof genoot. Het ouderschapsverlof heeft geen invloed op de hoogte van de eenmalige uitkering 2022.

• 4. De eenmalige uitkering 2022 wordt niet gerekend tot de bezoldiging in de zin van het Inkomstenbesluit militairen, het Inkomstenbesluit burgerlijke ambtenaren defensie of het inkomen in de zin van de Uitkeringswet gewezen militairen dan wel de Kaderwet militaire pensioenen.

• 5. De eenmalige uitkering 2022 maakt deel uit van de pensioengrondslag.

• 6. Voor betrokkenen met meerdere arbeidsrelaties die daardoor onder meer dan één categorie als bedoeld in het eerste lid onder a tot en met f vallen, geldt dat zij per persoon aanspraak hebben op een eenmalige uitkering van in totaal maximaal € 1.750,–.

HOOFDSTUK 2 FORMALISERING VAN EEN BIJZONDERE BELONING IN MAART 2023 AAN HET DEFENSIEPERSONEEL

Artikel 2 Bijzondere beloning 2023

• 1. De volgende betrokkenen hebben aanspraak op een bijzondere beloning van maximaal € 300,– in maart 2023:

  • a. de militair aangesteld bij het beroepspersoneel met een lagere rang dan viceadmiraal of luitenant-generaal die op 25 december 2022 met aanspraak op bezoldiging in werkelijke dienst was, alsmede de ambtenaar die op 25 december 2022 met aanspraak op bezoldiging was aangesteld in burgerlijke openbare dienst om bij de krijgsmacht als geestelijk verzorger doorlopend werkzaam te zijn;

  • b. de militair die op 25 december 2022 was aangesteld bij het reservepersoneel die op enig tijdstip in de periode van 1 januari 2022 tot 25 december 2022 met aanspraak op bezoldiging in werkelijke dienst is geweest;

  • c. de ambtenaar aangesteld in burgerlijke openbare dienst die op 25 december 2022 met aanspraak op salaris in dienst was van het ministerie van Defensie;

• 2. De bijzondere beloning 2023, bedoeld in het eerste lid, wordt toegekend ter grootte van:

  • a. voor de betrokkenen, bedoeld in het eerste lid, onder a, € 300,– maal de factor van het voor diens op 25 december 2022 voor deeltijdarbeid afwijkende salaris gedeeld door het voor diens op 25 december 2022 geldende salaris;

  • b. voor de betrokkenen, bedoeld in het eerste lid, onder b, € 300,– maal de factor aantal uren gewerkt in de periode van 1 januari 2022 tot 25 december 2022 gedeeld door 1.951;

  • c. voor de betrokkenen, bedoeld in het eerste lid, onder c, € 300,– maal de deeltijdfactor op 25 december 2022;

• 3. In afwijking van artikel 1, eerste lid, is de aanspraak op de bijzondere beloning 2023 ook van toepassing op de ambtenaar, genoemd in artikel 1, eerste lid, onder a en onder c, die op 25 december 2022 ouderschapsverlof genoot. Het ouderschapsverlof heeft geen invloed op de hoogte van de bijzondere beloning 2023.

• 4. De bijzondere beloning 2023 wordt niet gerekend tot de bezoldiging in de zin van het Inkomstenbesluit militairen of het inkomen in de zin van de Uitkeringswet gewezen militairen dan wel de Kaderwet militaire pensioenen.

• 5. De bijzondere beloning 2023 maakt deel uit van de pensioengrondslag.

• 6. Voor betrokkenen met meerdere arbeidsrelaties die daardoor onder meer dan één categorie als bedoeld in het eerste lid onder a tot en met c vallen, geldt dat zij per persoon aanspraak hebben op een bijzondere beloning van in totaal maximaal € 300,–.

• 7. De bijzondere beloning 2023 wordt netto uitgekeerd. De verschuldigde loonheffing en inhoudingen over deze beloning komen voor rekening van Defensie.

HOOFDSTUK 3 WIJZIGINGEN MET INGANG VAN 1 JANUARI 2019

Artikel 3

Het Inkomstenbesluit militairen wordt als volgt gewijzigd:

A

In tabel 1 van artikel 23a wordt onderdeel o verwijderd en wordt na onderdeel n de puntkomma vervangen door een punt.

B

In tabel 3 van artikel 23a wordt, onder verlettering van onderdeel f tot onderdeel g, een onderdeel ingevoegd, luidende:

• f. eenmalige uitkeringen aan het defensiepersoneel;

HOOFDSTUK 4 WIJZIGINGEN MET INGANG VAN 1 JANUARI 2021

Artikel 4.1

In artikel 5 van het Besluit personenchauffeurs defensie wordt «€ 165,59» vervangen door «€ 168,41».

Artikel 4.2

Het Inkomstenbesluit burgerlijke ambtenaren defensie wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 43, tweede lid, wordt «€ 174,93» vervangen door «€ 177,90».

B

In artikel 44a wordt «€ 145,65» vervangen door «€ 148,13».

C

De bijlagen A, B en C worden vervangen door de bijlagen A, B en C, opgenomen als bijlagen 1, 2 en 3 bij dit besluit.

Artikel 4.3

Het Inkomstenbesluit militairen wordt als volgt gewijzigd:

A

De tabel in artikel 11b, derde lid, komt te luiden:

bezoldiging		percentage
t/m	€ 3.377,60	9,30%
van	€ 3.377,61 t/m € 3.861,21	8,80%
van	€ 3.861,22 t/m € 4.525,97	7,70%
van	€ 4.525,98 t/m € 7.512,28	6,30%
vanaf	€ 7.512,29	4,60%

B

Artikel 14, tweede lid, komt te luiden:

• 2. het minimumbedrag per maand van de vakantie-uitkering is voor de militair:

  • a. met salarisnummer 0: € 123,58;

  • b. met salarisnummer 1: € 141,23;

  • c. met salarisnummer 2: € 158,89;

  • d. met salarisnummer 3 of hoger: € 176,54.

C

Artikel 15c komt te luiden:

Artikel 15c. Tijdelijke toelage loongebouw

De militair heeft in afwachting van de invoering van het nieuwe loongebouw aanspraak op een tijdelijke toelage loongebouw, bedoeld in bijlage C.

D

De bijlagen A en C worden vervangen door de bijlagen A en C, opgenomen als bijlagen 4 en 5 bij dit besluit.

E

Bijlage D vervalt.

Artikel 4.4

De Voorziening Tijdelijke Toelage Loongebouw wordt ingetrokken.

HOOFDSTUK 5 WIJZIGINGEN MET INGANG VAN 1 JANUARI 2022

Artikel 5.1

In artikel 5 van het Besluit personenchauffeurs defensie wordt «€ 168,41» vervangen door «€ 173,38».

Artikel 5.2

Het Inkomstenbesluit burgerlijke ambtenaren defensie wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 43, tweede lid, wordt «€ 177,90» vervangen door «€ 183,15».

B

In artikel 44a wordt «€ 148,13» vervangen door «€ 152,50».

C

De bijlagen A, B en C worden vervangen door de bijlagen A, B en C, opgenomen als bijlagen 6, 7 en 8 bij dit besluit.

Artikel 5.3

Het Inkomstenbesluit militairen wordt als volgt gewijzigd:

A

De tabel in artikel 11b, derde lid, komt te luiden:

bezoldiging		percentage
t/m	€ 3.477,24	9,30%
van	€ 3.477,25 t/m € 3.975,12	8,80%
van	€ 3.975,13 t/m € 4.659,49	7,70%
van	€ 4.659,50 t/m € 7.733,89	6,30%
vanaf	€ 7.733,90	4,60%

B

Artikel 14, tweede lid, komt te luiden:

• 2. het minimumbedrag per maand van de vakantie-uitkering is voor de militair:

  • a. met salarisnummer 0: € 127,23;

  • b. met salarisnummer 1: € 145,40;

  • c. met salarisnummer 2: € 163,58;

  • d. met salarisnummer 3 of hoger: € 181,75.

C

De bijlagen A en C worden vervangen door de bijlagen A en C, opgenomen als bijlagen 9 en 10 bij dit besluit.

HOOFDSTUK 6 WIJZIGINGEN MET INGANG VAN 1 JULI 2022

Artikel 6.1

In artikel 16bis van het Algemeen militair ambtenarenreglement worden, onder vernummering van het zesde tot het achtste lid, twee leden ingevoegd, luidende:

• 6. De militair aan wie ingevolge artikel 39 ontslag wordt verleend en direct daarop volgend in dienst treedt als burgerlijk ambtenaar bij het ministerie van Defensie, behoudt de op dat moment beschikbare individuele opleidingsaanspraak, bedoeld in het eerste lid. Deze resterende aanspraak wordt overgeheveld naar de individuele opleidingsaanspraak, bedoeld in artikel 20, eerste lid, van het Burgerlijk ambtenarenreglement defensie.

• 7. De aanspraak bedoeld in het zesde lid bouwt verder door tot de maximum bedragen, bedoeld in artikel 20, tweede lid, van het Burgerlijk ambtenarenreglement defensie, tenzij de aanspraak bij aanvang van de aanstelling als burgerlijk ambtenaar bij het ministerie van Defensie reeds meer is dan het maximum bedrag, bedoeld in artikel 20, tweede lid van het Burgerlijk ambtenarenreglement defensie.

Artikel 6.2

In artikel 20 van het Burgerlijk ambtenarenreglement defensie worden, onder vernummering van het zesde tot het achtste lid, twee leden ingevoegd, luidende:

• 6. De burgerlijk ambtenaar aan wie ingevolge artikel 113, eerste lid, ontslag wordt verleend en direct daarop volgend in dienst treedt als militair ambtenaar bij het ministerie van Defensie, behoudt de op dat moment beschikbare individuele opleidingsaanspraak, bedoeld in het eerste lid. Deze resterende aanspraak wordt overgeheveld naar de individuele opleidingsaanspraak, bedoeld in artikel 16bis, eerste lid, van het Algemeen militair ambtenarenreglement.

• 7. De aanspraak bedoeld in het zesde lid bouwt verder door tot de maximum bedragen bedoeld in artikel 16bis, tweede lid, van het Algemeen militair ambtenarenreglement, tenzij de aanspraak bij aanvang van de aanstelling als militair ambtenaar bij het ministerie van Defensie reeds meer is dan het maximum bedrag, bedoeld in artikel 16bis, tweede lid van het Algemeen militair ambtenarenreglement.

Artikel 6.3

Het Inkomstenbesluit militairen wordt als volgt gewijzigd:

A

Na artikel 15c wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 15d. Toelage overbrugging salaristabel

• 1. De militair heeft met ingang van 1 juli 2022 tot en met 31 december 2022 aanspraak op een toelage overbrugging salaristabel, opgenomen in de bij dit besluit behorende bijlage E.

• 2. Het eerste lid is niet van toepassing op de militair die de eerste initiële opleiding, bedoeld in artikel 13 van het Algemeen militair ambtenarenreglement, nog niet heeft afgerond.

B

In tabel 2 van artikel 23a wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel e door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

• f. de toelage overbrugging salaristabel.

C

Er wordt een nieuwe bijlage E toegevoegd, opgenomen als bijlage 11 bij dit besluit.

HOOFDSTUK 7 WIJZIGINGEN MET INGANG VAN 1 SEPTEMBER 2022

Artikel 7.1

In artikel 87e van het Algemeen militair ambtenarenreglement wordt «hij» vervangen door «diegene» en wordt «75% van zijn bezoldiging» vervangen door «100% van diens verhoogde bezoldiging als bedoeld in artikel 1 van het Inkomstenbesluit militairen».

Artikel 7.2

In artikel 46f van het Burgerlijk ambtenarenreglement defensie wordt «hij» vervangen door «diegene» en wordt «75% van zijn bezoldiging» vervangen door «100% van diens bezoldiging».

HOOFDSTUK 8 WIJZIGINGEN MET INGANG VAN 1 JANUARI 2023

Artikel 8.1

In artikel 5 van het Besluit personenchauffeurs defensie wordt «€ 173,38» vervangen door «€ 179,71».

Artikel 8.2

Het Besluit uitkering wegens functioneel leeftijdsontslag burgerlijke ambtenaren defensie wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 4c, vierde lid, komt te luiden:

• 4. Ingeval naast de in artikel 4 genoemde uitkering inkomsten uit of in verband met arbeid of bedrijf als bedoeld in artikel 5 worden genoten, wordt op de uitkering een vermindering toegepast. In voorkomend geval wordt een vermindering toegepast boven de vermindering die reeds krachtens het tweede lid plaatsvindt. Deze vermindering is gelijk aan het bedrag waarmede de onverminderde uitkering krachtens artikel 4 vermeerderd met het totaal bedrag van de inkomsten, bedoeld in artikel 5, tezamen de grens van 150% van de bezoldiging overschrijdt.

B

Artikel 5, eerste lid, komt te luiden:

• 1. De inkomsten, die de betrokkene geniet of gaat genieten uit of in verband met arbeid of bedrijf, ter hand genomen met ingang van of na de dag van het ontslag, ter zake waarvan de uitkering is toegekend, worden met de uitkering verrekend over de maand waarop deze inkomsten betrekking hebben of geacht kunnen worden betrekking te hebben. Deze verrekening geschiedt aldus dat de uitkering wordt verminderd met het bedrag waarmede de uitkering, vermeerderd met die inkomsten, de grens van 150% van de bezoldiging overschrijdt.

Artikel 8.3

Artikel 171a van het Burgerlijk ambtenarenreglement defensie wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid wordt «leefijdsgrens» vervangen door «leeftijdsgrens».

2. In het derde lid wordt na «Aan de ambtenaar bedoeld in het eerste of tweede lid kan» ingevoegd «op diens aanvraag».

3. Het vierde lid komt te luiden:

• 4. De ambtenaar, bedoeld in het eerste of tweede lid, heeft het recht om na het bereiken van de in het eerste respectievelijk tweede lid genoemde leeftijdsgrens langer door te werken op zijn functie voor een periode van maximaal vier respectievelijk twee jaar. Na afloop van deze periode kan dit op aanvraag van de ambtenaar jaarlijks worden verlengd, indien dit door het bevoegde gezag in het belang van de dienst wordt geacht en de ambtenaar blijkens de uitslag van een onderzoek door de deskundige persoon of de arbodienst, bedoeld in artikel 54a, onderdeel b, lichamelijk en psychisch in staat kan worden geacht diens functie te blijven uitoefenen. Indien tussentijds uit de uitslag van een bedrijfsgeneeskundig onderzoek blijkt dat de ambtenaar ongeschikt is geworden voor de verdere uitoefening van diens functie, zal alsnog ontslag worden verleend als bedoeld in het derde lid.

4. Het zesde lid komt te luiden:

• 6. De ambtenaar, bedoeld in het eerste of tweede lid, die de leeftijd van vijfenvijftig respectievelijk zestig jaar bereikt in het jaar 2023 of later, wordt vóór het bereiken van de leeftijd van zestig respectievelijk tweeënzestig jaar een passende functie opgedragen als bedoeld in artikel 105 niet zijnde een functie als bedoeld in het eerste of tweede lid.

5. Na het zesde lid wordt een lid toegevoegd, luidende:

• 7. Indien het tijdig opdragen van een passende functie als bedoeld in het zesde lid niet mogelijk is, kan de ambtenaar:

  • a. op aanvraag ontslag worden verleend als bedoeld in het derde lid dan wel

  • b. op aanvraag ervoor kiezen om door te werken op diens functie tot het bereiken van de in het vierde lid genoemde momenten, waarna de ambtenaar een andere functie kan worden opgedragen.

Artikel 8.4

Het Inkomstenbesluit burgerlijke ambtenaren defensie wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1, onderdeel h, komt te luiden:

h. salarisnummer:

een aanduiding, bestaande uit een getal dat in een salarisschaal na een salaris is vermeld dan wel een letter en een getal dat voor een salaris van een jeugdsalarisschaal is vermeld;

B

Artikel 11 komt te luiden:

Artikel 11. Jaarlijkse verhoging salarisnummer

• 1. Het salarisnummer van de ambtenaar wordt voor zover het maximale salarisnummer van de voor de ambtenaar van toepassing zijnde salarisschaal nog niet is bereikt, jaarlijks met één salarisnummer verhoogd, indien de ambtenaar naar het oordeel van de commandant de functie naar behoren vervult.

• 2. De in het eerste lid bedoelde verhoging van het salarisnummer vindt voor de eerste maal plaats:

  • a. wanneer de ambtenaar 22 jaar of ouder is met ingang van de eerste dag van de maand, waarin sinds de aanstelling van de ambtenaar een jaar is verstreken en nadien telkens na één jaar;

  • b. wanneer de ambtenaar jonger dan 22 jaar is, met ingang van de eerste dag van de maand, waarop de verjaardag van de ambtenaar valt.

• 3. Indien de ambtenaar, bedoeld in het tweede lid, onderdeel a, reeds voor diens 22e verjaardag was aangesteld, vindt, onverminderd het vijfde lid, de verhoging van het salarisnummer plaats met ingang van de eerste dag van de maand waarin de verjaardag van de ambtenaar valt.

• 4. De commandant kan, in aanvulling op het eerste lid, een verhoging van één of meer salarisnummers toekennen binnen de op de ambtenaar van toepassing zijnde salarisschaal, indien de ambtenaar naar het oordeel van de commandant de functie zeer goed of uitstekend vervult.

• 5. De commandant kan het tijdstip, bedoeld in het tweede lid, onderdeel a, vervroegen indien daartoe naar het oordeel van de commandant aanleiding bestaat.

• 6. De commandant kan verhoging van het salarisnummer, bedoeld in het eerste lid, achterwege laten, indien de militair naar het oordeel van de commandant de functie niet naar behoren vervult.

C

Na artikel 11 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 11a. Overgangsbepaling salaristabel 1 januari 2023

Het salarisnummer van de ambtenaar op wie salarisschaal 3, 4, 5, 6 of 7 van toepassing is, wordt met ingang van 1 januari 2023 met één salarisnummer verhoogd.

D

Artikel 41 komt te luiden:

Artikel 41. Samenloop met militaire inkomsten

• 1. De ambtenaar heeft over de uren dat hij als militair in werkelijke dienst is, geen aanspraak op inkomsten.

• 2. De ambtenaar die geen aanspraak heeft op inkomsten, heeft, naast de aanspraak op de militaire inkomsten, aanspraak op een inkomensaanvulling over de uren waarvoor de ambtenaar buitengewoon verlof zonder behoud van bezoldiging is verleend.

• 3. Voor het bepalen van de hoogte van de inkomensaanvulling wordt het salaris als militair, bedoeld in artikel 1 jo 5 van het Inkomstenbesluit militairen, vermeerderd met de toelage, bedoeld in artikel 11 b van het Inkomstenbesluit militairen, vergeleken met het salaris als ambtenaar.

• 4. Indien uit de vergelijking blijkt dat het salaris als militair lager is dan het salaris als ambtenaar, wordt een inkomensaanvulling toegekend ter hoogte van het verschil.

E

In artikel 42, tweede lid, wordt telkenmale «bezoldiging» vervangen door «inkomsten».

F

In artikel 43, tweede lid, wordt «€ 183,15» vervangen door «€ 189,83».

G

In artikel 44a wordt «€ 152,50» vervangen door «€ 183,07».

H

De bijlagen A, B en C worden vervangen door de bijlagen A, B en C, opgenomen als bijlagen 12, 13 en 14 bij dit besluit.

Artikel 8.5

Het Inkomstenbesluit militairen wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1, eerste lid, wordt «salarisnummer: het getal dat in een salarisschaal voor een salaris is vermeld» vervangen door «salaristrede: het getal dat in een salarisschaal na een salaris is vermeld».

B

Na de titel van hoofdstuk 2 wordt een paragraaf ingevoegd, luidende:

Paragraaf 1. Algemeen

C

Artikel 4 komt te luiden:

Artikel 4. Toepasselijkheid opleidingstabel of salaristabel

• 1. De opleidingstabel, bedoeld in bijlage A, is van toepassing op militairen die het algemene deel van hun eerste initiële opleiding nog niet hebben afgerond.

• 2. De salaristabel, bedoeld in bijlage B, is van toepassing op militairen op wie de opleidingstabel, bedoeld in het eerste lid, niet van toepassing is.

• 3. Bij ministeriële regeling wordt per initiële opleiding vastgesteld wat onder het algemene deel van de initiële opleiding, bedoeld in het eerste lid, wordt verstaan.

D

Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a wordt «hij» vervangen door «diegene».

2. In onderdeel b wordt «zijn» vervangen door «diens».

3. Onderdeel c komt te luiden:

• c. diens salaristrede.

E

De titels van de artikelen 5a en 8a vervallen.

F

Artikel 7 komt te luiden:

Artikel 7. Toekennen salaris of salaristrede

• 1. Het hoofd defensieonderdeel kent aan de militair op wie de opleidingstabel van toepassing is met gebruikmaking van deze opleidingstabel een salaris toe op basis van de alsdan geldende rang en leeftijd.

• 2. Het hoofd defensieonderdeel kent aan de militair op wie de salaristabel van toepassing is met gebruikmaking van deze salaristabel een salaristrede toe binnen de bij diens rang behorende salarisschaal op basis van de kennis en ervaring van de militair.

• 3. Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld over de uitvoering van het tweede lid van dit artikel.

G

Na artikel 7 worden de volgende artikelen ingevoegd, luidende:

Artikel 7a. Doorlopen opleidingstabel

De militair op wie de opleidingstabel van toepassing is, wordt met gebruikmaking van deze opleidingstabel met ingang van de eerste dag van de maand waarin deze jarig is dan wel wordt bevorderd, opnieuw ingeschaald op basis van de alsdan geldende leeftijd of rang.

Artikel 7b. Inschaling bij overgang opleidingstabel naar salaristabel

• 1. Het hoofd defensieonderdeel kent de militair op wie de opleidingstabel niet langer van toepassing is, vanaf dat moment met gebruikmaking van de salaristabel salaristrede 0 toe behorend bij diens rang.

• 2. Indien bij de overgang van de opleidingstabel naar de salaristabel, bedoeld in het eerste lid, blijkt dat sprake is van een opleidingsvertraging die niet aan de militair is toe te rekenen, vindt inschaling in de salaristabel plaats met ingang van de dag waarop de opleidingstabel zonder de eerdergenoemde vertraging niet langer op de militair van toepassing zou zijn geweest.

• 3. In aanvulling op het eerste en tweede lid, kan aan specifieke categorieën personeel een verhoging van de salaristrede binnen de salarisschaal behorend bij de van toepassing zijnde rang worden toegekend.

• 4. Bij ministeriële regeling worden nadere regels gesteld over de uitvoering van het derde lid.

Artikel 7c. Jaarlijkse verhoging salaristrede

• 1. De salaristrede van de militair op wie de salaristabel van toepassing is, wordt met gebruikmaking van deze salaristabel en voor zover de maximale salaristrede van de voor de militair van toepassing zijnde salarisschaal nog niet is bereikt, jaarlijks met één salaristrede verhoogd, indien de militair naar het oordeel van het hoofd defensieonderdeel de functie naar behoren vervult.

• 2. De verhoging van de salaristrede, bedoeld in het eerste lid, vindt voor de eerste maal plaats met ingang van de eerste dag van de maand waarin een jaar is verstreken sinds de overgang van de opleidingstabel naar de salaristabel, bedoeld in artikel 7b, eerste of tweede lid, en nadien telkens na één jaar.

• 3. Het hoofd defensieonderdeel kan, in aanvulling op het eerste lid, een verhoging van één of meer salaristredes toekennen binnen de salarisschaal behorend bij diens rang toekennen aan de militair, indien de militair naar het oordeel van het hoofd defensieonderdeel de functie zeer goed of uitstekend vervult.

• 4. De verhoging, bedoeld in het derde lid, kan op elk gewenst moment plaatsvinden zonder dat dit van invloed is op de maand, bedoeld in het tweede lid.

• 5. Het hoofd defensieonderdeel kan de verhoging van de salaristrede, bedoeld in het eerste lid, achterwege laten, indien de militair niet naar behoren functioneert.

H

Artikel 8 komt te luiden:

Artikel 8. Toekenning salaristrede bij bevordering

• 1. Aan de militair op wie de salaristabel van toepassing is, wordt bij een bevordering als bedoeld in de artikelen 24 en 24a van het Algemeen militair ambtenarenreglement met gebruikmaking van deze salaristabel met ingang van de eerste dag van de maand waarin de bevordering plaatsvindt, de salaristrede toegekend van het naast hogere bedrag in de salarisschaal van diens rang na de bevordering.

• 2. Bij samenloop in dezelfde maand van de toekenning van een salaristrede, bedoeld in het eerste lid, en de verhoging van de salaristrede, bedoeld in artikel 7c, eerste lid, wordt eerst uitvoering gegeven aan de toekenning van een salaristrede op grond het eerste lid en daarna wordt uitvoering gegeven aan de verhoging van de salaristrede op grond van artikel 7c, eerste lid.

• 3. Bij de Koninklijke landmacht, Koninklijke luchtmacht en Koninklijke marechaussee wordt de salaristrede binnen de salarisschaal met één verhoogd bij de bevordering van:

  • a. korporaal naar korporaal der eerste klasse;

  • b. marechaussee der tweede klasse naar marechaussee der eerste klasse;

  • c. sergeant naar sergeant der eerste klasse;

  • d. wachtmeester naar wachtmeester der eerste klasse en

  • e. tweede luitenant naar eerste luitenant.

• 4. Bij de Koninklijke marine wordt, na dezelfde periode waarop vergelijkbare rangen van de andere krijgsmachtdelen als bedoeld in het derde lid worden bevorderd, aan de matroos der eerste klasse, de korporaal dan wel de luitenant ter zee der 2^e klasse de salaristrede binnen de salarisschaal met één verhoogd.

• 5. De verhoging van de salaristrede, bedoeld in het derde of het vierde lid, vindt onverkort plaats naast de verhoging van de salaristrede, bedoeld in artikel 7c, eerste en derde lid.

I

Na artikel 9 wordt een paragraaf ingevoegd, luidende:

Paragraaf 2. Overgangsbepalingen

Artikel 10a. Inschaling opleidingstabel bij transitie

• 1. Het hoofd defensieonderdeel kent aan de militair die op 1 januari 2023 reeds was aangesteld en op wie met ingang van 1 januari 2023 de opleidingstabel van toepassing is met gebruikmaking van de opleidingstabel een salaris toe op basis van de alsdan geldende rang en leeftijd.

• 2. Indien het op 31 december 2022 geldende salaris hoger was dan het voor de militair geldende salaris na inschaling in de opleidingstabel op 1 januari 2023, vindt toepassing plaats van de aanvullende maatregelen, bedoeld in artikel 16, onderdeel j.

Artikel 10b. Inschaling salarisschaal na doorlopen opleidingstabel

Het hoofd defensieonderdeel kent de militair, bedoeld in artikel 10a, op het moment dat de opleidingstabel niet langer van toepassing is, met gebruikmaking van de salaristabel, een salaristrede toe behorende bij diens rang, onder toepassing van de aanvullende maatregelen, bedoeld in artikel 16, onderdeel j.

Artikel 10c. Inschaling salaristabel bij transitie

• 1. Het hoofd defensieonderdeel kent aan de militair die op 1 januari 2023 reeds was aangesteld en op wie met ingang van 1 januari 2023 de salaristabel van toepassing is met gebruikmaking van de salaristabel een salaristrede toe binnen de bij diens rang behorende salarisschaal op basis van de transitietabel, bedoeld in bijlage C.

• 2. De maand waarin de jaarlijkse verhoging van de salaristrede op grond van artikel 7c, tweede lid, plaatsvind, blijft voor de militair, bedoeld in het eerste lid, gelijk aan die van voor de transitie op 1 januari 2023.

Artikel 10d. Samenloop transitie, bevordering en salarisverhoging

• 1. Bij samenloop van transitie en een bevordering op grond van de artikelen 24 of 24a van het Algemeen militair ambtenarenreglement op 1 januari 2023, wordt uitvoering gegeven aan de voor de militair meest gunstige volgorde.

• 2. Bij samenloop van de transitie, bedoeld in artikel 10c, en de verhoging van de salaristrede, bedoeld in artikel 7c, eerste lid, in de maand januari 2023, wordt eerst uitvoering gegeven aan die transitie en daarna wordt uitvoering gegeven aan die verhoging van de salaristrede.

Artikel 10e. Toekenning extra salaristreden bij bevordering voor specifieke groepen militairen

• 1. Het hoofd defensieonderdeel kent aan de militair met de rang van kapitein, majoor dan wel luitenant-kolonel respectievelijk luitenant ter zee der tweede klasse oudste categorie, luitenant ter zee der eerste klasse dan wel kapitein-luitenant ter zee die tussen 1 januari 2023 en 31 december 2032 voor de eerste maal wordt bevorderd naar de naast hogere rang, extra salaristreden toe binnen de salarisschaal behorend bij diens rang op basis van de overgangsmaatregelen loongebouw, bedoeld in bijlage D.

• 2. Het hoofd defensieonderdeel kent aan de militair die op 1 januari 2023 in opleiding is tot officier en reeds voor 1 juli 2022 in deze opleiding was ingestroomd dan wel zich hiervoor had ingeschreven, op verzoek van de militair een compensatie toe op het moment dat de opleiding tot officier met goed gevolg is afgerond en de bevordering tot de bijbehorende officiersrang heeft plaatsgevonden, indien:

  • a. de salaristabel geldend op 1 januari 2023 langer dan 48 maanden een lager salaris oplevert dan het salaris op grond van de salaristabel geldend voor 1 januari 2023 en het cumulatieve salaris in deze maanden eveneens lager is dan het cumulatieve salaris in dezelfde periode op grond van de salaristabel geldend voor 1 januari 2023; of

  • b. het cumulatieve salaris in de salaristabel geldend op 1 januari 2023 gemeten over 84 maanden met ingang van 1 juli 2022 lager is dan het cumulatieve salaris in dezelfde periode op grond van de salaristabel geldend voor 1 januari 2023.

• 3. De compensatie, bedoeld in het tweede lid, bestaat uit het toekennen van het aantal salaristreden dat benodigd is om de situaties beschreven in het tweede lid, onderdelen a en b, niet langer te overschrijden.

• 4. De compensatie, bedoeld in het tweede lid en derde lid, kan op verzoek van de militair ook worden toegekend bij de daaropvolgende bevordering, indien wederom sprake is van een van de situaties beschreven in het tweede lid, onderdelen a en b.

J

De artikelen 10, 11a, 15c en 15d vervallen.

K

De tabel in artikel 11b, derde lid, komt te luiden:

bezoldiging		percentage
t/m	€ 3.604,16	9,30%
van	€ 3.604,17 t/m € 4.120,21	8,80%
van	€ 4.120,22 t/m € 4.829,56	7,70%
van	€ 4.829,57 t/m € 8.016,18	6,30%
vanaf	€ 8.016,19	4,60%

L

In artikel 12a vervalt het zesde lid.

M

Artikel 14, tweede lid, komt te luiden:

• 2. het minimumbedrag per maand van de vakantie-uitkering is voor de militair:

  • a. van 19 jaar of jonger: € 131,87;

  • b. van 20 jaar: € 150,70;

  • c. van 21 jaar: € 169,54;

  • d. van 22 jaar of ouder: € 188,38.

N

Artikel 16 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel j komt te luiden:

• j. overgangs- en aanvullende maatregelen ter zake van de invoering van het loongebouw met ingang van 1 januari 2023;

2. Na onderdeel j wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

• k. een maatregel in verband met reeds opgedane kennis en ervaring, met dien verstande dat deze maatregel uitsluitend geldt voor de militair die op 1 januari 2023 nog niet was aangesteld.

O

In tabel 2 van artikel 23a vervallen de onderdelen e en f en wordt na onderdeel d de puntkomma vervangen door een punt.

P

De bijlage A wordt vervangen door de bijlage A, opgenomen als bijlage 15 bij dit besluit.

Q

Na bijlage A wordt bijlage B ingevoegd, opgenomen als bijlage 16 bij dit besluit.

R

De bijlage C wordt vervangen door de bijlage C, opgenomen als bijlage 17 bij dit besluit

S

Na bijlage C wordt bijlage D ingevoegd, opgenomen als bijlage 18 bij dit besluit.

T

Bijlage E vervalt.

HOOFDSTUK 9 WIJZIGINGEN MET INGANG VAN 1 JULI 2023

Artikel 9.1

In artikel 1, onder 1e, van het Besluit bovenwettelijke uitkeringen bij werkloosheid voor de sector Defensie wordt «flexibel pensioen en uittreden» vervangen door «vervroegd uittreden».

Artikel 9.2

Het Burgerlijk ambtenarenreglement defensie wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 114 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

• 1. Op aanvraag van de ambtenaar wordt ontslag verleend met het oog op een uitkering op grond van:

  • a. de Regeling vervroegd uittreden, bedoeld in hoofdstuk 11;

  • b. het Besluit uitkering wegens functioneel leeftijdsontslag burgerlijke ambtenaren defensie.

• 2. In het tweede lid vervalt «het in het eerste lid bedoelde».

B

De titel van hoofdstuk 11 komt te luiden:

Hoofdstuk 11. Regeling vervroegd uittreden

C

Artikel 131 komt te luiden:

Artikel 131. Begripsbepalingen

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

diensttijd bij de overheid:

de diensttijd, bedoeld in artikel 8, vijfde lid van de Inkomstenregeling burgerlijke ambtenaren defensie;

RVU-ontslag:

het ontslag op aanvraag om gebruik te maken van de regeling vervroegd uittreding;

RVU-uitkering:

een maandelijkse uitkering volgend op een RVU-ontslag.

D

Artikel 132 komt te luiden:

Artikel 132. Voorwaarden RVU-ontslag

• 1. Aan de ambtenaar die vóór 1 januari 2029 de pensioengerechtigde leeftijd bereikt, wordt op diens aanvraag RVU-ontslag verleend indien de ambtenaar:

  • a. op de datum van diens RVU-ontslag ten hoogste 36 maanden is verwijderd van de datum van de pensioengerechtigde leeftijd die voor de ambtenaar geldt, en;

  • b. op de datum van diens RVU-ontslag een diensttijd bij de overheid heeft doorgebracht van tenminste 35 jaar, en;

  • c. tot de datum van diens RVU-ontslag aanspraak heeft op de toelage, bedoeld in:

    • 1°. artikel 20 van het Inkomstenbesluit burgerlijke ambtenaren defensie, of;

    • 2°. artikel 24 van het Inkomstenbesluit burgerlijke ambtenaren defensie, of;

    • 3°. artikel 5 van de Inkomstenregeling burgerlijke ambtenaren defensie, of;

    • 4°. artikel 5 van het Besluit personenchauffeurs defensie, alsmede over de afgelopen twintig jaar gecumuleerd een periode van ten minste tien jaar aanspraak heeft gehad op één of meerdere van deze toelagen.

• 2. De ambtenaar:

  • a. op wie de overgangsbepaling functioneel leeftijdsontslag, bedoeld in artikel 171a, van toepassing is, alsmede

  • b. die een uitkering geniet ingevolge artikel 2 van de Uitkeringswet gewezen militairen komt niet in aanmerking voor RVU-ontslag.

E

Artikel 133 komt te luiden:

Artikel 133. Aanvraag RVU-ontslag

• 1. Op aanvraag van de ambtenaar wordt RVU-ontslag verleend op grond van artikel 114, eerste lid.

• 2. De aanvraag wordt uiterlijk vier maanden voor de beoogde ontslagdatum of voor 31 december 2025 ingediend bij het bevoegd gezag, waarbij geldt dat de ambtenaar uiterlijk 31 december 2025 van de beslissing tot ontslagverlening schriftelijk in kennis wordt gesteld.

F

Artikel 134 komt te luiden:

Artikel 134. RVU-uitkering

• 1. De ambtenaar aan wie RVU-ontslag is verleend, heeft vanaf de datum van ontslag aanspraak op de RVU-uitkering.

• 2. De ambtenaar heeft recht op de RVU-uitkering ter hoogte van het bedrag per maand, bedoeld in artikel 32ba, zevende lid, van de Wet op de loonbelasting 1964.

• 3. Bij een deeltijdaanstelling wordt de RVU-uitkering vastgesteld op een evenredig deel van de aanspraak bij een volledige aanstelling.

• 4. De RVU-uitkering wordt gedurende de looptijd van de uitkering aangepast overeenkomstig wijzigingen van het in artikel 32ba, zevende lid, van de Wet op de loonbelasting 1964 genoemde bedrag.

• 5. De RVU-uitkering eindigt met ingang van de dag:

  • a. waarop de ambtenaar weer in dienst treedt bij het ministerie van Defensie, of;

  • b. waarop de ambtenaar diens geldende pensioengerechtigde leeftijd bereikt, of;

  • c. volgende op de dag waarop de ambtenaar overlijdt.

G

De titels van de artikelen 135 tot en met 160 vervallen.

HOOFDSTUK 10 SLOTBEPALINGEN

Artikel 10.1 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst en werkt ten aanzien van:

• 1. hoofdstuk 3 terug tot en met 1 januari 2019;

• 2. hoofdstuk 4 terug tot en met 1 januari 2021;

• 3. hoofdstuk 5 terug tot en met 1 januari 2022;

• 4. hoofdstuk 6 terug tot en met 1 juli 2022;

• 5. hoofdstuk 7 terug tot en met 1 september 2022;

• 6. hoofdstuk 8 terug tot en met 1 januari 2023;

• 7. hoofdstuk 9 terug tot en met 1 juli 2023.

Artikel 10.2 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Wijzigingsbesluit arbeidsvoorwaardenakkoord 21–23.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 14 november 2024

Willem-Alexander

De Staatssecretaris van Defensie, G.P. Tuinman

Uitgegeven de zestiende januari 2025

De Minister van Justitie en Veiligheid, D.M. van Weel

NOTA VAN TOELICHTING

1. Algemeen

De Staatssecretaris van Defensie heeft op 7 juli 2022 met de centrales van overheidspersoneel in de Sectorcommissie Defensie overeenstemming bereikt over een pakket aan maatregelen betreffende het arbeidsvoorwaardenbeleid voor de sector Defensie voor de periode van 1 januari 2021 tot en met 31 december 2023 (hierna: het arbeidsvoorwaardenakkoord 2021–2023). Dit besluit betreft een nadere uitwerking van hoofdstuk 1 van het arbeidsvoorwaardenakkoord 2021–2023 en nog enkele andere wijzigingen die daarmee verband houden.

De recente internationale ontwikkelingen laten zien dat vrede en veiligheid niet vanzelfsprekend is. Er moet gebouwd worden aan de krijgsmacht van de toekomst. Een sterke krijgsmacht begint bij het versterken van de operationele gereedheid. Dit vraagt om onder meer investeringen in de arbeidsvoorwaarden van het personeel. Zij zijn het hart van de organisatie. De middelen die het Kabinet hiervoor beschikbaar heeft gesteld, maakt het mogelijk om hierop een inhaalslag te maken en vooruit te kijken. Met het arbeidsvoorwaardenakkoord 2021–2023 willen sociale partners het personeel laten zien dat ze waardering en respect hebben voor hun inzet en gemaakte afspraken nakomen. De focus ligt hierbij op het op orde brengen van het basissalaris voor militairen met het invoeren van een nieuwe salaristabel. Een begeleidingscommissie Arbeidsvoorwaarden zal toezien op een uniforme toepassing van de afspraken uit dit arbeidsvoorwaardenakkoord en vanwege de samenhang ook de akkoorden uit 2017–2018 en 2018–2020. Hieronder volgt een beknopte opsomming van de belangrijkste afgesproken maatregelen voor zover de maatregelen leiden tot wijzigingen van regelingen op het niveau van algemene maatregel van bestuur.

2. Het arbeidsvoorwaardenbeleid

Inkomensontwikkeling

Loonontwikkeling vormt een belangrijk deel van de arbeidsvoorwaarden. Het defensiepersoneel ontvangt:

• Per 01-01-2021 een loonsverhoging van 1,7%.

• Per 01-01-2022 een loonsverhoging van 2,95%.

• Per 01-01-2023 een loonsverhoging van 3,65% over de nieuwe salaristabellen per 01-01-2023.

Deze salarisverhogingen werken door naar de ontslaguitkeringen (wachtgelden, uitkering wegens functioneel leeftijdsontslag en uitkering gewezen militair) van het gewezen defensiepersoneel. De indexering van pensioenen en bovenwettelijke werkloosheidsuitkeringen vindt plaats overeenkomstig de hiervoor geldende voorschriften.

De salarissen van de militairen met de rang van vice-admiraal, luitenant-generaal, luitenant-admiraal of generaal volgen de loonontwikkeling van de CAO Rijk. Derhalve ontvangen zij niet de salarisverhogingen en eenmalige uitkeringen van de sector Defensie. De loonafspraken van de Sector Rijk voor deze categorie personeel worden met een separaat wijzigingsbesluit doorgevoerd.

Eenmalige uitkering 2022

Vanwege de lange duur tot het sluiten van het arbeidsvoorwaardenakkoord 2021–2023 is afgesproken dat per persoon een eenmalige pensioengevende uitkering wordt gegeven van € 1.750,– bruto aan het defensiepersoneel dat op 1 juli 2022 in dienst is. Deze eenmalige pensioengevende uitkering wordt op de gebruikelijke wijze uitgekeerd aan het gewezen defensiepersoneel met een wachtgelduitkering, uitkering wegens functioneel leeftijdsontslag en uitkering gewezen militair. Militairen die op 1 juli 2022 een aanstelling hebben als reservist en tussen 1 januari 2021 en 1 juli 2022 met aanspraak op bezoldiging in werkelijke dienst zijn geweest, ontvangen de uitkering naar rato van de gewerkte uren.

Bijzondere beloning 2023

De oorlog in Oekraïne trok in 2022 een zware wissel op Defensie. De medewerkers van Defensie merkten dat er veel van hen wordt gevraagd. Deze werklast liet zich extra voelen door de vele vacatures en het tekort aan collega’s. Omdat de druk op militairen en burgers ook in 2023 naar verwachting hoog zou zijn, hebben de sociale partners in december 2022 afgesproken dat per persoon een bijzondere beloning wordt gegeven van € 300,– netto aan het actief dienend defensiepersoneel dat op 25 december 2022 in dienst is. Militairen die op 25 december 2022 een aanstelling hebben als reservist en tussen 1 januari 2022 en 25 december 2022 met aanspraak op bezoldiging in werkelijke dienst zijn geweest, ontvangen de beloning naar rato van de gewerkte uren.

Bezoldigingssysteem militairen

In het arbeidsvoorwaardenakkoord 2017–2018 is overeengekomen om gefaseerd, een bij de tijd passend bezoldigingssysteem voor militairen te ontwikkelen en hierbij een vereenvoudigd model van toelagen te introduceren. Dit bezoldigingssysteem zou volgens de afspraak in het arbeidsvoorwaardenakkoord 2018–2020 worden ingevoerd op 1 juli 2020.

Het bezoldigingssysteem bestaat uit de salaristabel en de toelagen. In het voorliggende arbeidsvoorwaardenakkoord is het accent gelegd op de invoering van een nieuwe salaristabel. De vereenvoudiging van het toelagenstelsel wordt stapsgewijs uitgewerkt en ingevoerd.

a. Modernisering militaire salaristabel

In de eerdergenoemde arbeidsvoorwaardenakkoorden zijn uitgangspunten opgenomen waaraan een nieuwe salaristabel moet voldoen. Sociale partners willen de militairen die voor een belangrijk deel de operationele inzetbaarheid verzorgen, in hun basissalaris beter belonen voor hun werk bij de krijgsmacht. Ook vinden zij het van belang voldoende aantrekkelijk te zijn voor nieuwe medewerkers. Tegelijkertijd willen ze moderniseren door de verschillen in de beloning tussen de krijgsmachtonderdelen op te heffen en de sterke focus op anciënniteit te verminderen. Ten slotte moet de nieuwe salaristabel beter aansluiten op de in 2019 ingevoerde middelloon pensioenregeling voor militairen.

b. Een eenvoudiger toelagenstelsel met de operationele inzet centraal

Sociale partners hebben op een eerder moment afgesproken een vereenvoudigd model van toelagen te willen introduceren. Daartoe willen zij naar een systeem waarin toelagen zo generiek als mogelijk zijn en zo specifiek als noodzakelijk. De toelagen worden daarbij beter uitlegbaar en zoveel mogelijk op dezelfde manier berekend. De inzet van de krijgsmacht is in steeds sterkere mate afhankelijk van de beschikbaarheid van specialisten en schaarse capaciteiten, die ook buiten defensie op de arbeidsmarkt erg gewild zijn. Het nieuwe stelsel van toelagen biedt de ruimte en de mogelijkheden om deze medewerkers aan te trekken en te behouden. De huidige aanstellings-, bindings- en behoudpremies worden bij deze herziening betrokken. De inrichting van het nieuwe toelagenstelsel zal ook rekening houden met het werk, de werkomstandigheden en met de effecten van de invoering van de nieuwe salaristabel. De vereenvoudiging van het toelagenstelsel is door de verscheidenheid en de samenhang met een nieuwe salaristabel complex. Het nieuwe stelsel van toelagen wordt daarom gefaseerd uitgewerkt en ingevoerd. Met het arbeidsvoorwaardenakkoord 2021–2023 zijn de eerste stappen naar een nieuw stelsel van toelagen gezet waarbij de focus ligt op het verhogen van een aantal toelagen.

Salaristabel burgermedewerkers

In het arbeidsvoorwaardenakkoord 2018–2020 is afgesproken een onderzoek te starten naar de beloningspositie van het burgerpersoneel. Vooruitlopend op de uitkomsten van dit onderzoek is in het arbeidsvoorwaardenakkoord 2021–2023 afgesproken per 1 januari 2023 al een aantal maatregelen te nemen. Zo wordt onder meer de maandelijkse inkomenstoeslag voor al het burgerpersoneel verhoogd en worden de schalen 1 en 2 financieel gelijk gemaakt met schaal 3 waardoor burgermedewerkers minimaal bezoldigd worden volgens schaal 3 met salarisnummer 0. Op deze wijze wordt geborgd dat voor burgermedewerkers en militairen op functie binnen de sector Defensie eenzelfde startsalaris geldt.

Pensioenakkoord

Het Pensioenakkoord van juni 2019 biedt sectoren mogelijkheden ten aanzien van maatregelen in het kader van duurzame inzetbaarheid en vervroegd uittreden. Het Pensioenakkoord biedt sectoren onder meer de mogelijkheid om aan specifieke groepen werknemers tijdelijk meer handelingsperspectief te bieden om vervroegd uit te treden. Werkgevers hebben de mogelijkheid om in de periode tot en met 2025 uittredingsregelingen af te spreken die werknemers de mogelijkheid bieden om maximaal drie jaar voor hun AOW-leeftijd te stoppen met werken. Het kabinet faciliteert deze regelingen door in deze periode tot een bepaald bedrag geen pseudo-eindheffing op regelingen voor vervroegde uittreding (RVU-heffing) op te leggen. Het niveau van dit bedrag wordt jaarlijks vastgelegd in de Wet op de loonbelasting 1964. De werknemer kan bijdragen aan het overbruggen van de periode tot aan AOW-leeftijd door diens pensioen naar voren te halen.

In het arbeidsvoorwaardenakkoord 2021–2023 is afgesproken dat maatregelen in lijn met het Pensioenakkoord nog nader worden uitgewerkt. Wel zijn in het arbeidsvoorwaardenakkoord 2021–2023 reeds afspraken gemaakt over de aanpassing van de bestaande overgangsregeling voor functioneel leeftijdsontslag voor het burgerpersoneel. Hierdoor is er meer keuze voor de medewerkers om binnen of buiten Defensie langer door te werken en op die manier het eigen inkomen en bijbehorende pensioenaanspraak te beïnvloeden.

In de periode tussen het afsluiten van het arbeidsvoorwaardenakkoord 2021–2023 en het opstellen van dit wijzigingsbesluit hebben sociale partners de afspraak over het treffen van een tijdelijke regeling voor geheel of gedeeltelijke uitstroom voor specifieke categorieën burgerpersoneel reeds uitgewerkt. Dit heeft geresulteerd in de Regeling vervroegd uittreden Defensie (RVU-regeling). De wijzigingen in dat kader maken ook onderdeel uit van dit wijzigingsbesluit.

Overige wijzigingen

In arbeidsvoorwaardenakkoord 2021–2023 zijn tevens afspraken gemaakt over het behouden van de individuele opleidingsaanspraak bij het overgaan van een burgeraanstelling naar een militaire aanstelling en vice versa. Verder is afgesproken dat de inzet van burgermedewerkers bij Defensie die reservist zijn of willen worden, beter wordt gefaciliteerd doordat de burgermedewerker zijn bezoldiging behoudt voor zoveel deze meer bedraagt dan zijn militaire inkomsten als reservist. Tot slot is de aanspraak voor het defensiepersoneel op een uitkering bij aanvullend geboorteverlof op grond van de Wet Arbeid en Zorg verhoogd naar 100% van het inkomen van de defensiemedewerker.

Inwerkingtreding maatregelen

In het arbeidsvoorwaardenakkoord 2021–2023 zijn voor de verschillende maatregelen (deels vanwege beleidskeuzes, deels om budgettaire redenen) verschillende tijdstippen van inwerkingtreding afgesproken. In dit wijzigingsbesluit zijn de maatregelen in hoofdstuk van datum van ingang gesorteerd. Aangezien dit wijzigingsbesluit niet eerder dan eind 2023 wordt gepubliceerd, is het onvermijdelijk dat aan de meeste maatregelen terugwerkende kracht moet worden verleend. Daartegen bestaat geen bezwaar, omdat het in alle gevallen steeds gaat om begunstigende maatregelen en niet om maatregelen met een benadelend karakter.

De centrales van overheidspersoneel hebben ingestemd met de wijzigingen in de desbetreffende besluiten ter uitvoering van de gemaakte afspraken.

3. Artikelsgewijze toelichting

Hoofdstuk 1 Formalisering van een eenmalige uitkering in juli 2022 aan het defensiepersoneel

Artikel 1 Eenmalige uitkering 2022

Aan het defensiepersoneel dat op de peildatum 1 juli 2022 met aanspraak op bezoldiging in werkelijke dienst is, wordt volgens de gebruikelijke systematiek een eenmalige uitkering toegekend. Vanwege deze peildatumsystematiek geldt dat er geen aanspraak bestaat op deze uitkering, indien de medewerker onbetaald verlof geniet op 1 juli 2022. Voor militairen aangesteld bij het reservepersoneel geldt dat zij op enig tijdstip tijdens de meetperiode, 1 januari 2021 tot 1 juli 2022 met aanspraak op bezoldiging in werkelijke dienst moeten zijn geweest om aanspraak te hebben op een naar rato eenmalige uitkering. Het toe te kennen bedrag geldt bij een aanstelling van 38 uur per week. Medewerkers met een aanstellingsvorm van minder dan 38 uur ontvangen een uitkering naar rato van de deeltijdfactor. Voor mensen met meerdere aanstellingsvormen of uitkeringen geldt dat zij maximaal € 1.750,– bruto per persoon ontvangen.

Hoofdstuk 2 Formalisering van een bijzondere beloning in maart 2023 aan het defensiepersoneel

Artikel 2 Bijzondere beloning 2023

Aan het actief dienend defensiepersoneel dat op de peildatum 25 december 2022 met aanspraak op bezoldiging in werkelijke dienst is, wordt een bijzondere beloning van € 300,– netto toegekend. Vanwege deze peildatumsystematiek geldt dat er geen aanspraak bestaat op deze beloning, indien de medewerker onbetaald verlof geniet op 25 december 2022. Voor militairen aangesteld bij het reservepersoneel geldt dat zij op enig tijdstip tijdens de meetperiode, 1 januari 2022 tot 25 december 2022 met aanspraak op bezoldiging in werkelijke dienst moeten zijn geweest om aanspraak te hebben op een naar rato bijzondere beloning. Het toe te kennen bedrag geldt bij een aanstelling van 38 uur per week. Medewerkers met een aanstellingsvorm van minder dan 38 uur ontvangen een beloning naar rato van de deeltijdfactor. Voor medewerkers met meerdere aanstellingsvormen geldt dat zij maximaal € 300,– netto per persoon ontvangen.

Hoofdstuk 3 Wijzigingen met ingang van 1 januari 2019

Artikel 3, onderdelen A en B

Het betreft hier een correctie, omdat eenmalige uitkeringen aan het defensiepersoneel variabele inkomensbestanddelen betreffen die voor 100% pensioengevend zijn en derhalve opgenomen moeten worden in tabel 3 van artikel 23a van het Inkomstenbesluit militairen (IBM).

Hoofdstuk 4 Wijzigingen met ingang van 1 januari 2021

Artikel 4.1, artikel 4.2 en artikel 4.3 onderdelen A, B en D

Het arbeidsvoorwaardenakkoord 2021–2023 bevat een loonsverhoging van 1,7% per 1 januari 2021. De wijzigingen in deze artikelen zijn aanpassingen van bedragen die hierop betrekking hebben.

Artikel 4.3, onderdelen C en E en artikel 4.4

In het arbeidsvoorwaardenakkoord 2018–2020 was een voorziening opgenomen in afwachting van de totstandkoming van het voor 1 juli 2020 voorziene nieuwe bezoldigingssysteem. Dit is geformaliseerd in artikel 15c en in de bijlagen C en D van het IBM. Deze voorziening kende derhalve als einddatum 30 juni 2020. Aangezien de totstandkoming daarvan door diverse omstandigheden is vertraagd, is deze voorziening diverse malen middels de ministeriële regeling Voorziening Tijdelijke toelage loongebouw verlengd, maar telkens uiterlijk tot de invoering van het nieuwe bezoldigingssysteem. Met de aanpassing van artikel 15c van het IBM wordt de geldigheid van de tijdelijke toelage loongebouw gerepareerd en heeft de militair in afwachting van de invoering van het nieuwe loongebouw aanspraak op een tijdelijke toelage loongebouw (artikel 4.3, onderdeel C). De nieuwe bijlage C van het IBM is van toepassing op alle militairen. Hierdoor is bijlage D van het IBM komen te vervallen (artikel 4.3, onderdeel E). Met de reparatie van artikel 15c van het IBM kan tegelijkertijd de Voorziening Tijdelijke toelage loongebouw (Stcrt. 2021, 18417) worden ingetrokken (artikel 4.4).

Hoofdstuk 5 Wijzigingen met ingang van 1 januari 2022

Het arbeidsvoorwaardenakkoord 2021–2023 bevat een loonsverhoging van 2,95% per 1 januari 2022. De wijzigingen in dit hoofdstuk zijn aanpassingen van bedragen die hierop betrekking hebben.

Hoofdstuk 6 Wijzigingen met ingang van 1 juli 2022

Artikel 6.1 en artikel 6.2

Als uitvloeisel van het arbeidsvoorwaardenakkoord 2021–2023 wordt het onwenselijk geacht dat opgebouwde opleidingsaanspraken als bedoeld in artikel 16bis van het Algemeen militair ambtenarenreglement (AMAR) en artikel 20 van het Burgerlijk ambtenarenreglement defensie (BARD) komen te vervallen op het moment dat de defensiemedewerker overgaat van een militaire aanstelling bij het beroepspersoneel (diegene die is aangesteld bij het reservepersoneel heeft geen recht op een individuele opleidingsaanspraak) naar een burgeraanstelling en vice versa. Daarom wordt het vanaf 1 juli 2022 mogelijk dat bij wisseling van een militaire aanstelling bij het beroepspersoneel naar een burgeraanstelling en vice versa de op dat moment beschikbare resterende aanspraak wordt overgeheveld naar de nieuwe aanstelling. De opleidingsaanspraak groeit door tot het maximumbedrag in de mate en met de snelheid die behoort bij de nieuwe aanstellingsvorm, tenzij de aanspraak bij aanvang van de aanstelling als burgerlijk dan wel militair ambtenaar bij het ministerie van Defensie reeds meer is dan het maximum bedrag, bedoeld in artikel 20, tweede lid van het BARD respectievelijk artikel 16bis, tweede lid, van het AMAR. Het gaat hierbij derhalve over het niet verder opbouwen van de opleidingsaanspraak omdat deze al hoger is dan het maximumbedrag. Uiteraard kan de betreffende ambtenaar wel het totale overgehevelde budget benutten.

Artikel 6.3, onderdelen A en C

In het arbeidsvoorwaardenakkoord 2021–2023 is een voorziening opgenomen in afwachting van de invoering van de nieuwe salaristabel op 1 januari 2023. Om militairen zo snel mogelijk voor de salarisverhogingen uit de nieuwe salaristabel in aanmerking te laten komen, wordt vanaf 1 juli 2022 tot 1 januari 2023, de datum van invoering van de nieuwe salaristabel, maandelijks een toelage overbrugging salaristabel toegekend op grond van een nieuw artikel 15d, eerste lid van het IBM op basis van de bedragen die zijn opgenomen in de nieuwe bijlage E van het IBM (onderdeel C).

Het tweede lid van artikel 15d van het IBM is toegevoegd om te benadrukken dat deze toelage niet van toepassing is op militairen die bij aanstelling een eerste initiële opleiding volgen en deze nog niet hebben afgerond. Het gaat hierbij dus niet om militairen die na een aanstelling als militair nog een tweede keer een initiële opleiding volgen, bijvoorbeeld in verband met een loopbaanwijziging of militairen die op het moment van invoeren van de nieuwe opleidingstabel eerder al een initiële opleiding hebben afgerond, waaronder de zogenaamde doorstromers. Zij ontvangen wel een toelage overbrugging salaristabel en zullen met ingang van 1 januari 2023 worden ingepast in de militaire salaristabel.

Degenen die tussen 30 juni 2022 en 1 januari 2023 hun eerste initiële opleiding volgen zullen hun huidige aanspraken behouden en worden, indien zij dan nog in opleiding zijn, met ingang van 1 januari 2023 ingepast in de opleidingstabel, die is opgenomen in bijlage A van het IBM (zie toelichting bij artikel 8.5, onderdelen C en F, van dit wijzigingsbesluit).

Artikel 6.3, onderdeel B

De toelage overbrugging salaristabel op grond van artikel 15d van het IBM (nieuw) betreft een vast inkomensbestanddeel die voor 100% pensioengevend is en derhalve opgenomen moet worden in tabel 2 van artikel 23a van het IBM.

Hoofdstuk 7 Wijzigingen met ingang van 1 september 2022

Artikel 7.1 en artikel 7.2

Met ingang van 1 september 2022 wordt de aanspraak voor defensiemedewerkers op een uitkering bij aanvullend geboorteverlof op grond van de Wet Arbeid en Zorg verhoogd van 75% naar 100% van het inkomen van de defensiemedewerker. Hiermee wordt één van de drempels om aanvullend geboorteverlof op te nemen verder verlaagd.

Voor het burgerpersoneel vloeit de grondslag voor de bezoldiging voort uit artikel 3 van het BARD jo artikel 1, onderdeel j, van het Inkomstenbesluit burgerlijke ambtenaren defensie (IBBAD). De grondslag voor het militair personeel betreft de verhoogde bezoldiging als bedoeld in artikel 1 van het IBM.

Hoofdstuk 8 Wijzigingen met ingang van 1 januari 2023

Artikel 8.1, artikel 8.4 onderdelen F, G en H en artikel 8.5 onderdelen L, M en Q

Het arbeidsvoorwaardenakkoord 2021–2023 bevat een loonsverhoging van 3,65% per 1 januari 2023. De wijzigingen in deze artikelen zijn aanpassingen van bedragen die hierop betrekking hebben.

Artikel 8.2, onderdeel A en B

In het arbeidsvoorwaardenakkoord 2021–2023 is afgesproken in geval er sprake is van een ontslag als gevolg van artikel 171a van het BARD en deze medewerker een FLO-uitkering ontvangt, de samenloop van inkomsten van de FLO-uitkering en de inkomsten na FLO-ontslag in een functie buiten Defensie niet langer te begrenzen op 100%, maar op 150% van de laatstgenoten bezoldiging. De aanpassingen in artikel 4c, vierde lid en artikel 5, eerste lid van het Besluit uitkering wegens functioneel leeftijdsontslag burgerlijke ambtenaren defensie zien op deze wijziging.

Artikel 8.3

In het verleden zijn tussen sociale partners afspraken gemaakt over zware beroepen en het hierbij horende leeftijdsontslag. In de sector Defensie is het FLO-ontslag afgeschaft, maar zijn wel afspraken gemaakt over de groepen die aanspraak kunnen maken op overgangsbeleid. De regels voor deze groep zijn vastgelegd in artikel 171a van het BARD. In het arbeidsvoorwaardenakkoord 2021–2023 is afgesproken dat deze regels worden aangepast, zodat er meer keuze is voor de medewerkers om binnen of buiten Defensie langer door te werken en op die manier het eigen inkomen en bijbehorende pensioenaanspraak te beïnvloeden.

Artikel 171a, derde lid, van het BARD

In verband met de afspraak dat de medewerkers voortaan een keuze hebben om langer door te werken op hun eigen functie als bedoeld in het vierde lid van artikel 171a van het BARD is de zinsnede «op diens aanvraag» toegevoegd aan dit artikel om dit tot uitdrukking te brengen.

Artikel 171a, vierde lid, van het BARD

In dit akkoord is afgesproken dat de medewerkers die onder het eerste lid van artikel 171a van het BARD vallen, het recht hebben 4 jaar langer door te werken op de eigen functie. Medewerkers die onder het tweede lid van dat artikel vallen, hebben dit recht voor een periode van 2 jaar. Na het verstrijken van deze 4 c.q. 2 jaar kan jaarlijks om een verlenging worden gevraagd volgens de voorwaarden genoemd in dit vierde lid. Indien uit een bedrijfsgeneeskundig onderzoek blijkt dat een medewerker niet meer in staat is diens functie te vervullen, wordt met toepassing van artikel 114 van het BARD eervol functioneel leeftijdsontslag verleend.

Artikel 171a, zesde lid, van het BARD

Voor medewerkers die vallen onder het zesde lid van dit artikel, is bepaald dat hen een andere passende functie wordt opgedragen vóór het bereiken van de leeftijd van 60 respectievelijk 62 jaar. Uitgangspunt is dat deze medewerkers doorwerken tot de AOW-gerechtigde leeftijd.

Artikel 171a, zevende lid, van het BARD

Voor de groep, bedoeld in het zevende lid van dit artikel, is afgesproken, dat indien de medewerker voor het bereiken van de leeftijd van 60 respectievelijk 62 jaar nog geen andere passende functie gevonden is, ook deze groep het recht heeft om tot de leeftijd van 64 jaar door te werken op de eigen functie. Bij het bereiken van de leeftijd van 64 jaar kan deze medewerkers een andere passende functie worden opgedragen. Aan deze medewerkers wordt met toepassing van artikel 114 van het BARD eervol functioneel leeftijdsontslag verleend wanneer het ondanks inspanningen niet lukt een passende functie te vinden.

Artikel 8.4, onderdelen A en H

De definitie van salarisnummer in artikel 1, onderdeel h en de bijlage A van het IBBAD zijn gewijzigd, omdat deze niet met elkaar in overeenstemming waren en onduidelijk was met welk getal in de tabel het salarisnummer werd aangeduid.

Artikel 8.4, onderdelen B, C, G en H

In het arbeidsvoorwaardenakkoord 2018–2020 is afgesproken een onderzoek te starten naar de beloningspositie van burgerpersoneel. Vooruitlopend op de uitkomsten van dit onderzoek is in het arbeidsvoorwaardenakkoord 2021–2023 een aantal maatregelen afgesproken ter verbetering van de beloningspositie van burgermedewerkers. Dit betreft de maatregelen zoals opgenomen in de onderdelen B, C, F en G.

Artikel 8.4, onderdeel B

Als gevolg van de afspraak dat de startsalarissen van burgers vanaf 22 jaar en ouder € 14 per uur of hoger is, hebben de volgnummers 1 tot en met 11 in de salaristabel van bijlage A van het IBBAD allemaal hetzelfde salarisbedrag van € 2.394,31. Dit betekent dat de schalen 1 tot en met 6 allemaal hetzelfde salaris hebben tot en met volgnummer 11. Hierdoor is de beloningspositie van deze categorie duidelijk verbeterd. Tegelijkertijd houdt dit in dat deze burgermedewerkers, afhankelijk van de schaal, langer hetzelfde salaris ontvangen.

Als uitvloeisel hiervan is artikel 11 van het IBBAD gewijzigd dat gaat over de jaarlijkse salarisverhoging. Bij bovenstaande categorie zal afhankelijk van de schaal een aantal jaar geen sprake zijn van een salarisverhoging, maar van een verhoging van het salarisnummer. Om die reden is dit artikel de «salarisverhoging» vervangen door een verhoging van het salarisnummer met één of meer. Voor de bovenstaande categorie betekent het verhogen van het salarisnummer weliswaar geen salarisverhoging op dat moment, maar het wijzigt wel de uitgangspositie in de salaristabel bij een eventuele bevordering naar een hogere schaal op een later moment. De wijziging van dit artikel heeft geen materieel effect op degenen die in een andere schaal dan bovenvermeld zitten; bij deze categorie zal er bij het verhogen van het salarisnummer eenzelfde salarisverhoging plaatsvinden als voor de wijziging van dit artikel. Bij het wijzigen van dit artikel is voor de formulering zoveel mogelijk aansluiting gezocht bij de formulering van artikel 7c van het IBM (waarin de klikmaandsystematiek voor militairen is geregeld). Zie hiervoor de toelichting bij artikel 8.5, onderdeel G, van dit wijzigingsbesluit.

Artikel 8.4, onderdeel C

In het nieuwe artikel 11a van het IBBAD is een overgangsbepaling opgenomen om invulling te geven aan de afspraak uit dit akkoord om bij invoering van de aangepaste salaristabel (bijlage A van het IBBAD) de burgermedewerkers in de schalen 3 tot en met 7 een extra salarisnummer toe te kennen zodat zij nog verder kunnen doorgroeien in hun schaal.

Artikel 8.4, onderdelen D en E

De afspraak met betrekking tot de samenloop van inkomsten als burger en reservist wordt geregeld in artikel 41 van het IBBAD. Als gevolg van deze afspraak wordt het gehele artikel veralgemeniseerd. In het oude tweede lid was weliswaar ook een voorziening opgenomen om te voorkomen dat de burger wordt geconfronteerd met een inkomensachteruitgang als gevolg van zijn inzet als militair in werkelijke dienst, maar deze voorziening was slechts van toepassing op een aantal specifieke situaties. Daarom is thans gekozen voor een algemeen geldende voorziening die zowel de oude situaties als de nieuwe situatie omvat. Tegelijkertijd is voor de berekening van de hoogte van de aanvulling gekozen voor een vergelijking tussen gelijke salariscomponenten. Bij samenloop van inkomsten als burger en reservist ontstaat nu de volgende situatie:

• 1. Alle inkomsten als burger worden over de uren dat buitengewoon onbezoldigd verlof is verleend, «stop gezet».

• 2. Alle inkomsten als militair in werkelijke dienst worden voor de duur van de werkelijke dienst «aan gezet».

• 3. Voor de uren waarover de burger buitengewoon onbezoldigd verlof is verleend, wordt een vergelijking gemaakt tussen het salaris als burger waarin de inkomenstoeslag onlangs is opgenomen en het salaris, vermeerderd met de VEB-toelage, als militair. Indien het militaire salaris inclusief VEB-toelage lager is dan het burger salaris inclusief inkomenstoeslag, krijgt de burger aanspraak op een aanvulling om dat verschil te dichten. De aanvulling zal zichtbaar zijn op de militaire loonstrook.

De term «bezoldiging» wordt in het nieuwe artikel geschrapt. Hoewel de begripsbepaling van de term «bezoldiging» in artikel 1, onder j IBBAD ruim is, omvat de term bezoldiging niet alle inkomsten op grond van het IBBAD (bijvoorbeeld de functioneringstoelage uit hoofdstuk 6 van het IBBAD). Dit strookt niet met het verlenen van buitengewoon verlof zonder behoud van bezoldiging, omdat in die situatie juist alle inkomsten worden stopgezet. Om die reden is in het eerste lid van het nieuwe artikel 41 IBBAD de term «bezoldiging» vervangen door «inkomsten». De term «bezoldiging» vervalt ook in de titel van dit artikel; gekozen is voor een nieuwe titel die meer de lading dekt: samenloop met militaire inkomsten.

In het nieuwe tweede lid is de aanspraak opgenomen op een inkomensaanvulling over de uren waarvoor de ambtenaar buitengewoon verlof zonder behoud van bezoldiging is verleend.

In het nieuwe derde lid is de vergelijking van de salariscomponenten opgenomen. In deze vergelijking wordt alleen nog gekeken naar het salaris en VEB-toelage en niet naar de inkomsten. Op die manier is de vergelijking eerlijker, omdat niet allerlei toelagen en vergoedingen worden meegeteld die de vergelijking kunnen vertroebelen. Overigens kan het hierdoor zo zijn dat de militaire inkomsten als geheel hoger zijn dan de burger inkomsten, maar er toch aanspraak kan bestaan op een aanvulling. Denk hierbij aan de situatie dat het salaris vermeerderd met de VEB-toelage als militair lager is dan het salaris als burger, maar de militair ook aanspraak heeft op VVHO.

Voor de begrippen «salaris» en «VEB-toelage» is het noodzakelijk om in het artikel een verwijzing naar het IBM op te nemen, omdat in het IBBAD gebruik wordt gemaakt van een definitie die in een ander besluit (IBM) is opgenomen.

In het nieuwe vierde lid is de toekenning van de inkomensaanvulling geregeld. De hoogte van de inkomensaanvulling wordt bepaald door het verschil tussen het lagere militaire salaris en het salaris als ambtenaar.

Als gevolg van de gewijzigde systematiek van artikel 41 van het IBBAD is ook de formulering van artikel 42, tweed lid, van het IBBAD aangepast door het begrip «bezoldiging» te vervangen door «inkomsten». Voor het overige is dit artikel ongewijzigd gebleven.

Artikel 8.4, onderdeel G

In het arbeidsvoorwaardenakkoord 2021–2023 is afgesproken om voor alle burgermedewerkers de maandelijkse inkomenstoeslag van artikel 44a van het IBBAD te verhogen met € 25,– bruto per maand.

Artikel 8.4, onderdeel H

Met dit onderdeel wordt de aangepaste salaristabel (bijlage A van het IBBAD) ingevoerd. In deze tabel is de afspraak uit het arbeidsvoorwaardenakkoord 2021–2023 verwerkt dat de salarisschalen 1 en 2 blijven bestaan, maar in bedragen en salarisnummers gelijk worden gesteld aan salarisschaal 3 tot en met salarisnummer 10. Hierdoor worden burgermedewerkers in de salarisschalen 1 en 2 minimaal bezoldigd gelijk aan salarisschaal 3 met salarisnummer 0. Op deze wijze wordt geborgd dat vanaf 1 januari 2023 binnen de sector Defensie, in navolging van de nieuwe salaristabel voor militairen, het startsalaris voor burgermedewerkers vanaf 22 jaar en ouder € 14,– per uur of hoger zal bedragen.

Voorts is de tabel voor de jeugdlonen behorende bij de salaristabel in bijlage A aangepast zodat alle bedragen boven het wettelijk minimum jeugdloon komen. Indien bij het opstellen van de jeugdlonen de jeugdsalarissen uitsluitend zouden zijn opgehoogd met de loonsverhogingen dan zou met de extra ophoging van het minimumloon per 1 januari 2023 (ruim 8%) de thans geldende bedragen onder het wettelijk minimum zijn uitgekomen. Derhalve zijn de jeugdlonen conform de rekenregel die hiervoor werd gebruikt voor het bepalen van de jeugdlonen, in lijn gebracht met de salaristabel en sluiten deze twee tabellen thans goed op elkaar aan. Hierdoor komen alle bedragen in de tabel voor jeugdlonen boven het wettelijk minimum uit.

Artikel 8.5, onderdelen A en D

In de nieuwe salaristabel wordt niet meer gesproken over salarisnummers. Derhalve is dit begrip nu vervangen door het begrip salaristrede. Daarnaast is in het eerste lid van artikel 1 van het IBM tot uitdrukking gebracht dat het in de tabel gaat om het getal dat na het salaris is opgenomen. Bij de wijziging van artikel 5 van het IBM is van de gelegenheid gebruik gemaakt om persoonsaanduidingen sekseneutraal te maken.

Artikel 8.5, onderdelen B en I

Voor de helderheid is hoofdstuk 2 van het IBM onderverdeeld in twee paragrafen. Paragraaf 1 bevat de algemene bepalingen en paragraaf 2 gaat over de nieuwe overgangsbepalingen als gevolg van de transitie op 1 januari 2023.

Artikel 8.5, onderdelen C, L, P en Q

Met artikel 4 van het IBM (nieuw) wordt met ingang van 1 januari 2023 voor militairen een opleidingstabel (bijlage A van het IBM) en een nieuwe salaristabel (bijlage B van het IBM) ingevoerd. De opleidingstabel geldt voor alle militairen die het algemene deel van hun eerste initiële opleiding nog niet hebben afgerond. De nieuwe salaristabel geldt voor alle militairen van alle krijgsmachtdelen die niet vallen onder de opleidingstabel.

Opleidingstabel

In het arbeidsvoorwaardenakkoord 2021–2023 is afgesproken dat vanaf 1 januari 2023 nieuw instromende militairen in hun eerste initiële opleiding een salaris ontvangen conform de opleidingstabel (bijlage A van het IBM). Defensie kent, als onderdeel van de initiële opleiding, echter een grote verscheidenheid aan functie specifieke opleidingstrajecten, waarbij het palet varieert van geen functie specifieke opleiding tot vaktechnische opleidingstrajecten van meerdere jaren. Daardoor verschilt de lengte van de periode waarin militairen salaris ontvangen conform de opleidingstabel aanzienlijk. Doordat militairen op verschillende momenten doorstromen naar de militaire salaristabel, ontstaan er verschillen in salaris. Deze verschillen zijn reeds aanwezig, doordat leerlingen met een kortere opleiding op een eerder moment worden bevorderd, waardoor de militair sneller door de loontabel loopt, maar worden door de opleidingstabel vergroot, omdat er nu niet alleen verschillen bestaan in het moment van bevordering, maar ook het in moment dat de militair doorstroomt naar de militair salaristabel.

Om binnen Defensie op een eenduidige wijze invulling te geven aan deze afspraak, is aanvullend afgesproken om voor alle groepen leerlingen een moment tijdens de initiële opleiding te definiëren waarop de overgang van de opleidingstabel naar de salaristabel plaatsvindt. De hoofdregel daarbij is dat de overgang plaatsvindt na afronding van het algemene deel van de eerste initiële opleiding. De leerling kan vanaf dat moment immers daadwerkelijk als militair worden ingezet. Wat onder het algemene deel van de initiële opleiding wordt verstaan, zal per initiële opleiding worden vastgesteld bij ministeriële regeling. De grondslag hiervoor is neergelegd in artikel 4, derde lid, van het IBM. In artikel 4, eerste lid, is expliciet aangegeven dat het dient te gaan om de eerste initiële opleiding. Het gaat hierbij dus niet om militairen die na een aanstelling als militair nog een tweede keer een initiële opleiding volgen, bijvoorbeeld in verband met een loopbaanwijziging of militairen die op het moment van invoeren van de nieuwe opleidingstabel eerder al een initiële opleiding hebben afgerond, waaronder de zogenaamde doorstromers. Met deze opleidingstabel biedt Defensie een salaris dat boven het minimum (jeugd)loon ligt.

Salaristabel

De salaristabel (bijlage B van het IBM) is als volgt tot stand gekomen:

• a. Uitgangssituatie salaristabel: als startpunt is de salaristabel van 1 juli 2020 gebruikt. De bedragen hierin zijn verhoogd met 1,7% per 1 januari 2021 en met 2,95% per 1 januari 2022.

• b. Vervolgens zijn, op basis van de peildatum 1 januari 2022, de volgende toelagen structureel in de tabel opgenomen, waardoor deze toelagen meetellen bij de berekening van de eindejaarsuitkering, vakantie-uitkering en de UGM-grondslag:

  • de garantietoelage militair specifiek minimumloon;

  • de maatregel voor negatieve inkomenseffecten pensioenpremie;

  • de compensatie Wet Uniformering Loonbegrip (WUL) en

  • de Tijdelijke Toelage Loontabel.

• c. De rangen en salarisbedragen van de Koninklijke Marine en de andere krijgsmachtdelen zijn vervolgens samengevoegd. Rangen met een gelijke somscore zijn zoveel mogelijk in dezelfde schaal geplaatst. Voor de adjudant van de Koninklijke Marine blijft een aparte salarisschaal bestaan.

De salaristabel kent de volgende kenmerken:

• De salaristabel is gelijk van opzet als die van burgermedewerkers.

• De salaristabel is ingedeeld op basis van rangen met gelijke somscores en salaristreden.

• Salarisnummers komen in deze tabel niet meer voor. De hoogste salaristrede geeft het maximale bedrag in die rang weer.

• Voor elke kolom zijn de salaristreden opgenomen, die gekoppeld zijn aan de salarisbedragen aan de linkerzijde.

• Doordat het aantal salaristreden voor de meeste rangen is verminderd, stijgt het gemiddelde inkomen over de carrière.

• Het startsalaris voor militairen op functie is altijd € 14,– per uur of hoger.

Artikel 8.5, onderdeel F

Artikel 7, eerste lid, van het IBM (nieuw) regelt de inschaling van de militair in de opleidingstabel (bijlage A van het IBM). Het hoofd defensieonderdeel kent aan de militair op wie de opleidingstabel van toepassing is (zie hiervoor artikel 4, eerste lid, van het IBM) met gebruikmaking van de opleidingstabel een salaris toe op basis van de rang en de leeftijd die de militair op dat moment heeft. Deze bepaling ziet op militairen die vanaf 1 januari 2023 nieuw instromen in de organisatie en vervolgens het reguliere traject volgen en dus worden aangewezen voor een initiële opleiding.

Artikel 7, tweede lid, van het IBM (nieuw) regelt de inschaling van de militair in de salaristabel (bijlage B van het IBM) op wie direct bij aanstelling de salaristabel van toepassing is (bijvoorbeeld een herintreder die niet opnieuw de initiële opleiding hoeft te volgen). Het hoofd defensieonderdeel kent op grond van artikel 7, tweede lid, van het IBM aan deze militair met gebruikmaking van de salaristabel een salaristrede toe binnen de bij diens rang behorende salarisschaal op basis van de kennis en ervaring van de militair. Deze bepaling ziet op militairen die vanaf 1 januari 2023 nieuw instromen in de organisatie, doch niet worden ingeschaald in de opleidingstabel.

Artikel 7, derde lid, van het IBM biedt de grondslag om de categorieën personeel die vallen onder de werking van artikel 7, tweede lid, IBM in een ministeriële regeling uit te werken.

Voor militairen die op 1 januari 2023 reeds waren aangesteld zijn overgangsbepalingen opgesteld, welke zijn opgenomen in paragraaf 2 van hoofdstuk 2 van het IBM (zie hiervoor artikel 8.5, onderdeel I, van dit wijzigingsbesluit). Deze militairen vallen derhalve niet onder de werking van artikel 7 van het IBM.

Artikel 8.5, onderdeel G

Artikel 7a van het IBM regelt de wijze waarop de militair in initiële opleiding de opleidingstabel (bijlage A van het IBM) doorloopt. In dit artikel is bepaald dat de militair in de maand dat deze jarig is of bevorderd wordt, wordt ingeschaald op basis van de op dat moment geldende rang en leeftijd.

Artikel 7b van het IBM regelt de wijze van inschaling in de salaristabel (bijlage B van het IBM) wanneer de militair overgaat van de opleidingstabel (bijlage A van het IBM) naar de salaristabel.

In het eerste lid is bepaald dat bij de overgang naar de salaristabel aan de militair, op basis van de salaristabel, salaristrede 0, behorend bij diens rang, wordt toegekend. Hierdoor groeit iedere militair in de initiële opleiding, met toepassing van artikel 7a van het IBM, toe naar het salaris van salaristrede 0 van de salaristabel. Vanaf dat moment lopen alle militairen afkomstig uit de opleidingstabel over vaste startpunten in de rang van soldaat der eerste klasse, korporaal, sergeant en tweede luitenant, of vergelijkbare startrangen bij de overige krijgsmachtdelen. Dit salaris is vanaf dat moment niet meer afhankelijk van de toetredingsleeftijd. Hierdoor heeft iedereen in dezelfde rang na afronding van het algemene deel van de initiële opleiding zo veel als mogelijk een gelijk startsalaris.

In het tweede lid is bepaald dat indien bij de in het eerste lid bedoelde overgang van de opleidingstabel naar de salaristabel blijkt dat sprake is van opleidingsvertraging die niet aan de militair is toe te rekenen, de inschaling in de salaristabel plaatsvindt op het moment waarop de overgang had plaatsgevonden zonder de opleidingsvertraging. Indien sprake is van opleidingsvertraging die wel aan de militair is toe te rekenen, vindt de toepassing van het eerste lid onverkort plaats.

Het derde en vierde lid maken het mogelijk om aan specifieke categorieën personeel een verhoging van de salaristrede toe te kennen bij de inschaling in de salaristabel. De categorieën personeel voor wie dit geldt, zullen bij ministeriële regeling worden bepaald, evenals de voorwaarden waaronder de toepassing van het derde lid zal plaatsvinden.

Artikel 7c van het IBM regelt de wijze waarop de militair de nieuwe salaristabel (bijlage B van het IBM) doorloopt. Bij de formulering van dit artikel is zoveel als mogelijk aansluiting gezocht bij de formulering van artikel 11 van het IBBAD (waarin de kliksystematiek voor de burger is vastgelegd). De kliksystematiek, zoals beschreven in artikel 7c van het IBM, ziet enkel op de salaristabel; de opleidingstabel kent zijn eigen systematiek, zoals verwoord in artikel 7a van het IBM. Over het moment waarop de militair overgaat van de opleidingstabel naar de salaristabel zijn, in aanvulling op het arbeidsvoorwaardenakkoord nadere afspraken gemaakt. Hierbij is afgesproken om de overgang te laten plaatsvinden op het moment dat de militair het algemene deel van diens eerste initiële opleiding heeft afgerond. Gelet op deze afspraak is, in afwijking van de tekst in het arbeidsvoorwaardenakkoord 2021–2023, afgesproken om de vaste klikmaand toch te baseren op de maand waarin de overgang van de opleidingstabel naar de salaristabel plaatsvindt en niet langer op de maand waarin de militair voor het eerst op functie of in een vervolgopleiding wordt geplaatst.

Artikel 8.5, onderdeel H

In het arbeidsvoorwaardenakkoord 2021–2023 zijn afspraken gemaakt over een nieuwe systematiek van het toekennen van salaristredes bij bevordering. In artikel 8 van het IBM (nieuw) zijn de volgende afspraken uit het akkoord verwerkt:

• Een bevordering leidt niet tot wijziging van de klikmaand.

• Bij bevordering wordt de militair ingeschaald op het naast hogere bedrag in de salarisschaal van de nieuwe rang. Door de opzet van de nieuwe salaristabel is de salarissprong hiermee minimaal gelijk aan 1 salaristrede.

• Bij samenloop van de klikmaand en de maand waarin de bevordering plaatsvindt, wordt eerst de mutatie op basis van de bevordering doorgevoerd en daarna de reguliere verhoging van de salaristrede.

• Bij bevordering van KPL/MAR2 naar KPL-1/MAR1, van SGT/WMR naar SGT-1/WMR1 en van TLT naar ELT wordt de salaristrede binnen de salarisschaal met één verhoogd, boven op de vaste jaarlijkse verhoging van de salaristrede. De salaristrede van de MATR 1, KPL (KM) en LTZ2 wordt na dezelfde periode als bij de vergelijkbare rangen van de andere Krijgsmachtdelen ook met één verhoogd.

Artikel 8.5, onderdelen I, R en S

Voor de helderheid is hoofdstuk 2 van het IBM onderverdeeld in twee paragrafen. Paragraaf 1 bevat de algemene bepalingen en paragraaf 2 gaat over de nieuwe overgangsbepalingen als gevolg van de transitie op 1 januari 2023.

Artikel 10a van het IBM

In artikel 10a, eerste lid, van het IBM is een overgangsbepaling opgenomen voor militairen die op 1 januari 2023 reeds zijn aangesteld en op dat moment het algemene deel van hun eerste initiële opleiding nog niet hebben afgerond (en de opleidingstabel dus op hen van toepassing is). Op basis van deze bepaling worden zij ingeschaald in de opleidingstabel. Deze inschaling leidt in alle gevallen tot eenzelfde of hoger salaris. Artikel 10a, tweede lid, van het IBM voorziet in de situatie dat een militair op het moment van inschaling in de opleidingstabel al een hoger salaris heeft dan de voor diens geldende bedragen in de opleidingstabel. Deze militair zou alsdan niet dan wel lager ingepast moeten worden. Deze onwenselijke situatie is onderkend en daarom is in het tweede lid de mogelijkheid gecreëerd tot het treffen van aanvullende maatregelen. Voor de verdere uitwerking hiervan is een grondslag in artikel 16, onderdeel j, van het IBM (nieuw) gecreëerd die in een ministeriële regeling verder wordt uitgewerkt.

Artikel 10b van het IBM

Dit artikel regelt de inschaling in de salaristabel van de militair die valt onder artikel 10a van het IBM, op het moment dat de opleidingstabel niet langer op de militair van toepassing is. Deze inschaling geschiedt dan mede op grond van de aanvullende maatregelen als bedoeld in artikel 16, onderdeel j, van het IBM (nieuw), die zoals hierboven reeds is aangeven, in een ministeriële regeling verder worden uitgewerkt.

Artikel 10c van het IBM

Dit betreft een overgangsbepaling voor militairen die op 1 januari 2023 reeds zijn aangesteld en op wie de opleidingstabel niet van toepassing is en dus met ingang van 1 januari 2023 worden ingeschaald in de nieuwe salaristabel (bijlage B van het IBM). Op grond van artikel 10c, eerste lid, gebeurt dit met toepassing van de transitietabel, opgenomen in bijlage C van het IBM. Deze transitietabel geeft per huidige effectieve rang en salarisnummer weer in welke salaristrede de militair wordt ingeschaald in de nieuwe salaristabel. Om te komen tot één salaristabel zijn er twee transitietabellen, één voor de Koninklijke Marine en één voor de overige krijgsmachtdelen. De transitietabellen worden voor alle militairen op gelijke manier toegepast met uitzondering van de militairen op wie op 1 januari 2023 de opleidingstabel van toepassing is. Die militairen vallen immers onder de werking van artikel 10a van het IBM.

In het tweede lid is bepaald dat de transitie geen invloed heeft op de reeds vastgestelde klikmaand. Ondanks het feit dat de militair op 1 januari 2023 opnieuw wordt ingeschaald in de salaristabel, wijzigt de klikmaand die voor de militair van toepassing was voor de transitie niet.

Artikel 10d van het IBM

Dit artikel voorziet in situaties waarbij sprake is van een samenloop. In artikel 10d, eerste lid, van het IBM is bepaald dat bij een samenloop op 1 januari 2023 van transitie naar de nieuwe salaristabel en een bevordering op grond van de artikelen 24 en 24a van het AMAR te allen tijde uitvoering wordt gegeven aan de situatie/volgorde die het meest begunstigend is voor de militair. In artikel 10d, tweede lid, van het IBM is bepaald dat bij een samenloop in de maand januari 2023 van transitie naar de nieuwe salaristabel en de verhoging van de salaristrede op grond van artikel 7c, eerste lid, van het IBM (de jaarlijkse verhoging van de salaristrede in de klikmaand) eerst uitvoering wordt gegeven aan de transitie (de inschaling in de salaristabel in bijlage B van het IBM, met toepassing van de transitietabel in bijlage C van het IBM) en daarna pas aan de jaarlijkse verhoging van de salaristrede op grond van artikel 7c, eerste lid, van het IBM.

Artikel 10e van het IBM

In dit artikel zijn overgangsbepalingen opgenomen voor specifieke categorieën personeel om te voorkomen dat deze militairen door onder andere de afschaffing van de max-max systematiek na de overgang naar de nieuwe salaristabel er, ten opzichte van de situatie van voor 1 januari 2023, op achteruit gaan. Er is immers afgesproken dat het niet kan voorkomen dat militairen erop achteruit gaan als gevolg van de invoering van de nieuwe salaristabel.

Artikel 10e, eerste lid, van het IBM

In de oude salaristabel telde het salarisnummer ieder jaar met één jaar door, ook na het bereiken van het maximumsalaris in de (huidige) rang. Dit kon ertoe leiden dat militairen bij bevordering in de oude salaristabel een grote(re) salarissprong kenden. Dit zogenaamde max-max effect komt in de nieuwe salaristabel niet meer voor, door inschaling in het naasthogere bedrag in de volgende schaal bij bevordering. Door dit verschil stromen militairen na bevordering in bepaalde gevallen minder snel door naar het maximum van de nieuwe rang dan in de oude salaristabel. Bij het ontwerp van de nieuwe salaristabel is dit effect gezamenlijk onderkend en beoordeeld in relatie tot de verbeteringen die deze nieuwe systematiek en salaristabel in zich heeft. Er is door sociale partners overgangsbeleid afgesproken voor militairen met een specifiek aantal salarisnummers op het moment van transitie bij drie bevorderingsmomenten die daarna plaats kunnen vinden. Dit betreft de bevordering:

• van kapitein naar majoor;

• van majoor naar overste; en

• van overste naar kolonel.

Door het overgangsbeleid krijgen deze militairen bij hun eerste bevorderingen tot één van deze rangen na de overgang naar de nieuwe salaristabel extra salaristredes (afhankelijk van krijgsmachtdeel, jaar van bevordering en het salarisnummer bij transitie) toegekend om te voorkomen dat zij er ten opzichte van de oude salaristabel structureel op achteruitgaan. Zonder deze extra salaristredes zou de salarisgroei in de nieuwe salaristabel gedurende een reeks van jaren achterblijven bij de groei in de oude salaristabel. Nu het maximumsalaris in de rangen van majoor, overste en kolonel in geringere mate verhoogd is, zou dit nadeel gedurende het resterende deel van de carrière niet meer worden goedgemaakt.

Artikel 10e, tweede tot en met vierde lid, van het IBM

Voor bevorderingen naar overige rangen binnen de functietabel (van sergeant der eerste klassen naar sergeant-majoor, van sergeant-majoor naar adjudant, van adjudant naar eerste luitenant en van eerste luitenant naar kapitein) is geen overgangsbeleid vastgesteld. Het salaris in de nieuwe salaristabel bij bevordering kan ook in deze rangen minder snel groeien dan in de oude salaristabel, maar dit verschil wordt voor het overgrote deel van de militairen in een beperkt aantal jaren ingelopen. Bovendien geldt dat het maximumsalaris in de nieuwe salaristabel voor deze rangen is verhoogd, waardoor het salaris vanaf een omslagpunt uitstijgt boven het salaris in de oude salaristabel. Daarmee is er voor deze betrokken militairen - gemeten over de carrière - geen sprake van achteruitgang. In veel gevallen is zelfs sprake van een aanzienlijke vooruitgang. Voor deze groepen is daarom geen overgangsbeleid nodig, met uitzondering van de volgende specifieke groepen:

• Doorstromers: Manschappen en onderofficieren die doorstromen naar een officiersopleiding en door dienstervaring een hoger salarisnummer hebben.

• Zij-instromers: Militairen die op grond van leeftijd, vooropleiding en/of werkervaring

• vaak met een hogere leeftijd - in de officiersopleiding zitten met een hoger salarisnummer.

Voor beide groepen militairen geldt dat zij een relatief hoog salarisnummer hebben op het moment van overgang naar de nieuwe salaristabel. In de oude salaristabel leidde dit ertoe dat zij, als gevolg van de max-max systematiek, bij bevordering grotere salarisstijgingen tegemoet konden zien dan nu het geval is in de nieuwe salaristabel. De effecten voor zij-instromers zijn vergelijkbaar met die van doorstromers: ook zij «verliezen» het hogere salarisnummer dat onder de oude salaristabel tot een hogere stijging leidt bij bevordering. In vergelijking met de doorstromers kunnen de effecten voor zij-instromers echter groter zijn. Zij hebben namelijk veelal geen voordeel van de nieuwe salaristabel tijdens de opleiding. Deze militairen zijn tijdens de opleiding immers opgenomen in de opleidingstabel. Door het hoge salarisnummer wordt het salaris in de opleidingstabel aangevuld met aanvullende maatregelen op grond van artikel 16, onderdeel j, van het IBM, waardoor het salaris gelijk is aan het salaris in de oude salaristabel. Bovendien worden de zij-instromers - na afronding van de opleiding - zoveel als mogelijk ingedeeld op trede 0 van de nieuwe salaristabel.

Het aantal doorstromers en zij-instromers dat nadeel ondervindt van de transitie naar de nieuwe salaristabel is beperkt. Bovendien geldt binnen deze groep dat de individuele omstandigheden en kenmerken (zoals het salarisnummer, de opleidingsduur en de klikmaand) aanzienlijk kunnen verschillen. Dit maakt dat de nadelige effecten per individu sterke verschillen laten zien. Daarom hebben sociale partners afspraken gemaakt voor deze specifieke groepen, die zijn neergelegd in de overgangsbepalingen in artikel 10e, tweede tot en met vierde lid, van het IBM. Deze bepalingen zijn bedoeld voor militairen die op 1 januari 2023 in opleiding waren tot officier en reeds voor 1 juli 2022 in deze opleiding waren ingestroomd dan wel zich hiervoor hadden ingeschreven.

Op grond van het tweede lid wordt, op het moment dat de officiersopleiding succesvol is afgerond en de bevordering tot de bijbehorende officiersrang heeft plaatsgevonden, op individueel verzoek van de militair in kaart gebracht hoe het salaris zich ontwikkelt in de nieuwe salaristabel en hoe het zich zou hebben ontwikkeld in de oude salaristabel. In beide gevallen wordt dit gemeten inclusief de meest recente loonsverhogingen en vaste toelagen (VEB, vakantie-uitkering en eindejaarsuitkering in de oude salaristabel ook de Tijdelijke Toelage Loongebouw, WUL-compensatie en compensatie pensioenpremie), uitgaande van een regulier verloop door de salaristabel en zonder rekening te houden met mogelijke bevorderingen (afgezien van automatische bevorderingen). De salarissen die zo zijn bepaald, worden vervolgens zowel per maand als cumulatief vergeleken over alle maanden vanaf 1 juli 2022. Op basis van deze berekening worden deze militairen gecompenseerd als bij een bevordering tot officier blijkt dat:

• a. de nieuwe salaristabel langer dan 4 jaar (48 maanden) een lager salaris oplevert dan de oude salaristabel, én het cumulatieve effect in deze jaren ook nadelig is, of

• b. het cumulatieve salaris in de nieuwe salaristabel – gemeten over 7 jaar (84 maanden) vanaf 1 juli 2022 – lager is dan het cumulatieve salaris in de oude salaristabel.

In het derde lid is bepaald dat de compensatie bestaat uit het toekennen van extra salaristreden na afronding van de opleiding, tegelijk met de daadwerkelijke bevordering tot officier. Hierbij wordt het aantal salaristreden toegekend, totdat de hierboven genoemde grenzen onder a en b niet langer worden overschreden.

Voor de mogelijke gevallen waarbij in geval van een daarop volgende bevordering alsnog één van de hierboven genoemde grenzen onder a en b overschreden wordt, bestaat op grond van het vierde lid de mogelijkheid voor de militair om een verzoek tot het bevoegd gezag te richten om dit wederom te compenseren. Voor een eventuele daaropvolgende bevordering die plaats vindt voor 2033, kan tot slot een beroep worden gedaan op de overgangsbepaling in artikel 10e, eerste lid, van het IBM.

Artikel 8.5, onderdelen J, N, O en T

De garantietoelage militair specifiek minimumloon (artikel 10 van het IBM), de maatregel voor negatieve inkomenseffecten pensioenpremie (artikel 11a van het IBM), de compensatie Wet Uniformering Loonbegrip (artikel 16, onderdeel j, van het IBM (oud), de Tijdelijke Toelage Loontabel (artikel 15c van het IBM) en de Toelage overbrugging salaristabel (artikel 15d van het IBM) zijn structureel opgenomen in de nieuwe salaristabel en komen hierdoor te vervallen op 1 januari 2023; de datum van de invoering van de nieuwe salaristabel. Hierdoor tellen deze toelagen mee bij de berekening van de eindejaarsuitkering, de vakantie-uitkering en de UGM-grondslag. De tabel van artikel 23a van het IBM is aangepast in verband met het vervallen van de Toelage overbrugging salaristabel. Ook bijlage E van het IBM is komen te vervallen.

Artikel 8.5, onderdeel L

Gelet op de introductie van de nieuwe salaristabel, is artikel 12a, zesde lid, van het IBM niet langer benodigd om het maximumsalaris te bepalen en vervalt om die reden.

Artikel 8.5, onderdeel M

In artikel 14, tweede lid, van het IBM (oud) waren voor bepaalde salarisnummers minimumbedragen voor de vakantie-uitkering opgenomen. Door de verhoging van de basissalarissen is dit met de nieuwe tabel niet meer nodig. Wel is dit artikel nog van toepassing op de opleidingstabel. Aangezien de opleidingstabel is opgebouwd aan de hand van leeftijd, is dit artikel overeenkomstig aangepast.

Artikel 8.5, onderdeel N

In artikel 16, onderdeel j, van het IBM (oud) was de aanvullende compensatie voor de gevolgen van de compensatie van de Wet uniformering loonbegrip (WUL) opgenomen. Deze is komen te vervallen.

In artikel 16, onderdeel j, van het IBM (nieuw) is een algemene grondslag opgenomen voor het treffen van overgangs- en aanvullende maatregelen in verband met de invoering van het nieuwe loongebouw met ingang van 1 januari 2023, onder meer als bedoeld in de situaties van artikel 10a en 10b van het IBM. In een ministeriële regeling wordt dit verder uitgewerkt.

In artikel 16, onderdeel k, van het IBM is een grondslag gecreëerd voor de mogelijkheid tot het toekennen van een maatregel aan individuele militairen op grond van reeds opgedane kennis en ervaring. In een ministeriële regeling wordt dit verder uitgewerkt.

Artikel 8.5, onderdeel R

In bijlage 17 bij het wijzigingsbesluit is de transitietabel opgenomen. Deze tabel geeft aan op welke trede een militair na de transitie op 1 januari 2023 in de nieuwe salaristabel terecht komt. Na het afsluiten van het arbeidsvoorwaardenakkoord 2021–2023 is gebleken dat een groep militairen die de rang van adjudant bekleden, na de transitie minder salaris krijgen dan een militair die voor de transitie met hetzelfde of een lager salarisnummer de rang van sergeant-majoor bekleedde.

Gelet op het uitgangspunt dat zowel een hogere rang als een gelijk of hoger salarisnummer ook een hoger salaris betekent, hebben de sociale partners, ondanks dat deze groep adjudanten er individueel niet op achteruit zouden gaan, het toch gerechtvaardigd geacht de transitietabel voor specifieke salarisnummers aan te passen. Door de volgende aanpassingen komen de genoemde groepen na de transitie op een hogere trede terecht in de nieuwe salaristabel dan bij het arbeidsvoorwaardenakkoord 2021–2023 was afgesproken:

• de rang AOO, salarisnummers 13-21 bij de KL, KLu en KMar;

• de rang SM, salarisnummers 13-19 bij de KM en

• de rang AOO, salarisnummers 16-25 bij de KM.

Als gevolg van de aanpassingen in de transitietabel zijn ook de bedragen voor deze salarisnummers verhoogd in de tabel waarin de «toelage overbrugging salaristabel» is opgenomen (artikel 6.3, onderdeel C van dit wijzigingsbesluit).

Hoofdstuk 9 Wijzigingen met ingang van 1 juli 2023

Artikel 9.1

Het Besluit bovenwettelijke uitkeringen werkloosheid van de sector Defensie is niet van toepassing op de ambtenaar die wordt ontslagen wegens vervroegd uittreden. Dit is geregeld in artikel 1, eerste lid onder 1e van vorengenoemd besluit. In artikel 1, onder 1e van dat besluit werd nog verwezen naar een ontslag wegens de Regeling flexibel pensioen en uittreden, welke regeling per 1 januari 2006 is vervallen. Om te benadrukken dat het thans gaat om een ontslag als bedoeld in artikel 114 van het BARD is in artikel 1, onder 1e van het Besluit bovenwettelijke uitkeringen werkloosheid van de sector Defensie de oude ontslaggrond vervallen en vervangen door een ontslag wegens vervroegd uittreden.

Artikel 9.2, onderdeel A

De bepaling in artikel 114, eerste lid, van het BARD is door het vervallen van de Regeling flexibel pensioen en uittreden per 1 januari 2006, bedoeld in artikel 3 van de Centrale vut-overeenkomst overheids- en onderwijspersoneel en artikel 1.5 van het Pensioenreglement van de stichting Pensioenfonds ABP, niet meer relevant. Het eerste lid komt daarom te vervallen. Het nieuwe eerste lid wordt de grondslag voor het ontslag als gebruik wordt gemaakt van de Regeling vervroegd uittreden Defensie (RVU-regeling), zoals wordt geregeld in een nieuw hoofdstuk 11 van het BARD. Het nieuwe eerste lid blijft ook de grondslag voor het ontslag ingevolge de Overgangsbepaling functioneel leeftijdsontslag (artikel 171a van het BARD) en aanspraak bestaat op een uitkering ingevolge het Besluit uitkering wegens functioneel leeftijdsontslag burgerlijke ambtenaren defensie.

In het tweede lid van artikel 114 van het BARD werd verwezen naar het ontslag bedoeld in het eerste lid. Omdat het oude eerste lid is komen te vervallen, is in het tweede lid de verwijzing naar het ontslag in het eerste lid geschrapt.

Artikel 9.2, onderdeel D

Een ambtenaar kan uitsluitend van de RVU-regeling gebruik maken indien aan alle voorwaarden is voldaan. De RVU-regeling staat alleen open voor burgerambtenaren die maximaal 36 maanden zijn verwijderd van de pensioengerechtigde leeftijd die vóór 1 januari 2029 moet zijn bereikt. Deze voorwaarden komen overeen met voorwaarden die gelden voor toepassing van de wettelijke vrijstelling van RVU-heffing. Ingevolge artikel 3, eerste lid, onder e, van het BARD wordt met de pensioengerechtigde leeftijd bedoeld de AOW-leeftijd die voor de ambtenaar geldt op grond van artikel 7a van de Algemene Ouderdomswet.

Voor het bepalen van de diensttijd bij de overheid wordt gekeken naar de in artikel 8, vijfde lid van de Inkomstenregeling burgerlijke ambtenaren defensie (IRBAD) opgenomen diensttijd voor toekenning van een diensttijdgratificatie.

De RVU-regeling is bedoeld voor burgermedewerkers die langdurig werkzaam zijn in bezwarende functies. Daarom is in de regeling bepaald dat de ambtenaar tot de datum van diens RVU-ontslag aanspraak moet hebben op één van de hieronder genoemde toelagen en tevens binnen de periode van 20 jaar voorafgaand aan diens RVU-ontslag gecumuleerd een periode van ten minste tien jaar aanspraak moet hebben gehad op één of meerdere van deze toelagen. Het betreft hier de toelagen: een toelage onregelmatige dienst (artikel 20 van het IBBAD), een toelage en vergoeding brandweerdiensten defensie (artikel 24 van het IBBAD), een toelage bezwarende omstandigheden (artikel 5 van het IRBAD) of een vaste toelage onregelmatige dienst voor personenchauffeurs (artikel 5 van het Besluit personenchauffeurs defensie).

Om onduidelijkheid te voorkomen is in de regeling bepaald dat de burgerambtenaar die aanspraak maakt op functioneel leeftijdsontslag ingevolge artikel 171a van het BARD en de daarbij geldende uitkeringsregeling, geen gebruik kan maken van de RVU-regeling. Daarentegen kan de ambtenaar, die ingevolge het zesde lid van artikel 171a van het BARD een andere functie is gaan vervullen en derhalve niet meer onder het overgangsbeleid van artikel 171a van het BARD valt, wel gebruik maken van de RVU-regeling als degene voldoet aan de voorwaarden gesteld in artikel 132 van het BARD (nieuw). Tevens is ter voorkoming van «stapeling» van uitkeringsaanspraken bepaald dat de burgerambtenaar die aanspraak heeft op een uitkering ingevolge de Uitkeringswet gewezen militairen, geen gebruik kan maken van de RVU-regeling.

Artikel 9.2, onderdeel E

De aanvraag om gebruik te maken van de RVU-regeling dient tijdig te worden ingediend, waarbij in de regeling een termijn van ten minste vier maanden voor de beoogde ontslagdatum of voor 31 december 2025 is bepaald. Als voldaan wordt aan de voorwaarden om gebruik te maken van de regeling kan RVU-ontslag ook nog in 2026, 2027 of 2028 worden verleend onder de voorwaarde dat de ambtenaar uiterlijk 31 december 2025 van de beslissing tot ontslagverlening schriftelijk in kennis wordt gesteld.

Artikel 9.2, onderdeel F

De RVU-uitkering bedraagt in 2023 maximaal € 2.037 bruto per maand voor iemand met een gemiddelde arbeidsduur van 38 uur per week. Dit bedrag wordt ingevolgde de Wet op de loonbelasting 1964 jaarlijks geïndexeerd. Indien sprake is van een lagere arbeidsduur per week, dan wordt de uitkering naar rato verminderd. De RVU-uitkering eindigt als de ambtenaar weer in dienst treedt bij het ministerie van Defensie of de pensioengerechtigde leeftijd bereikt of komt te overlijden.

Hoofdstuk 10 Slotbepalingen

Artikel 10.1

Zoals reeds hierboven bij «Inwerkingtreding maatregelen» is vermeld, zijn als uitvloeisel van het arbeidsvoorwaardenakkoord 2021–2023 voor de diverse maatregelen specifieke ingangsdata afgesproken. Daarom wordt, ingevolge AR 4.17, onderdeel 5, onder a en c, afgeweken van de vaste verandermomenten en minimuminvoeringstermijnen. Dit is niet bezwaarlijk, omdat de doelgroep slechts het defensiepersoneel omvat en de maatregelen zonder uitzondering begunstigend zijn.

De Staatssecretaris van Defensie, G.P. Tuinman

Bijlage 1 behorende bij artikel 4.2 onder C

Bijlage A (IBBAD, artikel 8, tweede lid)

Bedragen met ingang van 1 januari 2021

Volgnr.	Salaris																	Volgnr.
		SCHAAL / Salarisnummer
		1	2	3	4	5	6	7	8	9	10	11	12	13	14	15	16
1	1.610,50	0																1
2	1.689,48	–	0															2
3	1.809,52	1	–	0														3
4	1.849,34	–	1	1	0													4
5	1.886,67	2	–	–	1													5
6	1.921,57	3	2	2	–	0												6
7	1.962,61	4	–	–	2	–												7
8	2.004,85	5	3	3	–	1												8
9	2.059,36	6	4	–	3	–	0											9
10	2.122,43	7	5	4	–	2	1											10
11	2.197,77		6	5	4	–	–											11
12	2.271,22		7	6	5	3	2											12
13	2.341,64		8	7	6	4	–	0										13
14	2.411,48			8	7	5	3	1										14
15	2.478,81			9	8	6	4	–										15
16	2.546,79			10	9	7	5	2										16
17	2.612,91				10	8	6	–										17
18	2.678,43				11	9	7	3	0									18
19	2.747,65					10	8	4	–									19
20	2.814,37					11	9	5	1		0							20
21	2.878,70						10	6	–		–							21
22	2.948,49						11	7	2	0	1							22
23	3.018,92							8	–	–	–							23
24	3.092,38							9	3	1	2							24
25	3.175,04							10	4	–	–							25
26	3.252,22							11	5	2	3							26
27	3.317,73								6	–	–							27
28	3.390,02								7	3	4							28
29	3.464,06								8	–	–							29
30	3.533,30								9	4	5							30
31	3.596,36								10	–	–							31
32	3.660,68									5	6							32
34	3.790,49									6	7	0						34
36	3.936,24									7	8	1						36
38	4.069,69									8	9	2						38
40	4.198,32										10	3						40
42	4.323,24										11	4						42
44	4.462,24										12	5						44
46	4.604,91											6	0					46
48	4.738,39											7	1					48
50	4.872,51											8	2					50
52	5.006,63											9	3					52
54	5.135,83											10	4					54
55	5.205,04											11	–					55
56	5.272,37												5	0				56
58	5.406,49												6	1				58
60	5.535,67												7	2	0			60
62	5.670,41												8	3	1			62
64	5.838,20												9	4	2			64
65	5.920,25												10	–	–			65
66	6.004,75													5	3	0		66
68	6.173,18													6	4	1		68
70	6.341,56													7	5	2		70
71	6.422,39													8	–	–		71
72	6.508,74													9	6	3	0	72
73	6.597,51													10	–	–	–	73
74	6.686,32														7	4	1	74
76	6.868,78														8	5	2	76
78	7.056,18														9	6	3	78
80	7.280,92														10	7	4	80
82	7.513,00															8	5	82
84	7.752,44															9	6	84
86	7.999,80															10	7	86
88	8.255,16																8	88
90	8.518,48																9	90
91	8.669,12																10	91

Leeftijd	Sch1	Sch2	Sch3	Sch4	Sch5
J19	1.086,92	1.127,34	1.266,66	1.294,54	1.345,10
J20	1.247,97	1.288,40	1.447,62	1.479,47	1.537,26
J21	1.409,04	1.449,45	1.628,57	1.664,41	1.729,41

Bijlage 2 behorende bij artikel 4.2 onder C

Bijlage B (IBBAD, artikel 13, zesde lid)

Maandsalaris burgertandartsen

Bedragen met ingang van 1 januari 2021

Aantal punten per jaar:
van	t/m	maandsalaris
	11.818,0	4.715,33
11.818,1	13.167,0	4.907,00
13.167,1	14.516,0	5.175,25
14.516,1	15.884,0	5.473,67
15.884,1	17.233,0	5.768,58
17.233,1	18.582,0	6.057,58
18.582,1	19.931,0	6.278,50
19.931,1	21.280,0	6.506,00
21.280,1	22.629,0	6.713,08
22.629,1	23.978,0	6.934,42
23.978,1	25.327,0	7.062,33
25.327,1	26.599,9	7.156,17
26.600,0	en meer	7.198,92

Bijlage 3 behorende bij artikel 4.2 onder C

Bijlage C (IBBAD, artikel 14, eerste lid)

Jaarsalaris burgertandartsen

Bedragen met ingang van 1 januari 2021

aantal punten per jaar	jaarsalaris	aantal punten per jaar	jaarsalaris	aantal punten per jaar	jaarsalaris	aantal punten per jaar	jaarsalaris	aantal punten per jaar	jaarsalaris
11.818	56.584
11.913	56.820	14.858	64.783	17.822	72.524	20.767	78.387	23.731	83.977
11.989	57.048	14.953	65.010	17.898	72.691	20.862	78.555	23.807	84.045
12.084	57.273	15.029	65.234	17.993	72.789	20.938	78.722	23.902	84.117
12.160	57.506	15.124	65.459	18.069	72.959	21.033	78.886	23.978	84.182
12.236	57.737	15.200	65.684	18.164	73.131	21.109	78.897	24.073	84.258
12.331	57.962	15.276	65.909	18.240	73.301	21.204	79.064	24.149	84.329
12.407	58.195	15.371	66.134	18.316	73.473	21.280	79.227	24.244	84.397
12.502	58.426	15.447	66.362	18.411	73.641	21.356	79.395	24.320	84.468
12.578	58.662	15.542	66.584	18.487	73.812	21.451	79.558	24.396	84.534
12.673	58.884	15.618	66.813	18.582	73.985	21.527	79.723	24.491	84.606
12.749	59.115	15.713	67.039	18.658	74.150	21.622	79.891	24.567	84.677
12.844	59.349	15.789	67.195	18.753	74.323	21.698	80.056	24.662	84.748
12.920	59.574	15.884	67.422	18.829	74.494	21.793	80.222	24.738	84.820
12.996	59.805	15.960	67.645	18.924	74.663	21.869	80.391	24.833	84.888
13.091	60.036	16.036	67.874	19.000	74.833	21.964	80.557	24.909	84.956
13.167	60.263	16.131	68.096	19.076	75.006	22.040	80.721	25.004	85.025
13.262	60.489	16.207	68.322	19.171	75.176	22.116	80.888	25.080	85.100
13.338	60.728	16.302	68.546	19.247	75.342	22.211	81.052	25.156	85.171
13.433	60.952	16.378	68.775	19.342	75.516	22.287	81.222	25.251	85.242
13.509	61.181	16.473	69.000	19.418	75.687	22.382	81.386	25.327	85.312
13.604	61.414	16.549	69.223	19.513	75.857	22.458	81.554	25.422	85.379
13.680	61.641	16.644	69.448	19.589	76.027	22.553	81.719	25.498	85.454
13.756	61.872	16.720	69.676	19.684	76.199	22.629	81.887	25.593	85.522
13.851	62.103	16.796	69.900	19.760	76.370	22.724	82.054	25.669	85.592
13.927	62.271	16.891	70.125	19.836	76.536	22.800	82.213	25.764	85.661
14.022	62.498	16.967	70.354	19.931	76.711	22.876	82.380	25.840	85.730
14.098	62.732	17.062	70.578	20.007	76.877	22.971	82.549	25.916	85.803
14.193	62.961	17.138	70.802	20.102	77.048	23.047	82.714	26.011	85.874
14.269	63.185	17.233	71.027	20.178	77.219	23.142	82.877	26.106	85.946
14.364	63.417	17.309	71.253	20.273	77.391	23.218	83.044	26.182	86.013
14.440	63.646	17.404	71.479	20.349	77.559	23.313	83.213	26.258	86.087
14.516	63.874	17.480	71.706	20.444	77.731	23.389	83.379	26.353	86.153
14.611	64.108	17.556	71.928	20.520	77.898	23.484	83.545	26.429	86.223
14.687	64.338	17.651	72.154	20.596	78.072	23.560	83.709	26.524	86.297
14.782	64.559	17.727	72.347	20.691	78.221	23.636	83.902	26.600	86.387

Bijlage 4 behorende bij artikel 4.3 onder D

Bijlage A (IBM, artikel 4)

Salarisschalen voor militairen met ingang van 1 januari 2021

salarisnummer	matr3	matr2	sld1	matr1	kpl/kpl1	kpl	sgt	sgt	sgt1	sm	smjr	aoo	aoo
	sld3	sld2	mar2		mar1
	mar4	mar3	overigen	KM	overigen	KM	overigen	KM	overigen	overigen	KM	overigen	KM
0	1.069,38	1.114,32	1.365,26	1.536,00	1.445,45	1.571,86	1.528,69	1.620,45		1.589,46		1.650,23
1	1.200,01	1.251,04	1.560,28	1.755,33	1.652,04	1.796,02	1.746,82	1.851,94		1.816,09		1.885,96
2	1.347,04	1.403,55	1.754,72	1.974,66	1.858,62	2.020,85	1.965,57	2.083,42		2.043,36		2.121,71
3	1.510,47	1.574,25	1.949,77	2.193,99	2.065,21	2.245,05	2.183,68	2.314,95	2.214,05	2.270,59	2.416,40	2.357,47	2.508,76
4	1.633,20	1.707,31	1.999,58	2.273,01	2.126,58	2.299,75	2.253,53	2.367,80	2.285,77	2.357,47	2.462,58	2.452,27	2.554,34
5	1.876,85	1.930,91	2.051,22	2.313,73	2.163,64	2.356,25	2.323,45	2.416,40	2.357,47	2.416,40	2.511,79	2.491,12	2.599,92
6	1.898,12	1.960,10	2.105,91	2.358,64	2.200,10	2.397,55	2.358,64	2.462,58	2.416,40	2.491,12	2.557,95	2.526,95	2.611,40
7	1.920,59	1.990,45	2.147,24	2.392,70	2.234,73	2.439,50	2.392,70	2.511,79	2.452,27	2.526,95	2.603,55	2.565,86	2.657,60
8	1.943,10	2.020,85	2.188,54	2.425,50	2.271,81	2.479,58	2.427,33	2.557,95	2.491,12	2.565,86	2.644,85	2.603,55	2.705,60
9	1.965,57	2.050,63	2.228,03	2.458,30	2.305,20	2.522,12	2.461,35	2.603,55	2.526,95	2.603,55	2.690,43	2.722,61	2.753,59
10	1.988,05	2.081,63	2.269,34	2.492,36	2.344,10	2.561,00	2.496,59	2.644,85	2.565,86	2.643,66	2.737,80	2.763,94	2.800,39
11	2.010,54	2.112,57	2.307,65	2.526,95	2.378,73	2.599,92	2.529,38	2.690,43	2.603,55	2.681,29	2.786,43	2.804,05	2.849,60
12	,,	,,	2.351,41	,,	2.411,54	2.641,19	2.561,00	2.737,80	2.643,66	2.722,61	2.828,94	2.849,60	2.897,60
13	,,	,,	2.389,04	,,	2.444,96	2.680,08	2.599,92	2.786,43	2.681,29	2.763,94	2.870,88	2.893,93	2.946,80
14	,,	,,	,,	,,	2.477,76	2.722,61	2.641,19	2.828,94	2.722,61	2.804,05	2.897,60	2.940,11	2.995,44
15	,,	,,	,,	,,	2.511,79	2.763,94	2.680,08	2.870,88	2.763,94	2.849,60	2.945,60	2.986,32	3.044,63
16	,,	,,	,,	,,	,,	2.804,05	2.722,61	2.917,06	2.804,05	2.893,93	2.993,00	3.032,50	3.098,12
17	,,	,,	,,	2.581,05	,,	2.849,60	2.763,94	2.962,01	2.849,60	2.940,11	3.041,00	3.079,27	3.151,57
18	,,	,,	,,	,,	,,	,,	2.804,05	3.006,35	2.893,93	2.986,32	3.093,86	3.138,22	3.204,44
19	,,	,,	,,	2.634,51	,,	,,	2.849,60	3.053,16	2.940,11	3.032,50	3.149,15	3.184,39	3.250,02
20	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	3.104,15	2.986,32	3.079,27	3.198,37	3.233,61	3.294,96
21	,,	,,	,,	2.689,21	2.565,86	,,	,,	3.149,15	3.032,50	3.138,22	3.245,77	3.274,95	3.344,20
22	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	3.198,37	3.079,27	3.184,39	3.292,55	3.319,28	3.392,19
23	,,	,,	,,	,,	2.619,33	,,	,,	3.245,77	,,	3.233,61	3.341,75	3.365,46	3.440,80
24	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	3.274,95	3.391,58	3.414,68	3.487,60
25	,,	,,	,,	,,	2.674,00	,,	,,	,,	,,	3.319,28	3.440,80	3.460,23	3.531,32
26	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	3.365,46	3.488,81	3.533,75	3.598,15
27	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	3.414,68	3.533,75	3.603,04	3.666,21
28	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	3.460,23	,,	3.672,90	3.736,08
29	,,	,,	,,	2.744,50	2.729,31	,,	,,	,,	,,	,,	,,	3.745,19	3.806,56
30	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	3.816,27	3.876,41
31	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,
32	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,
33	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,
34	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,
35	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,
36	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,
37	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,
38	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,

salarisnummer	tlnt	ltz3	elnt	ltz2	kap	ltz2oc	maj	ltz1	lkol	kltz	kol	ktz	cdr	sbn	vadm[1]	ltadm[1]
													bgen	genm	lgen[1]	gen[1]
	overigen	KM	overigen	KM	overigen	KM	overigen	KM	overigen	KM	overigen	KM
0
1
2
3
4
5
6	2.623,58	2.670,35	2.711,10	2.793,12
7	2.757,26	2.799,18	2.845,96	2.921,93
8	2.887,89	2.928,60	2.982,69	3.050,12
9	2.982,69	3.022,15	3.076,86	3.156,46
10	3.076,86	3.123,64	3.183,16	3.256,09
11	3.183,16	3.226,92	3.276,74	3.350,28
12	3.276,74	3.315,62	3.370,91	3.449,29
13	3.370,91	3.413,46	3.466,92	3.539,83	3.665,61	3.758,57
14	3.466,92	3.505,80	3.553,81	3.622,47	3.743,97	3.846,65
15	3.553,81	3.587,81	3.632,20	3.710,58	3.823,58	3.938,41
16	,,	,,	3.716,64	3.780,44	3.905,62	4.002,20
17	,,	,,	3.798,66	3.847,28	3.982,17	4.060,54
18	,,	,,	3.883,12	3.917,15	4.057,48	4.118,23		4.359,46
19	,,	,,	3.963,95	3.979,10	4.130,41	4.182,07	4.363,74	4.499,20
20	,,	,,	4.038,68	4.076,95	4.203,32	4.241,00	4.502,26	4.636,53	4.683,31	4.765,96
21	,,	,,	4.103,10	4.163,84	4.283,52	4.332,12	4.638,39	4.768,98	4.813,95	4.933,04
22	,,	,,	4.182,07	4.257,41	4.362,54	4.432,99	4.770,22	4.902,06	4.947,01	5.060,64
23	,,	,,	,,	,,	4.449,43	4.529,60	4.903,86	5.029,03	5.074,61	5.196,14
24	,,	,,	,,	,,	4.532,03	4.625,01	5.032,69	5.163,31	5.210,12	5.329,20
25	,,	,,	,,	,,	,,	,,	5.168,78	5.295,17	5.343,14	5.457,39
26	,,	,,	,,	,,	,,	,,	5.302,45	5.421,55	5.471,36	5.590,45
27	,,	,,	,,	,,	,,	,,	5.431,28	5.535,16	5.604,44	5.722,92
28	,,	,,	,,	,,	,,	,,	5.565,55	5.648,78	5.736,88	5.855,97	5.884,52	5.979,90
29	,,	,,	,,	,,	,,	,,	5.670,66	5.761,80	5.891,22	5.987,21	6.230,86	6.303,16
30	,,	,,	,,	,,	,,	,,	5.857,80	5.873,60	6.047,36	6.119,67	6.400,38	6.453,23
31	,,	,,	,,	,,	,,	,,	5.926,45	5.926,45	6.202,90	6.252,15	6.569,29	6.603,92
32	,,	,,	,,	,,	,,	,,	5.978,72	5.978,72	6.349,31	6.349,31	6.744,89	6.744,89
33	,,	,,	,,	,,	,,	,,	6.123,92	6.123,92	6.470,25	6.470,25	6.966,01	6.966,01	7.206,65	8.275,39
34	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	6.587,54	6.587,54	7.190,27	7.190,27	7.558,47	8.505,08
35	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	6.749,73	6.749,73	7.492,21	7.492,21	8.057,88	8.916,41
36	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	6.997,66	6.997,66	7.804,53	7.804,53	8.303,95	9.336,26
37	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	8.124,68	8.124,68	8.762,72	9.764,61
38	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	8.449,18	8.449,18	9.234,17	10.205,09	10.743,43	11.511,73

1 de salarisbedragen van deze rangen volgen de salarisontwikkeling in de sector Rijk

Bijlage 5 behorende bij artikel 4.3 onder D

Bijlage C (IBM, artikel 15c)

Tijdelijke toelage loongebouw met ingang van 1 januari 2021

salarisnummer	matr3	matr2	sld1	matr1	kpl/kpl1	kpl	sgt	sgt	sgt1	sm	smjr	aoo	aoo
	sld3	sld2	mar2		mar1
	mar4	mar3	overigen	KM	overigen	KM	overigen	KM	overigen	overigen	KM	overigen	KM
0	20,98	41,96	62,94	73,43	73,43	62,94	62,94	52,45		52,45		41,96
1	20,98	41,96	62,94	73,43	73,43	62,94	62,94	52,45		52,45		41,96
2	20,98	41,96	62,94	73,43	73,43	62,94	62,94	52,45		52,45		41,96
3	20,98	41,96	62,94	73,43	73,43	62,94	62,94	52,45	62,94	52,45	41,96	41,96	41,96
4	20,98	41,96	62,94	73,43	73,43	62,94	62,94	52,45	62,94	52,45	41,96	41,96	41,96
5	20,98	41,96	62,94	73,43	73,43	62,94	62,94	52,45	62,94	52,45	41,96	41,96	41,96
6	20,98	41,96	62,94	73,43	73,43	62,94	62,94	52,45	62,94	52,45	41,96	41,96	41,96
7	20,98	41,96	62,94	73,43	73,43	62,94	62,94	52,45	62,94	52,45	41,96	41,96	41,96
8	20,98	41,96	62,94	73,43	73,43	62,94	62,94	52,45	62,94	52,45	41,96	41,96	41,96
9	20,98	41,96	62,94	73,43	73,43	62,94	62,94	52,45	62,94	52,45	41,96	41,96	41,96
10	20,98	41,96	62,94	73,43	73,43	62,94	62,94	52,45	62,94	52,45	41,96	41,96	41,96
11	20,98	41,96	62,94	73,43	73,43	62,94	62,94	52,45	62,94	52,45	41,96	41,96	41,96
12	,,	,,	62,94	,,	73,43	62,94	62,94	52,45	62,94	52,45	41,96	41,96	41,96
13	,,	,,	62,94	,,	73,43	62,94	62,94	52,45	62,94	52,45	41,96	41,96	41,96
14	,,	,,	,,	,,	73,43	62,94	62,94	52,45	62,94	52,45	41,96	41,96	41,96
15	,,	,,	,,	,,	73,43	62,94	62,94	52,45	62,94	52,45	41,96	41,96	41,96
16	,,	,,	,,	,,	,,	62,94	62,94	52,45	62,94	52,45	41,96	41,96	41,96
17	,,	,,	,,	73,43	,,	62,94	62,94	52,45	62,94	52,45	41,96	41,96	41,96
18	,,	,,	,,	,,	,,	,,	62,94	52,45	62,94	52,45	41,96	41,96	41,96
19	,,	,,	,,	73,43	,,	,,	62,94	52,45	62,94	52,45	41,96	41,96	41,96
20	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	52,45	62,94	52,45	41,96	41,96	41,96
21	,,	,,	,,	73,43	73,43	,,	,,	52,45	62,94	52,45	41,96	41,96	41,96
22	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	52,45	62,94	52,45	41,96	41,96	41,96
23	,,	,,	,,	,,	73,43	,,	,,	52,45	,,	52,45	41,96	41,96	41,96
24	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	52,45	41,96	41,96	41,96
25	,,	,,	,,	,,	73,43	,,	,,	,,	,,	52,45	41,96	41,96	41,96
26	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	52,45	41,96	41,96	41,96
27	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	52,45	41,96	41,96	41,96
28	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	52,45	,,	41,96	41,96
29	,,	,,	,,	73,43	73,43	,,	,,	,,	,,	,,	,,	41,96	41,96
30	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	41,96	41,96
31	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,
32	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,
33	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,
34	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,
35	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,
36	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,
37	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,
38	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,

salarisnummer	tlnt	ltz3	elnt	ltz2	kap	ltz2oc	maj	ltz1	lkol	kltz	kol	ktz	cdr	sbn	vadm*)	ltadm*)
													bgen	genm	lgen*)	gen*)
	overigen	KM	overigen	KM	overigen	KM	overigen	KM	overigen	KM	overigen	KM
0
1
2
3
4
5
6	73,43	73,43	73,43	73,43
7	73,43	73,43	73,43	73,43
8	73,43	73,43	73,43	73,43
9	73,43	73,43	73,43	73,43
10	73,43	73,43	73,43	73,43
11	73,43	73,43	73,43	73,43
12	73,43	73,43	73,43	73,43
13	73,43	73,43	73,43	73,43	62,94	62,94
14	73,43	73,43	73,43	73,43	62,94	62,94
15	73,43	73,43	73,43	73,43	62,94	62,94
16	,,	,,	62,94	62,94	62,94	62,94
17	,,	,,	52,45	52,45	62,94	62,94
18	,,	,,	41,96	41,96	62,94	62,94		52,45
19	,,	,,	31,47	31,47	62,94	62,94	52,45	52,45
20	,,	,,	20,98	20,98	62,94	62,94	52,45	52,45	0,00	0,00
21	,,	,,	10,49	10,49	62,94	62,94	52,45	52,45	0,00	0,00
22	,,	,,	0,00	0,00	62,94	62,94	52,45	52,45	0,00	0,00
23	,,	,,	,,	,,	31,47	31,47	52,45	52,45	0,00	0,00
24	,,	,,	,,	,,	0,00	0,00	52,45	52,45	0,00	0,00
25	,,	,,	,,	,,	,,	,,	52,45	52,45	0,00	0,00
26	,,	,,	,,	,,	,,	,,	52,45	52,45	0,00	0,00
27	,,	,,	,,	,,	,,	,,	52,45	52,45	0,00	0,00
28	,,	,,	,,	,,	,,	,,	52,45	52,45	0,00	0,00	0,00	0,00
29	,,	,,	,,	,,	,,	,,	52,45	52,45	0,00	0,00	0,00	0,00
30	,,	,,	,,	,,	,,	,,	52,45	52,45	0,00	0,00	0,00	0,00
31	,,	,,	,,	,,	,,	,,	52,45	52,45	0,00	0,00	0,00	0,00
32	,,	,,	,,	,,	,,	,,	26,23	26,23	0,00	0,00	0,00	0,00
33	,,	,,	,,	,,	,,	,,	0,00	0,00	0,00	0,00	0,00	0,00	0,00	0,00
34	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	0,00	0,00	0,00	0,00	0,00	0,00
35	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	0,00	0,00	0,00	0,00	0,00	0,00
36	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	0,00	0,00	0,00	0,00	0,00	0,00
37	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	0,00	0,00	0,00	0,00
38	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	0,00	0,00	0,00	0,00	0,00	0,00

Bijlage 6 behorende bij artikel 5.2 onder C

Bijlage A (IBBAD, artikel 8, tweede lid)

Bedragen met ingang van 1 januari 2022

Volgnr.	Salaris																	Volgnr.
		SCHAAL / Salarisnummer
		1	2	3	4	5	6	7	8	9	10	11	12	13	14	15	16
1	1.658,01	0																1
2	1.739,32	–	0															2
3	1.862,90	1	–	0														3
4	1.903,90	–	1	1	0													4
5	1.942,33	2	–	–	1													5
6	1.978,26	3	2	2	–	0												6
7	2.020,51	4	–	–	2	–												7
8	2.063,99	5	3	3	–	1												8
9	2.120,11	6	4	–	3	–	0											9
10	2.185,04	7	5	4	–	2	1											10
11	2.262,60		6	5	4	–	–											11
12	2.338,22		7	6	5	3	2											12
13	2.410,72		8	7	6	4	–	0										13
14	2.482,62			8	7	5	3	1										14
15	2.551,93			9	8	6	4	–										15
16	2.621,92			10	9	7	5	2										16
17	2.689,99				10	8	6	–										17
18	2.757,44				11	9	7	3	0									18
19	2.828,71					10	8	4	–									19
20	2.897,39					11	9	5	1		0							20
21	2.963,62						10	6	–		–							21
22	3.035,47						11	7	2	0	1							22
23	3.107,98							8	–	–	–							23
24	3.183,61							9	3	1	2							24
25	3.268,70							10	4	–	–							25
26	3.348,16							11	5	2	3							26
27	3.415,60								6	–	–							27
28	3.490,03								7	3	4							28
29	3.566,25								8	–	–							29
30	3.637,53								9	4	5							30
31	3.702,45								10	–	–							31
32	3.768,67									5	6							32
34	3.902,31									6	7	0						34
36	4.052,36									7	8	1						36
38	4.189,75									8	9	2						38
40	4.322,17										10	3						40
42	4.450,78										11	4						42
44	4.593,88										12	5						44
46	4.740,75											6	0					46
48	4.878,17											7	1					48
50	5.016,25											8	2					50
52	5.154,33											9	3					52
54	5.287,34											10	4					54
55	5.358,59											11	–					55
56	5.427,90												5	0				56
58	5.565,98												6	1				58
60	5.698,97												7	2	0			60
62	5.837,69												8	3	1			62
64	6.010,43												9	4	2			64
65	6.094,90												10	–	–			65
66	6.181,89													5	3	0		66
68	6.355,29													6	4	1		68
70	6.528,64													7	5	2		70
71	6.611,85													8	–	–		71
72	6.700,75													9	6	3	0	72
73	6.792,14													10	–	–	–	73
74	6.883,57														7	4	1	74
76	7.071,41														8	5	2	76
78	7.264,34														9	6	3	78
80	7.495,71														10	7	4	80
82	7.734,63															8	5	82
84	7.981,14															9	6	84
86	8.235,79															10	7	86
88	8.498,69																8	88
90	8.769,78																9	90
91	8.924,86																10	91

Leeftijd	Sch1	Sch2	Sch3	Sch4	Sch5
J19	1.118,98	1.160,60	1.304,03	1.332,73	1.384,78
J20	1.284,79	1.326,41	1.490,32	1.523,12	1.582,61
J21	1.450,61	1.492,21	1.676,61	1.713,51	1.780,43

Bijlage 7 behorende bij artikel 5.2 onder C

Bijlage B (IBBAD, artikel 13, zesde lid)

Maandsalaris burgertandartsen

Bedragen met ingang van 1 januari 2022

Aantal punten per jaar:
van	t/m	maandsalaris
	11.818,0	4.854,42
11.818,1	13.167,0	5.051,75
13.167,1	14.516,0	5.327,92
14.516,1	15.884,0	5.635,17
15.884,1	17.233,0	5.938,75
17.233,1	18.582,0	6.236,25
18.582,1	19.931,0	6.463,75
19.931,1	21.280,0	6.697,92
21.280,1	22.629,0	6.911,08
22.629,1	23.978,0	7.139,00
23.978,1	25.327,0	7.270,67
25.327,1	26.599,9	7.367,25
26.600,0	en meer	7.411,25

Bijlage 8 behorende bij artikel 5.2 onder C

Bijlage C (IBBAD, artikel 14, eerste lid)

Jaarsalaris burgertandartsen

Bedragen met ingang van 1 januari 2022

aantal punten per jaar	jaarsalaris	aantal punten per jaar	jaarsalaris	aantal punten per jaar	jaarsalaris	aantal punten per jaar	jaarsalaris	aantal punten per jaar	jaarsalaris
11.818	58.253
11.913	58.496	14.858	66.694	17.822	74.663	20.767	80.699	23.731	86.454
11.989	58.731	14.953	66.928	17.898	74.835	20.862	80.872	23.807	86.524
12.084	58.963	15.029	67.158	17.993	74.936	20.938	81.044	23.902	86.598
12.160	59.202	15.124	67.390	18.069	75.111	21.033	81.213	23.978	86.665
12.236	59.440	15.200	67.622	18.164	75.288	21.109	81.224	24.073	86.744
12.331	59.672	15.276	67.853	18.240	75.463	21.204	81.396	24.149	86.817
12.407	59.912	15.371	68.085	18.316	75.640	21.280	81.564	24.244	86.887
12.502	60.150	15.447	68.320	18.411	75.813	21.356	81.737	24.320	86.960
12.578	60.393	15.542	68.548	18.487	75.989	21.451	81.905	24.396	87.028
12.673	60.621	15.618	68.784	18.582	76.168	21.527	82.075	24.491	87.102
12.749	60.859	15.713	69.017	18.658	76.337	21.622	82.248	24.567	87.175
12.844	61.100	15.789	69.177	18.753	76.516	21.698	82.418	24.662	87.248
12.920	61.331	15.884	69.411	18.829	76.692	21.793	82.589	24.738	87.322
12.996	61.569	15.960	69.641	18.924	76.866	21.869	82.763	24.833	87.392
13.091	61.807	16.036	69.876	19.000	77.041	21.964	82.933	24.909	87.462
13.167	62.041	16.131	70.105	19.076	77.219	22.040	83.102	25.004	87.533
13.262	62.273	16.207	70.337	19.171	77.394	22.116	83.274	25.080	87.610
13.338	62.519	16.302	70.568	19.247	77.565	22.211	83.443	25.156	87.684
13.433	62.750	16.378	70.804	19.342	77.744	22.287	83.618	25.251	87.757
13.509	62.986	16.473	71.036	19.418	77.920	22.382	83.787	25.327	87.829
13.604	63.226	16.549	71.265	19.513	78.095	22.458	83.960	25.422	87.898
13.680	63.459	16.644	71.497	19.589	78.270	22.553	84.130	25.498	87.975
13.756	63.697	16.720	71.731	19.684	78.447	22.629	84.303	25.593	88.045
13.851	63.935	16.796	71.962	19.760	78.623	22.724	84.475	25.669	88.117
13.927	64.108	16.891	72.194	19.836	78.794	22.800	84.638	25.764	88.188
14.022	64.342	16.967	72.429	19.931	78.974	22.876	84.810	25.840	88.259
14.098	64.583	17.062	72.660	20.007	79.145	22.971	84.984	25.916	88.334
14.193	64.818	17.138	72.891	20.102	79.321	23.047	85.154	26.011	88.407
14.269	65.049	17.233	73.122	20.178	79.497	23.142	85.322	26.106	88.481
14.364	65.288	17.309	73.355	20.273	79.674	23.218	85.494	26.182	88.550
14.440	65.524	17.404	73.588	20.349	79.847	23.313	85.668	26.258	88.627
14.516	65.758	17.480	73.821	20.444	80.024	23.389	85.839	26.353	88.695
14.611	65.999	17.556	74.050	20.520	80.196	23.484	86.010	26.429	88.767
14.687	66.236	17.651	74.283	20.596	80.375	23.560	86.178	26.524	88.843
14.782	66.463	17.727	74.481	20.691	80.529	23.636	86.377	26.600	88.935

Bijlage 9 behorende bij artikel 5.3 onder C

Bijlage A (IBM, artikel 4)

Salarisschalen voor militairen met ingang van 1 januari 2022

salarisnummer	matr3	matr2	sld1	matr1	kpl/kpl1	kpl	sgt	sgt	sgt1	sm	smjr	aoo	aoo
	sld3	sld2	mar2		mar1
	mar4	mar3	overigen	KM	overigen	KM	overigen	KM	overigen	overigen	KM	overigen	KM
0	1.100,93	1.147,19	1.405,54	1.581,31	1.488,09	1.618,23	1.573,79	1.668,25		1.636,35		1.698,91
1	1.235,41	1.287,95	1.606,31	1.807,11	1.700,78	1.849,00	1.798,35	1.906,57		1.869,66		1.941,60
2	1.386,78	1.444,95	1.806,48	2.032,91	1.913,45	2.080,47	2.023,55	2.144,88		2.103,64		2.184,30
3	1.555,03	1.620,69	2.007,29	2.258,71	2.126,13	2.311,28	2.248,10	2.383,24	2.279,36	2.337,57	2.487,68	2.427,02	2.582,77
4	1.681,38	1.757,68	2.058,57	2.340,06	2.189,31	2.367,59	2.320,01	2.437,65	2.353,20	2.427,02	2.535,23	2.524,61	2.629,69
5	1.932,22	1.987,87	2.111,73	2.381,99	2.227,47	2.425,76	2.391,99	2.487,68	2.427,02	2.487,68	2.585,89	2.564,61	2.676,62
6	1.954,11	2.017,92	2.168,03	2.428,22	2.265,00	2.468,28	2.428,22	2.535,23	2.487,68	2.564,61	2.633,41	2.601,50	2.688,44
7	1.977,25	2.049,17	2.210,58	2.463,28	2.300,65	2.511,47	2.463,28	2.585,89	2.524,61	2.601,50	2.680,35	2.641,55	2.736,00
8	2.000,42	2.080,47	2.253,10	2.497,05	2.338,83	2.552,73	2.498,94	2.633,41	2.564,61	2.641,55	2.722,87	2.680,35	2.785,42
9	2.023,55	2.111,12	2.293,76	2.530,82	2.373,20	2.596,52	2.533,96	2.680,35	2.601,50	2.680,35	2.769,80	2.802,93	2.834,82
10	2.046,70	2.143,04	2.336,29	2.565,88	2.413,25	2.636,55	2.570,24	2.722,87	2.641,55	2.721,65	2.818,57	2.845,48	2.883,00
11	2.069,85	2.174,89	2.375,73	2.601,50	2.448,90	2.676,62	2.604,00	2.769,80	2.680,35	2.760,39	2.868,63	2.886,77	2.933,66
12	,,	,,	2.420,78	,,	2.482,68	2.719,11	2.636,55	2.818,57	2.721,65	2.802,93	2.912,39	2.933,66	2.983,08
13	,,	,,	2.459,52	,,	2.517,09	2.759,14	2.676,62	2.868,63	2.760,39	2.845,48	2.955,57	2.979,30	3.033,73
14	,,	,,	,,	,,	2.550,85	2.802,93	2.719,11	2.912,39	2.802,93	2.886,77	2.983,08	3.026,84	3.083,81
15	,,	,,	,,	,,	2.585,89	2.845,48	2.759,14	2.955,57	2.845,48	2.933,66	3.032,50	3.074,42	3.134,45
16	,,	,,	,,	,,	,,	2.886,77	2.802,93	3.003,11	2.886,77	2.979,30	3.081,29	3.121,96	3.189,51
17	,,	,,	,,	2.657,19	,,	2.933,66	2.845,48	3.049,39	2.933,66	3.026,84	3.130,71	3.170,11	3.244,54
18	,,	,,	,,	,,	,,	,,	2.886,77	3.095,04	2.979,30	3.074,42	3.185,13	3.230,80	3.298,97
19	,,	,,	,,	2.712,23	,,	,,	2.933,66	3.143,23	3.026,84	3.121,96	3.242,05	3.278,33	3.345,90
20	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	3.195,72	3.074,42	3.170,11	3.292,72	3.329,00	3.392,16
21	,,	,,	,,	2.768,54	2.641,55	,,	,,	3.242,05	3.121,96	3.230,80	3.341,52	3.371,56	3.442,85
22	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	3.292,72	3.170,11	3.278,33	3.389,68	3.417,20	3.492,26
23	,,	,,	,,	,,	2.696,60	,,	,,	3.341,52	,,	3.329,00	3.440,33	3.464,74	3.542,30
24	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	3.371,56	3.491,63	3.515,41	3.590,48
25	,,	,,	,,	,,	2.752,88	,,	,,	,,	,,	3.417,20	3.542,30	3.562,31	3.635,49
26	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	3.464,74	3.591,73	3.638,00	3.704,30
27	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	3.515,41	3.638,00	3.709,33	3.774,36
28	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	3.562,31	,,	3.781,25	3.846,29
29	,,	,,	,,	2.825,46	2.809,82	,,	,,	,,	,,	,,	,,	3.855,67	3.918,85
30	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	3.928,85	3.990,76
31	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,
32	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,
33	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,
34	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,
35	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,
36	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,
37	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,
38	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,

salarisnummer	tlnt	ltz3	elnt	ltz2	kap	ltz2oc	maj	ltz1	lkol	kltz	kol	ktz	cdr	sbn	vadm[1]	ltadm[1]
													bgen	genm	lgen[1]	gen[1]
	overigen	KM	overigen	KM	overigen	KM	overigen	KM	overigen	KM	overigen	KM
0
1
2
3
4
5
6	2.700,98	2.749,13	2.791,08	2.875,52
7	2.838,60	2.881,76	2.929,92	3.008,13
8	2.973,08	3.014,99	3.070,68	3.140,10
9	3.070,68	3.111,30	3.167,63	3.249,58
10	3.167,63	3.215,79	3.277,06	3.352,14
11	3.277,06	3.322,11	3.373,40	3.449,11
12	3.373,40	3.413,43	3.470,35	3.551,04
13	3.470,35	3.514,16	3.569,19	3.644,26	3.773,75	3.869,45
14	3.569,19	3.609,22	3.658,65	3.729,33	3.854,42	3.960,13
15	3.658,65	3.693,65	3.739,35	3.820,04	3.936,38	4.054,59
16	,,	,,	3.826,28	3.891,96	4.020,84	4.120,26
17	,,	,,	3.910,72	3.960,77	4.099,64	4.180,33
18	,,	,,	3.997,67	4.032,71	4.177,18	4.239,72		4.488,06
19	,,	,,	4.080,89	4.096,48	4.252,26	4.305,44	4.492,47	4.631,93
20	,,	,,	4.157,82	4.197,22	4.327,32	4.366,11	4.635,08	4.773,31	4.821,47	4.906,56
21	,,	,,	4.224,14	4.286,67	4.409,88	4.459,92	4.775,22	4.909,66	4.955,96	5.078,56
22	,,	,,	4.305,44	4.383,00	4.491,23	4.563,76	4.910,94	5.046,67	5.092,95	5.209,93
23	,,	,,	,,	,,	4.580,69	4.663,22	5.048,52	5.177,39	5.224,31	5.349,43
24	,,	,,	,,	,,	4.665,72	4.761,45	5.181,15	5.315,63	5.363,82	5.486,41
25	,,	,,	,,	,,	,,	,,	5.321,26	5.451,38	5.500,76	5.618,38
26	,,	,,	,,	,,	,,	,,	5.458,87	5.581,49	5.632,77	5.755,37
27	,,	,,	,,	,,	,,	,,	5.591,50	5.698,45	5.769,77	5.891,75
28	,,	,,	,,	,,	,,	,,	5.729,73	5.815,42	5.906,12	6.028,72	6.058,11	6.156,31
29	,,	,,	,,	,,	,,	,,	5.837,94	5.931,77	6.065,01	6.163,83	6.414,67	6.489,10
30	,,	,,	,,	,,	,,	,,	6.030,61	6.046,87	6.225,76	6.300,20	6.589,19	6.643,60
31	,,	,,	,,	,,	,,	,,	6.101,28	6.101,28	6.385,89	6.436,59	6.763,08	6.798,74
32	,,	,,	,,	,,	,,	,,	6.155,09	6.155,09	6.536,61	6.536,61	6.943,86	6.943,86
33	,,	,,	,,	,,	,,	,,	6.304,58	6.304,58	6.661,12	6.661,12	7.171,51	7.171,51	7.419,25	8.519,51
34	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	6.781,87	6.781,87	7.402,38	7.402,38	7.781,44	8.755,98
35	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	6.948,85	6.948,85	7.713,23	7.713,23	8.295,59	9.179,44
36	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	7.204,09	7.204,09	8.034,76	8.034,76	8.548,92	9.611,68
37	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	8.364,36	8.364,36	9.021,22	10.052,67
38	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	8.698,43	8.698,43	9.506,58	10.506,14	10.958,30	11.741,96

1 de salarisbedragen van deze rangen volgen de salarisontwikkeling in de sector Rijk

Bijlage 10 behorende bij artikel 5.3 onder C

Bijlage C (IBM, artikel 15c)

Tijdelijke toelage loongebouw met ingang van 1 januari 2022

salarisnummer	matr3	matr2	sld1	matr1	kpl/kpl1	kpl	sgt	sgt	sgt1	sm	smjr	aoo	aoo
	sld3	sld2	mar2		mar1
	mar4	mar3	overigen	KM	overigen	KM	overigen	KM	overigen	overigen	KM	overigen	KM
0	21,60	43,20	64,80	75,60	75,60	64,80	64,80	54,00		54,00		43,20
1	21,60	43,20	64,80	75,60	75,60	64,80	64,80	54,00		54,00		43,20
2	21,60	43,20	64,80	75,60	75,60	64,80	64,80	54,00		54,00		43,20
3	21,60	43,20	64,80	75,60	75,60	64,80	64,80	54,00	64,80	54,00	43,20	43,20	43,20
4	21,60	43,20	64,80	75,60	75,60	64,80	64,80	54,00	64,80	54,00	43,20	43,20	43,20
5	21,60	43,20	64,80	75,60	75,60	64,80	64,80	54,00	64,80	54,00	43,20	43,20	43,20
6	21,60	43,20	64,80	75,60	75,60	64,80	64,80	54,00	64,80	54,00	43,20	43,20	43,20
7	21,60	43,20	64,80	75,60	75,60	64,80	64,80	54,00	64,80	54,00	43,20	43,20	43,20
8	21,60	43,20	64,80	75,60	75,60	64,80	64,80	54,00	64,80	54,00	43,20	43,20	43,20
9	21,60	43,20	64,80	75,60	75,60	64,80	64,80	54,00	64,80	54,00	43,20	43,20	43,20
10	21,60	43,20	64,80	75,60	75,60	64,80	64,80	54,00	64,80	54,00	43,20	43,20	43,20
11	21,60	43,20	64,80	75,60	75,60	64,80	64,80	54,00	64,80	54,00	43,20	43,20	43,20
12	,,	,,	64,80	,,	75,60	64,80	64,80	54,00	64,80	54,00	43,20	43,20	43,20
13	,,	,,	64,80	,,	75,60	64,80	64,80	54,00	64,80	54,00	43,20	43,20	43,20
14	,,	,,	,,	,,	75,60	64,80	64,80	54,00	64,80	54,00	43,20	43,20	43,20
15	,,	,,	,,	,,	75,60	64,80	64,80	54,00	64,80	54,00	43,20	43,20	43,20
16	,,	,,	,,	,,	,,	64,80	64,80	54,00	64,80	54,00	43,20	43,20	43,20
17	,,	,,	,,	75,60	,,	64,80	64,80	54,00	64,80	54,00	43,20	43,20	43,20
18	,,	,,	,,	,,	,,	,,	64,80	54,00	64,80	54,00	43,20	43,20	43,20
19	,,	,,	,,	75,60	,,	,,	64,80	54,00	64,80	54,00	43,20	43,20	43,20
20	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	54,00	64,80	54,00	43,20	43,20	43,20
21	,,	,,	,,	75,60	75,60	,,	,,	54,00	64,80	54,00	43,20	43,20	43,20
22	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	54,00	64,80	54,00	43,20	43,20	43,20
23	,,	,,	,,	,,	75,60	,,	,,	54,00	,,	54,00	43,20	43,20	43,20
24	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	54,00	43,20	43,20	43,20
25	,,	,,	,,	,,	75,60	,,	,,	,,	,,	54,00	43,20	43,20	43,20
26	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	54,00	43,20	43,20	43,20
27	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	54,00	43,20	43,20	43,20
28	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	54,00	,,	43,20	43,20
29	,,	,,	,,	75,60	75,60	,,	,,	,,	,,	,,	,,	43,20	43,20
30	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	43,20	43,20
31	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,
32	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,
33	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,
34	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,
35	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,
36	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,
37	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,
38	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,

salarisnummer	tlnt	ltz3	elnt	ltz2	kap	ltz2oc	maj	ltz1	lkol	kltz	kol	ktz	cdr	sbn	vadm*)	ltadm*)
													bgen	genm	lgen*)	gen*)
	overigen	KM	overigen	KM	overigen	KM	overigen	KM	overigen	KM	overigen	KM
0
1
2
3
4
5
6	75,60	75,60	75,60	75,60
7	75,60	75,60	75,60	75,60
8	75,60	75,60	75,60	75,60
9	75,60	75,60	75,60	75,60
10	75,60	75,60	75,60	75,60
11	75,60	75,60	75,60	75,60
12	75,60	75,60	75,60	75,60
13	75,60	75,60	75,60	75,60	64,80	64,80
14	75,60	75,60	75,60	75,60	64,80	64,80
15	75,60	75,60	75,60	75,60	64,80	64,80
16	,,	,,	64,80	64,80	64,80	64,80
17	,,	,,	54,00	54,00	64,80	64,80
18	,,	,,	43,20	43,20	64,80	64,80		54,00
19	,,	,,	32,40	32,40	64,80	64,80	54,00	54,00
20	,,	,,	21,60	21,60	64,80	64,80	54,00	54,00	0,00	0,00
21	,,	,,	10,80	10,80	64,80	64,80	54,00	54,00	0,00	0,00
22	,,	,,	0,00	0,00	64,80	64,80	54,00	54,00	0,00	0,00
23	,,	,,	,,	,,	32,40	32,40	54,00	54,00	0,00	0,00
24	,,	,,	,,	,,	0,00	0,00	54,00	54,00	0,00	0,00
25	,,	,,	,,	,,	,,	,,	54,00	54,00	0,00	0,00
26	,,	,,	,,	,,	,,	,,	54,00	54,00	0,00	0,00
27	,,	,,	,,	,,	,,	,,	54,00	54,00	0,00	0,00
28	,,	,,	,,	,,	,,	,,	54,00	54,00	0,00	0,00	0,00	0,00
29	,,	,,	,,	,,	,,	,,	54,00	54,00	0,00	0,00	0,00	0,00
30	,,	,,	,,	,,	,,	,,	54,00	54,00	0,00	0,00	0,00	0,00
31	,,	,,	,,	,,	,,	,,	54,00	54,00	0,00	0,00	0,00	0,00
32	,,	,,	,,	,,	,,	,,	27,00	27,00	0,00	0,00	0,00	0,00
33	,,	,,	,,	,,	,,	,,	0,00	0,00	0,00	0,00	0,00	0,00	0,00	0,00
34	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	0,00	0,00	0,00	0,00	0,00	0,00
35	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	0,00	0,00	0,00	0,00	0,00	0,00
36	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	0,00	0,00	0,00	0,00	0,00	0,00
37	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	0,00	0,00	0,00	0,00
38	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	,,	0,00	0,00	0,00	0,00	0,00	0,00

Bijlage 11 behorende bij artikel 6.3 onder C

Bijlage E (IBM, artikel 15d)

Toelage overbrugging salaristabel

Bedragen per maand in euro geldend van 1 juli 2022 t/m 31 december 2022

KMAR	Mar4	Mar3		Mar2	Mar1	Wmr	Wmr1	OW	AOO	TLT	ELT	KAP	MAJ	LKOL	KOL	BGEN	GENM	LGEN	GEN
KL, KLu	SLD3	SLD2	SLD1	KPL	KPL1	SGT	SGT1	SM	AOO	TLT	ELT	KAP	MAJ	LKOL	KOL	BGEN	GENM	LGEN	GEN
Salarisnummer	40	50	60	110	150	200	240	280	320	500	530	560	620	650	670	700	720	750	780
0	533	512	491	632	632	832	0	1.372	1.837	0	0	0	0	0	0	0	0	0	0
1	532	511	490	631	631	831	0	1304	1.680	0	0	0	0	0	0	0	0	0	0
2	514	493	464	499	499	572	0	1.026	1.391	0	0	0	0	0	0	0	0	0	0
3	584	563	320	246	246	305	269	738	1.092	0	0	0	0	0	0	0	0	0	0
4	647	627	324	300	300	219	304	628	972	0	0	0	0	0	0	0	0	0	0
5	575	490	336	382	382	256	340	553	923	0	0	0	0	0	0	0	0	0	0
6	613	518	335	402	402	338	391	458	878	497	537	0	0	0	0	0	0	0	0
7	649	545	349	421	421	421	421	413	828	479	518	0	0	0	0	0	0	0	0
8	686	572	363	438	438	453	448	364	781	465	479	0	0	0	0	0	0	0	0
9	722	611	377	458	458	486	478	467	630	479	526	0	0	0	0	0	0	0	0
10	695	574	325	472	472	517	505	492	578	526	391	0	0	0	0	0	0	0	0
11	668	537	276	504	504	551	533	520	527	391	454	0	0	0	0	0	0	0	0
12	668	537	221	538	538	586	557	544	469	454	516	0	0	0	0	0	0	0	0
13	668	537	173	496	496	537	586	567	413	516	549	508	0	0	0	0	0	0	0
14	668	537	173	454	454	561	609	592	355	549	440	407	0	0	0	0	0	0	0
15	668	537	173	411	411	511	557	593	296	440	441	383	0	0	0	0	0	0	0
16	668	537	173	411	411	533	506	612	238	539	442	421	0	0	0	0	0	0	0
17	668	537	173	411	411	481	448	629	254	638	447	434	0	0	0	0	0	0	0
18	668	537	173	411	411	506	392	661	238	738	471	449	0	0	0	0	0	0	0
19	668	537	173	411	411	448	334	603	255	837	378	401	520	0	0	0	0	0	0
20	668	537	173	411	411	448	275	544	268	837	293	418	521	949	0	0	0	0	0
21	668	537	173	343	343	448	217	469	307	837	221	315	412	782	0	0	0	0	0
22	668	537	173	343	343	448	158	411	341	837	131	290	424	612	0	0	0	0	0
23	668	537	173	275	275	448	158	348	373	837	131	321	433	629	0	0	0	0	0
24	668	537	173	275	275	448	158	296	420	837	131	312	269	636	0	0	0	0	0
25	668	537	173	206	206	448	158	240	453	837	131	312	275	646	0	0	0	0	0
26	668	537	173	206	206	448	158	182	407	837	131	312	284	662	0	0	0	0	0
27	668	537	173	206	206	448	158	229	409	837	131	312	299	672	0	0	0	0	0
28	668	537	173	206	206	448	158	172	322	837	131	312	308	503	699	0	0	0	0
29	668	537	173	136	136	448	158	172	229	837	131	312	354	504	632	0	0	0	0
30	668	537	173	136	136	448	158	172	117	837	131	312	125	492	603	0	0	0	0
31	668	537	173	136	136	448	158	172	117	837	131	312	217	481	575	0	0	0	0
32	668	537	173	136	136	448	158	172	117	837	131	312	178	481	575	0	0	0	0
33	668	537	173	136	136	448	158	172	117	837	131	312	20	514	518	523	712	0	0
34	668	537	173	136	136	448	158	172	117	837	131	312	20	365	544	694	930	0	0
35	668	537	173	136	136	448	158	172	117	837	131	312	20	345	424	511	720	0	0
36	668	537	173	136	136	448	158	172	117	837	131	312	20	29	386	677	500	0	0
37	668	537	173	136	136	448	158	172	117	837	131	312	20	29	206	355	269	0	0
38	668	537	173	136	136	448	158	172	117	837	131	312	20	29	21	18	22	0	0
39	668	537	173	136	136	448	158	172	117	837	131	312	20	29	21	18	22	0	0
40	668	537	173	136	136	448	158	172	117	837	131	312	20	29	21	18	22	0	0
41	668	537	173	136	136	448	158	172	117	837	131	312	20	29	21	18	22	0	0
42	668	537	173	136	136	448	158	172	117	837	131	312	20	29	21	18	22	0	0
43	668	537	173	136	136	448	158	172	117	837	131	312	20	29	21	18	22	0	0
44	668	537	173	136	136	448	158	172	117	837	131	312	20	29	21	18	22	0	0
45	668	537	173	136	136	448	158	172	117	837	131	312	20	29	21	18	22	0	0
46	668	537	173	136	136	448	158	172	117	837	131	312	20	29	21	18	22	0	0
47	668	537	173	136	136	448	158	172	117	837	131	312	20	29	21	18	22	0	0
48	668	537	173	136	136	448	158	172	117	837	131	312	20	29	21	18	22	0	0
49	668	537	173	136	136	448	158	172	117	837	131	312	20	29	21	18	22	0	0
50	668	537	173	136	136	448	158	172	117	837	131	312	20	29	21	18	22	0	0

Marine	MATR3	MATR2	MATR1	KPL	SGT	SM	AOO	LTZ2	LTZ2oc	LTZ1	KLTZ	KTZ	CDR	SBN	VADM	LADM
Salarisnummer	30	60	100	110	200	280	320	530	560	620	650	670	700	720	750	780
0	533	512	632	832	1.372	0	0	0	0	0	0	0	0	0	0	0
1	532	511	623	789	1.258	0	0	0	0	0	0	0	0	0	0	0
2	514	493	361	503	975	0	0	0	0	0	0	0	0	0	0	0
3	584	563	220	230	681	1.018	1.035	0	0	0	0	0	0	0	0	0
4	647	627	247	286	615	959	977	0	0	0	0	0	0	0	0	0
5	575	490	258	341	553	897	919	0	0	0	0	0	0	0	0	0
6	613	518	264	415	494	838	905	433	0	0	0	0	0	0	0	0
7	649	545	284	438	432	781	846	422	0	0	0	0	0	0	0	0
8	686	572	306	462	374	728	785	394	0	0	0	0	0	0	0	0
9	722	611	327	484	467	671	725	425	0	0	0	0	0	0	0	0
10	695	574	360	511	491	611	665	299	0	0	0	0	0	0	0	0
11	668	537	392	537	509	549	603	361	0	0	0	0	0	0	0	0
12	668	537	392	561	524	495	542	436	0	0	0	0	0	0	0	0
13	668	537	392	587	539	442	480	458	388	0	0	0	0	0	0	0
14	668	537	392	609	560	408	419	354	254	0	0	0	0	0	0	0
15	668	537	392	557	566	423	357	340	279	0	0	0	0	0	0	0
16	668	537	392	506	583	422	289	360	297	0	0	0	0	0	0	0
17	668	537	323	448	601	437	297	363	333	0	0	0	0	0	0	0
18	668	537	323	448	636	445	305	427	371	305	0	0	0	0	0	0
19	668	537	256	448	577	466	338	359	335	345	0	0	0	0	0	0
20	668	537	256	448	512	494	372	244	370	415	843	0	0	0	0	0
21	668	537	186	448	455	525	400	143	219	246	630	0	0	0	0	0
22	668	537	186	448	393	556	449	34	199	256	467	0	0	0	0	0
23	668	537	186	448	333	584	478	34	283	273	474	0	0	0	0	0
24	668	537	186	448	333	586	465	34	193	102	484	0	0	0	0	0
25	668	537	186	448	333	614	500	34	193	114	500	0	0	0	0	0
26	668	537	186	448	333	553	515	34	193	132	510	0	0	0	0	0
27	668	537	186	448	424	497	528	34	193	167	521	0	0	0	0	0
28	668	537	186	448	424	497	439	34	193	202	361	578	0	0	0	0
29	668	537	116	448	424	497	348	34	193	237	381	540	0	0	0	0
30	668	537	116	448	424	497	281	34	193	105	399	536	0	0	0	0
31	668	537	116	448	424	497	281	34	193	217	418	531	0	0	0	0
32	668	537	116	448	424	497	281	34	193	178	481	575	0	0	0	0
33	668	537	116	448	424	497	281	34	193	20	514	518	523	712	0	0
34	668	537	116	448	424	497	281	34	193	20	365	544	694	930	0	0
35	668	537	116	448	424	497	281	34	193	20	345	424	511	720	0	0
36	668	537	116	448	424	497	281	34	193	20	29	386	677	500	0	0
37	668	537	116	448	424	497	281	34	193	20	29	206	355	269	0	0
38	668	537	116	448	424	497	281	34	193	20	29	21	18	22	0	0
39	668	537	116	448	424	497	281	34	193	20	29	21	18	22	0	0
40	668	537	116	448	424	497	281	34	193	20	29	21	18	22	0	0
41	668	537	116	448	424	497	281	34	193	20	29	21	18	22	0	0
42	668	537	116	448	424	497	281	34	193	20	29	21	18	22	0	0
43	668	537	116	448	424	497	281	34	193	20	29	21	18	22	0	0
44	668	537	116	448	424	497	281	34	193	20	29	21	18	22	0	0
45	668	537	116	448	424	497	281	34	193	20	29	21	18	22	0	0
46	668	537	116	448	424	497	281	34	193	20	29	21	18	22	0	0
47	668	537	116	448	424	497	281	34	193	20	29	21	18	22	0	0
48	668	537	116	448	424	497	281	34	193	20	29	21	18	22	0	0
49	668	537	116	448	424	497	281	34	193	20	29	21	18	22	0	0
50	668	537	116	448	424	497	281	34	193	20	29	21	18	22	0	0

Bijlage 12 behorende bij artikel 8.4 onder H

Bijlage A (IBBAD, artikel 8, tweede lid)

Bedragen met ingang van 1 januari 2023

Volgnr.	Salaris
		SCHAAL / Salarisnummer
		1	2	3	4	5	6	7	8	9	10	11	12	13	14	15	16
1	2.394,31
2	2.394,31
3	2.394,31	0	0	0
4	2.394,31	1	1	1	0
5	2.394,31	–	–	–	1
6	2.394,31	2	2	2	–	0
7	2.394,31	–	–	–	2	–
8	2.394,31	3	3	3	–	1
9	2.394,31	–	–	–	3	–	0
10	2.394,31	4	4	4	–	2	1
11	2.394,31	5	5	5	4	–	–
12	2.423,56	6	6	6	5	3	2
13	2.498,71	7	7	7	6	4	–	0
14	2.573,23	8	8	8	7	5	3	1
15	2.645,08	9	9	9	8	6	4	–
16	2.717,62	10	10	10	9	7	5	2
17	2.788,17			11	10	8	6	–
18	2.858,09				11	9	7	3	0
19	2.931,95				12	10	8	4	–
20	3.003,15					11	9	5	1		0
21	3.071,79					12	10	6	–		–
22	3.146,26						11	7	2	0	1
23	3.221,42						12	8	–	–	–
24	3.299,81							9	3	1	2
25	3.388,02							10	4	–	–
26	3.470,37							11	5	2	3
27	3.540,27							12	6	–	–
28	3.617,41								7	3	4
29	3.696,42								8	–	–
30	3.770,30								9	4	5
31	3.837,59								10	–	–
32	3.906,23									5	6
33	4.044,74									6	7	0
34	4.200,27									7	8	1
35	4.342,67									8	9	2
36	4.479,93										10	3
37	4.613,23										11	4
38	4.761,55										12	5
39	4.913,80											6	0
40	5.056,22											7	1
41	5.199,34											8	2
42	5.342,46											9	3
43	5.480,32											10	4
44	5.554,17											11	–
45	5.626,03												5	0
46	5.769,14												6	1
47	5.906,99												7	2	0
48	6.050,76												8	3	1
49	6.229,81												9	4	2
50	6.317,36												10	–	–
51	6.407,53													5	3	0
52	6.587,26													6	4	1
53	6.766,94													7	5	2
54	6.853,18													8	–	–
55	6.945,32													9	6	3	0
56	7.040,05													10	–	–	–
57	7.134,81														7	4	1
58	7.329,51														8	5	2
59	7.529,49														9	6	3
60	7.769,30														10	7	4
61	8.016,94															8	5
62	8.272,45															9	6
63	8.536,40															10	7
64	8.808,89																8
65	9.089,88																9
66	9.250,62																10

Leeftijd	Schaal1	Schaal2	Schaal3	Schaal4	Schaal5
<= J19	1.676,02	1.676,02	1.676,02	1.676,02	1.676,02
J20	1.915,45	1.915,45	1.915,45	1.915,45	1.915,45
J21	2.154,88	2.154,88	2.154,88	2.154,88	2.154,88

Bijlage 13 behorende bij artikel 8.4 onder H

Bijlage B (IBBAD, artikel 13, zesde lid)

Maandsalaris burgertandartsen

Bedragen met ingang van 1 januari 2023

Aantal punten per jaar:
van	t/m	maandsalaris
	11.818,0	5.031,58
11.818,1	13.167,0	5.236,17
13.167,1	14.516,0	5.522,42
14.516,1	15.884,0	5.840,83
15.884,1	17.233,0	6.155,50
17.233,1	18.582,0	6.463,83
18.582,1	19.931,0	6.699,67
19.931,1	21.280,0	6.942,42
21.280,1	22.629,0	7.163,33
22.629,1	23.978,0	7.399,58
23.978,1	25.327,0	7.536,08
25.327,1	26.599,9	7.636,17
26.600,0	en meer	7.681,75

Bijlage 14 behorende bij artikel 8.4 onder H

Bijlage C (IBBAD, artikel 14, eerste lid)

Jaarsalaris burgertandartsen

Bedragen met ingang van 1 januari 2023

aantal punten per jaar	jaarsalaris	aantal punten per jaar	jaarsalaris	aantal punten per jaar	jaarsalaris	aantal punten per jaar	jaarsalaris	aantal punten per jaar	jaarsalaris
11.818	60.379
11.913	60.631	14.858	69.128	17.822	77.388	20.767	83.645	23.731	89.610
11.989	60.875	14.953	69.371	17.898	77.566	20.862	83.824	23.807	89.682
12.084	61.115	15.029	69.609	17.993	77.671	20.938	84.002	23.902	89.759
12.160	61.363	15.124	69.850	18.069	77.853	21.033	84.177	23.978	89.828
12.236	61.610	15.200	70.090	18.164	78.036	21.109	84.189	24.073	89.910
12.331	61.850	15.276	70.330	18.240	78.217	21.204	84.367	24.149	89.986
12.407	62.099	15.371	70.570	18.316	78.401	21.280	84.541	24.244	90.058
12.502	62.345	15.447	70.814	18.411	78.580	21.356	84.720	24.320	90.134
12.578	62.597	15.542	71.050	18.487	78.763	21.451	84.895	24.396	90.205
12.673	62.834	15.618	71.295	18.582	78.948	21.527	85.071	24.491	90.281
12.749	63.080	15.713	71.536	18.658	79.123	21.622	85.250	24.567	90.357
12.844	63.330	15.789	71.702	18.753	79.309	21.698	85.426	24.662	90.433
12.920	63.570	15.884	71.944	18.829	79.491	21.793	85.603	24.738	90.509
12.996	63.816	15.960	72.183	18.924	79.672	21.869	85.784	24.833	90.582
13.091	64.063	16.036	72.426	19.000	79.853	21.964	85.960	24.909	90.654
13.167	64.305	16.131	72.664	19.076	80.037	22.040	86.135	25.004	90.728
13.262	64.546	16.207	72.904	19.171	80.219	22.116	86.313	25.080	90.808
13.338	64.801	16.302	73.144	19.247	80.396	22.211	86.489	25.156	90.884
13.433	65.040	16.378	73.388	19.342	80.582	22.287	86.670	25.251	90.960
13.509	65.285	16.473	73.629	19.418	80.764	22.382	86.845	25.327	91.035
13.604	65.534	16.549	73.866	19.513	80.945	22.458	87.025	25.422	91.106
13.680	65.775	16.644	74.107	19.589	81.127	22.553	87.201	25.498	91.186
13.756	66.022	16.720	74.349	19.684	81.310	22.629	87.380	25.593	91.259
13.851	66.269	16.796	74.589	19.760	81.493	22.724	87.558	25.669	91.333
13.927	66.448	16.891	74.829	19.836	81.670	22.800	87.727	25.764	91.407
14.022	66.690	16.967	75.073	19.931	81.857	22.876	87.906	25.840	91.480
14.098	66.940	17.062	75.312	20.007	82.034	22.971	88.086	25.916	91.558
14.193	67.184	17.138	75.552	20.102	82.216	23.047	88.262	26.011	91.634
14.269	67.423	17.233	75.791	20.178	82.399	23.142	88.436	26.106	91.711
14.364	67.671	17.309	76.032	20.273	82.582	23.218	88.615	26.182	91.782
14.440	67.916	17.404	76.274	20.349	82.761	23.313	88.795	26.258	91.862
14.516	68.158	17.480	76.515	20.444	82.945	23.389	88.972	26.353	91.932
14.611	68.408	17.556	76.753	20.520	83.123	23.484	89.149	26.429	92.007
14.687	68.654	17.651	76.994	20.596	83.309	23.560	89.323	26.524	92.086
14.782	68.889	17.727	77.200	20.691	83.468	23.636	89.530	26.600	92.181

Bijlage 15 behorende bij artikel 8.5 onder P

Bijlage A (IBM, artikel 4)

Opleidingstabel voor militairen met ingang van 1 januari 2023

KM	MATR3	MATR2		MATR1	KPL	SGT	LTZ3
Overige OPCO’s	SLD3 MAR4	SLD2 MAR3	SLD1	KPL MAR2	SGT WMR		VDG
19 jaar of jonger	1.295,62		1.658,40	1.762,05	1.865,70	1.917,52	2.228,47
20 jaar	1.658,40		1.891,61	1.995,26	2.098,91	2.150,74	2.487,60
21 jaar	2.021,17		2.124,82	2.228,47	2.332,12	2.383,95	2.746,72
22 jaar	2.098,91		2.228,47	2.332,12	2.435,77	2.487,60	2.850,37
23 jaar en ouder	2.176,65		2.332,12	2.435,77	2.539,42	2.591,25	2.954,02

Bijlage 16 behorende bij artikel 8.5 onder Q

Bijlage B (IBM, artikel 4, tweede lid)

Salarisschalen voor militairen met ingang van 1 januari 2023

Salaris	KM:	MATR2	MATR1	KPL	SGT	SMJR	AOO	LTZ2	LTZ2OC	LTZ1	KLTZ	KTZ	CDR	SBN	VADM	LTADM	Volgnr.
	KL/Klu:	Sld2 /1	Kpl/Kpl1	Sgt/Sgt1	Sm	Aoo	–	Tlt/Elt	Kap	Maj	LKol	Kol	Bgen/ Cdre	GenM	LGen	Gen
	KMAR:	Mar3	Mar2/Mar1	Wmr/Wmr1	OW	AOO	–	Tlt/Elt	Kap	Maj	LKol	Kol	BGen	GenM	LGen	Gen
2.394,31		0															1
2.430,59																	2
2.467,91		1															3
2.519,73		2	0														4
2.571,56		3															5
2.623,38		4	1														6
2.676,24		5		0													7
2.728,07		6	2														8
2.779,89		7	3	1													9
2.831,72			4														10
2.883,54			5	2													11
2.936,40			6														12
2.988,23			7	3													13
3.050,42			8	4													14
3.112,61			9	5	0												15
3.175,84				6													16
3.238,03				7	1												17
3.300,22				8	2			0									18
3.362,41				9	3												19
3.425,63				10	4			1									20
3.487,82				11	5	0											21
3.550,01					6	1		2									22
3.613,24					7	2	0										23
3.675,43					8	3	1	3									24
3.737,62					9	4	2										25
3.812,25					10	5	3	4									26
3.887,91					11	6	4										27
3.962,54						7	5	5									28
4.037,17						8	6										29
4.112,83						9	7	6	0								30
4.187,46						10	8										31
4.262,09						11	9	7	1								32
4.345,01							10	8	2								33
4.427,93							11	9	3								34
4.510,85								10	4								35
4.593,77								11	5								36
4.687,05									6								37
4.780,34									7								38
4.873,62									8	0							39
4.966,91									9								40
5.060,19									10	1							41
5.153,48									11								42
5.246,76										2							43
5.399,13										3							44
5.551,49										4							45
5.702,82										5							46
5.855,19										6	0						47
6.007,55										7	1						48
6.158,88										8	2						49
6.311,25										9	3						50
6.463,61										10	4						51
6.614,94										11	5						52
6.773,53											6						53
6.932,11											7	0					54
7.089,66											8						55
7.248,24											9	1					56
7.406,83											10	2					57
7.564,38											11	3	0				58
7.754,06												4					59
7.943,74												5	1				60
8.133,42												6					61
8.323,09												7	2				62
8.511,74												8					63
8.701,42												9	3	0			64
8.891,10												10					65
9.080,78												11	4	1			66
9.270,46																	67
9.487,08													5	2			68
9.703,71													6				69
9.919,30													7	3			70
10.181,54														4			71
10.442,74														5			72
10.553,53	*														0		73
10.703,94														6			74
10.804,78	*														1		75
10.965,13														7			76
11.055,35	*														2		77
11.307,26	*														3	0	78
11.575,00	*															1	79
11.842,74	*															2	80
12.110,51	*															3	81
* De salarisbedragen aangeduid met een asterisk zijn verhoogd conform de CAO Rijk.												Militaire salarislabel per 1-1-2023					x

Bijlage 17 behorend bij artikel 8.5 onder R

Bijlage C (IBM, artikel 10c, eerste lid)

Transitietabel militairen op 1 januari 2023

KMAR	Mar4	Mar3		Mar2	Mar1	Wmr	Wmr1	OW	AOO	TLT	ELT	KAP	MAJ	LKOL	KOL	BGEN	GENM	LGEN	GEN
KL, KLu	SLD3	SLD2	SLD1	KPL	KPL1	SGT	SGT1	SM	AOO	TLT	ELT	KAP	MAJ	LKOL	KOL	BGEN	GENM	LGEN	GEN
Sal. nr. 0	0	0	0	0	0	0	0	0	0	0	0	0	0	0	0	0	0	0	0
1	0	0	0	0	0	0	0	0	0	0	0	0	0	0	0	0	0	0	0
2	0	0	0	0	0	0	0	0	0	0	0	0	0	0	0	0	0	0	0
3	1	1	1	0	0	0	0	0	0	0	0	0	0	0	0	0	0	0	0
4	2	2	2	1	1	0	1	0	0	0	0	0	0	0	0	0	0	0	0
5	3	3	3	2	2	1	2	0	0	0	0	0	0	0	0	0	0	0	0
6	4	4	4	3	3	2	3	0	0	0	1	0	0	0	0	0	0	0	0
7	5	5	5	4	4	3	4	0	0	1	2	0	0	0	0	0	0	0	0
8	6	6	6	5	5	4	5	0	0	2	3	0	0	0	0	0	0	0	0
9	7	7	7	6	6	5	6	1	0	3	4	0	0	0	0	0	0	0	0
10	7	7	7	7	7	6	7	2	0	4	4	0	0	0	0	0	0	0	0
11	7	7	7	8	8	7	8	3	0	4	5	1	0	0	0	0	0	0	0
12	7	7	7	9	9	8	9	4	0	5	6	2	0	0	0	0	0	0	0
13	7	7	7	9	9	8	10	5	0	6	7	3	0	0	0	0	0	0	0
14	7	7	7	9	9	9	11	6	0	7	7	3	0	0	0	0	0	0	0
15	7	7	7	9	9	9	11	7	0	7	8	4	0	0	0	0	0	0	0
16	7	7	7	9	9	10	11	8	0	8	9	5	0	0	0	0	0	0	0
17	7	7	7	9	9	10	11	9	1	9	10	6	0	0	0	0	0	0	0
18	7	7	7	9	9	11	11	10	2	10	11	7	1	0	0	0	0	0	0
19	7	7	7	9	9	11	11	10	3	11	11	8	2	0	0	0	0	0	0
20	7	7	7	9	9	11	11	10	4	11	11	9	3	0	0	0	0	0	0
21	7	7	7	9	9	11	11	10	5	11	11	9	3	0	0	0	0	0	0
22	7	7	7	9	9	11	11	10	6	11	11	10	4	0	0	0	0	0	0
23	7	7	7	9	9	11	11	10	7	11	11	11	5	1	0	0	0	0	0
24	7	7	7	9	9	11	11	10	8	11	11	11	5	2	0	0	0	0	0
25	7	7	7	9	9	11	11	10	9	11	11	11	6	3	0	0	0	0	0
26	7	7	7	9	9	11	11	10	10	11	11	11	7	4	0	0	0	0	0
27	7	7	7	9	9	11	11	11	11	11	11	11	8	5	0	0	0	0	0
28	7	7	7	9	9	11	11	11	11	11	11	11	9	5	0	0	0	0	0
29	7	7	7	9	9	11	11	11	11	11	11	11	10	6	1	0	0	0	0
30	7	7	7	9	9	11	11	11	11	11	11	11	10	7	2	0	0	0	0
31	7	7	7	9	9	11	11	11	11	11	11	11	11	8	3	0	0	0	0
32	7	7	7	9	9	11	11	11	11	11	11	11	11	9	4	1	1	0	0
33	7	7	7	9	9	11	11	11	11	11	11	11	11	10	5	2	2	0	0
34	7	7	7	9	9	11	11	11	11	11	11	11	11	10	7	3	3	0	0
35	7	7	7	9	9	11	11	11	11	11	11	11	11	11	8	4	4	0	0
36	7	7	7	9	9	11	11	11	11	11	11	11	11	11	9	5	5	1	1
37	7	7	7	9	9	11	11	11	11	11	11	11	11	11	10	6	6	2	2
38	7	7	7	9	9	11	11	11	11	11	11	11	11	11	11	7	7	3	3
39	7	7	7	9	9	11	11	11	11	11	11	11	11	11	11	7	7	3	3
40	7	7	7	9	9	11	11	11	11	11	11	11	11	11	11	7	7	3	3
41	7	7	7	9	9	11	11	11	11	11	11	11	11	11	11	7	7	3	3
42	7	7	7	9	9	11	11	11	11	11	11	11	11	11	11	7	7	3	3
43	7	7	7	9	9	11	11	11	11	11	11	11	11	11	11	7	7	3	3
44	7	7	7	9	9	11	11	11	11	11	11	11	11	11	11	7	7	3	3
45	7	7	7	9	9	11	11	11	11	11	11	11	11	11	11	7	7	3	3
46	7	7	7	9	9	11	11	11	11	11	11	11	11	11	11	7	7	3	3
47	7	7	7	9	9	11	11	11	11	11	11	11	11	11	11	7	7	3	3
48	7	7	7	9	9	11	11	11	11	11	11	11	11	11	11	7	7	3	3
49	7	7	7	9	9	11	11	11	11	11	11	11	11	11	11	7	7	3	3
50	7	7	7	9	9	11	11	11	11	11	11	11	11	11	11	7	7	3	3

Marine	MATR3	MATR2	MATR1	KPL	SGT	SM	AOO	LTZ2	LTZ2oc	LTZ1	KLTZ	KTZ	CDR	SBN	VADM	LADM
Sal.nr. 0	0	0	0	0	0	0	0	0	0	0	0	0	0	0	0	0
1	0	0	0	0	0	0	0	0	0	0	0	0	0	0	0	0
2	0	0	0	0	0	0	0	0	0	0	0	0	0	0	0	0
3	1	1	1	0	0	0	0	0	0	0	0	0	0	0	0	0
4	2	2	2	1	0	0	0	0	0	0	0	0	0	0	0	0
5	3	3	3	2	0	0	0	0	0	0	0	0	0	0	0	0
6	4	4	4	3	0	0	0	1	0	0	0	0	0	0	0	0
7	5	5	5	4	0	0	0	2	0	0	0	0	0	0	0	0
8	6	6	6	5	0	0	0	3	0	0	0	0	0	0	0	0
9	7	7	7	6	1	0	0	4	0	0	0	0	0	0	0	0
10	7	7	8	7	2	0	0	4	0	0	0	0	0	0	0	0
11	7	7	9	8	3	0	0	5	1	0	0	0	0	0	0	0
12	7	7	9	9	4	0	0	6	2	0	0	0	0	0	0	0
13	7	7	9	10	5	0	0	7	3	0	0	0	0	0	0	0
14	7	7	9	11	6	0	0	7	3	0	0	0	0	0	0	0
15	7	7	9	11	7	1	0	8	4	0	0	0	0	0	0	0
16	7	7	9	11	8	2	0	9	5	0	0	0	0	0	0	0
17	7	7	9	11	9	3	1	10	6	0	0	0	0	0	0	0
18	7	7	9	11	10	4	2	11	7	1	0	0	0	0	0	0
19	7	7	9	11	10	5	3	11	8	2	0	0	0	0	0	0
20	7	7	9	11	10	6	4	11	9	3	0	0	0	0	0	0
21	7	7	9	11	10	7	5	11	9	3	0	0	0	0	0	0
22	7	7	9	11	10	8	6	11	10	4	0	0	0	0	0	0
23	7	7	9	11	10	9	7	11	11	5	1	0	0	0	0	0
24	7	7	9	11	10	10	8	11	11	5	2	0	0	0	0	0
25	7	7	9	11	10	11	9	11	11	6	3	0	0	0	0	0
26	7	7	9	11	10	11	10	11	11	7	4	0	0	0	0	0
27	7	7	9	11	11	11	11	11	11	8	5	0	0	0	0	0
28	7	7	9	11	11	11	11	11	11	9	5	0	0	0	0	0
29	7	7	9	11	11	11	11	11	11	10	6	1	0	0	0	0
30	7	7	9	11	11	11	11	11	11	10	7	2	0	0	0	0
31	7	7	9	11	11	11	11	11	11	11	8	3	0	0	0	0
32	7	7	9	11	11	11	11	11	11	11	9	4	1	1	0	0
33	7	7	9	11	11	11	11	11	11	11	10	5	2	2	0	0
34	7	7	9	11	11	11	11	11	11	11	10	7	3	3	0	0
35	7	7	9	11	11	11	11	11	11	11	11	8	4	4	0	0
36	7	7	9	11	11	11	11	11	11	11	11	9	5	5	1	1
37	7	7	9	11	11	11	11	11	11	11	11	10	6	6	2	2
38	7	7	9	11	11	11	11	11	11	11	11	11	7	7	3	3
39	7	7	9	11	11	11	11	11	11	11	11	11	7	7	3	3
40	7	7	9	11	11	11	11	11	11	11	11	11	7	7	3	3
41	7	7	9	11	11	11	11	11	11	11	11	11	7	7	3	3
42	7	7	9	11	11	11	11	11	11	11	11	11	7	7	3	3
43	7	7	9	11	11	11	11	11	11	11	11	11	7	7	3	3
44	7	7	9	11	11	11	11	11	11	11	11	11	7	7	3	3
45	7	7	9	11	11	11	11	11	11	11	11	11	7	7	3	3
46	7	7	9	11	11	11	11	11	11	11	11	11	7	7	3	3
47	7	7	9	11	11	11	11	11	11	11	11	11	7	7	3	3
48	7	7	9	11	11	11	11	11	11	11	11	11	7	7	3	3
49	7	7	9	11	11	11	11	11	11	11	11	11	7	7	3	3
50	7	7	9	11	11	11	11	11	11	11	11	11	7	7	3	3

Bijlage 18 behorende bij artikel 8.5 onder S

Bijlage D (IBM, artikel 10e)

Overgangsmaatregelen loongebouw militairen van 1 januari 2023 tot en met 31 december 2032

1. Bij bevordering van Kapitein / LTZ2oc naar Majoor / LTZ1

Salarisnummer	KM										KL, KLu en KMAR
bij transitie	2023	2024	2025	2026	2027	2028	2029	2030	2031	2032	2023	2024	2025	2026	2027	2028	2029	2030	2031	2032
13	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–
14	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–
15	–	–	–	–	–	–	–	–	–	1	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–
16	–	–	–	–	–	–	–	1	1	2	–	–	–	–	–	–	–	–	1	1
17	–	–	–	–	–	–	1	1	2	3	–	–	–	–	–	–	–	1	1	2
18	–	–	–	–	–	1	1	2	3	3	–	–	–	–	–	–	1	2	2	3
19	–	–	–	–	1	2	2	3	4	4	–	–	–	–	–	1	2	2	3	4
20	–	–	–	1	2	2	3	4	4	5	–	–	–	–	1	2	2	3	4	4
21	1	–	1	2	3	3	4	5	5	5	–	–	–	1	2	3	3	4	4	5
22	1	1	2	3	3	4	5	5	6	6	–	1	1	2	3	4	4	5	5	5
23	1	2	3	4	4	5	5	6	6	6	1	1	2	3	4	4	5	5	5	5
24	2	3	4	4	5	6	6	6	6	6	2	2	3	4	4	5	5	6	6	6
25	3	4	4	5	6	6	6	6	7	6	2	3	4	5	5	6	6	6	6	6
26	4	5	5	6	6	6	7	7	7	6	3	4	5	5	6	6	6	6	6	6
27	5	5	6	6	7	7	7	7	7	6	4	5	5	6	6	6	6	6	6	6
28	5	6	6	7	7	7	7	7	7	6	5	6	6	6	6	6	6	6	6	6
29	6	7	7	7	7	7	7	7	7	6	6	6	7	7	7	6	6	6	6	6
30	7	7	7	7	7	7	7	7	7	6	7	7	7	7	7	6	6	6	6	6
31	7	8	8	7	7	7	7	7	7	6	7	7	7	7	7	6	6	6	6	6
32	8	8	8	7	7	7	7	7	7	6	8	8	7	7	7	6	6	6	6	6
33	8	8	8	7	7	7	7	7	7	6	8	8	7	7	7	6	6	6	6	6
34	8	8	8	7	7	7	7	7	7	6	8	8	7	7	7	6	6	6	6	6
35	8	8	8	7	7	7	7	7	7	6	8	8	7	7	7	6	6	6	6	6
36	8	8	8	7	7	7	7	7	7	6	8	8	7	7	7	6	6	6	6	6
37	8	8	8	7	7	7	7	7	7	6	8	8	7	7	7	6	6	6	6	6
38 e.v.	8	8	8	7	7	7	7	7	7	6	8	8	7	7	7	6	6	6	6	6

2. Bij bevordering van Majoor / LTZ1 naar Luitenant-kolonel / KLTZ

Salarisnummer	KM										KL, KLu en KMAR
bij transitie	2023	2024	2025	2026	2027	2028	2029	2030	2031	2032	2023	2024	2025	2026	2027	2028	2029	2030	2031	2032
18	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–
19	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–
20	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–
21	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–
22	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–
23	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–
24	–	–	–	–	–	–	–	–	–	1	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–
25	–	–	–	–	–	–	–	–	1	2	–	–	–	–	–	–	–	–	1	1
26	–	–	–	–	–	–	–	1	2	2	–	–	–	–	–	–	–	1	1	2
27	–	–	–	–	–	–	1	2	2	3	–	–	–	–	–	–	1	2	2	3
28	–	–	–	–	–	1	2	3	3	3	–	–	–	–	–	1	2	2	3	3
29	–	–	–	–	1	2	3	3	3	3	–	–	–	–	1	2	3	3	3	3
30	–	–	1	1	2	3	4	4	4	4	–	–	1	1	2	3	4	4	4	4
31	–	1	1	2	3	4	4	4	4	4	–	1	1	2	3	4	4	4	4	4
32	1	2	3	3	4	4	4	4	4	4	1	2	3	3	4	4	4	4	4	4
33	2	3	4	4	4	4	4	4	4	4	2	3	4	4	4	4	4	4	4	4
34	3	4	4	4	4	4	4	4	4	4	3	4	4	4	4	4	4	4	4	4
35	4	5	4	4	4	4	4	4	4	4	4	5	4	4	4	4	4	4	4	4
36	5	5	4	4	4	4	4	4	4	4	5	5	4	4	4	4	4	4	4	4
37	5	5	4	4	4	4	4	4	4	4	5	5	4	4	4	4	4	4	4	4
38 e.v.	5	5	4	4	4	4	4	4	4	4	5	5	4	4	4	4	4	4	4	4

3. Bij bevordering van Luitenant-kolonel / KLTZ naar Kolonel / KTZ

Salarisnummer	KM										KL, KLu en KMAR
bij transitie	2023	2024	2025	2026	2027	2028	2029	2030	2031	2032	2023	2024	2025	2026	2027	2028	2029	2030	2031	2032
20	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–
21	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–
22	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–
23	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–
24	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–
25	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–	–
26	–	–	–	–	–	–	–	–	–	1	–	–	–	–	–	–	–	–	–	1
27	–	–	–	–	–	–	–	–	1	2	–	–	–	–	–	–	–	–	1	2
28	–	–	–	1	1	1	1	2	3	3	–	–	–	1	1	1	1	2	2	3
29	–	–	1	1	1	1	2	3	4	4	–	–	1	1	1	1	2	3	3	4
30	–	1	1	1	1	2	3	4	4	4	–	1	1	1	1	2	3	4	4	4
31	1	1	1	1	2	3	4	4	4	4	1	1	1	1	2	3	4	4	4	4
32	1	1	1	2	3	4	5	5	5	5	1	1	1	2	3	4	5	5	5	5
33	2	2	3	4	5	5	5	5	5	5	2	2	3	4	5	5	5	5	5	5
34	3	3	4	5	6	6	6	6	6	6	3	3	4	5	6	6	6	6	6	6
35	3	4	5	6	6	6	6	6	6	6	3	4	5	6	6	6	6	6	6	6
36	4	6	7	7	6	6	6	6	6	6	4	6	7	7	6	6	6	6	6	6
37	6	7	7	7	6	6	6	6	6	6	6	7	7	7	6	6	6	6	6	6
38 e.v.	7	7	7	7	6	6	6	6	6	6	7	7	7	7	6	6	6	6	6	6