Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | Staatscourant 2025, 38081 | algemeen verbindend voorschrift (ministeriële regeling) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | Staatscourant 2025, 38081 | algemeen verbindend voorschrift (ministeriële regeling) |
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Gelet op artikel 4.11, eerste lid, van het Uitvoeringsbesluit WHW 2008;
Besluit:
De Regeling financiën hoger onderwijs wordt als volgt gewijzigd:
A
Bijlage 1 komt te luiden:
|
Universiteit |
Kwaliteit |
Kwetsbare opleidingen |
Bijzondere voorzieningen |
Totaalbedrag |
|
|---|---|---|---|---|---|
|
00DV |
Protestantse Theologische Universiteit |
€ 0 |
€ 0 |
€ 341.436 |
€ 341.436 |
|
21PB |
Universiteit Leiden |
€ 0 |
€ 3.134.629 |
€ 5.051.752 |
€ 8.186.381 |
|
21PC |
Rijksuniversiteit Groningen |
€ 0 |
€ 2.660.396 |
€ 4.712.488 |
€ 7.372.884 |
|
21PD |
Universiteit Utrecht |
€ 0 |
€ 9.295.487 |
€ 2.820.322 |
€ 12.115.809 |
|
21PE |
Erasmus Universiteit Rotterdam |
€ 0 |
€ 614.527 |
€ 13.004.090 |
€ 13.618.617 |
|
21PF |
Technische Universiteit Delft |
€ 0 |
€ 0 |
€ 10.692.678 |
€ 10.692.678 |
|
21PG |
Technische Universiteit Eindhoven |
€ 0 |
€ 0 |
€ 3.124.343 |
€ 3.124.343 |
|
21PH |
Universiteit Twente |
€ 0 |
€ 0 |
€ 19.663.624 |
€ 19.663.624 |
|
21PI |
Wageningen University |
€ 0 |
€ 0 |
€ 1.314.775 |
€ 1.314.775 |
|
21PJ |
Universiteit Maastricht |
€ 0 |
€ 764.742 |
€ 7.857.081 |
€ 8.621.823 |
|
21PK |
Universiteit van Amsterdam |
€ 0 |
€ 3.493.284 |
€ 6.606.760 |
€ 10.100.044 |
|
21PL |
Vrije Universiteit Amsterdam |
€ 0 |
€ 1.055.265 |
€ 4.616.809 |
€ 5.672.074 |
|
21PM |
Radboud Universiteit Nijmegen |
€ 0 |
€ 1.881.726 |
€ 3.228.822 |
€ 5.110.548 |
|
21PN |
Tilburg University |
€ 0 |
€ 669.151 |
€ 2.648.341 |
€ 3.317.492 |
|
21QO |
Theologische Universiteit Apeldoorn |
€ 0 |
€ 0 |
€ 105.906 |
€ 105.906 |
|
22NC |
Open Universiteit |
€ 0 |
€ 382.394 |
€ 3.561.602 |
€ 3.943.996 |
|
23BF |
Universiteit voor Humanistiek |
€ 0 |
€ 0 |
€ 110.054 |
€ 110.054 |
|
25AV |
Theologische Universiteit Utrecht |
€ 0 |
€ 0 |
€ 25.956 |
€ 25.956 |
|
Totaal |
€ 0 |
€ 23.951.601 |
€ 89.486.839 |
€ 113.438.440 |
|
B
Bijlage 3 komt te luiden:
|
Hogeschool |
Kwaliteit |
Kwetsbare opleidingen |
Bijzondere voorzieningen |
Totaalbedrag |
|
|---|---|---|---|---|---|
|
00IC |
Katholieke PABO Zwolle |
€ 0 |
€ 0 |
€ 680.562 |
€ 680.562 |
|
00MF |
Hogeschool voor de Kunsten Utrecht |
€ 0 |
€ 556.807 |
€ 631.808 |
€ 1.188.615 |
|
01VU |
Christelijke Hogeschool Windesheim |
€ 0 |
€ 0 |
€ 6.394.013 |
€ 6.394.013 |
|
02BY |
Gerrit Rietveld Academie |
€ 0 |
€ 1.203.261 |
€ 185.525 |
€ 1.388.786 |
|
02NR |
Hotelschool The Hague |
€ 0 |
€ 0 |
€ 280.184 |
€ 280.184 |
|
02NT |
Design Academy Eindhoven |
€ 0 |
€ 550.830 |
€ 179.917 |
€ 730.747 |
|
07GR |
Avans Hogeschool |
€ 0 |
€ 504.015 |
€ 7.481.676 |
€ 7.985.691 |
|
08OK |
Pedagogische Hogeschool De Kempel |
€ 0 |
€ 0 |
€ 528.276 |
€ 528.276 |
|
09OT |
Iselinge Hogeschool |
€ 0 |
€ 0 |
€ 760.885 |
€ 760.885 |
|
10IZ |
Marnix Academie |
€ 0 |
€ 0 |
€ 806.911 |
€ 806.911 |
|
14NI |
Codarts, Hogeschool voor de Kunsten |
€ 0 |
€ 920.375 |
€ 412.995 |
€ 1.333.370 |
|
15BK |
Driestar educatief |
€ 0 |
€ 0 |
€ 1.030.208 |
€ 1.030.208 |
|
21CW |
HAS Hogeschool |
€ 0 |
€ 0 |
€ 2.145.336 |
€ 2.145.336 |
|
21MI |
HZ University of Applied Sciences |
€ 0 |
€ 0 |
€ 2.666.256 |
€ 2.666.256 |
|
21QA |
Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten |
€ 0 |
€ 938.304 |
€ 567.176 |
€ 1.505.480 |
|
21RI |
Hogeschool Leiden |
€ 0 |
€ 163.632 |
€ 2.411.413 |
€ 2.575.045 |
|
21UG |
Hogeschool IPABO Amsterdam Alkmaar |
€ 0 |
€ 0 |
€ 795.676 |
€ 795.676 |
|
21UI |
Breda University of Applied Sciences |
€ 0 |
€ 0 |
€ 1.103.063 |
€ 1.103.063 |
|
22HH |
Hogeschool Viaa |
€ 0 |
€ 0 |
€ 636.648 |
€ 636.648 |
|
22OJ |
Hogeschool Rotterdam |
€ 0 |
€ 1.144.950 |
€ 6.679.759 |
€ 7.824.709 |
|
23AH |
Saxion Hogeschool |
€ 0 |
€ 237.267 |
€ 6.225.222 |
€ 6.462.489 |
|
23KJ |
Hogeschool der Kunsten Den Haag |
€ 0 |
€ 871.567 |
€ 1.059.230 |
€ 1.930.797 |
|
25BA |
Christelijke Hogeschool Ede |
€ 0 |
€ 0 |
€ 837.614 |
€ 837.614 |
|
25BE |
Hanzehogeschool Groningen |
€ 0 |
€ 1.476.356 |
€ 7.264.498 |
€ 8.740.854 |
|
25DW |
Hogeschool Utrecht |
€ 0 |
€ 1.251.788 |
€ 7.484.065 |
€ 8.735.853 |
|
25JX |
Zuyd Hogeschool |
€ 0 |
€ 899.232 |
€ 6.670.491 |
€ 7.569.723 |
|
25KB |
Hogeschool van Arnhem en Nijmegen |
€ 0 |
€ 1.325.422 |
€ 9.258.915 |
€ 10.584.337 |
|
27NF |
ArtEZ |
€ 0 |
€ 1.506.068 |
€ 661.109 |
€ 2.167.177 |
|
27PZ |
Hogeschool INHolland |
€ 0 |
€ 679.074 |
€ 4.084.352 |
€ 4.763.426 |
|
27UM |
De Haagse Hogeschool |
€ 0 |
€ 0 |
€ 3.502.352 |
€ 3.502.352 |
|
28DN |
Hogeschool van Amsterdam |
€ 0 |
€ 0 |
€ 7.962.919 |
€ 7.962.919 |
|
30GB |
Fontys Hogeschool |
€ 0 |
€ 1.434.407 |
€ 13.177.833 |
€ 14.612.240 |
|
30HD |
Hogeschool Van Hall Larenstein |
€ 0 |
€ 0 |
€ 1.800.902 |
€ 1.800.902 |
|
30TX |
Aeres Hogeschool |
€ 0 |
€ 0 |
€ 2.461.819 |
€ 2.461.819 |
|
30VP |
Hogeschool Thomas More |
€ 0 |
€ 0 |
€ 540.725 |
€ 540.725 |
|
31FR |
NHL Stenden Hogeschool |
€ 0 |
€ 0 |
€ 5.388.303 |
€ 5.388.303 |
|
Totaal |
€ 0 |
€ 15.663.355 |
€ 114.758.636 |
€ 130.421.991 |
|
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, G. Moes
Met deze regeling wordt de Regeling financiën hoger onderwijs (Rfho) gewijzigd. De aanpassingen van de Rfho hangen samen met de tweede herberekening van de rijksbijdrage 2025 in overeenstemming met de tweede suppletoire begroting 2025 van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. De eerste herberekening van de rijksbijdrage 2025 betrof de berekening in overeenstemming met de eerste suppletoire begroting 2025 van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
Een concept van de regeling is voor bestuurlijke reactie voorgelegd aan de Universiteiten van Nederland (UNL), Vereniging Hogescholen (VH) en Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU). UNL vraagt in haar bestuurlijke reactie onder andere aandacht voor de verdeling van de extra middelen voor weerbaarheid. Verder vraagt UNL om heroverweging van de toedeling van de taakstelling internationalisering voor de jaren 2026 en verder. Ook de NFU vraagt in haar bestuurlijke reactie aandacht voor de verdeling van de extra middelen voor weerbaarheid. De VH heeft geen inhoudelijke opmerkingen gemaakt in haar bestuurlijke reactie op deze wijziging van de regeling.
DUO acht de regeling uitvoerbaar en handhaafbaar.
De wijzigingen in deze regeling hebben geen gevolgen voor de rijksbegroting. Een wijziging van de tweede suppletoire (ontwerp-)begroting 2025 kan op grond van artikel 2.5, vierde lid, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek nog leiden tot nadere bepaling van de in deze regeling opgenomen bedragen.
De regeling heeft geen gevolgen voor administratieve lasten.
In artikel 4.11, eerste lid, van het Uitvoeringsbesluit WHW 2008 (UWHW) is bepaald dat de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap uit de onderwijsdelen wo en hbo van de rijksbijdrage aan een universiteit onderscheidenlijk een hogeschool een bij ministeriële regeling vast te stellen bedrag kan toekennen in relatie tot kwaliteit, kwetsbare opleidingen of bijzondere voorzieningen. Dit is de grondslag voor het aanpassen van de bijlagen 1 en 3 van de Rfho waarin deze bedragen worden vastgesteld.
(Wijziging van bijlage 1 van de Rfho)
Dit onderdeel betreft de aanpassing van de ‘bedragen onderwijsopslag universiteiten’ in bijlage 1. Er is sprake van wijzigingen om de volgende redenen:
a. onder de noemer bijzondere voorzieningen is voor het jaar 2025 het incidentele bedrag van € 100.000 toegevoegd ten behoeve van het actieplan Frans en Duits bij de Universiteit Utrecht (brief van 14 juli 2025 met kenmerk 53200868).
b. onder de noemer bijzondere voorzieningen is voor het jaar 2025 een bedrag van € 481.000 opgenomen ten behoeve van de bachelor Fries bij de Rijksuniversiteit Groningen (brief van 17 juli 2025 met kenmerk 53344349).
c. onder de noemer bijzondere voorzieningen zijn voor het jaar 2025 bedragen opgenomen bij instellingen waarvan het aannemelijk is dat zij over sensitieve kennis en technologie beschikken. Vanwege Artikel 2.6 van de Wet op het Hoger Onderwijs moet de verdeling van het geld worden gebaseerd op voor alle instellingen of voor groepen van instellingen gelijkelijk geldende maatstaven. Omdat zowel bij de Rijksoverheid als de koepels van universiteiten en hogescholen niet bekend is in welke mate een kennisinstelling beschikt over sensitieve kennis en technologie, kan de verdeling daar niet op worden gebaseerd. Daarom is ervoor gekozen om de aanwezigheid van een bètafaculteit en eventueel techniekfaculteit te gebruiken als criterium voor de aanwezigheid van sensitieve kennis en technologie. Dit leidt tot de volgende verdeling: Universiteiten met bètafaculteit en techniekfaculteit: factor 1,5 Universiteiten met bètafaculteit: factor 1. Dit is toegelicht in een brief met kenmerk 53478855. Deze middelen zijn aangemerkt als niet-normatief.
d. onder de noemer bijzondere voorzieningen is voor het jaar 2025 een correctie gemaakt vanwege een verschil tussen het bedrag dat door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen beschikbaar was gesteld voor kosten van Studielink en de door de SURF in rekening gebrachte kosten. Dit verschil hangt samen met een verschil in de grondslag voor de berekening van deze vergoeding / kosten. Per saldo is dit budgetneutraal.
(Wijziging van bijlage 3 van de Rfho)
Dit onderdeel betreft de aanpassing van de ‘bedragen onderwijsopslag hogescholen’ in bijlage 3. Er is sprake van wijzigingen om de volgende redenen:
a. onder de noemer bijzondere voorzieningen zijn de volgende incidentele bedragen toegevoegd voor het jaar 2025: € 22.080 voor de hogeschool Fontys voor het onderwijsloket (brief van 28 augustus 2025 met kenmerk 53980186), € 36.282 voor de hogeschool Zeeland voor meerkosten voor de rekentoets PABO (brief van 10 september 2025 met kenmerk 54314122) en € 500.000 voor de hogeschool der Kunsten Den Haag voor financiële ondersteuning (brief van 17 oktober 2025 met kenmerk 54406221).
b. onder de noemer bijzondere voorzieningen is voor het jaar 2025 € 78.951 bij de hogeschool Windesheim en € 151.557 bij de hogeschool Utrecht toegevoegd voor compensatie in verband met de beëindiging van het experiment flexstuderen (brief 54843602 van 28 oktober 2025 brief 54847435 van 28 oktober 2025). Deze middelen zijn aangemerkt als niet-normatief.
c. onder de noemer bijzondere voorzieningen zijn voor het jaar 2025 bedragen opgenomen bij instellingen waarvan het aannemelijk is dat zij over sensitieve kennis en technologie beschikken. Vanwege Artikel 2.6 van de Wet op het Hoger Onderwijs moet de verdeling van het geld worden gebaseerd op voor alle instellingen of voor groepen van instellingen gelijkelijk geldende maatstaven. Omdat zowel bij de Rijksoverheid als de koepels van universiteiten en hogescholen niet bekend is in welke mate een kennisinstelling beschikt over sensitieve kennis en technologie, kan de verdeling daar niet op worden gebaseerd. Voor hogescholen is ervoor gekozen de aanwezigheid van meer dan 7.000 studenten in een opleiding in het domein natuur of techniek als criterium te gebruiken en een factor 0,5. Dit is toegelicht in een brief met kenmerk 53478855. Deze middelen zijn aangemerkt als niet-normatief.
d. onder de noemer bijzondere voorzieningen is voor het jaar 2025 een correctie gemaakt vanwege een verschil tussen het bedrag dat door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen beschikbaar was gesteld voor kosten van Studielink en de door de SURF in rekening gebrachte kosten. Dit verschil hangt samen met een verschil in de grondslag voor de berekening van deze vergoeding / kosten. Per saldo is dit budgetneutraal.
Deze wijziging van de Rfho heeft betrekking op het begrotingsjaar 2025 en werkt daarom na inwerkingtreding terug tot en met 1 januari 2025. Deze terugwerkende kracht is noodzakelijk, omdat de bekostiging en verantwoording hierover per kalenderjaar plaatsvindt.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, G. Moes
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2025-38081.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.