Regeling van de Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening van 19 december 2025, nr. 2025-0000683303, tot wijziging van de Subsidieregeling isolatie en ventilatie gebouwen, woonboten en woonwagens provincie Groningen en de gemeenten Aa en Hunze, Noordenveld en Tynaarlo in verband met de verhoging van het subsidieplafond, het herstel van omissies en enige andere wijzigingen

De Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening,

Gelet op artikel 4, eerste lid, onderdelen a tot en met c, van de Kaderwet overige BZK-subsidies en de artikelen 8, eerste lid, en 11, derde lid, van het Kaderbesluit BZK-subsidies en;

Besluit:

ARTIKEL I

De Subsidieregeling isolatie en ventilatie gebouwen, woonboten en woonwagens provincie Groningen en de gemeenten Aa en Hunze, Noordenveld en Tynaarlo wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 3, tweede lid, wordt ‘de algemene groepsvrijstellingverordening’ vervangen door ‘de algemene groepsvrijstellingsverordening’.

B

Artikel 4, eerste lid, onderdeel b, wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan het slot van subonderdeel 2° wordt ‘of’ toegevoegd.

2. Subonderdeel 3° komt te luiden:

  • 3°. centrale dan wel decentrale balansventilatie (type D);

3. Subonderdeel 4° vervalt.

C

Artikel 5, eerste lid, komt te luiden:

  • 1. Het subsidieplafond bedraagt:

    • a. in 2025 € 234,9 miljoen;

    • b. in 2026 € 124,718 miljoen;

    • c. in 2027 € 124,536 miljoen;

    • d. in 2028 € 124,186 miljoen;

    • e. in 2029 € 122,584 miljoen; en

    • f. in 2030 € 122,401 miljoen.

D

Na artikel 5 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 5a. Beslistermijn

  • 1. De minister beslist binnen dertien weken nadat een aanvraag voor subsidie door een woningeigenaar, eigenaar-bewoner, verhuurder, bestuur van een wooncoöperatie, bestuur van een woonvereniging, bestuur van een VvE of een woningcorporatie met een minderheid van het totaal aantal gebouwen in een gemengde VvE, behorende tot de doelgroep, bedoeld in artikel 2, tweede lid, is ingediend.

  • 2. De minister kan de termijn eenmalig verlengen met acht weken.

E

Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het dertiende lid komt te luiden:

  • 13. Een verhuurder, VvE, wooncoöperatie of woonvereniging kan een aanvraag voor subsidie op grond van hoofdstuk 2 van deze regeling indienen na ontvangst van een vaststellingsbeschikking gedateerd vanaf 25 april 2023 op grond van de SVOH dan wel de SVVE, tenzij subsidiëring op grond van die regelingen niet mogelijk is.

2. Het veertiende lid komt te luiden:

  • 14. Een verhuurder, VvE, wooncoöperatie of woonvereniging kan een aanvraag voor subsidie op grond van hoofdstuk 3 van deze regeling, waarbij toepassing wordt gegeven aan de algemene groepsvrijstellingsverordening, indienen na ontvangst van een verleningsbeschikking op grond van de SVOH dan wel de SVVE, tenzij subsidiëring op grond van die regelingen niet mogelijk is.

3. Onder vernummering van het vijftiende tot en met zeventiende lid tot zestiende tot en met achttiende lid wordt een lid ingevoegd, luidende:

  • 15. Een verhuurder, VvE, wooncoöperatie of woonvereniging kan een aanvraag voor subsidie op grond van hoofdstuk 3 van deze regeling, waarbij toepassing wordt gegeven aan de de-minimisverordening, indienen na ontvangst van een vaststellingsbeschikking op grond van de SVOH dan wel de SVVE, tenzij subsidiëring op grond van die regelingen niet mogelijk is.

F

Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid vervalt ‘een dak of’.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 8. Bij het treffen van isolatie- en ventilatiemaatregelen voor een bepaald onderdeel van de thermische schil op grond van deze regeling mag worden afgeweken van het isolatieplan, mits de maatregel wordt genomen voor hetzelfde onderdeel ervan en voldoet aan de doelwaarde voor isolatie. De maximale subsidiebedragen die voor deze maatregelen in het isolatieplan zijn opgenomen blijven gelden.

G

Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdeel b, vervalt ‘, de woonboot dan wel woonwagen’.

2. Het eerste lid, onderdeel e, komt te luiden:

  • e. de isolatie- of ventilatiemaatregelen uit de aanvraag voldoen aan de volgende doelwaarden bij het:

    • 1°. isoleren van het dak: een Rc-waarde van 3,8 m2K/W;

    • 2°. aanbrengen van vloerisolatie: een Rc-waarde van 3,5 m2K/W;

    • 3°. plaatsen van gevel- spouwmuurisolatie: een Rc-waarde van 1,7 m2K/W;

    • 4°. vervangen van de voordeur: een U-waarde van 1,4 W/m2K;

    • 5°. vervangen van bestaand glas: een U-waarde van 1,2 W/m2K;

    • 6°. plaatsen van een paneel in een kozijn: een U-waarde van 1,2 W/m2K;

    • 7°. plaatsen van ventilatieroosters en voor de hoofdverblijfruimte decentrale mechanische ventilatie met warmteterugwinning: NEN 8087; en

    • 8°. plaatsen van voor- of achterzetbeglazing: een U-waarde van 2,7 W/m2K.

3. Er worden twee leden toegevoegd, luidende:

  • 4. Er hoeft geen isolatieplan te worden overgelegd voor gemeenschappelijke delen van de thermische schil als subsidie op grond van de SVVE is toegekend.

  • 5. Er hoeft geen isolatieplan te worden overgelegd indien het een subsidieaanvraag van een woningeigenaar of eigenaar-bewoner betreft waarbij toepassing wordt gegeven aan artikel 17, derde lid, aanhef en onderdelen c en e.

H

Artikel 11, derde lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan het slot van onderdeel p vervalt ‘en’.

2. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel q door ‘; en’ wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • r. in geval subsidie wordt aangevraagd voor het treffen van isolatie- en ventilatiemaatregelen voor een woonboot of woonwagen: de omgevingsvergunning voor de ligplaats respectievelijk standplaats ervan;

I

Artikel 15, derde lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan het slot van onderdeel n vervalt ‘en’.

2. Onder verlettering van onderdeel o tot onderdeel r worden drie onderdelen ingevoegd, luidende:

  • o. in geval subsidie wordt aangevraagd voor het treffen van isolatie- en ventilatiemaatregelen voor een woonboot of woonwagen: de omgevingsvergunning voor de ligplaats respectievelijk standplaats ervan;

  • p. indien toepassing wordt gegeven aan de algemene groepsvrijstellingsverordening: een verleningsbeschikking op grond van de SVOH dan wel de SVVE, mits hiervoor subsidie kan worden aangevraagd;

  • q. indien toepassing wordt gegeven aan de de-minimisverordening: een vaststellingsbeschikking op grond van de SVOH dan wel de SVVE, mits hiervoor subsidie kan worden aangevraagd; en

3. In onderdeel r (nieuw), aanhef, wordt ‘de algemene groepsvrijstellingverordening’ vervangen door ‘de algemene groepsvrijstellingsverordening’.

J

Artikel 17, derde lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel c vervalt ‘of’.

2. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel d door ‘; of’ wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • e. een maatregel als bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel a, voor de kosten boven de maximale subsidiehoogte van € 20.000 of € 40.000 die voor een gebouw, woonboot of woonwagen van een woningeigenaar of eigenaar-bewoner zijn gemaakt.

K

Bijlage I komt te luiden:

Bijlage I. Postcodefasering indienen subsidieaanvraag

Bijlage bij artikel 15, eerste lid

Datum openstelling aanvraagloket

Postcodes

2 september 2025 vanaf 12.00 uur

9355,9464,9492,9512,9541,9545, 9585,9621,9635,9645,9654,9655, 9656,9657,9658,9659,9733,9736, 9738,9741,9791,9792,9793,9794, 9795,9796,9797,9798,9827,9828, 9831,9844,9864,9886,9891,9893, 9912,9914,9917,9918,9924,9936, 9942,9943,9944, 9959,9983,9984, 9979

7 oktober 2025 vanaf 12.00 uur

9514,9331,9471,9502,9515,9679, 9715,9742,9743,9822,9861,9862, 9881,9882,9933,9982,9985,9986, 9628,9619

4 november 2025 vanaf 12.00 uur

9484,9494,9483,9473,9681,9682, 9665,9367,9811,9812,9833,9841, 9842,9845,9883,9884,9885,9716, 9718,9737,9697,9981,9925,9996, 9997,9934,9636,9617

2 december 2025 vanaf 12.00 uur

9642,9354,9362,9468,9469,9561, 9684,9687,9688,9713,9721,9863, 9866,9901,9988,9995,9998,9616, 9618,9623,9624,9625,9626,9627, 9629, 9939

6 januari 2026 vanaf 12.00 uur

9443,9356,9444, 9445, 9446,9447,9452, 9453,9454, 9455, 9456, 9481,9581,9663,9686, 9691,9693,9712,9714,9902,9956, 9989,9999

3 februari 2026 vanaf 12.00 uur

9462,9363,9602,9672,9673,9711, 9731,9765,9781,9945,9991

3 maart 2026 vanaf 12.00 uur

9648,9301,9475,9482,9485,9674, 9717,9732,9753,9784,9785,9832, 9843,9865,9919,9909,9601

7 april 2026 vanaf 12.00 uur

9472, 9302, 9306, 9313,9336,9337,9342,9364, 9365,9366,9501,9607,9649,9695, 9724,9725,9726,9771,9773,9774, 9804,9805,9824,9825,9892,9953, 9954,9955,9957,9961,9962,9946, 9915,9903,9311

5 mei 2026 vanaf 12.00 uur

9461,9307,9314,9334,9341,9563, 9591,9608,9671,9698,9727,9744, 9746,9749,9951,9905,9906,9937, 9921,9465,9511,9347,9747,9609, 9722

2 juni 2026 vanaf 12.00 uur

9641,9304,9305,9312,9315,9333, 9335,9343,9566,9584,9614,9622, 9661,9696,9699,9745,9755,9756, 9761,9963,9964,9967,9968,9969, 9947,9904,9907,9908,9911,9922, 9923,9931,9948,9949,9987,9992, 9463,9466,9467,9611,9351

7 juli 2026 vanaf 12.00 uur

9631,9359,9361,9474,9491,9493, 9495,9496,9497,9503,9551,9644, 9675,9821,9965,9966,9971,9972, 9973,9932,9993,9913,9994,9479, 9734,9735,9751,9752,9615,9651

4 augustus 2026 vanaf 12.00 uur

9646,9321,9448,9449,9451,9457, 9458, 9459, 9603,9605,9606,9613,9632, 9633,9677,9678,9685,9723,9728, 9766,9801,9974,9975,9977,9978, 9976

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, met dien verstande dat artikel I, onderdeel C, terugwerkt tot en met 2 september 2025.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, M.C.G. Keijzer

TOELICHTING

I. Algemeen

1. Inleiding

De Subsidieregeling isolatie en ventilatie gebouwen, woonboten en woonwagens provincie Groningen en de gemeenten Aa en Hunze, Noordenveld en Tynaarlo (de regeling) is op 3 juni 2025 in werking getreden. Met die regeling wordt uitvoering gegeven aan maatregel 29 in de kabinetsreactie Nij Begun1 op het rapport ‘Groningers boven gas’ van de Parlementaire enquêtecommissie aardgaswinning Groningen. Die maatregel betreft de verduurzaming van gebouwen in Groningen en Noord-Drenthe. Het Samenwerkingsverband Noord-Nederland (SNN) voert namens de Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO) de regeling uit.

2. Inhoud van de regeling

Met deze wijzigingsregeling wordt in de eerste plaats het subsidieplafond in de regeling opgehoogd. Dit vanwege het feit dat vanuit de Investeringssubsidie Duurzame Energie en Energiebesparing (ISDE) en de Aanvullende Post bij het Ministerie van Financiën middelen naar deze regeling zijn overgeheveld. Bij publicatie van de regeling is in de toelichting al het voornemen vermeld om middelen vanuit de ISDE en de Aanvullende Post bij het Ministerie van Financiën toe te voegen aan de regeling.2 In de voorjaarsnota is deze wijziging bekrachtigd en daarom is deze wijziging nu opgenomen in deze wijzigingsregeling.

Ontbrekende postcodes

In de regeling ontbraken nog enkele postcodes. Deze worden met deze wijzigingsregeling toegevoegd. Daarnaast is postcode 9492 verwijderd om redenen die in het artikelsgewijze deel van deze toelichting zullen worden vermeld.

Doelwaarden in plaats van grenswaarden

Voor isolatie- of ventilatiemaatregelen die de doelgroep aanvraagt gaan doelwaarden gelden in plaats van grenswaarden. Deze aanpassing geeft meer zekerheid dat een woning goed is geïsoleerd. Deze wijziging is nodig om te voorkomen dat de doelgroep gaat isoleren onder de grenswaarden, wat nu nog is toegestaan. Daardoor ontstaat het risico dat de standaard voor woningisolatie niet wordt gehaald en de woning niet goed geïsoleerd wordt. Dat kan er zelfs toe leiden dat dezelfde maatregelen op een later opnieuw genomen moeten worden om wel aan deze de meerkosten ervan voor eigen rekening zijn.

De U-waarde voor glas is aangepast naar minimaal 1,2 omdat in sommige gevallen de sponning niet in het kozijn past waardoor de U-waarde 1,2 in plaats van 1,1 moet worden om HR++ glas te kunnen plaatsen in het kozijn. Deze aanpassing voorkomt onzekerheid en biedt duidelijkheid voor de doelgroep en de bedrijven die de maatregel uitvoeren.

Verruiming van de subsidiabele maatregelen

Met deze wijziging is de regeling verruimd. Zo wordt ook centrale balansventilatie subsidiabel, is een uitruil van maatregelen aan de thermische schil mogelijk en wordt 30% van de kosten vergoed boven het geldende maximumbedrag dat aan subsidie kan worden ontvangen. Dit zijn verbeteringen die ervoor zorgen dat de doelgroep niet slechter af is dan elders in het land.

Verhouding tot SVVE en SVOH

Er zijn enkele wijzigingen aangebracht om de uitvoerbaarheid van de regeling te verbeteren. De regeling is een aanvulling op de Subsidieregeling Verduurzaming voor Verenigingen van Eigenaars (SVVE) en de Subsidieregeling Verduurzaming en Onderhoud Huurwoningen (SVOH). Er zit echter verschil tussen de beide regelingen. Een verhuurder, VvE, wooncoöperatie of woonvereniging kan een aanvraag voor subsidie op grond van hoofdstuk 2 van deze regeling indienen na ontvangst van een vaststellingsbeschikking gedateerd vanaf 25 april 2023 op grond van de SVOH dan wel de SVVE, tenzij subsidiëring op grond van die regelingen niet mogelijk is. Een verhuurder, VvE, wooncoöperatie of woonvereniging kan een aanvraag voor subsidie op grond van hoofdstuk 3 van deze regeling, waarbij toepassing wordt gegeven aan de algemene groepsvrijstellingsverordening, indienen na ontvangst van een verleningsbeschikking op grond van de SVOH dan wel de SVVE, tenzij subsidiëring op grond van die regelingen niet mogelijk is. Een verhuurder, VvE, wooncoöperatie of woonvereniging kan een aanvraag voor subsidie op grond van hoofdstuk 3 van deze regeling, waarbij toepassing wordt gegeven aan de de-minimisverordening, indienen na ontvangst van een vaststellingsbeschikking op grond van de SVOH dan wel de SVVE, tenzij subsidiëring op grond van die regelingen niet mogelijk is.

Indien de situatie aan de orde is dat subsidiëring op grond van de SVOH dan wel de SVVE niet mogelijk is, kan meteen een aanvraag voor subsidie op grond van deze regeling worden ingediend.

Isolatieplannen

Er hoeft geen isolatieplan te worden overgelegd voor gemeenschappelijke delen van de thermische schil als subsidie op grond van de SVVE is toegekend. Dit betekent een vereenvoudiging voor VvE’s voor het indienen van een aanvraag voor de regeling.

Verder was in de regeling de voorwaarde voor het hebben van een isolatieplan bij de isolatie van het dak aan de buitenzijde opgenomen, terwijl deze maatregel geen onderdeel is van de regeling. Daarom vervalt deze voorwaarde. Voor isolatie van een dak van binnenuit gelden dezelfde eisen voor een isolatieplan als voor andere maatregelen. Voor de isolatie van een muur aan de buitenzijde is altijd een isolatieplan nodig. Ook geeft deze wijziging aanvragers de mogelijkheid om op onderdelen af te wijken van de maatregelen die in het isolatieplan staan als dat nodig is om de maatregelen uit te voeren.

Maatregel 28

Woningen die ingrijpend versterkt moeten worden, kunnen op grond van maatregel 28 worden geïsoleerd en geventileerd. Dit gebeurt dan op grond van artikel 13j, zesde lid, van de Tijdelijke wet Groningen binnen de versterkingsoperatie die namens de Minister (in de praktijk: de Staatssecretaris) van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in mandaat wordt uitgevoerd door de Nationaal Coördinator Groningen (NCG). Met ingrijpend versterken wordt bedoeld dat de versterking langer dan vier maanden duurt en een bewoner daarvoor tijdelijk uit huis moet. Bewoners van wie de woning ingrijpend is versterkt in combinatie met het nemen van isolatie- en ventilatiemaatregelen kunnen ook van de regeling gebruik maken, mits aan de voorwaarden wordt voldaan. Als de doelgroep alsnog gebruik wil maken van de regeling wordt een isolatieplan altijd verplicht om bij de aanvraag voor subsidie te overleggen, ook als de te nemen maatregelen onder de € 10.000 vallen. Deze voorwaarde is noodzakelijk om te waarborgen dat met de te nemen maatregelen wordt voldaan aan de standaard voor woningisolatie, gelet op het feit dat de woning al zou moeten zijn geïsoleerd tot de standaard voor woningisolatie onder maatregel 28.

Bouwjaar woonboot en woonwagen

Voor het vaststellen van het bouwjaar van een woonboot of woonwagen is uit de praktijk gebleken dat de Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG) ontoereikend is. Daarom is met deze wijzigingsregeling geregeld dat een omgevingsvergunning voor de ligplaats respectievelijk standplaats ervan de basis wordt om vast te kunnen stellen of wordt voldaan aan de voorwaarde voor subsidie dat een woonboot of woonwagen een bouwjaar heeft van vóór 1 juli 2012.

3. Gevolgen

3.1 Regeldrukgevolgen

De aanpassing van het subsidieplafond heeft geen effect op de regeldruk. Het volledige budget was al voorzien bij de openstelling van de regeling en de regeldrukeffecten die zijn opgenomen in de regeling zijn al berekend op basis van het effect van het volledige budget en het budget van de ISDE. Daarmee is tegemoetgekomen aan het advies om regelingen te vereenvoudigen door onder andere het budget vanuit de ISDE over te hevelen naar dit budget. Dit zorgt ervoor dat de doelgroep in de regio Groningen en Noord-Drenthe alleen nog deze subsidie kunnen aanvragen en geen aanvraag meer voor de ISDE kunnen doen indien zij de opdracht hebben verstrekt ná 25 april 2023.

De administratieve lasten van deze wijzigingsregeling nemen naar verwachting af voor aanvragers. Zo hoeven VvE’s geen isolatieplan meer op te stellen. Ook nemen de lasten af voor verhuurders en VvE’s die enkel maatregelen nemen die wel onder de regeling worden vergoed, maar niet worden vergoed op grond van de SVVE, of de SVOH. De lasten voor VVE’s en verhuurders voor het doen van de gehele subsidieaanvraag worden geschat op € 33.210 per jaar, uitgaande van 1.000 aanvragers en een uurtarief van € 54. Het vervallen van de noodzaak voor een isolatieplan voor VvE’s (niet voor verhuurders) zal per jaar tot de helft minder aanvragen voor isolatieplannen leiden. Dat betekent dat de lasten verminderen met circa € 540,– per jaar.

De regeldruk voor woningeigenaars en eigenaar-bewoners die maatregelen onder de € 10.000 nemen verandert niet. Voor bewoners die van maatregel 28 gebruik hebben gemaakt en ook nog van de regeling gebruik willen maken en maatregelen onder de € 10.000 nemen, zullen de uitvoeringslasten toenemen. Zij moeten namelijk wel een isolatieplan laten maken. Aangezien de woning al is verduurzaamd onder maatregel 28, zal het verder isoleren voor de doelgroep van de regeling weinig toegevoegde waarde leveren en daardoor naar verwachting zeer beperkt voorkomen. Verder worden uitvoeringslasten voorkomen als aanvragers toch een andere maatregel willen uitvoeren dan is opgenomen in het isolatieplan.

Voor eigenaars van een woonboot of woonwagen kunnen de uitvoeringslasten toenemen, omdat zij de omgevingsvergunning voor de ligplaats respectievelijk standplaats ervan moeten opvragen.

3.2 Financiële gevolgen Rijk

Met deze wijzigingsregeling is het subsidieplafond verhoogd. De financiële gevolgen voor het Rijk zijn al verwerkt in de begroting van het Ministerie van VRO.3

4. Uitvoering en handhaving

Namens de Minister van VRO zal SNN in mandaat de subsidieaanvragen blijven beoordelen en al dan niet subsidie verlenen.

De wijziging betekent dat uitvoeringslasten voor SNN kunnen toenemen omdat zij aanvragen waarvoor geen beschikking is ontvangen van RVO moeten beoordelen op verschil tussen de relevante regelingen. Er kan dan niet direct worden afgewezen. Daarentegen bevat de wijziging ook een aantal vereenvoudigingen. Zo is het niet langer mogelijk voor de doelgroep die maatregelen neemt onder de € 10.000 om op basis van een factuur een subsidie aan te vragen, maar alleen met een offerte. Dat maakt de uitvoering eenduidiger en zal naar verwachting tot minder bezwaren achteraf leiden.

5. Consultatie en advies

5.1 Advies Adviescollege Toetsing Regeldruk

ATR heeft het dossier niet geselecteerd voor een formeel advies, omdat het geen omvangrijke gevolgen voor de regeldruk heeft.

5.2 Internetconsultatie

Van 10 oktober 2025 tot en met 7 november 2025 is de wijzigingsregeling voor consultatie op www.internetconsultatie.nl gepubliceerd, waarmee eenieder in de gelegenheid is gesteld te reageren. In totaal zijn drie reacties binnengekomen. Twee hiervan spitsen zich toe op de vraag wanneer een aanvrager eerst naar RVO moet voor het aanvragen van een subsidie op grond van de SVVE of SVOH, en in algemene zin op het vergemakkelijken van het aanvragen van subsidie bij SNN voor VvE’s in het kader van de regeling. In de huidige wijzigingsregeling is opgenomen dat het voor VvE’s en verhuurders mogelijk is om zich te wenden tot SNN als vooraf duidelijk is dat zij maatregelen nemen die niet subsidiabel zijn volgens de SVOH of SVVE maar wel subsidiabel zijn op grond van de regeling. Dit betekent dat deze aanvragers niet eerst langs het loket van RVO moeten. Het verduidelijken hiervan is niet opgenomen in deze wijzigingsregeling, maar zal wel breed gecommuniceerd worden via de verschillende communicatiekanalen van Nij Begun.

De oproep om de SVVE of SVOH voor de regio af te schaffen is niet opgenomen in deze wijzigingsregeling. Er is destijds bewust voor gekozen om de regeling als aanvulling op de SVVE en SVOH in te regelen omdat er binnen VvE’s vaak sprake is van verschillend eigenaarschap op bouwfysische onderdelen. Zo komt het bijvoorbeeld geregeld voor dat de ramen van de hele VvE van de VvE zijn maar de kozijnen in eigendom zijn van de eigenaar-bewoners. Er is geen aanleiding om het aanvraagproces te wijzigen.

In een derde consultatiereactie wordt een drietal zorgen geuit over de randvoorwaarden van de regeling, namelijk: 1) begeleiding van woningeigenaren, 2) uitvoering van de begeleiding overlaten aan gecertificeerde bedrijven en 3) snelheid in de uitvoering door de wetgeving rondom natuurbescherming. Weliswaar zijn dit allemaal randvoorwaarden voor een succesvol verloop van deze regeling die de volste aandacht genieten, maar zij leiden niet tot wijzigingen van deze wijzigingsregeling, aangezien deze niet zien op de regeling zelf.

6. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Om te waarborgen dat met de openstelling van het loket vanaf 2 september 2025 voldoende middelen beschikbaar zijn, werkt onderdeel C (verhoging subsidieplafond) daarbij terug tot en met die datum.

Daarmee wordt afgeweken van het in aanwijzing 4.17 van de Aanwijzingen voor de regelgeving vastgelegde beleid met betrekking tot vaste verandermomenten, zijnde 1 januari, 1 april, 1 juli of 1 oktober en de minimuminvoeringstermijn tussen publicatie van een ministeriële regeling en het tijdstip van inwerkingtreding. De reden hiervoor is dat het gaat om het voorkomen van aanmerkelijke ongewenste nadelen voor de doelgroep van deze regeling als bedoeld in aanwijzing 4.17, vijfde lid, onderdeel a.

II. Artikelsgewijs

Artikel I

Onderdeel A (wijziging artikel 3)

Met deze wijziging is een spellingfout hersteld.

Onderdeel B (wijzigingen artikel 4)

Met deze wijziging is het niet alleen voor een rijksmonument, provinciaal dan wel gemeentelijk monument, maar voor alle gebouwen, woonboten en woonwagens die onder deze regeling vallen, mogelijk om subsidie aan te vragen voor het toepassen van centrale balansventilatie (type D) als ventilatiemaatregel. De reden daarvoor is dat het uitgangspunt van het isolatieplan is om tot de meest kostenvoordelige set aan maatregelen te komen, waarmee de standaard voor woningisolatie behaald kan worden. In de praktijk blijkt bij het opstellen van het isolatieplan dat het in sommige gevallen goedkoper is om centrale balansventilatie toe te passen in plaats van decentrale balansventilatie.

Onderdeel C (wijzigingen artikel 5)

Met de Voorjaarsnota 2025 zijn de middelen voor de isolatieaanpak in Groningen en Noord-Drenthe tot en met 2030 van de Aanvullende Post bij het Ministerie van Financiën overgeheveld naar de begroting van het Ministerie van VRO. Daarmee is het resterende budget voor deze regeling voor 2025 beschikbaar gekomen en is er budget voor de jaren 2026 tot en met 2030. In aanvulling hierop is een deel van het budget van de ISDE tot en met 2030 aan deze regeling toegevoegd.

De middelen voor deze regeling voor de jaren 2031 tot en met 2035 staan op de meerjarenraming op de begroting van het Ministerie van VRO.

Onderdeel D (invoeging artikel 5a)

Per abuis is in de toelichting bij de regeling een termijn vermeld voor het nemen van een besluit op een aanvraag voor subsidie, maar is nagelaten om dit in de regelingstekst op te nemen. Met deze wijziging is deze omissie hersteld.

Onderdeel E (wijzigingen artikel 7)

De aanleiding van deze wijzigingen is dat de algemene groepsvrijstellingsverordening als voorwaarde heeft dat een subsidie een stimulerend effect moet hebben. Als de aanvraag achteraf plaatsvindt, ontbreekt deze stimulans. De de-minimisverordening heeft deze voorwaarde niet.

Met deze wijzigingen wordt de omissie hersteld dat de algemene groepsvrijstellingsverordening niet kan worden toegepast. Gelet op de hiervoor vermelde voorwaarde dat bij toepassing van de algemene groepsvrijstellingsverordening een subsidie een stimulerend effect moet hebben, mag een verhuurder, VvE, wooncoöperatie of woonvereniging na de verleningsbeschikking op grond van de SVOH dan wel de SVVE niet starten met het uitvoeren van de maatregelen voordat een volledige aanvraag voor subsidie op grond van hoofdstuk 3 van deze regeling is ingediend.

Ter verduidelijking wordt nog opgemerkt dat het afhankelijk is van de grootte van de onderneming welk staatssteunkader wordt toegepast. Voor middelgrote en kleine ondernemingen geldt over het algemeen dat toepassing wordt gegeven aan de de-minimisverordening en voor grote ondernemingen de algemene groepsvrijstellingsverordening.

Indien een aanvrager niet in aanmerking komt voor subsidie op grond van de SVOH dan wel de SVVE, hoeft logischerwijs niet eerst hiervoor nodeloos een aanvraag voor ingediend te worden, alvorens een aanvraag voor subsidie op grond van deze regeling kan worden ingediend.

Onderdeel F (wijzigingen artikel 8)

De voorwaarde om een isolatieplan in te dienen bij een subsidieaanvraag specifiek voor de isolatie van een dak van een gebouw, woonboot of woonwagen vervalt, omdat het isoleren of vervangen van een dak van buitenaf niet onder de regeling valt. Bewoners komen voor isolatie van een dak aan de buitenzijde wel in aanmerking voor 30% subsidie. In de regeling geldt geen verplichting om een isolatieplan op te stellen voor een specifieke maatregel, maar is deze verplicht als er meer dan € 10.000 mee is gemoeid.

Verder mag bij het treffen van isolatie- en ventilatiemaatregelen voor een bepaald onderdeel van de thermische schil op grond van deze regeling worden afgeweken van het isolatieplan. De reden voor deze wijziging is dat bij de uitvoering kan blijken dat het nemen van een andere maatregel voor hetzelfde onderdeel ervan wenselijker is om de standaard voor woningisolatie te bereiken. Dit is vooral van toepassing voor de thermische schil en daarom geldt deze afwijking alleen hiervoor. Als voorwaarden geldt dat de maatregel die wordt vervangen ziet op hetzelfde onderdeel van de thermische schil en voldoet aan dezelfde doelwaarde voor isolatie.

Een voorbeeld van het voorgaande is het volgende. Voor een dak wordt isolatie van binnenuit gesubsidieerd. Het kan in een aantal gevallen alsnog wenselijk zijn om het gehele dak te vervangen. Deze wijzigingsregeling maakt dat mogelijk. Het subsidiebedrag voor de geadviseerde maatregel wordt in dat geval ook gehanteerd voor de gewijzigde maatregel. De subsidiehoogte verandert daarmee dus niet. De eventuele meerkosten zijn voor rekening van de aanvrager.

Onderdeel G (wijzigingen artikel 9)

De voorwaarde dat een woonboot of woonwagen een bouwjaar heeft tussen 1 januari 1965 en 31 december 1991 om geen isolatieplan te hoeven overleggen bij de aanvraag voor subsidie op grond van deze regeling voor een isolatie- of ventilatiemaatregel, komt te vervallen. De reden hiervoor is dat in voorkomende gevallen het bouwjaar van een woonboot of woonwagen niet kan worden achterhaald. Met de wijziging in onderdelen H en I is in de plaats daarvan geregeld dat een omgevingsvergunning van de ligplaats respectievelijk standplaats ervan de basis wordt om vast te kunnen stellen of wordt voldaan aan de voorwaarde voor subsidie dat een woonboot of woonwagen een bouwjaar heeft van vóór 1 juli 2012. Aangezien woonwagens pas vanaf 1992 onder het begrip bouwwerk of gebouw vallen zoals bedoeld in de toenmalige Woningwet is sindsdien een bouwvergunning nodig voor het plaatsen ervan. Dat betekent dat het niet mogelijk is om een omgevingsvergunning te overleggen om vast te stellen dat een woonwagen dateert uit de periode vanaf 1965 tot 1991. Om het bewoners niet nodeloos ingewikkeld te maken is daarom ervoor gekozen om deze voorwaarde te laten vervallen, waarbij dit zowel geldt voor eigenaars van een woonboot als een woonwagen.

Verder is met de wijziging in dit artikel het criterium voor het isoleren van het dak, het aanbrengen van vloerisolatie, het plaatsen van gevel- spouwmuurisolatie, het vervangen van de voordeur, het vervangen van bestaand glas, het plaatsen van een paneel in een kozijn, het plaatsen van ventilatieroosters en voor de hoofdverblijfruimte decentrale mechanische ventilatie met warmteterugwinning en het plaatsen van voor- of achterzetbeglazing aangepast van grenswaarden naar doelwaarden. Hiermee wordt gewaarborgd dat gebouwen, woonboten en woonwagens goed worden geïsoleerd en duidelijkheid bestaat over de isolatiewaarden ervan.

Indien de doelgroep zonder isolatieplan voor de hoofdverblijfruimte mechanische ventilatie in de woning plaatst, is altijd sprake van decentrale ventilatie. Immers, de ventilatie is alleen voor het hoofdverblijf. Met deze wijziging is verduidelijkt dat alleen voor decentrale mechanische ventilatie bij de aanvraag voor subsidie geen isolatieplan hoeft te worden overgelegd. Uit het voorgaande volgt dat bij centrale ventilatie dus wel een isolatieplan moet worden overgelegd.

Verder hoeft geen isolatieplan te worden overgelegd voor gemeenschappelijke delen van de thermische schil als subsidie op grond van de SVVE is toegekend of indien het een subsidieaanvraag van een woningeigenaar of eigenaar-bewoner betreft waarbij toepassing wordt gegeven aan artikel 17, derde lid, aanhef en onderdelen c en e. Dit laatste is vanwege de omstandigheid dat een deel van het budget van de ISDE tot en met 2030 aan deze regeling is toegevoegd (zie onderdeel C). Hiermee worden de administratieve lasten verlicht. Het gaat hierbij om maatregelen die niet worden opgenomen in het isolatieplan.

Onderdeel H (wijzigingen artikel 11)

Voor het vaststellen van het bouwjaar van een woonboot of woonwagen is uit de praktijk gebleken dat de BAG ontoereikend is. Daarom is met deze wijzigingsregeling geregeld dat een omgevingsvergunning voor de ligplaats respectievelijk standplaats ervan de basis wordt om vast te kunnen stellen of wordt voldaan aan de voorwaarde voor subsidie dat een woonboot of woonwagen een bouwjaar heeft van vóór 1 juli 2012.

Onderdeel I (wijzigingen artikel 15)

Ten aanzien van de omgevingsvergunning voor de ligplaats respectievelijk standplaats van een woonboot of woonwagen (onderdeel o) wordt verwezen naar de toelichting bij het vorige onderdeel.

Gelet op de wijzigingen in artikel 7 zijn in dit artikel de gegevens die bij een aanvraag worden overlegd aangevuld, zodat de uitvoeringsinstantie kan nagaan of een verhuurder, VvE, wooncoöperatie of woonvereniging een verlenings- of vaststellingsbeschikking op grond van de SVOH dan wel de SVVE heeft, mits hiervoor subsidie kan worden aangevraagd, bij toepassing van de algemene groepsvrijstellingsverordening dan wel de de-minimisverordening voor een aanvraag voor subsidie op grond van deze regeling.

Verder is in onderdeel q (nieuw) een spellingfout hersteld.

Onderdeel J (wijziging artikel 17)

Aangezien met deze wijzigingsregeling is geregeld dat een deel van het budget van de ISDE tot en met 2030 aan deze regeling is toegevoegd (zie onderdeel C), brengt dit mee dat woningeigenaars of eigenaar-bewoners alleen subsidie op grond van deze regeling hoeven aan te vragen en niet meer ook voor de ISDE. Deze wijziging betekent dat woningeigenaars of eigenaar-bewoners 30% van de kosten ontvangen voor het nemen van een isolatiemaatregel aan hun gebouw, woonboot of woonwagen die boven de maximale subsidiehoogte van € 20.000 of € 40.000 zijn gemaakt.

Onderdeel K (wijzigingen Bijlage I)

Per abuis zijn de postcodes 9302, 9306, 9445, 9455, 9456 en 9459 niet in bijlage I opgenomen. In overleg met de betreffende gemeenten en uitvoeringsinstantie is deze omissie hersteld. De openstelling van het aanvraagloket voor de postcodes 9445, 9455 en 9456 is op 6 januari 2026 vanaf 12.00 uur. De openstelling van het aanvraagloket voor de postcodes 9302 en 9306 is op 7 april 2026 vanaf 12.00 uur. De openstelling van het aanvraagloket voor de postcode 9459 is op 4 augustus 2026 vanaf 12.00 uur. Verder zijn alle postcodes op volgorde van laag naar hoog gezet.

Verder is postcode 9492 komen te vervallen, aangezien deze postcode deels valt onder de gemeente Assen en deze gemeente niet valt binnen de reikwijdte van de regeling. Weliswaar valt deze postcode ook deels onder de gemeente Tynaarlo die wel binnen de reikwijdte van de regeling valt, maar deze postcode omvat geen gebouwen met een woonfunctie in de BAG. Inwoners van de gemeente Assen die onder deze postcode vallen, kunnen wellicht subsidie aanvragen bij RVO op grond van de ISDE.

Artikel II

In paragraaf 6 van het algemene deel van de toelichting is deze wijziging toegelicht.

De Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, M.C.G. Keijzer

Naar boven