Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat van 10 november 2025, nr. IENW/BSK-2025/273851, tot wijziging van de Subsidieregeling sanering verkeerslawaai en de Regeling sanering verkeerslawaai 2024 in verband met de indexering van de bedragen in de bijlagen en het wijzigen van het subsidieplafond voor 2025 en het vaststellen van een subsidieplafond voor 2026 [KetenID WGK27189]

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,

Gelet op artikel 4, tweede lid, in samenhang met artikel 3, eerste lid, aanhef en onder b, van de Kaderwet subsidies I en M;

BESLUIT:

ARTIKEL I (WIJZIGINGEN SUBSIDIEREGELING SANERING VERKEERSLAWAAI)

De Subsidieregeling sanering verkeerslawaai wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 19a wordt als volgt gewijzigd:

1. In het vierde lid wordt ‘€ 27.500.000’ vervangen door ‘€ 28.178.000’.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 5. Het subsidieplafond voor het tijdvak van 1 januari 2026 tot en met 31 december 2026 wordt vastgesteld op € 21.069.000.

B

Bijlage A. Rekenbedragen wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel 1a komt te luiden:

1a. Woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen als bedoeld in artikel 1 van de wet.

geluidsbelasting1

normbedrag per eenheid2 bij afname of toename van [€]

 

3 dB

4 dB

≥ 5 dB

≤ 53

0

0

0

54

1.495

1.495

2.240

55

1.495

1.495

2.240

56

1.495

1.495

2.240

57

1.495

1.495

2.240

58

1.495

1.495

2.240

59

1.495

2.240

2.980

60

1.495

2.240

2.980

61

2.240

2.980

4.475

62

2.240

2.980

4.475

63

2.240

2.980

4.475

64

2.980

3.730

5.220

65

2.980

3.730

5.220

66

2.980

3.730

5.220

67

2.980

3.730

5.220

68

2.980

3.730

5.220

693

10.440

12.680

17.900

703

10.440

12.680

17.900

713

10.440

12.680

17.900

723

0

12.680

17.900

733

0

0

17.900

≥ 743

0

0

04

X Noot
1

Dit is bij afname de geluidsbelasting van de uitwendige scheidingsconstructie vóór, en bij toename de geluidsbelasting van de uitwendige scheidingsconstructie na de uitvoering van de maatregelen (in dB en na de aftrek, bedoeld in artikel 110g van de wet).

X Noot
2

Eenheid:

– bij woningen: elke woning;

– bij andere geluidsgevoelige gebouwen als bedoeld in artikel 1 van de wet: elk 5m strekkend gebouw in de lengterichting van de weg (als het gebouw hoger dan drie etages is, dan het aantal eenheden vermenigvuldigen met de naar beneden afgeronde uitkomst van de deling van het aantal etages door drie).

X Noot
3

Indien de uitvoering van de maatregelen leidt tot geluidsbelastingen van meer dan 68 dB, dan is geen subsidie mogelijk.

X Noot
4

Bij geluidsbelastingen van meer dan 73 dB vóór de uitvoering van de maatregelen is wel een subsidie mogelijk indien de geluidsbelasting na de uitvoering van de maatregelen 68 dB of minder is, namelijk € 17.900 per eenheid.

2. Onderdeel 1c komt te luiden:

1c. Geluidsgevoelige terreinen als bedoeld in artikel 1 van de wet

Geluidsbelasting1

normbedrag per eenheid2 bij afname of toename van [€]

 

3 dB

4 dB

≥ 5 dB

≤ 58

59

1.495

1.495

2.240

60

1.495

1.495

2.240

61

1.495

1.495

2.240

62

1.495

1.495

2.240

63

1.495

1.495

2.240

64

1.495

2.240

2.980

65

1.495

2.240

2.980

66

1.495

2.240

2.980

67

1.495

2.240

2.980

68

1.495

2.240

2.980

693

5.220

7.460

10.440

703

5.220

7.460

10.440

713

5.220

7.460

10.440

723

0

7.460

10.440

733

0

0

10.440

≥ 743

0

0

04

X Noot
1

Dit is bij afname de geluidsbelasting van de uitwendige scheidingsconstructie vóór, en bij toename de geluidsbelasting van de uitwendige scheidingsconstructie na de uitvoering van de maatregelen (in dB en na de aftrek, bedoeld in artikel 110g van de wet).

X Noot
2

Eenheid: 25 m strekkend terrein in de lengterichting van de weg.

X Noot
3

Indien de uitvoering van de maatregelen leidt tot geluidsbelastingen van meer dan 68 dB, dan is geen subsidie mogelijk.

X Noot
4

Bij geluidsbelastingen van meer dan 73 dB vóór de uitvoering van de maatregelen is wel een subsidie mogelijk indien de geluidsbelasting na de uitvoering van de maatregelen 68 dB of minder is, namelijk € 10.400 per eenheid.

3. Onderdeel 2 komt te luiden:

2. Geluidreducerende maatregelen aan de constructie van een weg

Hoogste afname geluidsimmissie op de woning

Subsidie per 10 m2 wegdek [€]

1 of 2 dB

100

3 dB

125

≥ 4 dB

225

Voor de berekening van het subsidiebedrag wordt de te vervangen wegdekoppervlakte afgerond op een tiental vierkante meters.

4. Onderdeel 4 en 5 komt te luiden:

4. en 5. Onttrekking aan de bestemming vanwege wegverkeerslawaai en spoorweglawaai

Het in artikel 19, tweede lid, bedoelde bedrag bestaat uit de som van de per woning of ander geluidsgevoelig gebouw bepaalde maximale bijdragen met behulp van de onderstaande tabel.

Wegen (4)

Spoorwegen (5)

Geluidsbelasting [dB]1

Maximale bijdrage per eenheid [€]2

Geluidsbelasting [dB]3

Maximale bijdrage per eenheid [€]2

66 t/m 70

180.000

71 t/m 75

167.000

71 t/m 75

217.000

76 en hoger

217.000

76 en hoger

229.000

   
X Noot
1

Dit is het minimum van de waarde van de geluidsbelasting voor het treffen van de maatregelen en na het treffen van de overige maatregelen (in dB en met toepassing van de aftrek, bedoeld in artikel 110g van de wet).

X Noot
2

Aangegeven bedrag in euro geldt per woning of per ander geluidsgevoelig gebouw met de aangegeven geluidsbelasting.

X Noot
3

Dit is het minimum van de waarde van de geluidsbelasting voor het treffen van de maatregelen en na het treffen van de overige maatregelen.

5. Onderdeel 6 komt te luiden:

6. Hoogte subsidiebedrag bij vaststelling voorbereidingssubsidie voor gevelmaatregelen

Het in artikel 25, eerste lid, bedoelde bedrag bestaat uit de som van het totaalbedrag uit de delen A, B en C van de onderstaande tabel.

Bedragen in €

 

Woningtype1, 2

   

1

2

3

A: Bedrag akoestisch onderzoek

Vast bedrag

3.125

3.125

3.125

Bedrag per woning

125

125

125

B: Bedrag voorbereiding per woning3

Geen medewerking/geen reactie n.a.v. mededelingen als bedoeld in artikel 6.4 van het Besluit geluidhinder

250

250

250

Schouwingsonderzoek (incl. besluit woning voldoet)

250

250

250

Volledige woningopname en toetsingsberekening (incl. eventueel besluit vervallenverklaring als bedoeld in artikel 114a van de wet)

875

1.125

1.375

Maatregelpakket benodigd en begeleiding uitvoering (incl. eventueel besluit vervallenverklaring als bedoeld in artikel 114a van de wet)

1.875

2.375

5.000

C: Bedrag voor aanbesteding en controlemeting

Vast bedrag

5.000

5.000

5.000

Bedrag per maatregelwoning

125

125

125

Controlemeting

(1 woning per 20 woningen)

1.250

1.250

1.250

X Noot
1

Woningtype 1: Alle typen woning, met uitzondering van woningtype 2 en 3. Woningtype 2: vrijstaande woning, Woningtype 3: Gemeentelijk of Rijksmonument

X Noot
2

Indien sprake is van andere geluidsgevoelige gebouwen als bedoeld in artikel 1 van de wet, geldt elke 5 meter strekkend gebouw in de lengterichting van de weg als één woning van het type 1, afgerond op 1 decimaal. In het geval het gebouw hoger is dan drie etages dan kan de uitkomst van de berekening in de eerste volzin worden vermenigvuldigd met de naar beneden afgeronde uitkomst van de deling van het aantal etages door drie.

X Noot
3

Betreft het resultaat van de procedure van hoofdstuk 6 van het Besluit geluidhinder milieubeheer. Een woning kan maar onder één categorie vallen.

6. Onderdeel 7 komt te luiden:

7. Normbedragen voorschot subsidie voor gevelmaatregelen per woning bij facultatieve procedure

Het in artikel 35c bedoelde voorschot wordt berekend met behulp van de onderstaande tabel.

Toekomstige geluidsbelasting op de gevel, zonder aftrek

artikel 110 Wgh [dB]

normbedrag uitvoeringssubsidie

[€]

≤ 61

0

62

700

63

1.500

64

3.600

65

4.100

66

4.600

67

5.400

68

6.100

69

6.700

70

7.200

71

8.700

72

10.200

≥ 73

12.300

C

Bijlage C Normkosten afschermende maatregelen wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel 1 komt te luiden:

1. Basisbedrag

Gemiddelde hoogte

Bedrag in € per vierkante meter per type scherm

Absorberend

Reflecterend

1,0 – 2,5 m

660,–

600,–

2,5 – 4,0 m

550,–

480,–

4,0 – 6,0 m

500,–

430,–

2. Onderdeel 4 komt te luiden:

4. Correctiefactor voor de ondergrond
 

diepte funderingslaag (bij benadering)

meerprijs in € per meter lengte van het scherm1

Standaard (of goed)

< 5 m

0

Slecht

10 m

70

Erg slecht

20 m

220

X Noot
1

voor zover niet op een kunstwerk geplaatst

3. Onderdeel 5 komt te luiden:

5. Correctiefactor voor trillingsarm funderingssyteem
 

diepte funderingslaag (bij benadering)

meerprijs in € per meter lengte van het scherm1

Geen trillingsarm funderingssysteem

 

0

Wel trillingsarme fundering.

Type ondergrond: standaard

< 5 m

41

Wel trillingsarme fundering.

Type ondergrond: slecht

10 m

113

Wel trillingsarme fundering.

Type ondergrond: erg slecht

20 m

218

4. Onderdeel 6 komt te luiden:

6. Correctiefactor voor plaatsing in een talud
 

meerprijs in € per meter lengte van het scherm1

Plaatsing niet in een talud

0

Plaatsing in een talud, het baan lichaam moet worden verbreed

232

Plaatsing in een talud, het talud moet worden opgevangen door een keerwand

360

5. Onderdeel 7 komt te luiden:

7. Correctiefactor voor afwateringsvoorzieningen
 

meerprijs in € per meter lengte van het scherm1

Niet nodig

0

Additioneel infiltratie middels grindkoffers nodig

15

Er wordt een afwateringsgoot aangesloten op bestaande riolering

73

De bestaande infra behoeft compleet rioolwaterafvoer (met goot + kolken)

145

6. Onderdeel 8 komt te luiden:

8. Correctiefactor voor beplanting voor en/of tegen het scherm
 

meerprijs in € per meter lengte van het scherm1

Geen beplanting

0

Beplanting aan één zijde

73

Beplanting aan twee zijden

145

7. Onderdeel 9 komt te luiden:

9. Correctiefactor voor verkeersmaatregelen bij weginfrastructuur
 

meerprijs in € per meter lengte van het scherm

Er kan zonder meer gebouwd worden, geen maatregelen nodig

0

Er is sprake van een kortdurende (tijdelijke) omleidingsroute

11

Tijdens uitvoering worden rijstroken versmald en (tijdelijke) een barrier geplaatst

112

Tijdens uitvoering wordt verkeer langdurig omgeleid via een andere route

130

8. Onderdeel 9a komt te luiden:

9.a Correctiefactor voor veiligheidsmaatregelen bij spoorinfrastructuur
 

meerprijs in € per meter lengte van het scherm

Spoor vraagt een licht veiligheidsregiem. Werk volledig buiten Profiel van vrije ruimte (PVR)

74

Spoor vraagt een middelzwaar veiligheidsregiem. Enkele werken binnen PVR

172

Spoor vraagt een zwaar veiligheidsregiem. Veel werk binnen PVR

528

9. Onderdeel 10 komt te luiden:

10. Correctiefactor voor aanvullende voorzieningen
 

meerprijs in € per meter lengte van het scherm

Geleiderail

123

Permanente barrier

469

Grondaanvulling

38

Vluchtdeuren

(Aantal vluchtdeuren x € 9.270)/ lengte van het scherm

10. Onderdeel 11 komt te luiden:

11. Correctiefactor voor kabels en leidingen
 

meerprijs in € per meter lengte van het scherm

Geen verleggingen van kabels & leidingen nodig

0

Beperkte beschermingsmaatregelen nodig voor enkele kruisende K&L

6

In langsrichting maximaal 4 kabels verleggen

167

In langsrichting 4 kabels en 2 leidingen (water/gas/riool max 300mm) verleggen

668

11. Onderdeel C2 komt te luiden:

C2 Alternatieve afschermende maatregelen

Tabel

Keuze voor vergelijking met schermkosten

2

Geen kunstwerken en 25% transparant scherm

3

Omvang relatief beperkt, correctiefactor 1,05

4

Type ondergrond slecht

5

Trillingsarm funderen bij slechte ondergrond

6

Correctie voor talud € 62 per meter lengte van het scherm

7

Correctie afwatering € 12/meter

8

Tweezijdige beplanting

9

Verkeersmaatregelen € 112/meter

10

Grondaanvulling € 38/meter

11

Kabels en leidingen € 12/meter

12

Risicoprofiel 7%

D

Bijlage D wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel 1 komen de tabellen a tot en met e te luiden:

Gevelmaatregelen

Tabel a: Toetsbedragen in € per m² van maatregelen aan lichte geveldelen (beglazing en panelen)

Kostenklasse

I

II

III

IV

V

Toetsbedrag/m2

411

457

485

598

643

Tabel b: Correctie (C) voor het gemiddeld elementoppervlak

S (m2)

< 0,5

≥ 0,5

≥ 0,6

≥ 0,7

≥ 0,8

≥ 1,0

≥ 1,4

≥ 2,0

≥ 2,8

< 0,6

< 0,7

< 0,8

< 1,0

< 1,4

< 2,0

< 2,8

C (€)

147

87

45

24

0

32

61

86

109

Tabel c: Toeslagen in € per (nieuw) raam en (nieuwe) deur

Kostenklasse

I

II

III

IV

V

Nieuwe draairamen

455

550

565

570

575

Nieuwe vaste ramen

360

395

405

415

420

Dakramen excl. Suskasten

800

865

940

1.060

1.190

Nieuwe deuren

1.295

1.470

€ 1.470

1.470

1.470

Tabel d: Toeslag in € per stuk voor raam/deur (anders dan naar buiten draaiend)

Verwijderen schuifraam, per stuk

189

Naar binnen draaiende delen, per stuk

115

Draai-kiep-raam, per stuk

189

Stijl/dorpel bij nieuwe draaidelen, per strekkende meter

173

Kierdichting bestaande draaidelen, per strekkende meter

32

Toeslag inhaakkozijnen, per vierkante meter

431

Toeslag stellatten t.b.v. voorzetbeglazing, per strekkende meter

14

Tabel e: Toeslag voor kozijnnaaddichting per m1

Naaddichting aan de binnenzijde per m1 (alleen kit)

€ 15

Naaddichting aan de binnenzijde per m1 (hoeklat + kit)

€ 31

Naaddichting aan de buitenzijde per m1 (alleen kit)

€ 15

7. In onderdeel 2 komt tabel f te luiden:

2. Geluiddempende ventilatievoorzieningen

Tabel f: Toetsbedrag in € voor een geluiddempende ventilatievoorziening (één geluiddempende ventilatievoorziening per geluidsbelast, geluidsgevoelig vertrek)

Suskast

600

Muurdemper

590

Dakdemper

500

Mechanische ventilatievoorziening

1.090

8. In onderdeel 3 komt tabel g te luiden:

3. Maatregelen hellend dakvlak

Tabel g: Toetsbedragen per m² in € voor maatregelen aan het dakvlak

Type 1, dakbeschot met waterbestendige plaat kierdicht maken

120

Type 2, idem type 1 met aanvullend montage gipsplaten en spouw geheel of gedeeltelijk vullen met minerale wol, eventueel op verende regels

300

Type 3. idem type 2 echter montage gipsplaten op verende regels

350

9. In onderdeel 4 komt tabel h te luiden:

4. Maatregelen plafonds

Tabel h Toetsbedragen in € per m2 voor maatregelen aan het plafond

Alleen gipsplaten

180

Gipsplaten met minerale wol

200

ARTIKEL II (WIJZIGINGEN REGELING SANERING VERKEERSLAWAAI 2024)

De Regeling sanering verkeerslawaai 2024 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 14 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het derde lid wordt ‘€ 3.113.000’ vervangen door ‘€ 2.435.000’.

2. Onder vernummering van het vierde lid tot vijfde lid, wordt een lid ingevoegd, luidende:

  • 4. Het plafond voor budgetbijdragen als bedoeld in artikel 4 wordt vastgesteld op € 3.000.000 voor 2026.

B

In artikel 19 wordt in het tweede lid na ‘2025,’ ingevoegd: ‘2026, 2027, 2028, 2029,’.

C

Bijlage 2 komt te luiden:

Bijlage 2. Berekening van de bijdrage als bedoeld in artikel 36

a. Berekening bijdrage voor de voorbereiding, begeleiding en toezicht bij geluidwerende maatregelen

Het in artikel 36, eerste lid, onder b, bedoelde bedrag voor de voorbereiding, begeleiding en toezicht bij geluidwerende maatregelen is een bedrag per woning, zoals opgenomen in de tabel, waarbij per woning slechts één categorie van toepassing is.

 

Bedrag VBT per woning in €

categorie

Wijze van saneren

woningtype 1

woningtype 2

A

Formeel gesaneerd

440

440

B

Woning voldoet

1.065

1.315

C

Maatregelen

2.350

2.850

Toelichting bij de tabel

Woningtype 1: etagewoning, appartement, rijtjeswoning, hoekwoning, geschakelde woning

Woningtype 2: vrijstaande woning

Categorie A: ‘Formeel gesaneerd’

Dit betreft woningen die als gesaneerd kunnen worden aangemerkt zonder dat er een akoestisch-bouwkundige opname heeft plaatsgevonden en zonder dat een toetsingsberekening is uitgevoerd. Bijvoorbeeld omdat de eigenaar geen medewerking heeft verleend. Onder deze categorie valt ook de sanering waarbij na schouwing van de buitenzijde wordt besloten dat geen maatregelen noodzakelijk zijn.

Categorie B: ‘Woning voldoet’

Dit betreft het bedrag voor woningen waarvoor geldt dat na uitvoering van een akoestisch-bouwkundige opname en een toetsingsberekening geldt dat geen maatregelen nodig zijn. De binnenwaarde voldoet. Dit bedrag is ook van toepassing op woningen waarvoor geldt dat deze na een toetsingsberekening wel voor maatregelen in aanmerking komen, maar waarvoor de eigenaar toch afziet van maatregelen.

Categorie C: ‘Maatregelen’

Dit betreft het bedrag voor woningen waarvoor geldt dat na uitvoering van een akoestisch-bouwkundige opname en een toetsingsberekening blijkt dat maatregelen nodig zijn. In het bedrag is een opslag verwerkt voor het regelen van de aanbesteding en het per 20 woningen uitvoeren van een controlemeting.

b. Maximale bijdrage verkeersmaatregelen

De maximale bijdrage voor verkeersmaatregel, als bedoeld in artikel 36, tweede lid, wordt per woning bepaald door het geluid op de gevel van de woning en door de mate van afname die met de verkeersmaatregelen wordt gerealiseerd. Omdat de saneringsdrempel afwijkend is voor provinciale wegen buiten de bebouwde kom, is de bijdrage voor een woning langs die wegen bij hetzelfde geluid hoger dan bij andere wegen.

Tabel 1 Bedrag per eenheid voor sanering vanwege provinciale wegen buiten de bebouwde kom.

Geluidop de gevel (dB)1

normbedrag per eenheid 2 (in €) bij afname van

3 dB

4 dB

≥ 5 dB

61

1.200

2.160

3.120

62

1.200

2.160

3.120

63

2.400

4.320

6.240

64

2.400

4.320

6.240

65

2.400

4.320

6.240

66

3.000

5.400

7.800

67

3.000

5.400

7.800

68

5.400

7.800

10.200

69

5.400

7.800

10.200

70

7.800

10.200

12.600

71

7.800

10.200

12.600

72

7.800

10.200

12.600

73

10.200

12.600

15.000

74

10.200

12.600

15.000

≥75

12.600

15.000

17.400

Tabel 2 Bedrag per eenheid voor sanering vanwege gemeentelijke wegen en provinciale wegen binnen de bebouwde kom.

Geluidop de gevel (dB)1

normbedrag per eenheid2 (in €) bij afname van

3 dB

4 dB

≥ 5 dB

61

1.200

2.160

3.120

62

1.200

2.160

3.120

63

2.400

4.320

6.240

64

2.400

4.320

6.240

65

2.400

4.320

6.240

66

3.000

5.400

7.800

67

3.000

5.400

7.800

68

5.400

7.800

10.200

69

5.400

7.800

10.200

70

7.800

10.200

12.600

71

7.800

10.200

12.600

72

7.800

10.200

12.600

73

10.200

12.600

15.000

74

10.200

12.600

15.000

≥75

12.600

15.000

17.400

X Noot
1

Dit is het geluid op de uitwendige scheidingsconstructie vóór uitvoering van de maatregelen (in dB)

X Noot
2

Eenheid: – bij woningen: elke woning; – bij andere geluidgevoelige gebouwen per 5 meter gevellengte

c. Maximale bijdrage afschermende maatregelen

De maximale bijdrage voor afschermende maatregelen, als bedoeld in artikel 36, tweede lid, is gebaseerd op de gemiddelde kosten van een geluidscherm. De maximale bijdrage bestaat uit een basisbedrag waarop een aantal correcties worden toegepast. De uitkomst voor het gemiddelde scherm wordt daarna vermeerderd met 10% van het totaal om te komen tot de maximale bijdrage. Onder de tabellen staat de precieze werkwijze voor de berekening. Op de website www.bureausaneringverkeerslawaai.nl wordt een rekenformulier geplaatst waarmee de maximale bijdrage berekend kan worden. Dit formulier kan ook gebruikt worden om de kosten van een scherm vooraf te ramen.

1. Basisbedrag

Gemiddelde hoogte

Bedrag in € per vierkante meter per type scherm

Absorberend

Reflecterend

1,0 – 2,5 m

660

600

2,5 – 4,0 m

550

480

4,0 – 6,0 m

500

430

2. Correctiefactoren voor kunstwerken en transparante schermen

Correctiefactor voor de lengte van het deel van het scherm dat wordt geplaatst op een kunstwerk

1,36

Correctiefactor voor de lengte van het deel van het scherm dat niet wordt geplaatst op een kunstwerk en dat transparant wordt uitgevoerd

1,64

3. Correctiefactor voor de omvang van het werk in m2

Karakterisering van de werkomvang

klein

gemiddeld

groot

Orde van grootte

<500 m2

500-5.000 m2

>5.000 m2

Correctiefactor

1,10

1

0,95

4. Correctiefactor voor de ondergrond
 

diepte funderingslaag

(bij benadering)

meerprijs in € per meter lengte van het scherm1

Standaard (of goed)

< 5 m

0

Slecht

10 m

70

Erg slecht

20 m

220

X Noot
1

voor zover niet op een kunstwerk geplaatst

5. Correctiefactor voor trillingsarm funderingssyteem
 

diepte funderingslaag (bij benadering)

meerprijs in € per meter lengte van het scherm1

Geen trillingsarm funderingssysteem

 

0

Wel trillingsarme fundering.

Type ondergrond: standaard

< 5 m

41

Wel trillingsarme fundering.

Type ondergrond: slecht

10 m

113

Wel trillingsarme fundering.

Type ondergrond: erg slecht

20 m

218

X Noot
1

voor zover niet op een kunstwerk geplaatst

6. Correctiefactor voor plaatsing in een talud
 

meerprijs in € per meter lengte van het scherm1

Plaatsing niet in een talud

0

Plaatsing in een talud, het baan lichaam moet worden verbreed

232

Plaatsing in een talud, het talud moet worden opgevangen door een keerwand

360

7. Correctiefactor voor afwateringsvoorzieningen
 

meerprijs in € per meter lengte van het scherm1

Niet nodig

0

Additioneel infiltratie middels grindkoffers nodig

15

Er wordt een afwateringsgoot aangesloten op bestaande riolering

73

De bestaande infra behoeft compleet rioolwaterafvoer (met goot + kolken)

145

8. Correctiefactor voor beplanting voor en/of tegen het scherm
 

meerprijs in € per meter lengte van het scherm1

Geen beplanting

0

Beplanting aan één zijde

73

Beplanting aan twee zijden

145

9. Correctiefactor voor verkeersmaatregelen bij weginfrastructuur
 

meerprijs in € per meter lengte van het scherm

Er kan zonder meer gebouwd worden, geen maatregelen nodig

0

Er is sprake van een kortdurende (tijdelijke) omleidingsroute

11

Tijdens uitvoering worden rijstroken versmald en (tijdelijke) een barrier geplaatst

112

Tijdens uitvoering wordt verkeer langdurig omgeleid via een andere route

130

9a. Correctiefactor voor veiligheidsmaatregelen bij spoorinfrastructuur
 

meerprijs in € per meter lengte van het scherm

Spoor vraagt een licht veiligheidsregiem. Werk volledig buiten Profiel van vrije ruimte (PVR)

74

Spoor vraagt een middelzwaar veiligheidsregiem. Enkele werken binnen PVR

172

Spoor vraagt een zwaar veiligheidsregiem. Veel werk binnen PVR

528

10. Correctiefactor voor aanvullende voorzieningen
 

meerprijs in € per meter lengte van het scherm

Geleiderail

123

Permanente barrier

469

Grondaanvulling

38

Vluchtdeuren

(Aantal vluchtdeuren x € 9.270)/ lengte van het scherm

11. Correctiefactor voor kabels en leidingen
 

meerprijs in € per meter lengte van het scherm

Geen verleggingen van kabels & leidingen nodig

0

Beperkte beschermingsmaatregelen nodig voor enkele kruisende K&L

6

In langsrichting maximaal 4 kabels verleggen

167

In langsrichting 4 kabels en 2 leidingen (water/gas/riool max 300mm) verleggen

668

12. Correctiefactor voor risicoprofiel

Risicoprofiel

Percentage van de totale kosten excl. btw

Laag risico profiel, voldoende bouwruimte, weinig omgevingsinteractie

5%

Hoog risicoprofiel, beperkingen op de bouwplaats en veel omgevingsinteracties

10%

Werkwijze bij de berekening

  • 1. Het basisbedrag vermenigvuldigen met de correctiefactoren in de tabellen 2 en 3 voor zover van toepassing.

  • 2. De uitkomst van de berekening, bedoeld onder 1, verhogen met de correcties op basis van de tabellen 4 tot en met 8. Elke correctie is gelijk aan:

    de meerprijs per meter lengte van het scherm / de gemiddelde hoogte van het scherm) x de lengte van het scherm dat niet op een kunstwerk staat / de totale lengte van het scherm.

  • 3. De uitkomst van de berekening, bedoeld onder 2, verhogen met de correcties op basis van de tabellen 9, 9a, 10 en 11. Elke correctie is gelijk aan:

    de meerprijs per meter lengte van het scherm / de gemiddelde hoogte van het scherm.

  • 4. De uitkomst van de berekening, bedoeld onder 3, verhogen met het percentage in tabel 12 dat van toepassing is maal die uitkomst.

  • 5. De uitkomst van de berekening, bedoeld onder 4, verhogen met het geldende btw-percentage maal die uitkomst. De uitkomst staat voor de gemiddelde schermkosten.

  • 6. Het bedrag onder 5 verhogen met: 10% maal het bedrag onder 5. De uitkomst staat voor de maximale bijdrage voor een geluidscherm.

Wanneer een andere afschermende maatregel wordt toegepast dan een geluidscherm, is de maximale bijdrage gelijk aan de maximale kosten voor een geluidscherm met dezelfde lengte en dezelfde geluidreductie, met de volgende keuzes voor de correctiefactoren in de tabellen 2 tot en met 12. Deze keuzes geven een veel voorkomende situatie voor lokale schermen weer.

Tabel

Keuze voor vergelijking met schermkosten

2

Geen kunstwerken en 25% transparant scherm

3

Omvang relatief beperkt, correctiefactor 1,05

4

Type ondergrond slecht

5

Trillingsarm funderen bij slechte ondergrond

6

Correctie voor talud € 62 per meter lengte van het scherm

7

Correctie afwatering € 12/meter

8

Tweezijdige beplanting

9

Verkeersmaatregelen € 112/meter

10

Grondaanvulling € 38/meter

11

Kabels en leidingen € 12/meter

12

Risicoprofiel 7%

d. Maximale bijdrage geluidwerende maatregelen

De maximale bijdrage voor geluidwerende maatregelen, zoals bedoeld in artikel 36, tweede lid, wordt per woning bepaald op basis van de volgende toetsbedragen en eventuele correcties en toeslagen.

Alle bedragen in euro, exclusief BTW.

1. Gevelmaatregelen

Tabel a: Toetsbedragen in € per m² van maatregelen aan lichte geveldelen (beglazing en panelen)

Kostenklasse

I

II

III

IV

V

Toetsbedrag/m2

411

457

485

598

643

Tabel b: Correctie (C) voor het gemiddeld elementoppervlak

S (m2)

< 0,5

≥ 0,5

≥ 0,6

≥ 0,7

≥ 0,8

≥ 1,0

≥ 1,4

≥ 2,0

≥ 2,8

< 0,6

< 0,7

< 0,8

< 1,0

< 1,4

< 2,0

< 2,8

C (€)

147

87

45

24

0

32

61

86

109

Tabel c: Toeslagen in € per (nieuw) raam en (nieuwe) deur

Kostenklasse

I

II

III

IV

V

Nieuwe draairamen

455

550

565

570

575

Nieuwe vaste ramen

360

395

405

415

420

Dakramen excl. Suskasten

800

865

940

1.060

1.190

Nieuwe deuren

1.295

1.470

1.470

1.470

1.470

Tabel d: Toeslag in € per stuk voor raam/deur (anders dan naar buiten draaiend)

Verwijderen schuifraam, per stuk

189

Naar binnen draaiende delen, per stuk

115

Draai-kiep-raam, per stuk

189

Stijl/dorpel bij nieuwe draaidelen, per strekkende meter

173

Kierdichting bestaande draaidelen, per strekkende meter

32

Toeslag inhaakkozijnen, per vierkante meter

431

Toeslag stellatten t.b.v. voorzetbeglazing, per strekkende meter

14

Tabel e: Toeslag in € voor kozijnnaaddichting per m1

Naaddichting aan de binnenzijde per m1 (alleen kit)

15

Naaddichting aan de binnenzijde per m1 (hoeklat + kit)

31

Naaddichting aan de buitenzijde per m1 (alleen kit)

15

2. Geluiddempende ventilatievoorzieningen

Tabel f: Toetsbedrag in € voor een geluiddempende ventilatievoorziening (één geluiddempende ventilatievoorziening per geluidsbelast, geluidsgevoelig vertrek)

Suskast

600

Muurdemper

590

Dakdemper

500

Mechanische ventilatievoorziening

1.090

3. Maatregelen hellend dakvlak

Tabel g: Toetsbedragen in € per m2 voor maatregelen aan het dakvlak

Type 1, dakbeschot met waterbestendige plaat kierdicht maken

120

Type 2, idem type 1 met aanvullend montage gipsplaten en spouw geheel of gedeeltelijk vullen met minerale wol, eventueel op verende regels

300

Type 3. idem type 2 echter montage gipsplaten op verende regels

350

4. Maatregelen plafonds

Tabel h: Toetsbedragen in € per m² voor maatregelen aan het plafond

Alleen gipsplaten

180

Gipsplaten met minerale wol

200

Wijze van berekening met het toetsbedragensysteem voor geluidwerende maatregelen

De belangrijkste aspecten van het systeem van de toetsbedragen zijn:

  • Differentiatie in vijf klassen met een bereik van ieder 2 dB.

  • De klassen betreffen kostenklassen (I t/m V). Door middel van het nomogram (figuur 1) kan per situatie, afhankelijk van de vereiste geluidwering, de kostenklasse worden bepaald. Deze kostenklassen corresponderen met de RA-waarden van de lichte geveldelen.

    figuur 1, nomogram bepaling kostenklasse

    figuur 1, nomogram bepaling kostenklasse

  • In een correctie (C) wordt de invloed van het gemiddeld element oppervlak verdisconteerd. (Kleine oppervlakken zijn per m2 duurder dan grote oppervlakken.)

  • Per raam en deur geldt een toeslag per stuk. Omdat de detaillering van bewegende delen afhankelijk is van de geluidisolatie, varieert deze toeslag per kostenklasse. Deze toeslag is gebaseerd op naar buiten draaiende ramen en deuren.

  • Indien ten opzichte van de bestaande situatie afwijkende raamtypes moeten worden toegepast, kan daarvoor nog een toeslag per stuk gelden (tabel d). Wordt een schuifraam vervangen door een vast deel of draairaam, dan geldt een toeslag voor het demonteren van het raam en aanpassen van het kozijn.

  • Afhankelijk van de vereiste geluidisolatiewaarde wordt enkele, dan wel dubbele naaddichting toegepast. Bij enkele naaddichting is het over het algemeen om bouwfysische redenen noodzakelijk deze aan de binnenzijde aan te brengen.

  • Per geluidsbelast geluidsgevoelig vertrek zal over het algemeen een geluiddempende ventilatievoorziening nodig zijn. Afhankelijk van het type geldt een verschillend toetsbedrag.

  • Bij maatregelen aan hellende daken ligt slechts een beperkt aantal bouwkundige constructies voor de hand. Om die reden zijn de toetsbedragen gebaseerd op de kosten van de desbetreffende maatregelen. De toetsbedragen corresponderen met de constructies die in de publicatie1 ‘Verkeerslawaai en Woningen’ zijn beschreven onder respectievelijk de codes DH1, DH5 tot en met DH7 en DH8. De keuze van het type constructie is sterk afhankelijk van de vereiste geluidwering. De normkosten van de verschillende kostenklassen voor dakisolatie zijn allereerst gerelateerd aan de uit te voeren werkzaamheden.

  • Globaal kan aangehouden worden dat type 1, 2 en 3 corresponderen met een eis van respectievelijk RA ≤ 27 dB, 28 dB ≤ RA ≤ 36 dB en RA ≥ 37 dB. (genoemde isolatiewaarden zijn gerelateerd aan de isolatiewaarden op basis van het wegspectrum). Bij de bepaling van de toetsbedragen is er onder meer van uitgegaan dat het dak akoestisch nog niet geïsoleerd is, er geen dakkapel aanwezig is, er geen bijzondere voorzieningen aan de dakvoet nodig zijn, er geen knieschotten en ingebouwde kasten aanwezig zijn en de nieuwe afwerking zal bestaan uit sauswerk op gipskartonplaat. Als de aanwezige situatie verschilt van deze uitgangspunten zal dat wat betreft uitvoeringskosten in het algemeen tot een afwijking van de toetsbedragen kunnen leiden: bijvoorbeeld als het dak al wel (gedeeltelijk) geïsoleerd is tot minder kosten en bij de aanwezigheid van een dakraam tot meer kosten.

  • Ook bij maatregelen aan plafonds ligt slechts een beperkt aantal bouwkundige constructies voor de hand. Om die reden zijn de toetsbedragen gebaseerd op de kosten van de desbetreffende maatregelen.

e. Maximale bijdrage voor maatregelen waardoor een geluidgevoelig gebouw ophoudt een geluidgevoelig gebouw te zijn

Het in artikel 36, tweede lid, bedoelde maximale bedrag voor maatregelen waardoor een geluidgevoelig gebouw ophoudt een geluidgevoelig gebouw te zijn, is afhankelijk van het geluid op de gevel van het gebouw en het type geluidbron zoals weergegeven in de tabel.

Wegen

spoorwegen

dB

Bijdrage in €

dB

Bijdrage in €

66 t/m 701

180.000

71 t/m 75

167.000

71 t/m 75

217.000

76 en hoger

217.000

76 en hoger

229.000

   
X Noot
1

uitsluitend voor geluidgevoelige gebouwen langs een provinciale weg buiten de bebouwde kom

f. Bijdrage maatregelen aan de constructie van een weg

De in artikel 36, derde lid, onder c, bedoelde bijdrage voor maatregelen aan de constructie van een weg is afhankelijk van de kleinste afname van het geluid op de gevel van een saneringsgebouw of vrijwillig te saneren gebouw volgens de tabel.

Afname geluid op de gevel

Bijdrage per 10 m2 wegdek [€]

1 of 2 dB

100

3 dB

125

4 dB

225

D

Bijlage 3 komt als volgt te luiden:

Bijlage 3. Berekening van de bijdrage als bedoeld in artikel 36

De in artikel 4 en 5 bedoelde normbedragen zijn bedragen gebaseerd op de onderstaande tabel, die gelden per te saneren gebouw. De bijdrage per gebouw is de optelling van beide normbedragen.

Geluid op de gevel (dB)

Normbedrag voorbereiding, begeleiding en toezicht

[€]

Normbedrag maatregelen

[€]

61

1.250

0

62

1.250

720

63

1.250

1.540,00

64

1.250

3.580,00

65

1.250

4.100,00

66

1.250

4.610,00

67

1.250

5.380,00

68

1.250

6.140,00

69

1.250

6.660,00

70

1.250

7.170,00

71

1.250

8.700,00

72

1.250

10.240,00

≥ 73

1.250

12.290,00

ARTIKEL III (INWERKINGTREDING)

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat – Openbaar Vervoer en Milieu, A.A. Aartsen

TOELICHTING

1. Inleiding

De Subsidieregeling sanering verkeerslawaai (hierna: Ssv) en de Regeling sanering verkeerslawaai 2024 (hierna: Rsv) voorzien in de mogelijkheid om van rijkswege een subsidie of bijdrage te verstrekken voor de voorbereiding en de uitvoering van geluidmaatregelen bij wegen en spoorwegen in het kader van de sanering van verkeerslawaai.

Met deze wijzigingsregeling wordt in de Ssv het subsidieplafond voor het kalenderjaar 2025 verhoogd met € 678.000 en wordt het subsidieplafond voor het kalenderjaar 2026 vastgesteld op € 21.069.000.

Verder wordt in de Rsv het subsidieplafond voor budgetbijdragen voor het kalenderjaar 2025 verlaagd met € 678.000 en wordt het subsidieplafond voor budgetbijdragen voor het kalenderjaar 2026 vastgesteld op € 3.000.000.

Tevens worden in de Rsv jaartallen ingevoegd zodat budgetontvangers op meer momenten een aanvraag voor een budgetbijdrage of verlening in kunnen dienen. Ook worden zowel in de Ssv als Rsv diverse subsidie- en normbedragen aangepast vanwege indexering.

2. Hoofdlijnen en de noodzaak tot wijziging

Nadere toelichting per regeling

1. Ssv

Op 1 januari 2024 is de Regeling sanering verkeerslawaai 2024 (Rsv) in werking getreden. De Rsv is de opvolger van de Ssv. De Ssv is echter de komende jaren nog nodig voor het vaststellen van subsidies (voorbereidingssubsidies en uitvoeringssubdisies) waarvoor vóór 1 april 2023 een aanvraag voor een voorbereidingssubsidie krachtens artikel 7 is ingediend. Het bedrag voor de verhoging van het subsidieplafond in 2025 was oorspronkelijk gereserveerd ten behoeve van subsidieverlening onder de Rsv. Omdat het gereserveerde budget daarvoor nog niet volledig kan worden ingezet, wordt het budget nu deels toegevoegd aan het budget voor subsidies op grond van de Ssv. Met de verhoging van het budget van de Ssv kunnen meer aanvragen voor een subsidie voor de uitvoering van saneringsmaatregelen worden toegekend.

Met de vaststelling van het subsidieplafond voor de Ssv voor het jaar 2026 wordt het mogelijk gemaakt om in 2026 gelden beschikbaar te stellen voor met name uitvoeringsactiviteiten voor de sanering van verkeerslawaai op grond van de Ssv. Bij de vaststelling van het subsidieplafond voor de Ssv is rekening gehouden met een reservering van budget ten behoeve van de Rsv in 2026.

2. Rsv

Zoals hierboven is vermeld is met ingang van 1 januari 2024 de Rsv als opvolger van de Ssv in werking getreden. De Rsv is nodig voor het verlenen en wijzigen van uitvoeringssubsidies en voor het vaststellen van subsidies ten behoeve van sanering van verkeerslawaai onder de Omgevingswet.

Het in artikel 14, derde lid, van de Rsv vermelde subsidieplafond voor budgetbijdragen was oorspronkelijk gereserveerd voor subsidieverlening onder de Rsv. Omdat, zoals hierboven vermeld bij de paragraaf over de Ssv, het oorspronkelijke plafondbedrag echter niet volledig voor het kalenderjaar 2025 kan worden ingezet, wordt het voor dat plafondbedrag gereserveerde budget nu deels toegevoegd aan het budget voor uitvoeringsactiviteiten voor de sanering van verkeerslawaai onder de vigeur van de Ssv. Het subsidieplafond in artikel 14, derde lid, van de Rsv voor budgetbijdragen voor het kalenderjaar 2025 wordt daarom dienovereenkomstig verlaagd.

Verder wordt het met de vaststelling van het subsidieplafond voor budgetbijdragen voor het kalenderjaar 2026 mogelijk gemaakt om in 2026 gelden beschikbaar te stellen voor uitvoeringsactiviteiten voor de sanering van verkeerslawaai op grond van de Rsv.

Bijlagen Ssv en Rsv

Bijlagen Ssv

Indexering subsidie- en normbedragen

Met deze wijzigingsregeling vindt verder een indexering plaats van de subsidie- en normbedragen zoals opgenomen in de bijlagen A, C en D van de Ssv. Bij de verhoging is, voor zover geen aanleiding bestond de subsidie en rekenbedragen grondiger te herzien, aangesloten bij artikel 36, vijfde lid, van de Rsv, waarin is opgenomen op grond van welke CBS-index de subsidie- en normbedragen moeten worden aangepast.

– Bijlage A Ssv, Rekenbedragen

Deze rekenbedragen betreffen de bedragen die als subsidie kunnen worden verstrekt voor diverse maatregelen en activiteiten. Het prijspeil van deze rekenbedragen in de huidige regeling is dat van het jaar 2021.

Voor onderdeel 1 (Verkeersmaatregelen tegen wegverkeerslawaai) zijn de bedragen aangepast naar het prijspeil 2025 op basis van de consumentenprijsindex. Deze index bedraagt voor genoemd tijdvak (afgerond) 1,20.

Voor onderdeel 2 (Rekenbedrag geluidreducerende maatregelen aan de constructie van een weg) is aansluiting gezocht met de kostentool Stil Wegdek (www.silentroads.nl). Met deze in 2025 geactualiseerde tool zijn de meerkosten berekend van wegdekken met een geluidsreductie van 1, 2, 3 en 4 dB ten opzichte van een referentie wegdek, bestaand uit dicht asfaltbeton. Op basis van deze meerkosten zijn de nieuwe subsidiebedragen bepaald, waarbij voor de wegdekken met een hogere geluidsreductie vanuit stimuleringsoverwegingen een relatief hoger subsidiebedrag is toegekend.

Voor de onderdelen 4 en 5 (Onttrekking aan de bestemming vanwege wegverkeerslawaai en spoorweglawaai) zijn de bedragen geïndexeerd naar prijspeil 2025 op grond van de index Grond-, Weg-, en Waterbouw (GWW-index) Deze index bedraagt voor genoemd tijdvak (afgerond) 1,24. Deze index is toegepast in aansluiting met artikel 36, vijfde lid, van de Rsv. Voor het overige zijn geen wijzigingen doorgevoerd.

Voor onderdeel 6 (Hoogte subsidiebedrag bij vaststelling voorbereidingssubsidie voor gevelmaatregelen) is naar aanleiding van signalen van gemeenten dat deze subsidie ontoereikend is om de werkelijke kosten van het voorbereiden, begeleiden en het houden van toezicht op een gevelisolatieproject te dekken. Daarom is een analyse uitgevoerd naar deze werkelijke kosten om te bezien of er aanleiding is deze subsidiebedragen aan te passen.

In de analyse is zowel rekening gehouden met de kosten die adviesbureaus in rekening brengen voor de opname, toetsing en het ontwerpen van maatregelen voor saneringswoningen als met de uren die een medewerker van een gemeente of omgevingsdienst besteedt aan een gevelisolatieproject. De analyse heeft geleid tot:

  • het verhogen van de subsidiebedragen met een factor van gemiddeld 1,9;

  • het toevoegen van een subsidiebedrag voor de activiteit ‘aanbesteden’;

  • het toevoegen van een nieuw woningtype, namelijk rijks- en gemeentelijke monumenten. Gebleken is dat de het toetsen van de geluidwering en het ontwerpen van maatregelen voor deze woningen aanmerkelijk arbeidsintensiever is dan dat het is voor reguliere woningen. Met het toevoegen van dit woningtype kan een hoger subsidiebedrag voor deze activiteiten worden toegekend, zodat deze kostendekkend worden uitgevoerd.

Tevens is aan de tabel een noot, genummerd ‘2’, toegevoegd die beschrijft op welke wijze het subsidiebedrag wordt bepaald voor een ander geluidsgevoelig gebouw.

De bedragen in onderdeel 7 (Normbedragen voorschot subsidie voor gevelmaatregelen per woning bij facultatieve procedure) zijn geïndexeerd naar prijspeil 2025 op grond van de output-index Nieuwbouwwoningen. Deze index bedraagt voor genoemd tijdvak (afgerond) 1,28. Deze index is toegepast in aansluiting met artikel 36, vijfde lid, van de Rsv. Deze index is tevens van toepassing op de toetsbedragen geluidwerende maatregelen (Bijlage C).

– Bijlage C Ssv, Normkosten afschermende maatregelen

Het prijspeil van deze normkosten in de huidige regeling is dat van het jaar 2021. De bedragen zijn geïndexeerd naar prijspeil 2025 op grond van de index Grond-,Weg-, en Waterbouw (GWW-index). Deze index bedraagt voor genoemd tijdvak (afgerond) 1,24. Deze index is toegepast in aansluiting met artikel 36, vijfde lid, van de Rsv. Voor het overige zijn geen wijzigingen doorgevoerd.

– Bijlage D Ssv, Toetsbedragen geluidwerende maatregelen

Het prijspeil van deze normkosten in de huidige regeling is dat van het jaar 2021. De bedragen zijn geïndexeerd naar prijspeil 2025 op grond van de output-index Nieuwbouwwoningen. Deze index bedraagt voor genoemd tijdvak (afgerond) 1,28. Deze index is toegepast in aansluiting met artikel 36, vijfde lid, van de Rsv. Voor het overige zijn geen wijzigingen doorgevoerd.

Bijlagen Rsv

– Bijlage 2, onder a Rsv, Bedragen voor de voorbereiding, begeleiding en toezicht bij geluidwerende maatregelen

De in bijlage 2, onder a van de Rsv opgenomen bedragen voor de voorbereiding, begeleiding en toezicht bij geluidwerende maatregelen (VBT-bedragen) zijn afgeleid van de subsidiebedragen die voor deze activiteiten zijn opgenomen in de Ssv. Naar aanleiding van signalen van gemeenten dat de in de Ssv opgenomen subsidiebedragen ontoereikend zijn om de werkelijke kosten van het voorbereiden, begeleiden en het houden van toezicht op een gevelisolatieproject te dekken, is een analyse uitgevoerd naar deze werkelijke kosten om te bezien of er aanleiding is deze bedragen aan te passen. De analyse heeft geleid tot een verhoging van de in de Ssv opgenomen subsidiebedragen. Omdat de in de Rsv opgenomen VBT-bedragen van deze subsidiebedragen zijn afgeleid, wordt ook hier een verhoging doorgevoerd. De verhoging is substantieel en hoger dan de consumentenprijsindex die is opgenomen in artikel 36 vijfde lid van de regeling.

– Bijlage 2, onder b, c en d Rsv, Indexering maximale bijdragen voor maatregelen

De huidige in maximale bijdragen zoals opgenomen in Bijlage 2, onder b, c en d, hebben als prijspeil het jaar 2021. Dat is omdat de regeling in 2022 is ontworpen. Bij de inwerkingtreding van de regeling per 1 januari 2024 heeft geen aanpassing van het prijspeil plaatsgevonden. In artikel 36, vijfde lid, van de regeling is opgenomen op grond van welke index de bijdragebedragen moeten worden aangepast.

Met deze wijzigingsregeling worden de in Bijlage 2 opgenomen maximale bijdragen met de voorgeschreven indices aangepast aan het prijspeil voor het jaar 2025. De indexering bedraagt:

 

Maatregel

Index conform artikel 36 vijfde lid

Hoogte index

b.

Maximale bijdrage verkeersmaatregelen

Consumentenprijsindex

1,20

c.

Maximale bijdrage afschermende maatregelen

GWW-index

1,24

d.

Maximale bijdrage geluidwerende maatregelen

Outputindex Nieuwbouw

1,28

e.

Maximale bijdrage waardoor een geluidgevoelig gebouw ophoudt een geluidgevoelig gebouw te zijn

GWW-index

1,24

– Bijlage 2, onder e Rsv, Maatregelen aan de constructie van een weg (Bijlage 2, onder e Rsv)

Voor dit onderdeel geldt dat aansluiting is gezocht met de kostentool Stil Wegdek (www.silentroads.nl). Met deze tool zijn de meerkosten berekend van wegdekken met een geluidsreductie van 1, 2, 3 en 4 dB ten opzichte van een standaard wegdek, bestaand uit dicht asfaltbeton. Op basis van deze meerkosten zijn de nieuwe bijdragen bepaald, waarbij aan de wegdekken met een hogere geluidsreductie vanuit stimuleringsoverwegingen een hogere bijdrage is toegekend.

– Bijlage 3 Rsv, Indexering normbedragen verlening bijdrage als bedoeld in de artikelen 4 en 5 Rsv

Voor dit onderdeel geldt dat het normbedrag voor voorbereiding, begeleiding en toezicht bij geluidwerende maatregelen is afgeleid van de aangepaste bedragen in bijlage 2, onder a. De verhoging is gebaseerd op een analyse van de werkelijke kosten van gemeenten voor de voorbereiding, begeleiding en toezicht voor geluidwerende maatregelen. Als zodanig is een substantiële verhoging doorgevoerd.

Het normbedrag voor maatregelen is geïndexeerd met outputindex Nieuwbouw, zoals die op grond van artikel 36 van de Regeling ook is toegepast op de maximale bijdrage voor geluidwerende maatregelen. De normbedragen zijn met 28% verhoogd.

Toevoegen aanvraagdata

Bij de inwerkingtreding van de regeling was voorzien dat een aanvraag voor een budgetbijdrage kan worden gedaan in de jaren 2024, 2025, 2030, 2035 en 2040. Dit ritme is gebaseerd op de looptijd van een budget van 5 jaar en loopt synchroon aan de cyclus voor het opstellen van geluidkaarten en actieplannen geluid door gemeenten en provincies. Om het mogelijk te maken dat ook in de tussenliggende jaren tot 2030 gemeenten en provincies een aanvraag voor een budgetbijdrage kunnen doen, zijn de jaartallen 2026, 2027, 2028 en 2029 toegevoegd. Op die manier wordt aan provincies en gemeenten de mogelijkheid geboden om, wanneer zij in de genoemde jaren een saneringslijst als bedoeld in artikel 15.1 van het Omgevingsbesluit hebben vastgesteld, direct daaropvolgend een budgetbijdrage aan te vragen. Zonder deze wijziging zouden zij hebben moeten wachten tot 2030 voor een budgetaanvraag. Voor provincies worden met het toevoegen van de genoemde jaren tevens de mogelijkheden voor het indienen van een aanvraag pre-sanering uitgebreid.

3. Gevolgen van de wijziging

De Ssv en de Rsv worden vooral gebruikt door gemeenten en provincies. In een enkel geval wordt de Rsv gebruikt door waterschappen.

De voorziene wijziging van beide subsidieregelingen heeft geen gevolgen voor de bestuurlijke lasten van gemeenten en provincies. Daarnaast heeft deze wijziging ook geen gevolgen voor de regeldruk voor burgers en bedrijven. Op grond van het kabinetsstandpunt inzake internetconsultatie (Kamerstukken II, 2010–2011, 29 279, nr. 121), kon internetconsultatie daarom achterwege blijven.

In verband met indexering zijn subsidie- en normbedragen van betreffende bijlagen van de Ssv en Rsv aangepast. Dat betekent dat er minder maatregelen kunnen worden bekostigd, want het beschikbare bedrag op de Rijksbegroting voor het treffen van geluidmaatregelen wordt niet verhoogd. Het is echter niet de verwachting dat bedragen in de aanvragen om subsidie in de komende periode dusdanig hoog zullen zijn dat het budget zal worden overschreden en dat moet worden geprioriteerd. Aanvullend wordt opgemerkt dat de Ssv en Rsv voorzien in regels voor het prioriteren en verdelen van het beschikbare budget zodat het budget niet overschreden hoeft te worden.

Het adviescollege toetsing regeldruk (ATR) adviseert over ministeriële regelingen indien er aanzienlijke regeldrukgevolgen zijn. Deze wijzigingsregeling betreft enkel de verhoging en vaststelling van een nieuw subsidieplafond, de aanpassing vanwege indexering van rekenbedragen, normbedragen, toetsbedragen en verruimen van de mogelijkheid tot het indienen door budgehouders om een aanvraag voor een budgetbijdrage of verlening in te dienen. Dit type wijzigingen is uitgezonderd van voorafgaande toetsing door het ATR.

4. Inwerkingtreding van de regeling

Deze wijzigingsregeling treedt in werking met ingang van de dag na publicatie in de Staatscourant. Bij de vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding is afgeweken van de vaste verandermomenten en van de minimuminvoeringstermijn van drie maanden (Aanwijzing voor de regelgeving 4.17, eerste respectievelijk vierde lid). De reden van deze afwijking is dat hiermee de doelgroep is gediend (Aanwijzing voor de regelgeving 4.17, vijfde lid, onderdeel a). Een snelle inwerkingtreding zorgt ervoor dat gemeenten en provincies snel aan de slag kunnen met nieuwe geluidssaneringsprojecten.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat – Openbaar Vervoer en Milieu, A.A. Aartsen


X Noot
1

Brochure VROM ‘Verkeerslawaai en Woningen’, december 1989, beschikbaar via www.bureausaneringverkeerslawaai.nl

Naar boven