Besluit van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 20 november 2025, nr. E&K/54951530 tot wijziging van het Instellingsbesluit Restitutiecommissie in verband met een toevoeging van een overgangsbepaling aangaande de benoemingstermijn

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Besluit:

ARTIKEL I. WIJZIGING INSTELLINGSBESLUIT RESTITUTIECOMMISSIE

Artikel 10a van het Instellingsbesluit Restitutiecommissie wordt als volgt gewijzigd.

1. In het eerste lid wordt ‘Minister’ vervangen door ‘Minister’.

2. Na het tweede lid wordt een lid ingevoegd, dat luidt:

• 3. De Minister kan een persoon die eerder reeds als lid benoemd was voor een termijn korter dan vier jaar, herbenoemen voor een aanvullende periode van meer dan vier jaren, maar slechts tot een termijn van bij elkaar genomen ten hoogste acht jaren.

ARTIKEL II. INWERKINGTREDING

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, G. Moes

TOELICHTING

Met het besluit van 22 december 2022, nr. 35065903, tot wijziging van het Instellingsbesluit Restitutiecommissie (Stcrt. 2023, 1560) is geregeld dat de Minister leden van de Restitutiecommissie benoemt voor een periode van vier jaar in plaats van drie jaar, met de mogelijkheid tot één herbenoeming. In dit besluit is eveneens geregeld dat een lopende benoemingstermijn kan worden verlengd. Destijds is echter niet geregeld dat een reeds afgelopen eerste termijn ook kon worden verlengd. Daardoor is de situatie ontstaan dat leden die het op het moment van verlenging van de benoemingstermijn reeds een termijn hadden afgerond, een periode van in totaal zeven jaar lid van de Restitutiecommissie kunnen zijn, in plaats van de beoogde acht jaar. Met het oog op de borging van kennis binnen de Restitutiecommissie, mede gelet op de doorlooptijd van restitutieverzoeken, is het wenselijk alsnog te regelen dat zittende leden in totaal acht jaar lid kunnen zijn van de Restitutiecommissie.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, G. Moes