Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat | Staatscourant 2025, 38213 | algemeen verbindend voorschrift (ministeriële regeling) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat | Staatscourant 2025, 38213 | algemeen verbindend voorschrift (ministeriële regeling) |
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
Gelet op artikel 4, tweede lid, in samenhang met artikel 3, eerste lid, aanhef en onder b, van de Kaderwet subsidies I en M;
BESLUIT:
De Subsidieregeling sanering verkeerslawaai wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 19a wordt als volgt gewijzigd:
1. In het vierde lid wordt ‘€ 27.500.000’ vervangen door ‘€ 28.178.000’.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
5. Het subsidieplafond voor het tijdvak van 1 januari 2026 tot en met 31 december 2026 wordt vastgesteld op € 21.069.000.
B
Bijlage A. Rekenbedragen wordt als volgt gewijzigd:
1. Onderdeel 1a komt te luiden:
|
geluidsbelasting1 |
normbedrag per eenheid2 bij afname of toename van [€] |
||
|---|---|---|---|
|
3 dB |
4 dB |
≥ 5 dB |
|
|
≤ 53 |
0 |
0 |
0 |
|
54 |
1.495 |
1.495 |
2.240 |
|
55 |
1.495 |
1.495 |
2.240 |
|
56 |
1.495 |
1.495 |
2.240 |
|
57 |
1.495 |
1.495 |
2.240 |
|
58 |
1.495 |
1.495 |
2.240 |
|
59 |
1.495 |
2.240 |
2.980 |
|
60 |
1.495 |
2.240 |
2.980 |
|
61 |
2.240 |
2.980 |
4.475 |
|
62 |
2.240 |
2.980 |
4.475 |
|
63 |
2.240 |
2.980 |
4.475 |
|
64 |
2.980 |
3.730 |
5.220 |
|
65 |
2.980 |
3.730 |
5.220 |
|
66 |
2.980 |
3.730 |
5.220 |
|
67 |
2.980 |
3.730 |
5.220 |
|
68 |
2.980 |
3.730 |
5.220 |
|
693 |
10.440 |
12.680 |
17.900 |
|
703 |
10.440 |
12.680 |
17.900 |
|
713 |
10.440 |
12.680 |
17.900 |
|
723 |
0 |
12.680 |
17.900 |
|
733 |
0 |
0 |
17.900 |
|
≥ 743 |
0 |
0 |
04 |
Dit is bij afname de geluidsbelasting van de uitwendige scheidingsconstructie vóór, en bij toename de geluidsbelasting van de uitwendige scheidingsconstructie na de uitvoering van de maatregelen (in dB en na de aftrek, bedoeld in artikel 110g van de wet).
Eenheid:
– bij woningen: elke woning;
– bij andere geluidsgevoelige gebouwen als bedoeld in artikel 1 van de wet: elk 5m strekkend gebouw in de lengterichting van de weg (als het gebouw hoger dan drie etages is, dan het aantal eenheden vermenigvuldigen met de naar beneden afgeronde uitkomst van de deling van het aantal etages door drie).
Indien de uitvoering van de maatregelen leidt tot geluidsbelastingen van meer dan 68 dB, dan is geen subsidie mogelijk.
Bij geluidsbelastingen van meer dan 73 dB vóór de uitvoering van de maatregelen is wel een subsidie mogelijk indien de geluidsbelasting na de uitvoering van de maatregelen 68 dB of minder is, namelijk € 17.900 per eenheid.
2. Onderdeel 1c komt te luiden:
|
Geluidsbelasting1 |
normbedrag per eenheid2 bij afname of toename van [€] |
||
|---|---|---|---|
|
3 dB |
4 dB |
≥ 5 dB |
|
|
≤ 58 |
– |
– |
– |
|
59 |
1.495 |
1.495 |
2.240 |
|
60 |
1.495 |
1.495 |
2.240 |
|
61 |
1.495 |
1.495 |
2.240 |
|
62 |
1.495 |
1.495 |
2.240 |
|
63 |
1.495 |
1.495 |
2.240 |
|
64 |
1.495 |
2.240 |
2.980 |
|
65 |
1.495 |
2.240 |
2.980 |
|
66 |
1.495 |
2.240 |
2.980 |
|
67 |
1.495 |
2.240 |
2.980 |
|
68 |
1.495 |
2.240 |
2.980 |
|
693 |
5.220 |
7.460 |
10.440 |
|
703 |
5.220 |
7.460 |
10.440 |
|
713 |
5.220 |
7.460 |
10.440 |
|
723 |
0 |
7.460 |
10.440 |
|
733 |
0 |
0 |
10.440 |
|
≥ 743 |
0 |
0 |
04 |
Dit is bij afname de geluidsbelasting van de uitwendige scheidingsconstructie vóór, en bij toename de geluidsbelasting van de uitwendige scheidingsconstructie na de uitvoering van de maatregelen (in dB en na de aftrek, bedoeld in artikel 110g van de wet).
Indien de uitvoering van de maatregelen leidt tot geluidsbelastingen van meer dan 68 dB, dan is geen subsidie mogelijk.
Bij geluidsbelastingen van meer dan 73 dB vóór de uitvoering van de maatregelen is wel een subsidie mogelijk indien de geluidsbelasting na de uitvoering van de maatregelen 68 dB of minder is, namelijk € 10.400 per eenheid.
3. Onderdeel 2 komt te luiden:
|
Hoogste afname geluidsimmissie op de woning |
Subsidie per 10 m2 wegdek [€] |
|---|---|
|
1 of 2 dB |
100 |
|
3 dB |
125 |
|
≥ 4 dB |
225 |
Voor de berekening van het subsidiebedrag wordt de te vervangen wegdekoppervlakte afgerond op een tiental vierkante meters.
4. Onderdeel 4 en 5 komt te luiden:
4. en 5. Onttrekking aan de bestemming vanwege wegverkeerslawaai en spoorweglawaai
Het in artikel 19, tweede lid, bedoelde bedrag bestaat uit de som van de per woning of ander geluidsgevoelig gebouw bepaalde maximale bijdragen met behulp van de onderstaande tabel.
|
Wegen (4) |
Spoorwegen (5) |
|||
|---|---|---|---|---|
|
Geluidsbelasting [dB]1 |
Maximale bijdrage per eenheid [€]2 |
Geluidsbelasting [dB]3 |
Maximale bijdrage per eenheid [€]2 |
|
|
66 t/m 70 |
180.000 |
71 t/m 75 |
167.000 |
|
|
71 t/m 75 |
217.000 |
76 en hoger |
217.000 |
|
|
76 en hoger |
229.000 |
|||
Dit is het minimum van de waarde van de geluidsbelasting voor het treffen van de maatregelen en na het treffen van de overige maatregelen (in dB en met toepassing van de aftrek, bedoeld in artikel 110g van de wet).
Aangegeven bedrag in euro geldt per woning of per ander geluidsgevoelig gebouw met de aangegeven geluidsbelasting.
Dit is het minimum van de waarde van de geluidsbelasting voor het treffen van de maatregelen en na het treffen van de overige maatregelen.
5. Onderdeel 6 komt te luiden:
6. Hoogte subsidiebedrag bij vaststelling voorbereidingssubsidie voor gevelmaatregelen
Het in artikel 25, eerste lid, bedoelde bedrag bestaat uit de som van het totaalbedrag uit de delen A, B en C van de onderstaande tabel.
|
Bedragen in € |
||||
|---|---|---|---|---|
|
1 |
2 |
3 |
||
|
A: Bedrag akoestisch onderzoek |
Vast bedrag |
3.125 |
3.125 |
3.125 |
|
Bedrag per woning |
125 |
125 |
125 |
|
|
B: Bedrag voorbereiding per woning3 |
Geen medewerking/geen reactie n.a.v. mededelingen als bedoeld in artikel 6.4 van het Besluit geluidhinder |
250 |
250 |
250 |
|
Schouwingsonderzoek (incl. besluit woning voldoet) |
250 |
250 |
250 |
|
|
Volledige woningopname en toetsingsberekening (incl. eventueel besluit vervallenverklaring als bedoeld in artikel 114a van de wet) |
875 |
1.125 |
1.375 |
|
|
Maatregelpakket benodigd en begeleiding uitvoering (incl. eventueel besluit vervallenverklaring als bedoeld in artikel 114a van de wet) |
1.875 |
2.375 |
5.000 |
|
|
C: Bedrag voor aanbesteding en controlemeting |
Vast bedrag |
5.000 |
5.000 |
5.000 |
|
Bedrag per maatregelwoning |
125 |
125 |
125 |
|
|
Controlemeting (1 woning per 20 woningen) |
1.250 |
1.250 |
1.250 |
|
Woningtype 1: Alle typen woning, met uitzondering van woningtype 2 en 3. Woningtype 2: vrijstaande woning, Woningtype 3: Gemeentelijk of Rijksmonument
Indien sprake is van andere geluidsgevoelige gebouwen als bedoeld in artikel 1 van de wet, geldt elke 5 meter strekkend gebouw in de lengterichting van de weg als één woning van het type 1, afgerond op 1 decimaal. In het geval het gebouw hoger is dan drie etages dan kan de uitkomst van de berekening in de eerste volzin worden vermenigvuldigd met de naar beneden afgeronde uitkomst van de deling van het aantal etages door drie.
Betreft het resultaat van de procedure van hoofdstuk 6 van het Besluit geluidhinder milieubeheer. Een woning kan maar onder één categorie vallen.
6. Onderdeel 7 komt te luiden:
7. Normbedragen voorschot subsidie voor gevelmaatregelen per woning bij facultatieve procedure
Het in artikel 35c bedoelde voorschot wordt berekend met behulp van de onderstaande tabel.
|
Toekomstige geluidsbelasting op de gevel, zonder aftrek artikel 110 Wgh [dB] |
normbedrag uitvoeringssubsidie [€] |
|---|---|
|
≤ 61 |
0 |
|
62 |
700 |
|
63 |
1.500 |
|
64 |
3.600 |
|
65 |
4.100 |
|
66 |
4.600 |
|
67 |
5.400 |
|
68 |
6.100 |
|
69 |
6.700 |
|
70 |
7.200 |
|
71 |
8.700 |
|
72 |
10.200 |
|
≥ 73 |
12.300 |
C
Bijlage C Normkosten afschermende maatregelen wordt als volgt gewijzigd:
1. Onderdeel 1 komt te luiden:
|
Gemiddelde hoogte |
Bedrag in € per vierkante meter per type scherm |
||
|---|---|---|---|
|
Absorberend |
Reflecterend |
||
|
1,0 – 2,5 m |
660,– |
600,– |
|
|
2,5 – 4,0 m |
550,– |
480,– |
|
|
4,0 – 6,0 m |
500,– |
430,– |
|
2. Onderdeel 4 komt te luiden:
3. Onderdeel 5 komt te luiden:
|
diepte funderingslaag (bij benadering) |
meerprijs in € per meter lengte van het scherm1 |
|
|---|---|---|
|
Geen trillingsarm funderingssysteem |
0 |
|
|
Wel trillingsarme fundering. Type ondergrond: standaard |
< 5 m |
41 |
|
Wel trillingsarme fundering. Type ondergrond: slecht |
10 m |
113 |
|
Wel trillingsarme fundering. Type ondergrond: erg slecht |
20 m |
218 |
4. Onderdeel 6 komt te luiden:
|
meerprijs in € per meter lengte van het scherm1 |
|
|---|---|
|
Plaatsing niet in een talud |
0 |
|
Plaatsing in een talud, het baan lichaam moet worden verbreed |
232 |
|
Plaatsing in een talud, het talud moet worden opgevangen door een keerwand |
360 |
5. Onderdeel 7 komt te luiden:
|
meerprijs in € per meter lengte van het scherm1 |
|
|---|---|
|
Niet nodig |
0 |
|
Additioneel infiltratie middels grindkoffers nodig |
15 |
|
Er wordt een afwateringsgoot aangesloten op bestaande riolering |
73 |
|
De bestaande infra behoeft compleet rioolwaterafvoer (met goot + kolken) |
145 |
6. Onderdeel 8 komt te luiden:
|
meerprijs in € per meter lengte van het scherm1 |
|
|---|---|
|
Geen beplanting |
0 |
|
Beplanting aan één zijde |
73 |
|
Beplanting aan twee zijden |
145 |
7. Onderdeel 9 komt te luiden:
|
meerprijs in € per meter lengte van het scherm |
|
|---|---|
|
Er kan zonder meer gebouwd worden, geen maatregelen nodig |
0 |
|
Er is sprake van een kortdurende (tijdelijke) omleidingsroute |
11 |
|
Tijdens uitvoering worden rijstroken versmald en (tijdelijke) een barrier geplaatst |
112 |
|
Tijdens uitvoering wordt verkeer langdurig omgeleid via een andere route |
130 |
8. Onderdeel 9a komt te luiden:
|
meerprijs in € per meter lengte van het scherm |
|
|---|---|
|
Spoor vraagt een licht veiligheidsregiem. Werk volledig buiten Profiel van vrije ruimte (PVR) |
74 |
|
Spoor vraagt een middelzwaar veiligheidsregiem. Enkele werken binnen PVR |
172 |
|
Spoor vraagt een zwaar veiligheidsregiem. Veel werk binnen PVR |
528 |
9. Onderdeel 10 komt te luiden:
|
meerprijs in € per meter lengte van het scherm |
|
|---|---|
|
Geleiderail |
123 |
|
Permanente barrier |
469 |
|
Grondaanvulling |
38 |
|
Vluchtdeuren |
(Aantal vluchtdeuren x € 9.270)/ lengte van het scherm |
10. Onderdeel 11 komt te luiden:
|
meerprijs in € per meter lengte van het scherm |
|
|---|---|
|
Geen verleggingen van kabels & leidingen nodig |
0 |
|
Beperkte beschermingsmaatregelen nodig voor enkele kruisende K&L |
6 |
|
In langsrichting maximaal 4 kabels verleggen |
167 |
|
In langsrichting 4 kabels en 2 leidingen (water/gas/riool max 300mm) verleggen |
668 |
11. Onderdeel C2 komt te luiden:
|
Tabel |
Keuze voor vergelijking met schermkosten |
|---|---|
|
2 |
Geen kunstwerken en 25% transparant scherm |
|
3 |
Omvang relatief beperkt, correctiefactor 1,05 |
|
4 |
Type ondergrond slecht |
|
5 |
Trillingsarm funderen bij slechte ondergrond |
|
6 |
Correctie voor talud € 62 per meter lengte van het scherm |
|
7 |
Correctie afwatering € 12/meter |
|
8 |
Tweezijdige beplanting |
|
9 |
Verkeersmaatregelen € 112/meter |
|
10 |
Grondaanvulling € 38/meter |
|
11 |
Kabels en leidingen € 12/meter |
|
12 |
Risicoprofiel 7% |
D
Bijlage D wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel 1 komen de tabellen a tot en met e te luiden:
Gevelmaatregelen
|
Kostenklasse |
I |
II |
III |
IV |
V |
|---|---|---|---|---|---|
|
Toetsbedrag/m2 |
411 |
457 |
485 |
598 |
643 |
|
S (m2) |
< 0,5 |
≥ 0,5 |
≥ 0,6 |
≥ 0,7 |
≥ 0,8 |
≥ 1,0 |
≥ 1,4 |
≥ 2,0 |
≥ 2,8 |
|
< 0,6 |
< 0,7 |
< 0,8 |
< 1,0 |
< 1,4 |
< 2,0 |
< 2,8 |
|||
|
C (€) |
147 |
87 |
45 |
24 |
0 |
32 |
61 |
86 |
109 |
|
Kostenklasse |
I |
II |
III |
IV |
V |
|---|---|---|---|---|---|
|
Nieuwe draairamen |
455 |
550 |
565 |
570 |
575 |
|
Nieuwe vaste ramen |
360 |
395 |
405 |
415 |
420 |
|
Dakramen excl. Suskasten |
800 |
865 |
940 |
1.060 |
1.190 |
|
Nieuwe deuren |
1.295 |
1.470 |
€ 1.470 |
1.470 |
1.470 |
|
Verwijderen schuifraam, per stuk |
189 |
|
Naar binnen draaiende delen, per stuk |
115 |
|
Draai-kiep-raam, per stuk |
189 |
|
Stijl/dorpel bij nieuwe draaidelen, per strekkende meter |
173 |
|
Kierdichting bestaande draaidelen, per strekkende meter |
32 |
|
Toeslag inhaakkozijnen, per vierkante meter |
431 |
|
Toeslag stellatten t.b.v. voorzetbeglazing, per strekkende meter |
14 |
|
Naaddichting aan de binnenzijde per m1 (alleen kit) |
€ 15 |
|
Naaddichting aan de binnenzijde per m1 (hoeklat + kit) |
€ 31 |
|
Naaddichting aan de buitenzijde per m1 (alleen kit) |
€ 15 |
7. In onderdeel 2 komt tabel f te luiden:
2. Geluiddempende ventilatievoorzieningen
|
Suskast |
600 |
|
Muurdemper |
590 |
|
Dakdemper |
500 |
|
Mechanische ventilatievoorziening |
1.090 |
8. In onderdeel 3 komt tabel g te luiden:
3. Maatregelen hellend dakvlak
|
Type 1, dakbeschot met waterbestendige plaat kierdicht maken |
120 |
|
Type 2, idem type 1 met aanvullend montage gipsplaten en spouw geheel of gedeeltelijk vullen met minerale wol, eventueel op verende regels |
300 |
|
Type 3. idem type 2 echter montage gipsplaten op verende regels |
350 |
9. In onderdeel 4 komt tabel h te luiden:
4. Maatregelen plafonds
|
Alleen gipsplaten |
180 |
|
Gipsplaten met minerale wol |
200 |
De Regeling sanering verkeerslawaai 2024 wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 14 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het derde lid wordt ‘€ 3.113.000’ vervangen door ‘€ 2.435.000’.
2. Onder vernummering van het vierde lid tot vijfde lid, wordt een lid ingevoegd, luidende:
4. Het plafond voor budgetbijdragen als bedoeld in artikel 4 wordt vastgesteld op € 3.000.000 voor 2026.
B
In artikel 19 wordt in het tweede lid na ‘2025,’ ingevoegd: ‘2026, 2027, 2028, 2029,’.
C
Bijlage 2 komt te luiden:
Het in artikel 36, eerste lid, onder b, bedoelde bedrag voor de voorbereiding, begeleiding en toezicht bij geluidwerende maatregelen is een bedrag per woning, zoals opgenomen in de tabel, waarbij per woning slechts één categorie van toepassing is.
|
Bedrag VBT per woning in € |
|||
|---|---|---|---|
|
categorie |
Wijze van saneren |
woningtype 1 |
woningtype 2 |
|
A |
Formeel gesaneerd |
440 |
440 |
|
B |
Woning voldoet |
1.065 |
1.315 |
|
C |
Maatregelen |
2.350 |
2.850 |
Toelichting bij de tabel
Woningtype 1: etagewoning, appartement, rijtjeswoning, hoekwoning, geschakelde woning
Woningtype 2: vrijstaande woning
Categorie A: ‘Formeel gesaneerd’
Dit betreft woningen die als gesaneerd kunnen worden aangemerkt zonder dat er een akoestisch-bouwkundige opname heeft plaatsgevonden en zonder dat een toetsingsberekening is uitgevoerd. Bijvoorbeeld omdat de eigenaar geen medewerking heeft verleend. Onder deze categorie valt ook de sanering waarbij na schouwing van de buitenzijde wordt besloten dat geen maatregelen noodzakelijk zijn.
Categorie B: ‘Woning voldoet’
Dit betreft het bedrag voor woningen waarvoor geldt dat na uitvoering van een akoestisch-bouwkundige opname en een toetsingsberekening geldt dat geen maatregelen nodig zijn. De binnenwaarde voldoet. Dit bedrag is ook van toepassing op woningen waarvoor geldt dat deze na een toetsingsberekening wel voor maatregelen in aanmerking komen, maar waarvoor de eigenaar toch afziet van maatregelen.
Categorie C: ‘Maatregelen’
Dit betreft het bedrag voor woningen waarvoor geldt dat na uitvoering van een akoestisch-bouwkundige opname en een toetsingsberekening blijkt dat maatregelen nodig zijn. In het bedrag is een opslag verwerkt voor het regelen van de aanbesteding en het per 20 woningen uitvoeren van een controlemeting.
De maximale bijdrage voor verkeersmaatregel, als bedoeld in artikel 36, tweede lid, wordt per woning bepaald door het geluid op de gevel van de woning en door de mate van afname die met de verkeersmaatregelen wordt gerealiseerd. Omdat de saneringsdrempel afwijkend is voor provinciale wegen buiten de bebouwde kom, is de bijdrage voor een woning langs die wegen bij hetzelfde geluid hoger dan bij andere wegen.
|
Geluidop de gevel (dB)1 |
normbedrag per eenheid 2 (in €) bij afname van |
||
|---|---|---|---|
|
3 dB |
4 dB |
≥ 5 dB |
|
|
61 |
1.200 |
2.160 |
3.120 |
|
62 |
1.200 |
2.160 |
3.120 |
|
63 |
2.400 |
4.320 |
6.240 |
|
64 |
2.400 |
4.320 |
6.240 |
|
65 |
2.400 |
4.320 |
6.240 |
|
66 |
3.000 |
5.400 |
7.800 |
|
67 |
3.000 |
5.400 |
7.800 |
|
68 |
5.400 |
7.800 |
10.200 |
|
69 |
5.400 |
7.800 |
10.200 |
|
70 |
7.800 |
10.200 |
12.600 |
|
71 |
7.800 |
10.200 |
12.600 |
|
72 |
7.800 |
10.200 |
12.600 |
|
73 |
10.200 |
12.600 |
15.000 |
|
74 |
10.200 |
12.600 |
15.000 |
|
≥75 |
12.600 |
15.000 |
17.400 |
|
Geluidop de gevel (dB)1 |
normbedrag per eenheid2 (in €) bij afname van |
||
|---|---|---|---|
|
3 dB |
4 dB |
≥ 5 dB |
|
|
61 |
1.200 |
2.160 |
3.120 |
|
62 |
1.200 |
2.160 |
3.120 |
|
63 |
2.400 |
4.320 |
6.240 |
|
64 |
2.400 |
4.320 |
6.240 |
|
65 |
2.400 |
4.320 |
6.240 |
|
66 |
3.000 |
5.400 |
7.800 |
|
67 |
3.000 |
5.400 |
7.800 |
|
68 |
5.400 |
7.800 |
10.200 |
|
69 |
5.400 |
7.800 |
10.200 |
|
70 |
7.800 |
10.200 |
12.600 |
|
71 |
7.800 |
10.200 |
12.600 |
|
72 |
7.800 |
10.200 |
12.600 |
|
73 |
10.200 |
12.600 |
15.000 |
|
74 |
10.200 |
12.600 |
15.000 |
|
≥75 |
12.600 |
15.000 |
17.400 |
De maximale bijdrage voor afschermende maatregelen, als bedoeld in artikel 36, tweede lid, is gebaseerd op de gemiddelde kosten van een geluidscherm. De maximale bijdrage bestaat uit een basisbedrag waarop een aantal correcties worden toegepast. De uitkomst voor het gemiddelde scherm wordt daarna vermeerderd met 10% van het totaal om te komen tot de maximale bijdrage. Onder de tabellen staat de precieze werkwijze voor de berekening. Op de website www.bureausaneringverkeerslawaai.nl wordt een rekenformulier geplaatst waarmee de maximale bijdrage berekend kan worden. Dit formulier kan ook gebruikt worden om de kosten van een scherm vooraf te ramen.
|
Gemiddelde hoogte |
Bedrag in € per vierkante meter per type scherm |
||
|---|---|---|---|
|
Absorberend |
Reflecterend |
||
|
1,0 – 2,5 m |
660 |
600 |
|
|
2,5 – 4,0 m |
550 |
480 |
|
|
4,0 – 6,0 m |
500 |
430 |
|
|
Correctiefactor voor de lengte van het deel van het scherm dat wordt geplaatst op een kunstwerk |
1,36 |
|
Correctiefactor voor de lengte van het deel van het scherm dat niet wordt geplaatst op een kunstwerk en dat transparant wordt uitgevoerd |
1,64 |
|
Karakterisering van de werkomvang |
klein |
gemiddeld |
groot |
|---|---|---|---|
|
Orde van grootte |
<500 m2 |
500-5.000 m2 |
>5.000 m2 |
|
Correctiefactor |
1,10 |
1 |
0,95 |
|
diepte funderingslaag (bij benadering) |
meerprijs in € per meter lengte van het scherm1 |
|
|---|---|---|
|
Standaard (of goed) |
< 5 m |
0 |
|
Slecht |
10 m |
70 |
|
Erg slecht |
20 m |
220 |
|
diepte funderingslaag (bij benadering) |
meerprijs in € per meter lengte van het scherm1 |
|
|---|---|---|
|
Geen trillingsarm funderingssysteem |
0 |
|
|
Wel trillingsarme fundering. Type ondergrond: standaard |
< 5 m |
41 |
|
Wel trillingsarme fundering. Type ondergrond: slecht |
10 m |
113 |
|
Wel trillingsarme fundering. Type ondergrond: erg slecht |
20 m |
218 |
|
meerprijs in € per meter lengte van het scherm1 |
|
|---|---|
|
Plaatsing niet in een talud |
0 |
|
Plaatsing in een talud, het baan lichaam moet worden verbreed |
232 |
|
Plaatsing in een talud, het talud moet worden opgevangen door een keerwand |
360 |
|
meerprijs in € per meter lengte van het scherm1 |
|
|---|---|
|
Niet nodig |
0 |
|
Additioneel infiltratie middels grindkoffers nodig |
15 |
|
Er wordt een afwateringsgoot aangesloten op bestaande riolering |
73 |
|
De bestaande infra behoeft compleet rioolwaterafvoer (met goot + kolken) |
145 |
|
meerprijs in € per meter lengte van het scherm1 |
|
|---|---|
|
Geen beplanting |
0 |
|
Beplanting aan één zijde |
73 |
|
Beplanting aan twee zijden |
145 |
|
meerprijs in € per meter lengte van het scherm |
|
|---|---|
|
Er kan zonder meer gebouwd worden, geen maatregelen nodig |
0 |
|
Er is sprake van een kortdurende (tijdelijke) omleidingsroute |
11 |
|
Tijdens uitvoering worden rijstroken versmald en (tijdelijke) een barrier geplaatst |
112 |
|
Tijdens uitvoering wordt verkeer langdurig omgeleid via een andere route |
130 |
|
meerprijs in € per meter lengte van het scherm |
|
|---|---|
|
Spoor vraagt een licht veiligheidsregiem. Werk volledig buiten Profiel van vrije ruimte (PVR) |
74 |
|
Spoor vraagt een middelzwaar veiligheidsregiem. Enkele werken binnen PVR |
172 |
|
Spoor vraagt een zwaar veiligheidsregiem. Veel werk binnen PVR |
528 |
|
meerprijs in € per meter lengte van het scherm |
|
|---|---|
|
Geleiderail |
123 |
|
Permanente barrier |
469 |
|
Grondaanvulling |
38 |
|
Vluchtdeuren |
(Aantal vluchtdeuren x € 9.270)/ lengte van het scherm |
|
meerprijs in € per meter lengte van het scherm |
|
|---|---|
|
Geen verleggingen van kabels & leidingen nodig |
0 |
|
Beperkte beschermingsmaatregelen nodig voor enkele kruisende K&L |
6 |
|
In langsrichting maximaal 4 kabels verleggen |
167 |
|
In langsrichting 4 kabels en 2 leidingen (water/gas/riool max 300mm) verleggen |
668 |
|
Risicoprofiel |
Percentage van de totale kosten excl. btw |
|---|---|
|
Laag risico profiel, voldoende bouwruimte, weinig omgevingsinteractie |
5% |
|
Hoog risicoprofiel, beperkingen op de bouwplaats en veel omgevingsinteracties |
10% |
Werkwijze bij de berekening
1. Het basisbedrag vermenigvuldigen met de correctiefactoren in de tabellen 2 en 3 voor zover van toepassing.
2. De uitkomst van de berekening, bedoeld onder 1, verhogen met de correcties op basis van de tabellen 4 tot en met 8. Elke correctie is gelijk aan:
de meerprijs per meter lengte van het scherm / de gemiddelde hoogte van het scherm) x de lengte van het scherm dat niet op een kunstwerk staat / de totale lengte van het scherm.
3. De uitkomst van de berekening, bedoeld onder 2, verhogen met de correcties op basis van de tabellen 9, 9a, 10 en 11. Elke correctie is gelijk aan:
de meerprijs per meter lengte van het scherm / de gemiddelde hoogte van het scherm.
4. De uitkomst van de berekening, bedoeld onder 3, verhogen met het percentage in tabel 12 dat van toepassing is maal die uitkomst.
5. De uitkomst van de berekening, bedoeld onder 4, verhogen met het geldende btw-percentage maal die uitkomst. De uitkomst staat voor de gemiddelde schermkosten.
6. Het bedrag onder 5 verhogen met: 10% maal het bedrag onder 5. De uitkomst staat voor de maximale bijdrage voor een geluidscherm.
Wanneer een andere afschermende maatregel wordt toegepast dan een geluidscherm, is de maximale bijdrage gelijk aan de maximale kosten voor een geluidscherm met dezelfde lengte en dezelfde geluidreductie, met de volgende keuzes voor de correctiefactoren in de tabellen 2 tot en met 12. Deze keuzes geven een veel voorkomende situatie voor lokale schermen weer.
|
Tabel |
Keuze voor vergelijking met schermkosten |
|---|---|
|
2 |
Geen kunstwerken en 25% transparant scherm |
|
3 |
Omvang relatief beperkt, correctiefactor 1,05 |
|
4 |
Type ondergrond slecht |
|
5 |
Trillingsarm funderen bij slechte ondergrond |
|
6 |
Correctie voor talud € 62 per meter lengte van het scherm |
|
7 |
Correctie afwatering € 12/meter |
|
8 |
Tweezijdige beplanting |
|
9 |
Verkeersmaatregelen € 112/meter |
|
10 |
Grondaanvulling € 38/meter |
|
11 |
Kabels en leidingen € 12/meter |
|
12 |
Risicoprofiel 7% |
De maximale bijdrage voor geluidwerende maatregelen, zoals bedoeld in artikel 36, tweede lid, wordt per woning bepaald op basis van de volgende toetsbedragen en eventuele correcties en toeslagen.
Alle bedragen in euro, exclusief BTW.
1. Gevelmaatregelen
|
Kostenklasse |
I |
II |
III |
IV |
V |
|---|---|---|---|---|---|
|
Toetsbedrag/m2 |
411 |
457 |
485 |
598 |
643 |
|
S (m2) |
< 0,5 |
≥ 0,5 |
≥ 0,6 |
≥ 0,7 |
≥ 0,8 |
≥ 1,0 |
≥ 1,4 |
≥ 2,0 |
≥ 2,8 |
|
< 0,6 |
< 0,7 |
< 0,8 |
< 1,0 |
< 1,4 |
< 2,0 |
< 2,8 |
|||
|
C (€) |
147 |
87 |
45 |
24 |
0 |
32 |
61 |
86 |
109 |
|
Kostenklasse |
I |
II |
III |
IV |
V |
|---|---|---|---|---|---|
|
Nieuwe draairamen |
455 |
550 |
565 |
570 |
575 |
|
Nieuwe vaste ramen |
360 |
395 |
405 |
415 |
420 |
|
Dakramen excl. Suskasten |
800 |
865 |
940 |
1.060 |
1.190 |
|
Nieuwe deuren |
1.295 |
1.470 |
1.470 |
1.470 |
1.470 |
|
Verwijderen schuifraam, per stuk |
189 |
|
Naar binnen draaiende delen, per stuk |
115 |
|
Draai-kiep-raam, per stuk |
189 |
|
Stijl/dorpel bij nieuwe draaidelen, per strekkende meter |
173 |
|
Kierdichting bestaande draaidelen, per strekkende meter |
32 |
|
Toeslag inhaakkozijnen, per vierkante meter |
431 |
|
Toeslag stellatten t.b.v. voorzetbeglazing, per strekkende meter |
14 |
|
Naaddichting aan de binnenzijde per m1 (alleen kit) |
15 |
|
Naaddichting aan de binnenzijde per m1 (hoeklat + kit) |
31 |
|
Naaddichting aan de buitenzijde per m1 (alleen kit) |
15 |
2. Geluiddempende ventilatievoorzieningen
|
Suskast |
600 |
|
Muurdemper |
590 |
|
Dakdemper |
500 |
|
Mechanische ventilatievoorziening |
1.090 |
3. Maatregelen hellend dakvlak
|
Type 1, dakbeschot met waterbestendige plaat kierdicht maken |
120 |
|
Type 2, idem type 1 met aanvullend montage gipsplaten en spouw geheel of gedeeltelijk vullen met minerale wol, eventueel op verende regels |
300 |
|
Type 3. idem type 2 echter montage gipsplaten op verende regels |
350 |
4. Maatregelen plafonds
|
Alleen gipsplaten |
180 |
|
Gipsplaten met minerale wol |
200 |
Wijze van berekening met het toetsbedragensysteem voor geluidwerende maatregelen
De belangrijkste aspecten van het systeem van de toetsbedragen zijn:
• Differentiatie in vijf klassen met een bereik van ieder 2 dB.
• De klassen betreffen kostenklassen (I t/m V). Door middel van het nomogram (figuur 1) kan per situatie, afhankelijk van de vereiste geluidwering, de kostenklasse worden bepaald. Deze kostenklassen corresponderen met de RA-waarden van de lichte geveldelen.

figuur 1, nomogram bepaling kostenklasse
• In een correctie (C) wordt de invloed van het gemiddeld element oppervlak verdisconteerd. (Kleine oppervlakken zijn per m2 duurder dan grote oppervlakken.)
• Per raam en deur geldt een toeslag per stuk. Omdat de detaillering van bewegende delen afhankelijk is van de geluidisolatie, varieert deze toeslag per kostenklasse. Deze toeslag is gebaseerd op naar buiten draaiende ramen en deuren.
• Indien ten opzichte van de bestaande situatie afwijkende raamtypes moeten worden toegepast, kan daarvoor nog een toeslag per stuk gelden (tabel d). Wordt een schuifraam vervangen door een vast deel of draairaam, dan geldt een toeslag voor het demonteren van het raam en aanpassen van het kozijn.
• Afhankelijk van de vereiste geluidisolatiewaarde wordt enkele, dan wel dubbele naaddichting toegepast. Bij enkele naaddichting is het over het algemeen om bouwfysische redenen noodzakelijk deze aan de binnenzijde aan te brengen.
• Per geluidsbelast geluidsgevoelig vertrek zal over het algemeen een geluiddempende ventilatievoorziening nodig zijn. Afhankelijk van het type geldt een verschillend toetsbedrag.
• Bij maatregelen aan hellende daken ligt slechts een beperkt aantal bouwkundige constructies voor de hand. Om die reden zijn de toetsbedragen gebaseerd op de kosten van de desbetreffende maatregelen. De toetsbedragen corresponderen met de constructies die in de publicatie1 ‘Verkeerslawaai en Woningen’ zijn beschreven onder respectievelijk de codes DH1, DH5 tot en met DH7 en DH8. De keuze van het type constructie is sterk afhankelijk van de vereiste geluidwering. De normkosten van de verschillende kostenklassen voor dakisolatie zijn allereerst gerelateerd aan de uit te voeren werkzaamheden.
• Globaal kan aangehouden worden dat type 1, 2 en 3 corresponderen met een eis van respectievelijk RA ≤ 27 dB, 28 dB ≤ RA ≤ 36 dB en RA ≥ 37 dB. (genoemde isolatiewaarden zijn gerelateerd aan de isolatiewaarden op basis van het wegspectrum). Bij de bepaling van de toetsbedragen is er onder meer van uitgegaan dat het dak akoestisch nog niet geïsoleerd is, er geen dakkapel aanwezig is, er geen bijzondere voorzieningen aan de dakvoet nodig zijn, er geen knieschotten en ingebouwde kasten aanwezig zijn en de nieuwe afwerking zal bestaan uit sauswerk op gipskartonplaat. Als de aanwezige situatie verschilt van deze uitgangspunten zal dat wat betreft uitvoeringskosten in het algemeen tot een afwijking van de toetsbedragen kunnen leiden: bijvoorbeeld als het dak al wel (gedeeltelijk) geïsoleerd is tot minder kosten en bij de aanwezigheid van een dakraam tot meer kosten.
• Ook bij maatregelen aan plafonds ligt slechts een beperkt aantal bouwkundige constructies voor de hand. Om die reden zijn de toetsbedragen gebaseerd op de kosten van de desbetreffende maatregelen.
Het in artikel 36, tweede lid, bedoelde maximale bedrag voor maatregelen waardoor een geluidgevoelig gebouw ophoudt een geluidgevoelig gebouw te zijn, is afhankelijk van het geluid op de gevel van het gebouw en het type geluidbron zoals weergegeven in de tabel.
|
Wegen |
spoorwegen |
||
|---|---|---|---|
|
dB |
Bijdrage in € |
dB |
Bijdrage in € |
|
66 t/m 701 |
180.000 |
71 t/m 75 |
167.000 |
|
71 t/m 75 |
217.000 |
76 en hoger |
217.000 |
|
76 en hoger |
229.000 |
||
De in artikel 36, derde lid, onder c, bedoelde bijdrage voor maatregelen aan de constructie van een weg is afhankelijk van de kleinste afname van het geluid op de gevel van een saneringsgebouw of vrijwillig te saneren gebouw volgens de tabel.
|
Afname geluid op de gevel |
Bijdrage per 10 m2 wegdek [€] |
|---|---|
|
1 of 2 dB |
100 |
|
3 dB |
125 |
|
4 dB |
225 |
D
Bijlage 3 komt als volgt te luiden:
De in artikel 4 en 5 bedoelde normbedragen zijn bedragen gebaseerd op de onderstaande tabel, die gelden per te saneren gebouw. De bijdrage per gebouw is de optelling van beide normbedragen.
|
Geluid op de gevel (dB) |
Normbedrag voorbereiding, begeleiding en toezicht [€] |
Normbedrag maatregelen [€] |
|---|---|---|
|
61 |
1.250 |
0 |
|
62 |
1.250 |
720 |
|
63 |
1.250 |
1.540,00 |
|
64 |
1.250 |
3.580,00 |
|
65 |
1.250 |
4.100,00 |
|
66 |
1.250 |
4.610,00 |
|
67 |
1.250 |
5.380,00 |
|
68 |
1.250 |
6.140,00 |
|
69 |
1.250 |
6.660,00 |
|
70 |
1.250 |
7.170,00 |
|
71 |
1.250 |
8.700,00 |
|
72 |
1.250 |
10.240,00 |
|
≥ 73 |
1.250 |
12.290,00 |
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat – Openbaar Vervoer en Milieu, A.A. Aartsen
De Subsidieregeling sanering verkeerslawaai (hierna: Ssv) en de Regeling sanering verkeerslawaai 2024 (hierna: Rsv) voorzien in de mogelijkheid om van rijkswege een subsidie of bijdrage te verstrekken voor de voorbereiding en de uitvoering van geluidmaatregelen bij wegen en spoorwegen in het kader van de sanering van verkeerslawaai.
Met deze wijzigingsregeling wordt in de Ssv het subsidieplafond voor het kalenderjaar 2025 verhoogd met € 678.000 en wordt het subsidieplafond voor het kalenderjaar 2026 vastgesteld op € 21.069.000.
Verder wordt in de Rsv het subsidieplafond voor budgetbijdragen voor het kalenderjaar 2025 verlaagd met € 678.000 en wordt het subsidieplafond voor budgetbijdragen voor het kalenderjaar 2026 vastgesteld op € 3.000.000.
Tevens worden in de Rsv jaartallen ingevoegd zodat budgetontvangers op meer momenten een aanvraag voor een budgetbijdrage of verlening in kunnen dienen. Ook worden zowel in de Ssv als Rsv diverse subsidie- en normbedragen aangepast vanwege indexering.
Nadere toelichting per regeling
Op 1 januari 2024 is de Regeling sanering verkeerslawaai 2024 (Rsv) in werking getreden. De Rsv is de opvolger van de Ssv. De Ssv is echter de komende jaren nog nodig voor het vaststellen van subsidies (voorbereidingssubsidies en uitvoeringssubdisies) waarvoor vóór 1 april 2023 een aanvraag voor een voorbereidingssubsidie krachtens artikel 7 is ingediend. Het bedrag voor de verhoging van het subsidieplafond in 2025 was oorspronkelijk gereserveerd ten behoeve van subsidieverlening onder de Rsv. Omdat het gereserveerde budget daarvoor nog niet volledig kan worden ingezet, wordt het budget nu deels toegevoegd aan het budget voor subsidies op grond van de Ssv. Met de verhoging van het budget van de Ssv kunnen meer aanvragen voor een subsidie voor de uitvoering van saneringsmaatregelen worden toegekend.
Met de vaststelling van het subsidieplafond voor de Ssv voor het jaar 2026 wordt het mogelijk gemaakt om in 2026 gelden beschikbaar te stellen voor met name uitvoeringsactiviteiten voor de sanering van verkeerslawaai op grond van de Ssv. Bij de vaststelling van het subsidieplafond voor de Ssv is rekening gehouden met een reservering van budget ten behoeve van de Rsv in 2026.
Zoals hierboven is vermeld is met ingang van 1 januari 2024 de Rsv als opvolger van de Ssv in werking getreden. De Rsv is nodig voor het verlenen en wijzigen van uitvoeringssubsidies en voor het vaststellen van subsidies ten behoeve van sanering van verkeerslawaai onder de Omgevingswet.
Het in artikel 14, derde lid, van de Rsv vermelde subsidieplafond voor budgetbijdragen was oorspronkelijk gereserveerd voor subsidieverlening onder de Rsv. Omdat, zoals hierboven vermeld bij de paragraaf over de Ssv, het oorspronkelijke plafondbedrag echter niet volledig voor het kalenderjaar 2025 kan worden ingezet, wordt het voor dat plafondbedrag gereserveerde budget nu deels toegevoegd aan het budget voor uitvoeringsactiviteiten voor de sanering van verkeerslawaai onder de vigeur van de Ssv. Het subsidieplafond in artikel 14, derde lid, van de Rsv voor budgetbijdragen voor het kalenderjaar 2025 wordt daarom dienovereenkomstig verlaagd.
Verder wordt het met de vaststelling van het subsidieplafond voor budgetbijdragen voor het kalenderjaar 2026 mogelijk gemaakt om in 2026 gelden beschikbaar te stellen voor uitvoeringsactiviteiten voor de sanering van verkeerslawaai op grond van de Rsv.
Bijlagen Ssv
Indexering subsidie- en normbedragen
Met deze wijzigingsregeling vindt verder een indexering plaats van de subsidie- en normbedragen zoals opgenomen in de bijlagen A, C en D van de Ssv. Bij de verhoging is, voor zover geen aanleiding bestond de subsidie en rekenbedragen grondiger te herzien, aangesloten bij artikel 36, vijfde lid, van de Rsv, waarin is opgenomen op grond van welke CBS-index de subsidie- en normbedragen moeten worden aangepast.
– Bijlage A Ssv, Rekenbedragen
Deze rekenbedragen betreffen de bedragen die als subsidie kunnen worden verstrekt voor diverse maatregelen en activiteiten. Het prijspeil van deze rekenbedragen in de huidige regeling is dat van het jaar 2021.
Voor onderdeel 1 (Verkeersmaatregelen tegen wegverkeerslawaai) zijn de bedragen aangepast naar het prijspeil 2025 op basis van de consumentenprijsindex. Deze index bedraagt voor genoemd tijdvak (afgerond) 1,20.
Voor onderdeel 2 (Rekenbedrag geluidreducerende maatregelen aan de constructie van een weg) is aansluiting gezocht met de kostentool Stil Wegdek (www.silentroads.nl). Met deze in 2025 geactualiseerde tool zijn de meerkosten berekend van wegdekken met een geluidsreductie van 1, 2, 3 en 4 dB ten opzichte van een referentie wegdek, bestaand uit dicht asfaltbeton. Op basis van deze meerkosten zijn de nieuwe subsidiebedragen bepaald, waarbij voor de wegdekken met een hogere geluidsreductie vanuit stimuleringsoverwegingen een relatief hoger subsidiebedrag is toegekend.
Voor de onderdelen 4 en 5 (Onttrekking aan de bestemming vanwege wegverkeerslawaai en spoorweglawaai) zijn de bedragen geïndexeerd naar prijspeil 2025 op grond van de index Grond-, Weg-, en Waterbouw (GWW-index) Deze index bedraagt voor genoemd tijdvak (afgerond) 1,24. Deze index is toegepast in aansluiting met artikel 36, vijfde lid, van de Rsv. Voor het overige zijn geen wijzigingen doorgevoerd.
Voor onderdeel 6 (Hoogte subsidiebedrag bij vaststelling voorbereidingssubsidie voor gevelmaatregelen) is naar aanleiding van signalen van gemeenten dat deze subsidie ontoereikend is om de werkelijke kosten van het voorbereiden, begeleiden en het houden van toezicht op een gevelisolatieproject te dekken. Daarom is een analyse uitgevoerd naar deze werkelijke kosten om te bezien of er aanleiding is deze subsidiebedragen aan te passen.
In de analyse is zowel rekening gehouden met de kosten die adviesbureaus in rekening brengen voor de opname, toetsing en het ontwerpen van maatregelen voor saneringswoningen als met de uren die een medewerker van een gemeente of omgevingsdienst besteedt aan een gevelisolatieproject. De analyse heeft geleid tot:
• het verhogen van de subsidiebedragen met een factor van gemiddeld 1,9;
• het toevoegen van een subsidiebedrag voor de activiteit ‘aanbesteden’;
• het toevoegen van een nieuw woningtype, namelijk rijks- en gemeentelijke monumenten. Gebleken is dat de het toetsen van de geluidwering en het ontwerpen van maatregelen voor deze woningen aanmerkelijk arbeidsintensiever is dan dat het is voor reguliere woningen. Met het toevoegen van dit woningtype kan een hoger subsidiebedrag voor deze activiteiten worden toegekend, zodat deze kostendekkend worden uitgevoerd.
Tevens is aan de tabel een noot, genummerd ‘2’, toegevoegd die beschrijft op welke wijze het subsidiebedrag wordt bepaald voor een ander geluidsgevoelig gebouw.
De bedragen in onderdeel 7 (Normbedragen voorschot subsidie voor gevelmaatregelen per woning bij facultatieve procedure) zijn geïndexeerd naar prijspeil 2025 op grond van de output-index Nieuwbouwwoningen. Deze index bedraagt voor genoemd tijdvak (afgerond) 1,28. Deze index is toegepast in aansluiting met artikel 36, vijfde lid, van de Rsv. Deze index is tevens van toepassing op de toetsbedragen geluidwerende maatregelen (Bijlage C).
– Bijlage C Ssv, Normkosten afschermende maatregelen
Het prijspeil van deze normkosten in de huidige regeling is dat van het jaar 2021. De bedragen zijn geïndexeerd naar prijspeil 2025 op grond van de index Grond-,Weg-, en Waterbouw (GWW-index). Deze index bedraagt voor genoemd tijdvak (afgerond) 1,24. Deze index is toegepast in aansluiting met artikel 36, vijfde lid, van de Rsv. Voor het overige zijn geen wijzigingen doorgevoerd.
– Bijlage D Ssv, Toetsbedragen geluidwerende maatregelen
Het prijspeil van deze normkosten in de huidige regeling is dat van het jaar 2021. De bedragen zijn geïndexeerd naar prijspeil 2025 op grond van de output-index Nieuwbouwwoningen. Deze index bedraagt voor genoemd tijdvak (afgerond) 1,28. Deze index is toegepast in aansluiting met artikel 36, vijfde lid, van de Rsv. Voor het overige zijn geen wijzigingen doorgevoerd.
– Bijlage 2, onder a Rsv, Bedragen voor de voorbereiding, begeleiding en toezicht bij geluidwerende maatregelen
De in bijlage 2, onder a van de Rsv opgenomen bedragen voor de voorbereiding, begeleiding en toezicht bij geluidwerende maatregelen (VBT-bedragen) zijn afgeleid van de subsidiebedragen die voor deze activiteiten zijn opgenomen in de Ssv. Naar aanleiding van signalen van gemeenten dat de in de Ssv opgenomen subsidiebedragen ontoereikend zijn om de werkelijke kosten van het voorbereiden, begeleiden en het houden van toezicht op een gevelisolatieproject te dekken, is een analyse uitgevoerd naar deze werkelijke kosten om te bezien of er aanleiding is deze bedragen aan te passen. De analyse heeft geleid tot een verhoging van de in de Ssv opgenomen subsidiebedragen. Omdat de in de Rsv opgenomen VBT-bedragen van deze subsidiebedragen zijn afgeleid, wordt ook hier een verhoging doorgevoerd. De verhoging is substantieel en hoger dan de consumentenprijsindex die is opgenomen in artikel 36 vijfde lid van de regeling.
– Bijlage 2, onder b, c en d Rsv, Indexering maximale bijdragen voor maatregelen
De huidige in maximale bijdragen zoals opgenomen in Bijlage 2, onder b, c en d, hebben als prijspeil het jaar 2021. Dat is omdat de regeling in 2022 is ontworpen. Bij de inwerkingtreding van de regeling per 1 januari 2024 heeft geen aanpassing van het prijspeil plaatsgevonden. In artikel 36, vijfde lid, van de regeling is opgenomen op grond van welke index de bijdragebedragen moeten worden aangepast.
Met deze wijzigingsregeling worden de in Bijlage 2 opgenomen maximale bijdragen met de voorgeschreven indices aangepast aan het prijspeil voor het jaar 2025. De indexering bedraagt:
|
Maatregel |
Index conform artikel 36 vijfde lid |
Hoogte index |
|
|---|---|---|---|
|
b. |
Maximale bijdrage verkeersmaatregelen |
Consumentenprijsindex |
1,20 |
|
c. |
Maximale bijdrage afschermende maatregelen |
GWW-index |
1,24 |
|
d. |
Maximale bijdrage geluidwerende maatregelen |
Outputindex Nieuwbouw |
1,28 |
|
e. |
Maximale bijdrage waardoor een geluidgevoelig gebouw ophoudt een geluidgevoelig gebouw te zijn |
GWW-index |
1,24 |
– Bijlage 2, onder e Rsv, Maatregelen aan de constructie van een weg (Bijlage 2, onder e Rsv)
Voor dit onderdeel geldt dat aansluiting is gezocht met de kostentool Stil Wegdek (www.silentroads.nl). Met deze tool zijn de meerkosten berekend van wegdekken met een geluidsreductie van 1, 2, 3 en 4 dB ten opzichte van een standaard wegdek, bestaand uit dicht asfaltbeton. Op basis van deze meerkosten zijn de nieuwe bijdragen bepaald, waarbij aan de wegdekken met een hogere geluidsreductie vanuit stimuleringsoverwegingen een hogere bijdrage is toegekend.
– Bijlage 3 Rsv, Indexering normbedragen verlening bijdrage als bedoeld in de artikelen 4 en 5 Rsv
Voor dit onderdeel geldt dat het normbedrag voor voorbereiding, begeleiding en toezicht bij geluidwerende maatregelen is afgeleid van de aangepaste bedragen in bijlage 2, onder a. De verhoging is gebaseerd op een analyse van de werkelijke kosten van gemeenten voor de voorbereiding, begeleiding en toezicht voor geluidwerende maatregelen. Als zodanig is een substantiële verhoging doorgevoerd.
Het normbedrag voor maatregelen is geïndexeerd met outputindex Nieuwbouw, zoals die op grond van artikel 36 van de Regeling ook is toegepast op de maximale bijdrage voor geluidwerende maatregelen. De normbedragen zijn met 28% verhoogd.
Bij de inwerkingtreding van de regeling was voorzien dat een aanvraag voor een budgetbijdrage kan worden gedaan in de jaren 2024, 2025, 2030, 2035 en 2040. Dit ritme is gebaseerd op de looptijd van een budget van 5 jaar en loopt synchroon aan de cyclus voor het opstellen van geluidkaarten en actieplannen geluid door gemeenten en provincies. Om het mogelijk te maken dat ook in de tussenliggende jaren tot 2030 gemeenten en provincies een aanvraag voor een budgetbijdrage kunnen doen, zijn de jaartallen 2026, 2027, 2028 en 2029 toegevoegd. Op die manier wordt aan provincies en gemeenten de mogelijkheid geboden om, wanneer zij in de genoemde jaren een saneringslijst als bedoeld in artikel 15.1 van het Omgevingsbesluit hebben vastgesteld, direct daaropvolgend een budgetbijdrage aan te vragen. Zonder deze wijziging zouden zij hebben moeten wachten tot 2030 voor een budgetaanvraag. Voor provincies worden met het toevoegen van de genoemde jaren tevens de mogelijkheden voor het indienen van een aanvraag pre-sanering uitgebreid.
De Ssv en de Rsv worden vooral gebruikt door gemeenten en provincies. In een enkel geval wordt de Rsv gebruikt door waterschappen.
De voorziene wijziging van beide subsidieregelingen heeft geen gevolgen voor de bestuurlijke lasten van gemeenten en provincies. Daarnaast heeft deze wijziging ook geen gevolgen voor de regeldruk voor burgers en bedrijven. Op grond van het kabinetsstandpunt inzake internetconsultatie (Kamerstukken II, 2010–2011, 29 279, nr. 121), kon internetconsultatie daarom achterwege blijven.
In verband met indexering zijn subsidie- en normbedragen van betreffende bijlagen van de Ssv en Rsv aangepast. Dat betekent dat er minder maatregelen kunnen worden bekostigd, want het beschikbare bedrag op de Rijksbegroting voor het treffen van geluidmaatregelen wordt niet verhoogd. Het is echter niet de verwachting dat bedragen in de aanvragen om subsidie in de komende periode dusdanig hoog zullen zijn dat het budget zal worden overschreden en dat moet worden geprioriteerd. Aanvullend wordt opgemerkt dat de Ssv en Rsv voorzien in regels voor het prioriteren en verdelen van het beschikbare budget zodat het budget niet overschreden hoeft te worden.
Het adviescollege toetsing regeldruk (ATR) adviseert over ministeriële regelingen indien er aanzienlijke regeldrukgevolgen zijn. Deze wijzigingsregeling betreft enkel de verhoging en vaststelling van een nieuw subsidieplafond, de aanpassing vanwege indexering van rekenbedragen, normbedragen, toetsbedragen en verruimen van de mogelijkheid tot het indienen door budgehouders om een aanvraag voor een budgetbijdrage of verlening in te dienen. Dit type wijzigingen is uitgezonderd van voorafgaande toetsing door het ATR.
Deze wijzigingsregeling treedt in werking met ingang van de dag na publicatie in de Staatscourant. Bij de vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding is afgeweken van de vaste verandermomenten en van de minimuminvoeringstermijn van drie maanden (Aanwijzing voor de regelgeving 4.17, eerste respectievelijk vierde lid). De reden van deze afwijking is dat hiermee de doelgroep is gediend (Aanwijzing voor de regelgeving 4.17, vijfde lid, onderdeel a). Een snelle inwerkingtreding zorgt ervoor dat gemeenten en provincies snel aan de slag kunnen met nieuwe geluidssaneringsprojecten.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat – Openbaar Vervoer en Milieu, A.A. Aartsen
Brochure VROM ‘Verkeerslawaai en Woningen’, december 1989, beschikbaar via www.bureausaneringverkeerslawaai.nl
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2025-38213.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.