Convenant Seveso Den Haag

PARTIJEN

1. De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, de heer A.A. Aartsen, hierna te noemen: IenW;

2. De Staatsecretaris van Rechtsbescherming, de heer T.H.D. Struycken, hierna te noemen: JenV;

3. De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid vertegenwoordigd door de Inspecteur- Generaal, de heer R.G. de Boer, hierna te noemen:Arbeidsinspectie;

4. De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigt door de heer C. Kaatee, hierna te noemen: SZW;

Allen handelend in hun hoedanigheid van bestuursorgaan en als vertegenwoordiger van de Staat der Nederlanden;

5. Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland,

Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Holland,

Gedeputeerde Staten van de provincie Utrecht,

Gedeputeerde Staten van de provincie Gelderland,

Gedeputeerde Staten van de provincie Overijssel,

Gedeputeerde Staten van de provincie Drenthe,

Gedeputeerde Staten van de provincie Fryslân,

Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen,

Gedeputeerde Staten van de provincie Limburg,

Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant,

Gedeputeerde Staten van de provincie Flevoland,

Gedeputeerde Staten van de provincie Zeeland,

allen handelend als bestuursorgaan, namens dezen het Interprovinciaal Overleg (IPO), vertegenwoordigd door de heer M. Stolk, gedeputeerde van de provincie Zuid-Holland, hierna te noemen: Provincies;

6. De DCMR milieudienst Rijnmond vertegenwoordigd door mevrouw R.M. Thé, als coördinerende SEVESO omgevingsdienst handelend namens de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied, de Omgevingsdienst Groningen, de DCMR Milieudienst Rijnmond, de Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant, de Omgevingsdienst Zuid-Limburg, de Omgevingsdienst Regio Nijmegen, hierna te noemen: SEVESO omgevingsdiensten;

7. Het Veiligheidsberaad, vertegenwoordigd door de heer W.H.J.M. van der Loo, handelend namens de Veiligheidsregio Groningen, de Veiligheidsregio Friesland, de Veiligheidsregio Drenthe, de Veiligheidsregio IJsselland, de Veiligheidsregio Twente, de Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland, de Veiligheidsregio Gelderland Midden, de Veiligheidsregio Gelderland-Zuid, de Veiligheidsregio Noord-Holland-Noord, de Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland, de Veiligheidsregio Kennemerland, de Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland, de Veiligheidsregio Gooi- en Vechtstreek, de Veiligheidsregio Flevoland, de Veiligheidsregio Utrecht, de Veiligheidsregio Hollands Midden, de Veiligheidsregio Haaglanden, de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond, de Veiligheidsregio Zuid-Holland-Zuid, de Veiligheidsregio Zeeland, de Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant, de Veiligheidsregio Brabant-Noord, de Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost, de Veiligheidsregio Limburg-Noord en de Veiligheidsregio Zuid-Limburg, hierna te noemen: Veiligheidsregio’s;

8. De zes regie voerende waterschappen: Waterschap Hollandse Delta, Waterschap Brabantse Delta, Waterschap Amstel, Gooi en Vecht, Waterschap Vallei en Veluwe, Waterschap Hunze en Aa’s en Waterschap Limburg,

allen handelend als bestuursorgaan, namens dezen de Unie van Waterschappen (UvW), vertegenwoordigd door de heer S. Mager, hierna te noemen: Waterschappen;

Partijen 1 t/m 8 gezamenlijk te noemen: Partijen

OVERWEGEN HET VOLGENDE,

  • 1. Partijen zetten zich in voor een schone, gezonde en veilige werk- en leefomgeving en erkennen het belang dat een professionele en gezamenlijke uitvoering van bepalingen uit de Seveso-richtlijn (2012/18/EU) hierbij heeft.

  • 2. Het doel van de Seveso-richtlijn is het voorkomen en beheersen van zware ongevallen ter bescherming van mens en milieu.De Seveso-richtlijn is integraal van aard en stelt eisen aan de meest risicovolle bedrijven in Nederland op het gebied van omgevingsveiligheid, milieu, arbeidsveiligheid en de voorbereiding op de rampenbestrijding.

  • 3. Uit de Seveso-richtlijn volgt dat de onder deze richtlijn vallende Seveso-inrichtingen primair zelf verantwoordelijk zijn voor de veiligheid en het intern toezicht hierop.

  • 4. De Seveso-richtlijn is in Nederland geïmplementeerd in de Omgevingswet, Arbeidsomstandighedenwet, Wet veiligheidsrisico’s, Wet milieubeheer en daarop gebaseerde algemene maatregelen van bestuur (hierna: Seveso regelgeving)

  • 5. Het toezicht op de Seveso-inrichtingen wordt uitgevoerd door een aantal publieke organisaties die optreden vanuit hun respectievelijke wettelijke stelsels en bevoegdheden met daaroverheen een afstemming- en coördinatie-verplichting. Primair zijn dit de Arbeidsinspectie, de Veiligheidsregio’s en de Provincies, die het toezicht hebben gemandateerd aan de SEVESO-omgevingsdiensten. De instanties houden gezamenlijk toezicht op de naleving van de Seveso-richtlijn door de Seveso-inrichtingen.

  • 6. De Seveso regelgeving vraagt van de organisaties die betrokken zijn bij de uitvoering om intensieve samenwerking zoals het opstellen van een gezamenlijk inspectieplan, de uitwisseling van gegevens, de afstemming van de uitoefening van bevoegdheden en het gebruik van een gezamenlijk inspectiesysteem. Deze samenwerking en afstemming vindt voornamelijk plaats op regionaal niveau. De landelijke samenwerking tussen de Seveso-toezichthouders heeft inmiddels gestalte gekregen door het instellen van het samenwerkingsverband SEVESO+.

  • 7. IenW is verantwoordelijk voor de inrichting en goede werking van het stelsel van vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) milieu en is tevens coördinerend beleidsdepartement voor nationale implementatie van de uitvoering van de Seveso-richtlijn.

  • 8. SZW is verantwoordelijk voor het wettelijke kader van het stelsel van gezond en veilig werken (arbeidsomstandighedenstelsel). In het arbeidsomstandighedenstelsel schept de overheid het kader waarbinnen het arbeidsgezondheid- en arbeidsveiligheidsbeleid in bedrijven vorm moet krijgen door werkgevers en werknemers.

  • 9. JenV is verantwoordelijk voor de wettelijke kaders van de stelsels van de brandweerzorg, rampenbestrijding en crisisbeheersing en van het stelsel van de strafrechtelijke handhaving en vervolging.

  • 10. IenW is via Rijkswaterstaat – evenals de waterschappen – als toezichthouder belast met het toezicht op de directe lozingen en activiteiten in Rijkswateren. Voorts zijn zij adviseur aan het Omgevingswet bevoegd gezag bij VTH-taken voor onvoorziene lozingen. Rijkswaterstaat werkt nauw samen met de waterschappen.

  • 11. Provincies zijn als bevoegd gezag belast met de uitvoerings- en handhavingstaak voor de milieubelastende activiteit Seveso-inrichting en heeft tevens de coördinatietaken als bedoeld in artikel 13.17 van het Omgevingsbesluit.

  • 12. De SEVESO omgevingsdiensten zijn door de Provincies gemandateerd om de taken als bedoeld in art 18.22 Omgevingswet en art 13.12 Omgevingsbesluit voor zo ver betrekking op Seveso-inrichtingen uit te voeren.

  • 13. De Arbeidsinspectie is als toezichthouder als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Arbeidsomstandighedenwet en artikel 25, eerste lid, onderdeel a, van de Warenwet belast met het toezicht op de naleving van de wet- en regelgeving omtrent arbeidsomstandigheden bij de Seveso-inrichtingen. De toezichthouder is door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid gemandateerd om onafhankelijk uitvoering te geven aan deze verantwoordelijkheid en taken.

  • 14. De Veiligheidsregio’s zijn als toezichthouder belast met het toezicht op de brandveiligheid en voorbereiding op de rampbestrijding als bedoeld in de artikelen 10 en 61 van de Wet veiligheidsregio’s. De Veiligheidsregio’s zijn voorts adviseur voor het aan het Omgevingswet bevoegd gezag bij VTH-taken voor brandveiligheid en de voorbereiding op de rampbestrijding (artikel 4.33 van het Omgevingsbesluit).

  • 15. De Waterschappen zijn, evenals Rijkswaterstaat, als toezichthouder belast met het toezicht op de Omgevingswet en zij zijn voorts adviseur aan het Omgevingswet bevoegd gezag bij VTH-taken voor onvoorziene lozingen. De waterschappen en Rijkswaterstaat zijn samen verantwoordelijk als waterkwaliteitsbeheerder voor wat betreft het Besluit activiteiten leefomgeving en hebben afspraken gemaakt over de onderlinge samenwerking.

  • 16. Tussen Partijen is eerder het “convenant BRZO” (Staatscourant 2021, 44550) gesloten, waarin Partijen afspraken hadden gemaakt over de uitvoering van Seveso-taken. In 2024 is voornoemd convenant geëvalueerd en Partijen zijn overeengekomen een nieuw convenant te sluiten.

  • 17. De ambitie van de Partijen is om, met inachtneming van ieders taken en verantwoordelijkheden, de naleving van de Seveso regelgeving door bedrijven op een zo hoog mogelijk niveau te brengen en mede daarmee de borging van veiligheid door de risicovolle bedrijven continue te verbeteren vanuit de invalshoeken gezond en veilig werken, omgevingsveiligheid en crisisbeheersing en rampbestrijding.

  • 18. Partijen zijn van mening dat voor het waarmaken van deze ambitie een gestructureerde en geformaliseerde landelijke samenwerking nodig blijft.

  • 19. Partijen stellen dat deze samenwerking onder andere moet bijdragen aan landelijke uniformiteit en een eenduidige benadering van Seveso-inrichtingen. Daarnaast beoogt dit convenant de afstemming tussen beleid, toezicht en uitvoering structureel vorm te geven. Er is bij betrokken Partijen consensus dat door het vastleggen van bestaande en nieuwe afspraken in dit convenant een robuuste en toekomstbestendige taakuitvoering verder versterkt wordt.

  • 20. Ter verankering van de samenwerking tussen de Partijen bij dit convenant, de samenwerking in SEVESO+ en om de uitvoering van de Seveso regelgeving meer robuust en toekomstbestendig vorm te geven, leggen Partijen afspraken vast over:

    • a. De governance en onderlinge verhoudingen

    • b. De agendering en behandeling van opgaven/vraagstukken op de raakvlakken van beleid, toezicht en uitvoering, mede ter ‘sluiting’ van de beleidscyclus en toekomstbestendigheid van de uitvoering

    • c. De opdracht en taken van SEVESO+

    • d. De financiering, bemensing en prioritering van de SEVESO+ taken

KOMEN HET VOLGENDE OVEREEN,

Artikel 1 Begrippen en afkortingen.

In dit convenant wordt verstaan onder:

Beleidsteam BTU:

IenW, JenV en SZW, Provincies en Waterschappen

BTU:

Het afstemmingsoverleg Beleid, Toezicht en Uitvoering.

Bureau SEVESO+:

het bureau dat DO SEVESO+ ondersteunt bij het uitvoeren van haar taken

DO SEVESO+:

Directeurenoverleg SEVESO+

Governance model:

Beschrijving van de wijze van besturen en besluiten nemen, rekening houdend met verschillen in onderlinge verhoudingen tussen partijen vanuit de afzonderlijke stelsels.

Jaarplan SEVESO+:

Document waarin voor het betreffende jaar de activiteiten, die binnen SEVESO+ worden opgepakt, worden beschreven. In het jaarplan is ook de benodigde inzet en financiën om deze activiteiten uit te kunnen voeren opgenomen.

Jaarverslag SEVESO+:

Verslag waarin SEVESO+ rapporteert over de opbrengsten en realisatie van het jaarplan. In het verslag worden daarnaast ook de resultaten van de Seveso-inspecties opgenomen en geduid.

Meerjarenagenda BTU:

Agenda die het BTU gebruikt waarin onderwerpen worden opgenomen die vanuit de verschillende stelsels waar beleid en uitvoering bij elkaar komen inhoudelijke impact kunnen hebben.

Meerjarenbeleidsplan:

Document waar voor een tijdsperiode van 4 jaar wordt beschreven welke beleidsrelevante ontwikkelingen worden voorzien of worden geambieerd door het beleidsteam BTU gelieerd aan de Seveso regelgeving.

Meerjarenplan SEVESO+:

Document waar voor een tijdsperiode van 4 jaar wordt beschreven welke doelstellingen SEVESO+ op pakt en verder uitwerkt in projecten.

SEVESO+:

het landelijke samenwerkingsverband tussen overheidspartijen die betrokken zijn bij de uitvoering van de Nederlandse implementatie van de Seveso-richtlijn ten aanzien toezicht en handhaving

Seveso-inrichting:

SEVESO-inrichting als bedoeld in bijlage A van het Besluit activiteiten leefomgeving

Seveso regelgeving:

Wet en regelgeving waarin de Seveso-richtlijn is geïmplementeerd te weten de Omgevingswet, de Arbeidsomstandighedenwet, de Wet op de ondernemingsraden, de Wet veiligheidsregio’s, Wet op de economische delicten, het Besluit Activiteitenleefomgeving, het Omgevingsbesluit, het Besluit kwaliteit Leefomgeving, het Besluit informatie inzake rampen en crisis en het Besluit veiligheidsregio’s

Seveso-richtlijn:

Richtlijn 2012/18/EU van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende de beheersing van de gevaren van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken, houdende wijziging en vervolgens intrekking van Richtlijn 96/82/EG van de Raad

Waterkwaliteitsbeheerders:

De Waterschappen en Rijkswaterstaat

Artikel 2 Doel

  • 1. Het doel van dit convenant Seveso is om, met inachtneming van ieders taken en verantwoordelijkheden, de bestaande afspraken inzake de samenwerking tussen de Partijen vast te leggen en waar nodig te versterken en meer gelijkwaardig in te richten. Hiertoe maken Partijen nadere afspraken over het verbeteren van de afstemming tussen beleid, toezicht en uitvoering, de governance en onderlinge verhoudingen, opdracht en taken SEVESO+ en de financiering, bemensing en prioritering van de SEVESO+ taken. Het convenant, de nadere afspraken, het meerjarenplan/jaarplan van SEVESO+ en het meerjarenbeleidsplan vormen samen de gezamenlijke aanpak.

  • 2. De geïntensiveerde samenwerking en gezamenlijke aanpak moeten leiden tot verdere verbetering van:

    • 1. de professionalisering van Seveso toezicht en handhaving;

    • 2. de eenduidige benadering van Seveso-inrichtingen;

    • 3. de landelijke uniformiteit (gelijk speelveld voor bedrijven);

    • 4. wederzijdse terugkoppeling en afstemming tussen beleid en uitvoering; en

    • 5. het anticiperen op toekomstige ontwikkelingen.

Artikel 3 Taken SEVESO+

  • 1. Partijen spreken af dat de taken van SEVESO+ zijn

    • Het beheren, implementeren, (door)ontwikkelen en bewaken van – bindende – landelijk uniforme processen, werkwijzen, instrumenten en opleidingen om professionele, robuuste en toekomstbestendige uitvoering van alle toezicht- en handhavingstaken volgend uit de Nederlandse implementatie van de Seveso-richtlijn te borgen.

    • Het delen, ontwikkelen en toepassen van kennis, informatie en kunde met elkaar.

    • Het zorgen voor consistentie in de communicatie en het stellen van duidelijke eenduidige eisen aan bedrijven.

    • Het gezamenlijk rapporteren en communiceren. Daarvoor zorgt SEVESO+ in elk geval voor een gezamenlijke informatiehuishouding, monitoring van inspectieresultaten en signaleren van trends en ontwikkelingen relevant voor beleidsontwikkelingen.

    • Het signaleren en aanpakken van knelpunten op uitvoeringsniveau. Uitvoeringsproblemen die gerelateerd (kunnen) zijn aan wet- en regelgeving of beleid worden geagendeerd in het BTU.

    • Het opstellen en in stand houden van een samenwerkingsstructuur om bovenstaande taken uit te kunnen voeren.

    • Het beheren, implementeren en (door)ontwikkelen van een landelijke werkmethodiek inclusief een landelijk digitaal zaaksysteem.

    • Het opstellen van het meerjarenprogramma, jaarplan, de tijdige realisatie van het jaarplan en verantwoording hierover in een jaarverslag. In afstemming met de financierende partijen stelt SEVESO+ voorts een financiële verantwoording op.

Artikel 4 Taken en rollen van de Partijen

  • 1. Partijen spreken af dat:

    • Zij een governance model opstellen en vaststellen door het BTU. In het governance model zijn in ieder geval opgenomen: de onderlinge verhoudingen en de taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van het BTU, het beleidsteam BTU en het DO-SEVESO+ alsmede de operationele en tactische sturing op uitvoering van jaarprogramma’s.

    • Zij uitvoering geven aan dit convenant en de samenwerkingsstructuur in stand houden.

    • De onafhankelijkheid van de uitvoering kan niet ter discussie worden gesteld in het BTU.

    • Zij gecommitteerd zijn om de gezamenlijke activiteiten voor de SEVESO-omgevingsdiensten, Veiligheidsregio’s en de Arbeidsinspectie binnen SEVESO+ mogelijk te maken, door compensatie en een eenduidige opdrachtverlening.

    • Het bureau SEVESO+, de gezamenlijke projecten, het beheer & onderhoud en de doorontwikkeling van de landelijke werkmethodiek en het bijbehorende digitaal zaaksysteem, inclusief daaraan gekoppelde werkgroepen middels een langjarige financiering wordt geborgd voor de looptijd van het Meerjarenplan SEVESO+.

    • In deze afspraken is aandacht voor de inzet van eventuele onderbesteding en restitutie.

    • Bij eventuele bijstelling wordt geprioriteerd op beheer en onderhoud van de landelijke werkmethodiek en het bijbehorende digitaal zaaksysteem, daarna op doorontwikkeling van de landelijke werkmethodiek en het bijbehorende digitaal zaaksysteem en pas daarna op overige doorontwikkeling en projecten.

    • Zij afspraken maken met het DO SEVESO+ om te komen tot een periodieke financiële verantwoording.

    • Zij periodiek bezien, tenminste aan het eind van het kalenderjaar voor het aflopen van de meerjarige financieringsafspraken, om nieuwe financieringsafspraken te maken voor de looptijd van het volgende Meerjarenplan SEVESO+.

    • Het BTU gevraagd wordt om instemming rondom het opstellen van en mutaties in de langjarige financieringsafspraken.

    • Voor gezamenlijke nieuwe thema’s of activiteiten die afwijken van het vastgestelde jaarplan kan extra inzet van personele en/of financiële middelen noodzakelijk zijn. Over de extra inzet worden in die gevallen afspraken gemaakt in het BTU.

Artikel 5 BTU

  • 1. Partijen nemen deel aan een overleg, te weten het BTU en overleggen minimaal driemaal per jaar op directeurenniveau.

  • 2. De deelnemers aan dit in lid 1 genoemde overleg kiezen zelf op basis van een zelf op te stellen procedure een onafhankelijke voorzitter.

  • 3. Het BTU stelt een gezamenlijke aanpak vast op het beleid en de uitvoering van de Seveso regelgeving. Deze aanpak wordt gevormd door het convenant en de nadere afspraken die hieruit voortvloeien, conform artikel 2, eerste lid. De gezamenlijke aanpak geeft het kader en financiële dekking waarbinnen SEVESO+ haar meerjarenplan en jaarplan kan vaststellen en uitvoeren.

  • 4. Het door SEVESO+ op te stellen meerjarenplan en jaarplan SEVESO+ wordt geagendeerd in het overleg BTU, waarbij afspraken worden gemaakt over de opgenomen activiteiten en de bijbehorende personele en financiële inzet.

  • 5. In het BTU worden de voortgang van de werkzaamheden zoals opgenomen in het jaarplan SEVESO+besproken en wordt de financiële verantwoording van die werkzaamheden geaccordeerd. Daarnaast worden in dit overleg nadere afspraken gemaakt over eventuele tussentijdse significante wijzigingen of afwijkingen van het jaarplan.

  • 6. Tevens vindt tijdens het overleg afstemming plaats over in ieder geval politiek-bestuurlijke zaken met invloed op de uitvoering, uitvoeringskwesties met invloed op beleid en wetgeving, effectieve en efficiënte samenwerking tussen Partijen en signalering van nieuwe ontwikkelingen. Deze onderwerpen worden belegd in een meerjarenagenda BTU.

Artikel 6 DO SEVESO+

  • 1. De SEVESO-omgevingsdiensten, de Veiligheidsregio’s, de Arbeidsinspectie, de Waterschappen, Rijkswaterstaat, de Inspectie Leefomgeving en Transport en het Openbaar Ministerie vormen een Directeurenoverleg SEVESO+ (DO SEVESO+) bestaande uit vertegenwoordigers op directeurenniveau van deze organisaties.

  • 2. Het DO SEVESO+ kiest op basis van een zelf op te stellen procedure een voorzitter.

  • 3. Het DO SEVESO+ vergadert minimaal driemaal per jaar.

  • 4. Het DO SEVESO+ is verantwoordelijk voor de taken en werkzaamheden zoals omschreven in artikel 3.

  • 5. Het DO SEVESO+ stelt een meerjarenplan en elk jaar een jaarplan SEVESO+ op dat aansluit op de kaders vanuit de gezamenlijke aanpak en actuele behoeften van de uitvoering en agendeert dit in het overleg beleid, toezicht en uitvoering voor bespreking en definitieve afspraken over de personele en financiële dekking. Waarna het DO SEVESO+ het betreffende plan waar nodig aanpastaan de toegezegde dekking en vaststelt.

  • 6. Het DO SEVESO+ stemt eventuele significante mutaties op het jaarplan SEVESO+ af in het BTU.

  • 7. Het DO SEVESO+ legt verantwoording af aan het BTU over de uitvoering van het jaarplan door middel van een jaarverslag In dit jaarverslag geeft het DO+ een terugkoppeling over de voortgang en vorderingen van de eerste drie doelstellingen van het samenwerkingsverband zoals beschreven in art 2 lid 2.

  • 8. Het DO SEVESO+ stelt procedures op voor het opstellen van een door haarzelf op te stellen jaarplan SEVESO+ inclusief begroting. Het DO SEVESO+ kan voor de uitvoering van de SEVESO+ taken gebruik maken van het bureau SEVESO+.

  • 9. Het DO SEVESO+ stelt procedures op voor vertegenwoordiging van het DO SEVESO+ in externe gremia en in correspondentie.

  • 10. Het DO SEVESO+ stelt een samenwerkingsstructuur vast en houdt deze in stand om de in artikel 3 genoemde taken uit te voeren.

  • 11. Het DO SEVESO+ besluit op basis van consensus. Bij het ontbreken van consensus escaleert het DO SEVESO+ naar het BTU.

Artikel 7 Uitvoering in overeenstemming met het Unierecht

De afspraken van dit convenant en de nadere uitwerking daarvan zullen in overeenstemming met het internationale recht, het Unierecht en het Nederlandse recht worden uitgevoerd in het bijzonder voor zover de afspraken vallen onder de werking van de internationale, Europese en Nederlandse regels met betrekking tot aanbesteding, mededinging, staatssteun en technisch normen en voorschriften.

Artikel 8 Gegevensuitwisseling

  • 1. Over eventueel in het kader van dit convenant Seveso te verstrekken persoonsgegevens of andere gegevens, zoals bedrijfsgegevens, concurrentiegevoelige informatie, en de verwerking daarvan maken Partijen zodanige afspraken dat wordt voldaan aan de eisen die de van toepassing zijnde Europese en nationale wetgeving daaraan stelt

  • 2. Partijen zullen, indien van toepassing, in het kader van gegevensverstrekking een of meer protocollen opstellen waarin afspraken worden gemaakt over het delen van informatie en de naleving van de daarop van toepassing zijnde Europese en nationale wet- en regelgeving zoals de Algemene Verordening Gegevensverstrekking en de Wet Open Overheid.

Artikel 9 Evaluatie

  • 1. Het BTU evalueert de realisatie van de doelen uit artikel 2, de uitvoering en de werking van dit convenant SEVESO elke vier jaar na inwerkingtreding van dit convenant. De evaluatie kan ertoe leiden dat de Partijen besluiten tot:

    • a. voortzetting van het convenant Seveso,

    • b. actualisering of aanpassing van het convenant gevolgd door voortzetting hiervan, of

    • c. beëindiging van het convenant Seveso.

  • 2. De evaluatie en de verslaglegging hiervan kan worden uitgevoerd door een commissie. Deze commissie bestaat uit een nader te bepalen aantal door de Partijen te benoemen leden. De commissie kan worden ondersteund door een extern bureau.

  • 3. De kosten van de evaluatie worden door de Partijen onderling verdeeld.

  • 4. Indien de meningen binnen de commissie over de uitkomsten van de evaluatie verschillen, vermeldt het verslag de verschillende meningen.

  • 5. De commissie biedt haar evaluatieverslag zo snel mogelijk aan het BTU aan. In het jaar dat het convenant afloopt wordt de evaluatie uiterlijk vier maanden voor de einddatum van het convenant Seveso aan het BTU aangeleverd.

Artikel 10 Wijziging

  • 1. Elke Partij kan de andere Partij(en) schriftelijk verzoeken het convenant Seveso te wijzigen. De wijziging behoeft de schriftelijke instemming van alle Partijen.

  • 2. Partijen treden in overleg binnen twee maanden nadat een Partij de wens tot wijziging aan de andere Partij(en) schriftelijk heeft meegedeeld.

  • 3. De wijziging en de verklaring(en) tot instemming worden als bijlage aan het convenant Seveso gehecht.

  • 4. De wijziging wordt gepubliceerd in de Staatscourant.

Artikel 11 Opzegging

  • 1. Elke Partij kan deelname aan dit convenant Seveso met inachtneming van een opzegtermijn van drie maanden schriftelijk opzeggen, indien een zodanige verandering van omstandigheden is opgetreden dat dit convenant voor die Partij billijkheidshalve op korte termijn behoort te eindigen. De opzegging moet de verandering in omstandigheden vermelden.

  • 2. Wanneer een Partij het convenant Seveso opzegt blijft het convenant Seveso voor de overige Partijen in stand voor zover de inhoud en de strekking ervan zich daartegen niet verzetten. De overgebleven Partijen kunnen ook besluiten dat het convenant Seveso dient te worden beëindigd.

  • 3. Indien een Partij opzegt en voor het lopende jaar heeft ingestemd met het jaarplan, is die Partij gehouden om de op haar uit het jaarplan rustende verplichtingen, ook na de opzegging, in redelijkheid na te komen.

  • 4. In geval van opzegging of beëindiging van het convenant Seveso is geen van de Partijen jegens een ander tot schadevergoeding gehouden.

Artikel 12 Toetredingsregeling

  • 1. Er kunnen nieuwe Partijen toetreden tot het convenant Seveso voor zo ver sprake is van een bestuursorgaan dat betrokkenheid heeft bij de Seveso-regelgeving of een uitvoeringsorganisatie die handelt namens een bestuursorgaan dat betrokkenheid heeft bij de Seveso-regelgeving.

  • 2. Een nieuwe Partij maakt haar verzoek tot toetreding schriftelijk bekend aan het BTU. Zodra alle Partijen schriftelijk hebben ingestemd met het verzoek tot toetreding, ontvangt de toetredende Partij de status van Partij van het convenant Seveso en gelden voor die Partij de voor haar uit het convenant Seveso voortvloeiende rechten en verplichtingen.

  • 3. Het verzoek tot toetreding en de verklaringen tot instemming worden in afschrift als bijlagen aan het convenant Seveso gehecht.

  • 4. Van de toetreding wordt melding gemaakt in de Staatscourant.

Artikel 13 Afdwingbaarheid

Dit convenant Seveso is niet in rechte afdwingbaar.

Artikel 14 Inwerkintreding en looptijd

  • 1. Dit convenant Seveso treedt in werking met ingang van de dag na ondertekening door alle Partijen en loopt tot en met 1 maart 2040. Partijen treden uiterlijk zes maanden voor laatstgenoemde datum in overleg over voortzetting van dit convenant Seveso.

  • 2. Partijen nemen de uitvoering van alle in dit convenant Seveso genoemde afspraken direct na ondertekening ter hand.

Artikel 15 Openbaarmaking

  • 1. Binnen twee weken na ondertekening van het convenant Seveso door alle Partijen wordt de tekst daarvan gepubliceerd in de Staatscourant.

  • 2. Bij wijzigingen in het convenant Seveso is het eerste lid van overeenkomstige toepassing.

Artikel 16 Citeertitel

Dit convenant Seveso kan worden aangehaald als Convenant Seveso.

ALDUS OVEREENGEKOMEN EN ONDERTEKEND, Den Haag, 25 augustus 2025

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat – Openbaar vervoer en Milieu, A.A. Aartsen

Den Haag, 21 augustus 2025

De Staatssecretaris van Rechtsbescherming, T.H.D. Struycken

Den Haag, 10 oktober 2025

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, namens deze, R.G. de Boer Inspecteur-Generaal Nederlandse Arbeidsinspectie

Den Haag, 21 oktober 2025

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, rechtsgeldig vertegenwoordigt door C. Kaatee

Den Haag, 23 september 2025

Het Interprovinciaal Overleg (IPO), namens deze, M. Stolk, gedeputeerde van de provincie Zuid-Holland

Schiedam, 8 september 2025

SEVESO omgevingsdiensten namens deze, R.M. Thé directeur DCMR milieudienst Rijnmond, tevens coördinerende SEVESO omgevingsdienst

Almere, 27 augustus 2025

Veiligheidsberaad namens deze, W.H.J.M. van der Loo Burgemeester van Almere, tevens voorzitter Veiligheidsberaad

Den Haag, 18 september 2025

Unie van Waterschappen namens deze, S. Mager vice-voorzitter

Naar boven