Regeling van de Minister van Justitie en Veiligheid van 14 oktober 2025, nr. 6492484, houdende wijziging van de Regeling vaststelling LFNP in verband met het aanwijzen van het vakgebied Tactische Opsporing als passend voor een ESI-aanstelling en het wijzigen van de functiebeschrijving Senior Intelligence

De Minister van Justitie en Veiligheid,

Gelet op artikel 6, tweede lid, van het Besluit bezoldiging politie,

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling vaststelling LFNP wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 3a, eerste lid, wordt na ‘het werkterrein Speurhondengeleiding,’ ingevoegd ‘Tactische Opsporing, met uitzondering van de functies van Senior Tactische Opsporing en Operationeel Expert Tactische Opsporing,’.

B

In artikel 3b wordt ‘het vakgebied Operationeel Specialismen’ vervangen door ‘de vakgebieden Operationeel Specialismen en Tactische Opsporing.’

C

Bijlage 3 wordt als volgt gewijzigd:

1. De functiebeschrijving Medewerker Tactische Opsporing wordt als volgt gewijzigd:

a. Onder het opschrift ‘Kern van de functie’ wordt aan het einde van de tekst een nieuwe alinea toegevoegd, luidende:

‘Indien de medewerker is aangesteld voor de uitvoering van de politietaak en enkel een krachtens artikel 2c, tweede lid, van het Besluit algemene rechtspositie politie, aangewezen politieopleiding heeft voltooid, wordt de medewerker niet ingezet in situaties waarin sprake is van optreden in het publieke domein met herkenbaarheid en aanspreekbaarheid voor de burger op alle politietaken.’

b. Onder het opschrift ‘Activiteiten en resultaten’ wordt na de zin ‘Het aanwenden van strafvorderlijke dwangmiddelen waaronder het staande houden, aanhouden op en buiten heterdaad, voorgeleiden etc. van verdachten van misdrijven alsmede inbeslagneming, onderzoek aan en in kleding en aan het lichaam, binnentreden etc., zodat schenders van de rechtsorde strafrechtelijk kunnen worden vervolgd.’ een voetnoot geplaatst, luidende: ‘* Op grond van artikel 3b van deze regeling is dit in vooraf voorzienbare gevaarzettende situaties, waarbij het aanwenden van geweldsmiddelen door de ambtenaar verwacht mag worden, voorbehouden aan ambtenaren die een krachtens artikel 2c, eerste lid, van het Besluit algemene rechtspositie politie aangewezen politieopleiding hebben voltooid.’

c. In de tabel met opschrift ‘Verantwoordelijkheid’ wordt in het veld dat begint met ‘De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbare initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:’ na de zinsnede ‘• neemt de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit in acht bij de toepassing van dwangmiddelen;’ een voetnoot geplaatst, luidende:

‘* Op grond van artikel 3b van deze regeling is dit in vooraf voorzienbare gevaarzettende situaties, waarbij het aanwenden van geweldsmiddelen door de ambtenaar verwacht mag worden, voorbehouden aan ambtenaren die een krachtens artikel 2c, eerste lid, van het Besluit algemene rechtspositie politie aangewezen politieopleiding hebben voltooid.’

d. In de tabel met opschrift ‘Verantwoordelijkheid’ wordt in het veld dat begint met ‘Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris onder begeleiding en met recht van overdracht:’ na de zinsnede ‘• dwangmiddelen toepassen;’ een voetnoot geplaatst, luidende:

‘* Op grond van artikel 3b van deze regeling is dit in vooraf voorzienbare gevaarzettende situaties, waarbij het aanwenden van geweldsmiddelen door de ambtenaar verwacht mag worden, voorbehouden aan ambtenaren die een krachtens artikel 2c, eerste lid, van het Besluit algemene rechtspositie politie aangewezen politieopleiding hebben voltooid.’

e. In de tabel met opschrift ‘Dynamiek’ wordt in het veld dat begint met ‘De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken.’ na de zinsnede ‘• het aanwenden van dwangmiddelen binnen de grenzen van subsidiariteit en subsidiariteit;’ een voetnoot geplaatst, luidende:

‘* Op grond van artikel 3b van deze regeling is dit in vooraf voorzienbare gevaarzettende situaties, waarbij het aanwenden van geweldsmiddelen door de ambtenaar verwacht mag worden, voorbehouden aan ambtenaren die een krachtens artikel 2c, eerste lid, van het Besluit algemene rechtspositie politie aangewezen politieopleiding hebben voltooid.’

f. In de tabel met opschrift ‘Dynamiek’ wordt in het veld dat begint met ‘De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken.’ na de zinsnede ‘• het nemen van de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit in acht bij de toepassing van dwangmiddelen;’ een voetnoot geplaatst, luidende:

‘* Op grond van artikel 3b van deze regeling is dit in vooraf voorzienbare gevaarzettende situaties, waarbij het aanwenden van geweldsmiddelen door de ambtenaar verwacht mag worden, voorbehouden aan ambtenaren die een krachtens artikel 2c, eerste lid, van het Besluit algemene rechtspositie politie aangewezen politieopleiding hebben voltooid.’

g. In de tabel met opschrift ‘Dynamiek’ wordt in het veld dat begint met ‘Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.’ na de zinsnede ‘• dwangmiddelen aanwenden en verdachten, getuigen, slachtoffers en aangevers horen;’ een voetnoot geplaatst, luidende:

‘* Op grond van artikel 3b van deze regeling is dit in vooraf voorzienbare gevaarzettende situaties, waarbij het aanwenden van geweldsmiddelen door de ambtenaar verwacht mag worden, voorbehouden aan ambtenaren die een krachtens artikel 2c, eerste lid, van het Besluit algemene rechtspositie politie aangewezen politieopleiding hebben voltooid.’

2. De functiebeschrijving Generalist Tactische Opsporing wordt als volgt gewijzigd:

a. Onder het opschrift ‘Kern van de functie’ wordt aan het einde van de tekst een nieuwe alinea toegevoegd, luidende:

‘Indien de medewerker is aangesteld voor de uitvoering van de politietaak en enkel een krachtens artikel 2c, tweede lid, van het Besluit algemene rechtspositie politie, aangewezen politieopleiding heeft voltooid, wordt de medewerker niet ingezet in situaties waarin sprake is van optreden in het publieke domein met herkenbaarheid en aanspreekbaarheid voor de burger op alle politietaken.’

b. Onder het opschrift ‘Activiteiten en resultaten’ wordt na de zin ‘Het aanwenden van strafvorderlijke dwangmiddelen waaronder het staande houden, aanhouden op en buiten heterdaad, voorgeleiden etc. van verdachten van misdrijven alsmede inbeslagneming, onderzoek aan en in kleding en aan het lichaam, binnentreden etc., zodat schenders van de rechtsorde strafrechtelijk kunnen worden vervolgd’ een voetnoot geplaatst, luidende:

‘* Op grond van artikel 3b van deze regeling is dit in vooraf voorzienbare gevaarzettende situaties, waarbij het aanwenden van geweldsmiddelen door de ambtenaar verwacht mag worden, voorbehouden aan ambtenaren die een krachtens artikel 2c, eerste lid, van het Besluit algemene rechtspositie politie aangewezen politieopleiding hebben voltooid.’

c. In de tabel met opschrift ‘Verantwoordelijkheid’ wordt in het veld dat begint met ‘De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbare initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:’ na de zinsnede ‘• neemt de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit in acht bij de toepassing van dwangmiddelen.’ een voetnoot geplaatst, luidende:

‘* Op grond van artikel 3b van deze regeling is dit in vooraf voorzienbare gevaarzettende situaties, waarbij het aanwenden van geweldsmiddelen door de ambtenaar verwacht mag worden, voorbehouden aan ambtenaren die een krachtens artikel 2c, eerste lid, van het Besluit algemene rechtspositie politie aangewezen politieopleiding hebben voltooid.’

d. In de tabel met opschrift ‘Verantwoordelijkheid’ wordt in het veld dat begint met ‘Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:’ na de zinsnede ‘• dwangmiddelen toepassen;’ een voetnoot geplaatst, luidende:

‘* Op grond van artikel 3b van deze regeling is dit in vooraf voorzienbare gevaarzettende situaties, waarbij het aanwenden van geweldsmiddelen door de ambtenaar verwacht mag worden, voorbehouden aan ambtenaren die een krachtens artikel 2c, eerste lid, van het Besluit algemene rechtspositie politie aangewezen politieopleiding hebben voltooid.’

e. In de tabel met opschrift ‘Dynamiek’ wordt in het veld dat begint met ‘De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken.’ na de zinsnede ‘• neemt de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit in acht bij de toepassing van dwangmiddelen,’ een voetnoot geplaatst, luidende:

‘* Op grond van artikel 3b van deze regeling is dit in vooraf voorzienbare gevaarzettende situaties, waarbij het aanwenden van geweldsmiddelen door de ambtenaar verwacht mag worden, voorbehouden aan ambtenaren die een krachtens artikel 2c, eerste lid, van het Besluit algemene rechtspositie politie aangewezen politieopleiding hebben voltooid.’

f. In de tabel met opschrift ‘Dynamiek’ wordt in het veld dat begint met ‘Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.’ na de zinsnede ‘• dwangmiddelen aanwenden en verdachten, getuigen, slachtoffers en aangevers horen;’ een voetnoot geplaatst, luidende:

‘* Op grond van artikel 3b van deze regeling is dit in vooraf voorzienbare gevaarzettende situaties, waarbij het aanwenden van geweldsmiddelen door de ambtenaar verwacht mag worden, voorbehouden aan ambtenaren die een krachtens artikel 2c, eerste lid, van het Besluit algemene rechtspositie politie aangewezen politieopleiding hebben voltooid.’

3. De functiebeschrijving Senior Intelligence wordt als volgt gewijzigd:

a. In de tabel met opschrift ‘Dynamiek’ in het veld dat begint met ‘De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken.’ vervalt ‘• neemt de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit in acht bij de toepassing van dwangmiddelen;’.

b. In de tabel met opschrift ‘Dynamiek’ in het veld dat begint met ‘Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.’ wordt ‘(gewelds)instructies’ vervangen door ‘instructies’.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Justitie en Veiligheid, F. van Oosten

TOELICHTING

Algemeen

In het Centraal Georganiseerd Overleg Politie (hierna: CGOP) van 5 juni 2025 is overeengekomen om het gehele vakgebied Tactische Opsporing als hybride aan te wijzen, in die zin dat het ook als vakgebied voor een executieve functie met specifieke inzet-aanstelling (hierna: ESI-aanstelling) kan worden aangemerkt, met uitzondering van de functies van Senior Tactische Opsporing en Operationeel Expert Tactische Opsporing. Ook is in het CGOP van 5 juni 2025 overeengekomen om de functiebeschrijving van de Senior Intelligence te wijzigen en de onjuistheid over de toepassing van dwangmiddelen in de desbetreffende functiebeschrijving te herstellen.

Over de inhoud van deze wijzigingsregeling is overeenstemming bereikt met de politievakorganisaties in het CGOP conform artikel 3, derde lid, van het Besluit overleg en medezeggenschap politie 1994.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel I, onderdelen A, B en C, eerste en tweede lid

ESI-aanstelling voor Medewerker Tactische Opsporing en Generalist Tactische Opsporing

De opsporing kampt met personeelstekorten. Een belangrijke reden hiervoor is dat er binnen de politie sprake is van onvoldoende instroom. Door een combinatie van arbeidsmarktkrapte en krapte in opleidingscapaciteit is de verwachting dat dit zonder ingrijpen niet op afzienbare tijd opgelost gaat worden. Als gekeken wordt naar het basiswerk in de opsporing is een initiële politieopleiding, inclusief geweldsbevoegdheden en aspecten die samenhangen met het werken in uniform in de fysieke publieke ruimte, niet noodzakelijk.

In een paritaire werkgroep wordt door de politievakorganisaties, het Ministerie van Justitie en Veiligheid en de politie samengewerkt aan de ontwikkeling van een nieuwe aanstellingsvorm. De bedoeling hiervan is dat dit tot een structurele oplossing zal leiden. Om, in afwachting hiervan, op korte termijn tot een oplossing te komen is overeengekomen om het vakgebied Tactische Opsporing aan te wijzen als vakgebied waarin ook executieve ambtenaren met enkel een specifieke opleiding kunnen worden geplaatst.

In juni 2018 (Stc. 2018, 36133) is de ambtenaar, aangesteld voor de politietaak, met specifieke inzetbaarheid geïntroduceerd. In de toelichting daarvan is erop gewezen dat in de toekomst behoefte kan zijn aan uitbreiding van vakgebieden waarbij een specifieke inzetbaarheid passend is. Indien met het CGOP wordt overeengekomen dat een executieve politieambtenaar met enkel een specifieke politieopleiding op een functie in een ander vakgebied van het Landelijk Functiegebouw Nederlandse Politie kan worden geplaatst, is het doel dat de minister ook dit vakgebied daartoe aan zal wijzen.

Omdat verwacht wordt dat de structurele oplossing gereed zal zijn vóórdat de nu aan te stellen Medewerkers en Generalisten Tactische Opsporing geschikt zijn voor de functies van Senior Tactische Opsporing en Operationeel Expert Tactische Opsporing, zijn deze functies niet in deze wijziging opgenomen.

Artikel I, onderdeel C, derde lid

Senior Intelligence

In de functiebeschrijving van de Senior Intelligence in de waarderingsindicator ‘Dynamiek’ wordt melding gemaakt van toepassing van dwangmiddelen, terwijl dat verder niet in de functiebeschrijving van de Senior Intelligence voorkomt. De toepassing van dwangmiddelen lijkt per abuis in de functiebeschrijving van de Senior Intelligence opgenomen te zijn. Daarom vervallen twee verwijzingen naar de toepassing van dwangmiddelen/geweldsinstructie in de functiebeschrijving van de Senior Intelligence. Deze aanpassing heeft geen gevolgen voor de waardering van de functie Senior Intelligence.

De Minister van Justitie en Veiligheid, F. van Oosten

Naar boven