Regeling van de Minister van Economische Zaken van 2 november 2025, nr. WJZ/101639271, tot wijziging van de Regeling openstelling EZK- en LNV-subsidies 2024 in verband met de ophoging van de subsidieplafonds bij de subsidiemodule PPS-innovatie en tot wijziging van de Regeling openstelling EZ-, LVVN- en KGG-subsidies 2025 in verband met de nieuwe openstelling van de subsidiemodule PPS-innovatie en de vaststelling van de bijbehorende subsidieplafonds

De Minister van Economische Zaken,

Gelet op de artikelen 16 en 19, derde lid, van het Kaderbesluit nationale EZK- en LNV-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

De tabel van artikel 1 van de Regeling openstelling EZK- en LNV-subsidies 2024 wordt als volgt gewijzigd:

1. In de rij van Titel 3.2: PPS-Innovatie betreffende Stichting TKI Agri&Food, wordt ‘11.520.000’ vervangen door ‘12.003.045’.

2. In de rij van Titel 3.2: PPS-Innovatie betreffende Stichting TKI CLICKNL wordt ‘3.750.000’ vervangen door ‘3.766.290’.

3. In de rij van Titel 3.2: PPS-Innovatie betreffende Stichting TKI Deltatechnologie, wordt ‘5.162.222’ vervangen door ‘5.182.603’.

4. In de rij van Titel 3.2: PPS-Innovatie betreffende Stichting TKI Energie, wordt ‘17.414.667’ vervangen door ‘18.158.421’.

5. In de rij van Titel 3.2: PPS-Innovatie betreffende Stichting TKI Groene Chemie & Circulariteit, wordt ‘8.265.933’ vervangen door ‘8.874.044’.

6. In de rij van Titel 3.2: PPS-Innovatie betreffende Stichting TKI HTSM, wordt ‘37.214.000’ vervangen door ‘42.796.274’.

7. In de rij van Titel 3.2: PPS-Innovatie betreffende Stichting TKI ICT, wordt ‘6.000.000’ vervangen door ‘6.023.688’.

8. In de rij van Titel 3.2: PPS-Innovatie betreffende Stichting Life Sciences Health – TKI wordt ‘59.356.000’ vervangen door ‘59.590.521’.

9. In de rij van Titel 3.2: PPS-Innovatie betreffende Stichting TKI Logistiek, wordt ‘1.865.000’ vervangen door ‘3.493.319’.

10. In de rij van Titel 3.2: PPS-Innovatie betreffende Stichting TKI Maritiem, wordt ‘1.803.221’ vervangen door ‘1.823.180’.

11. In de rij van Titel 3.2: PPS-Innovatie betreffende Stichting TKI Tuinbouw en Uitgangsmaterialen, wordt ‘8.270.000’ vervangen door ‘8.352.409’.

12. In de rij van Titel 3.2: PPS-Innovatie betreffende Topconsortium for Knowledge and Innovation Water technology, wordt ‘4.723.646’ vervangen door ‘4.742.211’.

ARTIKEL II

In de tabel behorende bij artikel 1 van de Regeling openstelling EZ-, LVVN- en KGG-subsidies 2025 worden na de rij met titel 2.26: Sanering garnalenvisserij de volgende rijen ingevoegd, luidende:

Titel 3.2: PPS-Innovatie	3.2.2	Stichting TKI Agri&Food		07-11-2025 t/m 31-12-2025	€ 11.447.336
Titel 3.2: PPS-Innovatie	3.2.2	Stichting TKI CLICKNL		07-11-2025 t/m 31-12-2025	€ 3.855.334
Titel 3.2: PPS-Innovatie	3.2.2	Stichting TKI Deltatechnologie		07-11-2025 t/m 31-12-2025	€ 4.899.467
Titel 3.2: PPS-Innovatie	3.2.2	Stichting TKI Energie		07-11-2025 t/m 31-12-2025	€ 17.343.105
Titel 3.2: PPS-Innovatie	3.2.2	Stichting TKI Groene Chemie & Circulariteit		07-11-2025 t/m 31-12-2025	€ 8.097.825
Titel 3.2: PPS-Innovatie	3.2.2	Stichting TKI HTSM		07-11-2025 t/m 31-12-2025	€ 42.849.800
Titel 3.2: PPS-Innovatie	3.2.2	Stichting TKI ICT		07-11-2025 t/m 31-12-2025	€ 6.010.461
Titel 3.2: PPS-Innovatie	3.2.2	Stichting Life Sciences Health – TKI		07-11-2025 t/m 31-12-2025	€ 59.259.488
Titel 3.2: PPS-Innovatie	3.2.2	Stichting TKI Logistiek		07-11-2025 t/m 31-12-2025	€ 1.793.993
Titel 3.2: PPS-Innovatie	3.2.2	Stichting TKI Maritiem		07-11-2025 t/m 31-12-2025	€ 1.781.743
Titel 3.2: PPS-Innovatie	3.2.2	Stichting TKI Tuinbouw en Uitgangsmaterialen		07-11-2025 t/m 31-12-2025	€ 8.365.081
Titel 3.2: PPS-Innovatie	3.2.2	Topconsortium for Knowledge and Innovation Water technology		07-11-2025 t/m 31-12-2025	€ 4.710.595

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt ten aanzien van artikel I terug tot en met 1 november 2024.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 2 november 2025

De Minister van Economische Zaken, V.P.G. Karremans

TOELICHTING

1. Aanleiding

Met deze regeling worden zowel de Regeling openstelling EZK- en LNV-subsidies 2024 (hierna: ROES 2024) als de Regeling openstelling EZ-, LVVN- en KGG-subsidies 2025 (hierna: ROES 2025) gewijzigd.

De wijziging van de ROES 2024 houdt verband met drie soorten ophogingen van de subsidieplafonds zoals die eerder zijn vastgesteld ten aanzien van de subsidiemodule PPS-Innovatie (‘PPS-I’). De PPS-I maakt onderdeel uit van de Regeling nationale EZK-, LVVN- en KGG-subsidies (‘RNES’)(titel 3.2 van de RNES). De wijziging van de ROES 2025 omvat in de eerste plaats de nieuwe openstelling voor het indienen van aanvragen voor PPS-programmasubsidie (van 7 november 2025 tot en met 31 december 2025). Een dergelijke aanvraag kan door een Topconsortium voor Kennis en Innovatie (‘TKI’) worden ingediend op grond van de subsidiemodule PPS-I. Een TKI wendt de door een TKI ontvangen PPS-programmasubsidie vervolgens conform de eisen in de PPS-I aan voor de financiering van samenwerkingsprojecten en innovatieactiviteiten. Daarnaast omvat de wijziging van de ROES 2025 de vaststelling van de met de openstelling samenhangende subsidieplafonds voor elk van de TKI’s.

2. Doel en inhoud van de aanpassingen

Wijziging ROES 2024 (ophoging subsidieplafonds)

De ophoging van de subsidieplafonds zoals die initieel in november 2024 zijn vastgesteld via de ROES 2024 houdt verband met drie verschillende factoren.

De eerste factor hangt samen met het feit dat de TKI’s op grond van de subsidiemodule PPS-I binnen 18 maanden na de startdatum van het PPS-programma waarvoor PPS-programmasubsidie is verleend, moeten bepalen voor welke samenwerkingsprojecten het de ontvangen PPS-programmasubsidie wenst aan te wenden. Wat betreft de PPS-programmasubsidie die is verleend voor PPS-programma’s die in januari 2024 zijn gestart, was er na deze 18 maanden in totaal 656.365 euro niet door TKI's toebedeeld aan concrete projecten. Deze middelen zullen naar rato worden verdeeld, door de subsidieplafonds per TKI zoals die in november 2024 zijn vastgesteld met het oog op PPS-programma’s die zijn gestart in 2025, op te hogen.

De tweede factor die aanleiding heeft gegeven tot ophoging van de via de ROES 2024 initieel vastgestelde subsidieplafonds, hangt samen met het feit dat ook de subsidie die de TKI's ontvangen voor het verrichten van werkzaamheden om aan hun taken en verplichtingen onder de PPS-I-module te kunnen voldoen (programma-ondersteunende activiteiten (‘POA’)), niet door alle TKI's daadwerkelijk is aangewend. De POA-middelen welke een TKI bij vaststelling van de POA-subsidie niet heeft ingezet worden daarom via de wijziging van de ROES 2024 opgeplust op het PPS-I subsidieplafond van het betreffende TKI. Dit betekent een ophoging van de betreffende subsidieplafonds die initieel in november ten aanzien van de betreffende TKI's zijn vastgesteld met het oog op (uitvoering van) PPS-programma’s in 2025.

De derde factor die aanleiding heeft gegeven tot ophoging van de via de ROES 2024 initieel vastgestelde subsidieplafonds, hangt samen met het feit dat vanuit het Ministerie van Defensie extra middelen ter beschikking zijn gesteld met het oog op Missiegedreven Innovatie Programma’s die niet alleen voor het Ministerie van EZ, maar ook voor het Ministerie van Defensie van belang zijn. In samenspraak met het Ministerie van Defensie is daarom het subsidieplafond van TKI HTSM met 5 miljoen euro verhoogd, en dat van TKI Logistiek met 1,5 miljoen euro ten opzichte van het subsidieplafond dat voor elk van deze TKI’s in november 2024 is vastgesteld (met het oog op programma’s startend in 2025). Hiermee wordt de programmering van TKI HTSM ten aanzien van Missiegedreven Innovatie Programma’s op het gebied van slimme materialen, ruimtevaart en quantumtechnologie nader gefaciliteerd. Daarnaast wordt met deze ophoging de programmering van TKI Logistiek ten aanzien van Missiegedreven Innovatie Programma’s op Resilient Military Supply Chains gefaciliteerd.

Wijziging ROES 2025 (openstelling en vaststelling nieuwe subsidieplafonds)

Zoals aangegeven, omvat de wijziging van de ROES 2025 in de eerste plaats de nieuwe openstelling van de PPS-I-subsidiemodule per 7 november 2025. Aanvragen voor subsidiëring van PPS-programma’s voor 2026 kunnen vanaf die datum worden ingediend (tot en met 31 december 2025).

Ook worden via deze wijziging de met de openstelling samenhangende subsidieplafonds vastgesteld voor elk van de TKI’s, met het oog op de PPS-programma’s die in 2026 starten. Deze nieuwe PPS-I subsidieplafonds zijn vastgesteld in lijn met de uitgangspunten die ook in 2023¹ en 2024 zijn gehanteerd, uitgezonderd het subsidieplafond voor TKI Energie (zoals hieronder nader wordt toegelicht). Vanwege loon- en prijsbijstellingen is de totale omvang van het PPS-I budget hoger dan vorig jaar. Deze aanvullende middelen zijn naar rato verdeeld over alle TKI’s.

In samenspraak met het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is, net als het geval was bij de vaststelling van de subsidieplafonds eind 2024, het subsidieplafond van TKI Energie met 2 miljoen euro verhoogd ten opzichte van het subsidieplafond dat in 2024 is vastgesteld. Hiermee wordt de programmering van dit TKI ten aanzien van Missiegedreven Innovatie Programma's op gebied van levensduurverlenging, klimaatadaptatie en circulaire bouw en infra gefaciliteerd.

Voor de goede orde wordt nog opgemerkt dat de Minister van Economische Zaken in juli 2025 heeft besloten om de subsidiemodule PPS-I, die een looptijd heeft tot 1 november 2027, niet te verlengen. Daarmee zal de subsidiemodule met ingang van 1 november 2027 beëindigd zijn en zullen geen nieuwe aanvragen meer kunnen worden ingediend. Dit neemt niet weg dat de PPS-I-subsidies die voor dat moment zijn verleend, zonder meer worden afgehandeld volgens de regels van het Kaderbesluit EZK- en LNV subsidies en de RNES (waaronder titel 3.2 van de RNES) zoals die golden ten tijde van de verlening van de betreffende PPS-I-subsidie. De TKI’s zijn hierover geïnformeerd in augustus 2025.

3. Staatssteun

De subsidie die verleend wordt op grond van de subsidiemodule PPS-I bevat staatssteun, met uitzondering van de subsidie die betrekking heeft op niet-economische activiteiten van onderzoeksorganisaties en op netwerkactiviteiten, en wordt gerechtvaardigd door de artikelen 25 en 28 van de Algemene groepsvrijstellingsverordening (hierna: agvv). Deze staatssteunaspecten blijven ongewijzigd omdat de betreffende subsidiemodule inhoudelijk niet wordt gewijzigd. Enkel worden de huidige subsidieplafonds die gelden ten aanzien van die subsidiemodule opgehoogd (initieel vastgesteld in november 2024 via ROES 2024), en daarnaast wordt de subsidiemodule – inhoudelijk ongewijzigd – per 7 november 2025 opnieuw opengesteld (via de wijziging van de ROES 2025). Daarbij worden ook de nieuwe subsidieplafonds behorende bij deze openstelling vastgesteld.

De voor de voormelde subsidiemodule gestelde eisen in titel 3.2 van de RNES, alsook de hierop van toepassing zijnde algemene eisen uit het Kaderbesluit nationale EZK- en LNV-subsidies, zorgen er tevens voor dat de subsidie verleend wordt in overeenstemming met de eisen uit de relevante artikelen uit de agvv. Verder is de steun transparant en voldoet aan de eisen betreffende cumulatie van steun. Deze wijzigingsregeling heeft dan ook geen gevolgen voor de rechtvaardiging van de staatssteun vervat in titel 3.2 van de RNES en heeft ook overigens geen staatssteunrechtelijke gevolgen.

4. Regeldruk

De openstelling van de subsidiemodule PPS-innovatie leidt niet tot wijziging van informatieverplichtingen en daarom ook niet tot een toe- of afname van de regeldruk bij de gebruikers van deze subsidiemodule en -regeling.

Wijzigingsregelingen als deze, die enkel de wijziging van subsidieplafonds of openstelling van een aanvraagperiode betreffen, worden niet voorgelegd ter advies aan het Adviescollege toetsing regeldruk, conform de afspraken met het adviescollege over de advisering over ministeriële regelingen.

5. Vaste verandermomenten

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, met dien verstande dat de wijziging ten aanzien van de ROES 2024 (strekkende tot ophoging van de initieel bij die regeling vastgestelde subsidieplafonds voor de TKI’s) terugwerkt tot en met 1 november 2024 (de datum van de toenmalige openstelling van de subsidiemodule PPS-innovatie en de bijbehorende vaststelling van de subsidieplafonds voor de TKI’s). Met de datum van bekendmaking en inwerkingtreding wordt afgeweken van de systematiek van de vaste verandermomenten, inhoudende dat ministeriële regelingen met ingang van de eerste dag van elk kwartaal in werking treden en ministeriële regelingen minimaal twee maanden voordien bekend moeten worden gemaakt. Dat kan in dit geval worden gerechtvaardigd, omdat de doelgroep gebaat is bij spoedige inwerkingtreding van deze regeling. Op deze wijze wordt de doelgroep in de eerste plaats de mogelijkheid geboden om in het huidige jaar nog een (wijzigings-)aanvraag in te dienen voor verlening van deze subsidiemiddelen die nu alsnog door de ophoging van de subsidieplafonds beschikbaar worden gesteld. Daarnaast is de doelgroep erbij gebaat om zo spoedig mogelijk nieuwe subsidieaanvragen in te dienen met het oog op PPS-programma’s met een looptijd vanaf 2026. Vasthouden aan de systematiek van de vaste verandermomenten en bekendmakingstermijn zou hebben betekend dat er geen mogelijkheid meer zou zijn om nog enige aanspraak te krijgen op de extra subsidiemiddelen die binnen de kaders van de PPS-innovatiemodule via de ophoging nog beschikbaar worden gesteld, en dat nieuwe subsidieaanvragen pas vanaf het eerstvolgende vaste verandermoment op 1 januari 2026 ingediend zouden kunnen worden. Ook heeft de doelgroep voldoende tijd om aanvragen in te dienen en voor te bereiden.

De Minister van Economische Zaken, V.P.G. Karremans

---

1 Zie voor de overwegingen omtrent de vaststelling in 2023 van de subsidieplafonds Stcrt. 2023, 28651, artikelsgewijze toelichting op artikel II. De desbetreffende wijzigingsregeling strekte tot herziening van titel 3.2 van de RNES en tot invoering van de bijbehorende subsidieplafonds.