Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 8 oktober 2025, kenmerk 4211604-1086495-LZ, houdende wijziging van de Regeling subsidies aardbevingsbestendige zorg in verband met verhoging van normbedragen, te realiseren nieuwbouw en correctie van een formule [KetenID WGK028234]

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 3 van de Kaderwet VWS-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling subsidies aardbevingsbestendige zorg wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 4.3 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het derde lid wordt ‘€ 112.218’ vervangen door ‘€ 120.218’.

2. In het vierde lid wordt ‘€ 81.492’ vervangen door ‘€ 87.302’.

3. In het vijfde lid wordt ‘€ 33.398’ vervangen door ‘€ 35.778’.

B

Artikel 4.3a, vijfde lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. De formule ‘D x 2,83 x 0,9’ wordt vervangen door ‘(C+D) x 2,83 x 0,9’.

2. Na ‘waarbij wordt verstaan onder:’ wordt een regel ingevoegd, luidende:

C: de reeds aan de instelling verleende subsidie op grond van hoofdstuk 2 van deze regeling.

C

In artikel 4.8 wordt onder vernummering van het derde lid tot vierde lid, een lid ingevoegd, luidende:

• 3. Artikel 4.3a is van overeenkomstige toepassing met dien verstande dat de formule van het bedrag van de totale bouwkosten voor de tweede of derde fase als volgt luidt:

  D x 2,83 x 0,9

  waarbij wordt verstaan onder:

  D: het bedrag van de subsidie voor het realiseren van nieuwbouw door de aanvrager, bedoeld in artikel 4.3, eerste lid.

ARTIKEL II

• 1. Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 oktober 2025. Indien de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst wordt uitgegeven na 1 oktober 2025, treedt deze regeling in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

• 2. Ten aanzien van onderdeel B werkt deze regeling terug tot en met 10 oktober 2023.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, J.A. Bruijn

TOELICHTING

1. Algemeen

De onderhavige regeling strekt tot wijziging van de Regeling subsidies aardbevingsbestendige zorg (hierna: de Regeling). De wijzigingen zijn:

• 1. Verhoging van de drie normbedragen voor nieuwbouw;

• 2. Correctie van een formule.

Verhoging van normbedragen voor te realiseren nieuwbouw

De normbedragen voor de te realiseren nieuwbouw zijn verhoogd. Het bedrag waarmee de normbedragen zijn verhoogd is een correctie voor de stelselmatig te laag uitvallende berekening van de subsidiehoogte voor nieuwbouw voor het onderdeel van de verhoogde bouwkosten, als bedoeld in artikel 4.3a van de Regeling.

Deze stelselmatige onderschatting is met de wijziging van 4 maart 2025 (Staatscourant 2025, 8812) onbedoeld ontstaan na het vervangen van de CBS tabel bouwkosten nieuwbouwwoningen van 2015 door die van 2021. Deze CBS tabel wordt gebruikt in de formule om de subsidiehoogte voor verhoogde bouwkosten te berekenen. Door de correctie in de normbedragen zijn de uitkomsten van de berekening van verhoogde bouwkosten nieuwbouw weer vergelijkbaar met de periode vóór de wijzigingsregeling van 4 maart 2025, waarmee de gewijzigde tabel van toepassing is verklaard.

Correctie van een formule

Bij de berekening van de subsidie voor verhoogde bouwkosten wordt een bepaald percentage genomen van het bedrag van de totale bouwkosten. Bij de berekening van dat bedrag voor totale bouwkosten werd de aan de instelling verleende subsidie voor voorbereiding nieuwbouw als bedoeld in de artikelen 2.1 en 2.2 van de Regeling in mindering gebracht. In de daaropvolgende berekening van de hoogte van de subsidie voor verhoogde bouwkosten leidde dit tot een lager subsidiebedrag dan was bedoeld. Dit is met deze wijziging gecorrigeerd.

Berekening administratieve lasten

De wijzigingsregeling heeft geen gevolgen voor de in de regeling toegelichte gevolgen voor de regeldruk.

2. Artikelsgewijs

Artikel I

Onderdeel A

De normbedragen voor het realiseren van nieuwbouw, genoemd in artikel 4.3 van de regeling, zijn verhoogd. Het normbedrag voor de realisatie van een intramurale plaats is opgehoogd met € 8.000, voor de realisatie van een kinderdagcentrumplaats met € 5.810 en voor een dagbestedingsplaats met € 2.380.

Onderdeel B

De formule om de grondslag voor de verhoogde bouwkosten te bepalen is gecorrigeerd. Bij de berekening van de subsidiehoogte voor de verhoogde bouwkosten werd gerekend met een bedrag waar de aan de instelling verleende subsidie ad € 750.000 voor de voorbereiding nieuwbouw op grond van hoofdstuk 2 van af was getrokken. Nu dit niet de bedoeling was, is besloten dat dit bedrag weer bij de totale bouwkosten opgeteld wordt in de formule voor de berekening van de subsidie voor verhoogde bouwkosten.

Onderdeel C

De nieuwbouw kan in fases worden gerealiseerd. Bij de eerste fase wordt de reeds verleende subsidie in mindering gebracht bij het bepalen van de hoogte van de subsidie. Bij de tweede en derde fase gebeurt dat niet. Daarom dient de correctie van de formule voor verhoogde bouwkosten als in onderdeel B bedoeld niet plaats te vinden bij de tweede en derde fase. Om deze reden is artikel 4.8 gewijzigd.

Artikel II

In afwijking van de minimale termijn tussen publicatie en inwerkingtreding van de regeling (zoals opgenomen in aanwijzing 4.17 van de Aanwijzingen voor de regelgeving), treedt deze regeling in werking met ingang van 1 oktober 2025. Hiervoor is gekozen omdat spoedige inwerkingtreding voor wat betreft onderdelen A en C gewenst is. In de verleningsbeschikkingen voor de reeds ingediende aanvragen en voor de nieuw in te dienen aanvragen kan dan rekening worden gehouden met de gewijzigde normbedragen. Voor wat betreft onderdeel B is terugwerkende kracht gerechtvaardigd. De wijziging is begunstigend en wijzigt de berekening van de verhoogde bouwkosten die sinds 4 oktober 2023, de datum waarop het artikel 4.3a van de Regeling in werking is getreden, in de Regeling is opgenomen. De eerder afgegeven subsidieverleningen zullen hiervoor ambtshalve worden herzien.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, J.A. Bruijn