Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat | Staatscourant 2025, 35959 | algemeen verbindend voorschrift (ministeriële regeling) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat | Staatscourant 2025, 35959 | algemeen verbindend voorschrift (ministeriële regeling) |
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
Gelet op artikel 54a van de Drinkwaterwet en artikel 20, eerste lid, van het Drinkwaterbesluit;
BESLUIT:
De Drinkwaterregeling wordt als volgt gewijzigd:
A
Na artikel 1 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Ter uitvoering van artikel 16 van de Drinkwaterrichtlijn laat de Minister onderzoek verrichten en draagt hij zo nodig zorg voor maatregelen als bedoeld in het eerste en tweede lid van dat artikel en voor bijstand als bedoeld in het derde lid van dat artikel teneinde de toegang tot drinkwater voor iedereen en met name voor kwetsbare en gemarginaliseerde groepen te waarborgen.
B
In Bijlage 4. Behorend bij artikel 13 van de Drinkwaterregeling, Analysemethoden wordt in Tabel II: Minimumprestatiekenmerk ‘meetonzekerheid’, de rij:
|
Polycyclische aromatische koolwaterstoffen |
50 |
Zie noot 10 |
vervangen door de rij:
|
Polycyclische aromatische koolwaterstoffen |
40 |
Zie noot 10 |
De Regeling materialen en chemicaliën drink- en warm tapwatervoorziening wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 7, eerste lid, komt te luiden:
1. De stoffen waaruit materialen, niet zijnde metalen, en chemicaliën zijn samengesteld dan wel die zijn gebruikt in het productieproces ervan, dragen, met uitzondering van acrylamide, vinylchloride en epichloorhydrine, tot maximaal 10% van de parameterwaarden, genoemd in tabel II van bijlage A, behorend bij het besluit, bij aan de concentratie van die stoffen in drinkwater of warm tapwater of het te behandelen water. Acrylamide, vinylchloride en epichloorhydrine dragen tot maximaal 100% van de parameterwaarden, genoemd in tabel II van bijlage A, behorend bij het besluit, bij aan de concentratie van die stoffen in drinkwater of warm tapwater of het te behandelen water.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, R. Tieman
Op 18 juni 2025 heeft de Europese Commissie Nederland op 19 punten in gebreke gesteld vanwege een onvolledige en onjuiste omzetting van richtlijn 2020/2184 betreffende de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water (hierna: de Drinkwaterrichtlijn1). Naar aanleiding van de door de Commissie gemaakte opmerkingen is geconstateerd dat op een viertal punten (technische) correcties of aanvullingen in de omzettingsregelgeving nodig zijn of wenselijk ter verduidelijking.
Dit betreft naast een wijziging van het Drinkwaterbesluit (te weten het opnemen van een algemene eis in bijlage A van het Drinkwaterbesluit dat het water niet agressief of corrosief mag zijn)2 een tweetal wijzigingen van de Drinkwaterregeling en een wijziging van de Regeling materialen en chemicaliën drink- en warmtapwatervoorziening:
Drinkwaterregeling:
a. het expliciet opnemen van een onderzoeksplicht en zo nodig maatregelplicht als bedoeld in artikel 16 van de Drinkwaterrichtlijn (dit betreft de toegang tot drinkwater, met name voor kwetsbare en gemarginaliseerde groepen), in de vorm van een nieuw artikel 1a van de Drinkwaterregeling;
b. wijziging van de minimumprestatiekenmerk voor meetonzekerheid voor polycyclische aromatische koolwaterstoffen in tabel II van bijlage 4 van de Drinkwaterregeling van 50 naar 40, en:
Regeling materialen en chemicaliën drink- en warmtapwatervoorziening
c. het verduidelijken in artikel 7 van de Regeling materialen en chemicaliën drink- en warmtapwatervoorziening dat acrylamide, vinylchloride en epichloorhydrine tot maximaal 100% van de parameterwaarden, genoemd in tabel II van bijlage A, behorend bij het Drinkwaterbesluit, bij mogen dragen aan de concentratie van die stoffen in drinkwater of warm tapwater of het te behandelen water.
Dit betreft de verplichtingen van artikel 16 van de richtlijn, zoals hierna weergegeven, met de relevante overwegingen:
Artikel 16
Toegang tot voor menselijke consumptie bestemd water
1. Onverminderd artikel 9 van Richtlijn 2000/60/EG en de beginselen van subsidiariteit en evenredigheid nemen de lidstaten, rekening houdend met de plaatselijke, regionale en culturele perspectieven en omstandigheden voor de distributie van water, de nodige maatregelen om de toegang tot voor menselijke consumptie bestemd water voor iedereen, met name voor kwetsbare en gemarginaliseerde groepen, zoals gedefinieerd door de lidstaten, te verbeteren of te handhaven. Daartoe zorgen de lidstaten ervoor dat zij:
a) weten welke personen geen of beperkte toegang hebben tot voor menselijke consumptie bestemd water, met inbegrip van kwetsbare en gemarginaliseerde groepen, en geven de redenen voor dergelijke beperkte toegang aan;
b) de mogelijkheden beoordelen om de toegang voor dergelijke personen te verbeteren;
c) dergelijke personen informeren over de mogelijkheden om te worden aangesloten op het distributienet of over alternatieve manieren om toegang tot voor menselijke consumptie bestemd water te krijgen, en
d) maatregelen nemen die zij nodig en passend achten om de toegang tot voor menselijke consumptie bestemd water voor kwetsbare en gemarginaliseerde groepen te waarborgen.
2. Teneinde het gebruik van voor menselijke consumptie bestemd kraanwater te bevorderen, zorgen de lidstaten ervoor dat tappunten buiten en binnen in openbare ruimten worden geplaatst, voor zover dat technisch mogelijk is, op een wijze die in verhouding staat tot de noodzaak van dergelijke maatregelen en rekening houdend met de specifieke plaatselijke omstandigheden, zoals de klimatologische en geografische omstandigheden.
De lidstaten kunnen eveneens de volgende maatregelen nemen ter bevordering van het gebruik van voor menselijke consumptie bestemd kraanwater:
a) bewustmakingsacties opzetten omtrent de dichtstbijzijnde buiten- of binnenwatertappunten;
b) campagnes lanceren om burgers te informeren over de kwaliteit van dergelijk water;
c) de verstrekking van dergelijk water in openbare en overheidsgebouwen aanmoedigen;
d) het gratis of tegen een lage vergoeding verstrekken van dergelijk water aan klanten door restaurants, kantines en cateringdiensten, aanmoedigen.
3. De lidstaten zorgen ervoor dat het verstrekken van de nodige bijstand – zoals omschreven door de lidstaten – aan de bevoegde autoriteiten met het oog op de uitvoering van de maatregelen in dit artikel, wordt gefaciliteerd.
(Overweging 4) (...) Daarnaast heeft het Right2Water-initiative nog op het bijkomende probleem gewezen dat een deel van de bevolking – met name gemarginaliseerde groepen – geen toegang heeft tot voor menselijke consumptie bestemd water, en het verschaffen van die toegang ook een verplichting in het kader van doelstelling 6 van de duurzameontwikkelingsdoelstellingen van de Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling van de Verenigde Naties vormt.
(Overweging 33) In haar mededeling van 19 maart 2014 betreffende het Europees burgerinitiatief ‘Water en sanitaire voorzieningen zijn een mensenrecht! Water is een publiek goed, geen handelswaar!’ heeft de Commissie de lidstaten verzocht de toegang tot een minimale watervoorziening te waarborgen voor alle burgers, in overeenstemming met de aanbevelingen van de WHO. De Commissie verplichtte zich er ook toe te blijven werken aan ‘verbetering van de toegang tot veilig drinkwater [...] voor iedereen via het milieubeleid’. Dit is in lijn met duurzameontwikkelingsdoelstelling 6 en de daarmee samenhangende doelstelling ‘om universele en billijke toegang tot veilig en betaalbaar drinkwater voor iedereen te verwezenlijken’. Om de aspecten van de toegang tot water die verband houden met kwaliteit en beschikbaarheid aan te pakken, als deel van het antwoord op het Right2Water-initiative, en om bij te dragen tot het in praktijk brengen van beginsel 20 van de Europese pijler van sociale rechten (‘Iedereen heeft recht op toegang tot essentiële diensten van goede kwaliteit, waaronder water [...]’) moeten de lidstaten de kwestie van de toegang tot water op nationaal niveau aanpakken, waarbij zij wel moeten beschikken over enige vrijheid ten aanzien van het exacte soort te nemen maatregelen. Dit moet gebeuren via acties die gericht zijn op het verbeteren van de toegang tot voor menselijke consumptie bestemd water voor iedereen, met name door buiten- en binnen watertappunten in openbare ruimten te plaatsen, voor zover dat technisch mogelijk is, alsmede via acties die gericht zijn op het bevorderen van het gebruik van kraanwater, bijvoorbeeld door het stimuleren van de gratis verstrekking van voor menselijke consumptie bestemd water in openbare diensten en openbare gebouwen of van de verstrekking – gratis of tegen een lage vergoeding – aan klanten in restaurants, kantines en cateringdiensten.
(Overweging 35) Het Europees Parlement heeft in zijn resolutie van 8 september 2015 over de follow-up van het Europees burgerinitiatief ‘Right2Water(17) opgemerkt dat de lidstaten speciale aandacht zouden moeten schenken aan de behoeften van kwetsbare groepen in de samenleving. De specifieke situatie van minderheidsculturen, zoals Roma en Travellers, ook als zij sedentair leven – en met name hun gebrek aan toegang tot voor menselijke consumptie bestemd water – is ook bevestigd in de mededeling van de Commissie van 2 april 2014 ‘Verslag over de tenuitvoerlegging van het EU-kader voor de nationale strategieën voor integratie van de Roma’ en van de aanbeveling van de Raad van 9 december 2013 over doeltreffende maatregelen voor integratie van de Roma in de lidstaten. In het licht van deze algemene context is het passend dat de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan kwetsbare en gemarginaliseerde groepen, door de nodige maatregelen te nemen om voor deze groepen de toegang tot voor menselijke consumptie bestemd water te verbeteren. Onverminderd het recht van de lidstaten die groepen te omschrijven, is het belangrijk dat daartoe ten minste vluchtelingen, nomadische gemeenschappen, dak- en thuislozen en minderheidsculturen zoals de Roma en Travellers, ook als zij sedentair leven, worden gerekend. Dergelijke maatregelen om de toegang tot water te verbeteren – de keuze wordt aan de beoordeling van de lidstaten overgelaten – zouden bijvoorbeeld kunnen bestaan uit het beschikbaar stellen van alternatieve watervoorzieningssystemen, zoals individuele waterbehandelingssystemen, levering van water door gebruikmaking van tankers, zoals vrachtwagens en cisternes, en het zorgen voor de nodige infrastructuur voor kampen.
Omdat Nederland artikel 16 van de richtlijn niet expliciet heeft omgezet in de regelgeving wordt de omzetting door de Commissie als onvolledig en onjuist beschouwd.
In de transponeringstabel bij het omzettingsbesluit3 (Stb. 2022, 450, pag. 170) is opgemerkt:
Nieuwe bepaling. Voor de onder a bedoelde analyse zal de zogenaamde score-card zoals opgesteld door de VN en de Wereld Gezondheidsorganisatie WHO onder de vlag van het Protocol on water and Health worden gehanteerd. Afhankelijk van uitkomsten van de analyse wordt beoordeeld of nadere maatregelen en regelgeving nodig zijn (vooralsnog lijkt dit niet nodig).
In de nota van toelichting bij het omzettingsbesluit is hierover opgemerkt:
(pag. 21):
Aanleiding tot de richtlijn en artikel 16 (het Right2Water-Initiative) is dat een deel van de bevolking – met name gemarginaliseerde groepen – geen toegang heeft tot voor menselijke consumptie bestemd water, en dat het verschaffen van die toegang ook een verplichting vormt in het kader van doelstelling 6 van de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen van de Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling van de Verenigde Naties).
(pag. 30):
In Europa heeft niet iedereen toegang tot veilig en betrouwbaar voor menselijke consumptie bestemd water. De herziene Drinkwaterrichtlijn bevat, in antwoord op het Right2Water-initiative, en om bij te dragen tot het in praktijk brengen van beginsel 20 van de Europese pijler van sociale rechten ook regels ter verbetering van de toegang tot voor menselijke consumptie bestemd water. Lidstaten nemen de nodige maatregelen om de toegang tot voor menselijke consumptie bestemd water voor iedereen te verbeteren of te handhaven, rekening houdend met de beginselen van subsidiariteit en evenredigheid. Zij beschikken daarbij over enige vrijheid ten aanzien van het type maatregelen. De inspanning richt zich met name op kwetsbare en gemarginaliseerde groepen. Naast een onderzoekplicht en het verkennen van verbeteringen, geldt er een informatieplicht over de mogelijkheden om te worden aangesloten op het distributienet of over alternatieve manieren. Lidstaten nemen zo nodig passende maatregelen om de toegang tot voor menselijke consumptie bestemd water te waarborgen.
De lidstaten kunnen hiervoor gebruik maken van de richtsnoeren die in het kader van het Protocol Water en Health (PoWH) zijn ontwikkeld. Deze richtsnoeren helpen om de beleidsachtergrond en de uitgangssituatie van toegang tot water te beoordelen en om de acties te bepalen die nodig zijn om een eerlijke toegang voor iedereen tot voor menselijke consumptie bestemd water te bevorderen. Als mogelijke actie noemt de richtlijn het plaatsen van tappunten buiten en binnen in openbare locaties, voor zover dit noodzakelijk is, technisch mogelijk is en rekening houdend met specifieke plaatselijke omstandigheden. Ook kunnen lidstaten bewustmakingsacties opzetten over de dichtstbijzijnde buiten- of binnenwatertappunten en campagnes lanceren om burgers te informeren over de kwaliteit van dergelijk water. Lidstaten kunnen de verstrekking van dergelijk water in openbare en overheidsgebouwen aanmoedigen, evenals het gratis of tegen een lage vergoeding verstrekken van dergelijk water aan klanten door restaurants, kantines en cateringdiensten.
(pag. 32):
De verplichtingen met betrekking tot toegang tot drinkwater hebben niet geleid tot aanpassing van de regelgeving. Deze nieuwe bepalingen in de herziene Drinkwaterrichtlijn betreffen tot de rijksoverheid gerichte opdrachten van feitelijke aard.
(pag. 47):
Toegang tot drinkwater
Het recht op toegang tot drinkwater is in Nederland wettelijk geregeld via een aansluit- en leveringsplicht in de Drinkwaterwet. Bijna alle huishoudens in Nederland zijn aangesloten op het openbare drinkwaternet tegen een tarief dat de werkelijke kosten dekt en niet discrimineert. Nederland kent een zorgvuldig afsluitbeleid met waarborgen voor (kwetsbare) consumenten en ondersteunend sociaal beleid. Dit is vastgelegd in de Regeling afsluitbeleid voor kleinverbruikers van drinkwater. Ten behoeve van de implementatie van de herziene Drinkwaterrichtlijn zal het Rijk de toegang tot drinkwater analyseren, met speciale aandacht voor kwetsbare groepen. Mede op basis van deze analyse bepaalt het Rijk of en welke aanvullende maatregelen nodig of wenselijk zijn. De herziene Drinkwaterrichtlijn verplicht lidstaten ook tot het plaatsen van openbare tappunten. In Nederland is het plaatsen van openbare tappunten al onderdeel van het beleid, zowel om plastic afval te reduceren als om kinderen te stimuleren water te drinken in plaats van gezoete drank. Zo worden in het kader van het Nationaal Preventieakkoord van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport door middel van een subsidieregeling scholen gestimuleerd om in totaal circa duizend extra watertappunten te plaatsen op schoolpleinen en in scholen. Ook wordt door gemeenten zorggedragen voor tappunten op openbare verblijfslocaties en terreinen en door de NS op stations. Het Rijk gaat verkennen of aanscherping van het beleid en aanvullende maatregelen nodig of wenselijk zijn.
In aanvulling hierop wordt het volgende opgemerkt.
Het recht op toegang tot drinkwater is in Nederland wettelijk geregeld via een aansluit- en leveringsplicht in de Drinkwaterwet (artikel 8). Bijna alle huishoudens in Nederland zijn aangesloten op het openbare drinkwaternet tegen een tarief dat de werkelijke kosten dekt en niet discrimineert. De verplichtingen van artikel 16 van de richtlijn met betrekking tot onderzoek en eventuele verdere maatregelen in verband met de toegang tot drinkwater hebben niet geleid tot (verdere) aanpassing van de regelgeving omdat deze tot de rijksoverheid gerichte opdrachten van feitelijke aard betreffen, waar al uitvoering aan wordt gegeven door de hiervoor aangegeven analyses en maatregelen. Een voorbeeld: in Nederland zijn er al meer dan 3100 openbare tappunten gerealiseerd waar men gratis drinkwater kan tappen waaronder bijv. ruim 200 op NS-stations. Zie https://drinkwaterkaart.nl/.
Nederland zet zich actief in voor de bevordering van de toegang tot veilig en betaalbaar voor menselijke consumptie bestemd water, in overeenstemming met de doelstellingen van de Drinkwaterrichtlijn, artikel 5 van het Protocol Water en Gezondheid van de WHO/UNECE4 en het mensenrecht op water en sanitaire voorzieningen. In dit kader wordt het proces gevolgd zoals uiteengezet in de onder het Protocol ontwikkelde Equitable Access Score-card5. Deze methodiek ondersteunt beleidsvorming en -evaluatie door middel van een gestructureerde benadering waarmee knelpunten in toegang tot water en sanitatie kunnen worden geïdentificeerd en aangepakt. Door het toepassen van deze scorecard draagt Nederland bij aan het versterken van transparantie, rechtvaardigheid en doeltreffendheid binnen het nationale drinkwaterbeleid, met bijzondere aandacht voor kwetsbare en achtergestelde groepen. Deze inzet onderstreept de toewijding van Nederland aan internationale verplichtingen en duurzame ontwikkeling op het gebied van waterbeheer. Afronding van het proces met de Equitable Access Score-card wordt verwacht in 2026.
Nederland heeft voorts het Protocol Water en Gezondheid van de WHO/UNECE geratificeerd en onderschrijft daarmee de doelstellingen. Het Protocol is gericht op het beschermen van de menselijke gezondheid door verbeterde waterbeheerpraktijken en betere toegang tot veilig drinkwater en sanitaire voorzieningen. In lijn met artikel 6 van het Protocol heeft Nederland nationale doelstellingen vastgesteld, waaronder het waarborgen van de kwaliteit van drinkwater, het verbeteren van de toegang tot water voor kwetsbare groepen, en het versterken van de governance rond waterveiligheid. In de meest recente rapportagecyclus (zesde rapportage, 2025), heeft Nederland verslag uitgebracht over de voortgang op deze doelstellingen, inclusief de implementatie van de Drinkwaterrichtlijn (EU) 2020/2184) en de bevordering van de toegang tot veilig en betaalbaar voor menselijke consumptie bestemd water.
Naast de nationale rapportage in het kader van het Protocol inzake Water en Gezondheid, is de toegang tot drinkwater tevens opgenomen in de rapportage van Nederland aan de UN-Water Global Analysis and Assessment of Sanitation and Drinking-water (GLAAS) in 2025. Deze internationale rapportage biedt een overzicht van beleidsmaatregelen, investeringen en institutionele kaders die bijdragen aan de realisatie van universele toegang tot veilig drinkwater en sanitaire voorzieningen, zoals vastgelegd in de Sustainable Development Goals (SDG 6). Nederland rapporteert hierin over de voortgang, uitdagingen en prioriteiten op het gebied van drinkwatervoorziening, met bijzondere aandacht voor duurzaamheid, rechtvaardigheid en risicobeheer.
Met het voorgaande wordt aan de verplichtingen van de richtlijn uitvoering gegeven. Teneinde buiten twijfel te stellen dat ook in de regelgeving artikel 16 van de richtlijn volledig en juist is omgezet, is een nieuw artikel 1a in de Drinkwaterregeling opgenomen waarin de specifieke verplichtingen van artikel 16 expliciet zijn opgenomen.
Dit betreft een technische correctie. De waarde in de rij behorend bij ‘Polycyclische aromatische koolwaterstoffen’ is gewijzigd van 50 naar 40, conform Bijlage III, deel B, van de richtlijn betreffende chemische en indicatorparameters waarvoor prestatiekenmerken gespecificeerd zijn (als percentage van de parameterwaarde).
Dit betreft een technische verduidelijking in artikel 7 van de Regeling materialen en chemicaliën drink- en warmtapwatervoorziening. Deze houdt in dat acrylamide, vinylchloride en epichloorhydrine tot maximaal 100% van de parameterwaarden, genoemd in tabel II van bijlage A, behorend bij het Drinkwaterbesluit, bij mogen dragen aan de concentratie van die stoffen in drinkwater of warm tapwater of het te behandelen water. Er is geen sprake van een inhoudelijke wijziging.
Aanleiding tot de wijziging is de opmerking van de Commissie:
‘dat in bijlage 4, tabel II, bij de Dwr de omzetting van de parameters van de volgende stoffen in de Nederlandse wetgeving niet is gevonden:
– Acrylamide (30)
– Epichloorhydrine (30)
– Vinylchloride (50)
Volgens de noot bij tabel II van bijlage 4 bij de Dwr (Bijlage 4. behorend bij artikel 13 van de Drinkwaterregeling – Analysemethoden) worden deze parameters gedefinieerd in productspecificaties zoals bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Regeling materialen en chemicaliën drink- en warm tapwatervoorziening. In artikel 7, eerste lid, van die regeling is bepaald dat ‘De stoffen, met uitzondering van acrylamide, vinylchloride en epichloorhydrine, waaruit materialen, niet zijnde metalen, en chemicaliën zijn samengesteld dan wel die zijn gebruikt in het productieproces ervan, dragen tot maximaal 10% van de parameterwaarden, genoemd in tabel II van bijlage A, behorend bij het besluit, bij aan de concentratie van die stoffen in drinkwater of warm tapwater of het te behandelen water’.
Op basis hiervan is door de Commissie geconcludeerd dat de Regeling materialen en chemicaliën drink- en warm tapwatervoorziening niet van toepassing is op de genoemde stoffen. Artikel 7, eerste lid, van die regeling is naar aanleiding hiervan verduidelijkt. Er is een zin toegevoegd, luidende ‘Acrylamide, vinylchloride en epichloorhydrine dragen tot maximaal 100% van de parameterwaarden, genoemd in tabel II van bijlage A, behorend bij het besluit, bij aan de concentratie van die stoffen in drinkwater of warm tapwater of het te behandelen water’. Er is geen sprake van een inhoudelijke wijziging, deze eis werd al in deze zin toegepast.
De wijzigingen, bedoeld in artikel I, onderdeel B, en artikel II (zoals beschreven in de paragrafen 3 en 4) betreffen technische reparaties, noodzakelijk in verband met de omzetting van richtlijn 2020/2184 en een zuivere en lastenluwe implementatie, zonder beleidskeuzevrijheid. De wijziging, bedoeld in artikel I, onderdeel A (zoals beschreven in paragraaf 2), regelt expliciet de specifieke verplichtingen van artikel 16 van de richtlijn met betrekking tot onderzoek en eventuele maatregelen in verband met de toegang tot drinkwater, waar in Nederland al permanent en ook thans uitvoering aan wordt gegeven, en vormt eveneens een zuivere en lastenluwe omzetting.
Voor deze wijzigingsregeling is vanwege de vereiste spoed en de zuivere en lastenluwe implementatie een vereenvoudigde procedure gevolgd, zonder advies-, overleg-, en inspraakverplichtingen. Titel 1.2. van de Algemene wet bestuursrecht en Aanwijzing voor de regelgeving (Ar) 9.16, tweede lid, bieden deze mogelijkheid. Samengevat is hierin bepaald dat voor regelingen ter implementatie van bindende EU-rechtshandelingen, waarbij geen wezenlijke beleidskeuzes openstaan, geen advies-, overleg-, inspraak-, en voorpublicatie-verplichtingen gelden. Van internetconsultatie is om dezelfde redenen en conform het geldende kabinetsbeleid voor internetconsultatie afgezien.
Er zijn geen nieuwe gevolgen voor de regeldruk of nalevingskosten. Aan de verplichtingen wordt reeds op de door de richtlijn vereiste wijze uitvoering gegeven, zoals het onderzoek inzake toegankelijkheid. Het was en is ook thans niet de verwachting dat ook (verdere) maatregelen moeten worden genomen dan de al wettelijk geregelde aansluiting en toegang en al hetgeen verder reeds gebeurt in Nederland. De richtlijn en ook het nieuwe artikel 1a van de Drinkwaterregeling verplichten alleen tot maatregelen indien de noodzaak daartoe uit het onderzoek komt vast te staan. Bij de regeling van die maatregelen zelf (indien toch noodzakelijk) zal op de kosten en effecten daarvan worden ingegaan. Om deze redenen is de ontwerpregeling conform artikel 2, tweede lid, onderdeel b, van het Instellingsbesluit Adviescollege toetsing regeldruk niet voorgelegd voor advies aan het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR).
De regeling is in werking getreden met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij is geplaatst. Hiermee is met toepassing van Aanwijzing voor de regelgeving (Ar) 4.22, onder G, en Ar 4.17, tweede lid, onderdeel 5, c en d, afgeweken van de voor ministeriële regelingen genoemde vaste verandermomenten en minimuminvoeringstermijn van twee maanden (te weten in geval van reparatieregelgeving of implementatie van bindende EU-rechtshandelingen, verdragen of andere besluiten van volkenrechtelijke organisaties).
|
Bepaling in richtlijn 2020/2184 (Drinkwater-richtlijn) |
- Bepaling in implementatieregeling of bestaande regeling – toelichting indien niet geïmplementeerd of naar zijn aard geen implementatie behoeft |
Toelichting beleidsruimte |
Toelichting keuze bij de invulling van de beleidsruimte |
|---|---|---|---|
|
Artikel 16 |
Art. 1a Drinkwaterregeling |
||
|
Bijlage III, deel B, parameters voor polycyclische aromatische koolwaterstoffen |
Artikel 7, eerste lid, tweede volzin, Regeling materialen en chemicaliën drink- en warm tapwatervoorziening en bijlage A, tabel II, Drinkwaterbesluit |
||
|
Bijlage III, deel B, meetonzekerheid polycyclische aromatische koolwaterstoffen |
Bijlage 4, tabel II Drinkwaterregeling |
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, R. Tieman
Richtlijn (EU) 2020/2184 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2020, betreffende de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water (herschikking).
Opgenomen in artikel VI van het Besluit tot wijziging van het Besluit activiteiten leefomgeving, het Besluit kwaliteit leefomgeving, het Omgevingsbesluit, het Invoeringsbesluit Omgevingswet, het Besluit bodemkwaliteit en het Drinkwaterbesluit (Verzamelbesluit Omgevingswet IENW bodem en water 2026) dat naar verwachting begin 2026 in werking treedt.
Besluit van 8 november 2022 tot wijziging van het Drinkwaterbesluit, het Besluit kwaliteit leefomgeving en enkele andere algemene maatregelen van bestuur in verband met de omzetting van EU-Drinkwaterrichtlijn 2020/2184 (herschikking) (Stb 2022, 450).
In artikel 5 van het Protocol wordt specifiek bepaald dat ‘that Parties should provide equitable access to water, adequate in terms both of quantity and of quality for all members of the population, especially those suffering a disadvantage or social exclusions’.
‘One of the tools developed under the Protocol to close the equity gap in access to water and sanitation is the recently revised Equitable Access Score-card 2.0, a self-assessment tool that allows countries to identify gaps in their policies and measures and formulate targeted actions to work towards closing the equity gap’.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2025-35959.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.