Besluit van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 22 december 2022, nr. 35065903 tot wijziging van het Instellingsbesluit Restitutiecommissie in verband met aanpassing van de benoemingstermijn

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Besluit:

ARTIKEL I. WIJZIGING INSTELLINGSBESLUIT RESTITUTIECOMMISSIE

Het Instellingsbesluit Restitutiecommissie wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 3, zesde lid, wordt ‘drie’ telkens vervangen door ‘vier’.

B

Na artikel 10 wordt een artikel ingevoegd, dat luidt:

Artikel 10a. Overgangsrecht verlenging benoemingstermijn

  • 1. De Minister kan de benoeming van een persoon die op 1 januari 2023 lid was van de Restitutiecommissie, verlengen tot een totaalduur van ten hoogste vier jaar.

  • 2. Een verlenging als bedoeld in het eerste lid laat een eventuele herbenoeming op grond van artikel 3, zesde lid, onverlet.

ARTIKEL II. INWERKINGTREDING

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2023.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, G. Uslu

TOELICHTING

In overleg met de Restitutiecommissie is besloten om mogelijk te maken dat de leden van de Restitutiecommissie voortaan voor een periode van ten hoogste vier jaar worden benoemd, met de mogelijkheid tot een herbenoeming voor een periode van ten hoogste van vier jaar. Dit betekent dat de maximale termijn van een benoeming met een jaar wordt verlengd ten opzichte van de eerdere benoemingstermijn. De benoemingstermijn is verlengd omdat deze langere termijn, mede gelet op de doorlooptijd van restitutieverzoeken, naar verwachting een betere borging van kennis binnen de Restitutiecommissie mogelijk maakt. Het nieuwe artikel 10a maakt mogelijk dat de benoemingstermijn van de huidige leden wordt verlengd tot vier jaar. Op die manier kan de verlenging van de maximale benoemingstermijn ook op de huidige leden worden toegepast.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, G. Uslu

Naar boven