Regeling van de Minister van Economische Zaken en de Minister van Klimaat en Groene Groei van 25 oktober 2025, nr. WJZ/101851855, tot wijziging van de Regeling exploitatiesubsidie ROM's

De Minister van Economische Zaken en de Minister van Klimaat en Groene Groei,

Gelet op artikel 3 Kaderwet EZ-, LVVN- en KGG-subsidies;

Besluiten:

ARTIKEL I

De Subsidieregeling exploitatiesubsidies ROM’s wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

De begripsbepaling ‘Minister’ komt te luiden:

minister:
  • a. Minister van Economische Zaken; of

  • b. Minister van Klimaat en Groene Groei, in overleg met de Minister van Economische Zaken, indien het subsidie betreft die aan een instituut wordt verleend ten laste van de begroting van het Ministerie van Klimaat en Groene Groei;.

B

Bijlage 2 van de Subsidieregeling exploitatiesubsidie ROM’s komt als volgt te luiden:

BIJLAGE 2. BEHORENDE BIJ ARTIKEL 8 (SUBSIDIEPLAFOND)

In onderstaande tabel bevinden zich de subsidieplafonds voor de exploitatiesubsidie.

Regionale ontwikkelingsmaatschappij

Boekjaar

Subsidieplafond (€)

Brabantse Ontwikkelingsmaatschappij Holding B.V.

2024–2025

90.000,00

2024–2027

350.000,00

2025

2.022.900,00

2025–2026

535.000,00

Horizon B.V.

2024–2027

200.000,00

2025

894.775,00

2025–2026

200.000,00

Ontwikkelingsmaatschappij Oost Nederland B.V.

2024–2027

650.000,00

2025

1.622.900,00

2025–2026

525.000,00

2026–2028

1.944.400,00

Regionale Ontwikkelingsmaatschappij InnovationQuarter B.V.

2024–2027

1.050.000,00

2025

1.622.900,00

2025–2026

325.000,00

N.V. LIOF

2024–2027

100.000,00

2025

1.603.200,00

2025–2026

200.000,00

N.V. NOM, Investerings- en Ontwikkelingsmaatschappij voor Noord Nederland

2024–2027

50.000,00

2025

2.879.496,90

2025–2026

200.000,00

N.V. Economische Impuls Zeeland

2024–2027

200.000,00

2025

811.200,00

2025–2026

325.000,00

ROM InWest B.V.

2024–2027

50.000,00

2025

1.436.200,00

2025–2026

325.000,00

ROM Regio Utrecht B.V.

2024–2027

1.350.000,00

2025

1.483.200,00

2025–2026

600.000,00

C

In artikel 11, elfde lid, wordt ‘twee of meer boekjaren’ vervangen door ‘één of meer boekjaren’.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 25 oktober 2025

De Minister van Economische Zaken, V.P.G. Karremans

De Minister van Klimaat en Groene Groei, S.Th.M. Hermans

TOELICHTING

1. Aanleiding

Deze wijzigingsregeling voorziet in de wijziging en vaststelling van de subsidieplafonds voor de exploitatiesubsidie die verstrekt wordt op grond van de Subsidieregeling exploitatiesubsidies ROM’s (hierna: de Regeling) aan regionale ontwikkelingsmaatschappijen (hierna: ROM’s).

2. Inhoud regeling

2.1 Wijziging subsidieplafonds

De subsidieplafonds voor het boekjaar 2025 worden gewijzigd als gevolg van het beschikbaar stellen van additioneel budget voor de exploitatiesubsidie ter compensatie van de verhoogde loonkosten. Daarnaast worden meerjarige subsidies beschikbaar gesteld voor de boekjaren 2025–2026 en 2026–2028. Dit is het gevolg van aanvullende werkzaamheden waarbij de activiteiten van de ROM’s passen binnen de taakvelden die in de regeling zijn opgenomen. Voor de boekjaren 2025–2026 is aanvullend op de reguliere exploitatiesubsidie een eenmalig bedrag van € 2.500.000,00 (verdeeld over de ROM’s) beschikbaar gemaakt voor de uitvoering van het landelijke programma Smart Energy Hubs. Het subsidieplafond voor de boekjaren 2026–2028 voor de Ontwikkelingsmaatschappij Oost Nederland B.V. wordt verhoogd met een eenmalig bedrag van € 1.944.400,00 voor de uitvoering van het bovenregionale programma van de European Digital Innovation Hubs.

2.2 Aanpassingen namen ministeries en toevoeging KGG

De naam van de Minister van Economische Zaken en Klimaat is binnen de regeling geactualiseerd naar ‘Economische Zaken’.

Daarnaast wordt de Minister van Klimaat en Groene Groei opgenomen in de regeling. De Minister van Klimaat en Groene Groei was al verantwoordelijk voor meerdere onderdelen die eerder onder het oude Ministerie van Economische Zaken en Klimaat vielen, met deze wijziging wordt dit verhelderd in de regeling.

3. Staatssteun

De wijziging brengt geen verandering in de staatssteunaspecten, verbonden aan de regeling. De wijziging met betrekking tot de publicatie van voormelde subsidieplafonds past binnen de eerdere staatssteunbeoordeling. Voor een nadere toelichting op de staatssteunaspecten wordt verwezen naar paragraaf 3 van de algemene toelichting van de regeling (Stcrt. 2022, nr. 34346).

4. Regeldruk

De vaststelling van de subsidieplafonds leidt niet tot wijziging van informatieverplichtingen en daarom ook niet tot een toe- of afname van de regeldruk bij de gebruikers van de regeling. Voor een nadere toelichting op de huidige regeldrukeffecten wordt verwezen naar paragraaf 4 van de algemene toelichting van de regeling (Stcrt. 2022, nr. 34346).

5. Inwerkingtreding

De onderhavige regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Met de datum van inwerkingtreding wordt afgeweken van de systematiek van de vaste verandermomenten, inhoudende dat ministeriële regelingen met ingang van de eerste dag van een kwartaal in werking treden en twee maanden voordien bekend worden gemaakt. Dat kan in dit geval worden gerechtvaardigd, omdat de doelgroep van deze regeling gebaat is bij spoedige inwerkingtreding.

De Minister van Economische Zaken, V.P.G. Karremans

De Minister van Klimaat en Groene Groei, S.Th.M. Hermans

Naar boven