Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur | Staatscourant 2025, 33946 | algemeen verbindend voorschrift (ministeriële regeling) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur | Staatscourant 2025, 33946 | algemeen verbindend voorschrift (ministeriële regeling) |
De Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur,
Gelet op
– verordening (EU) 2021/2115 van het Europees Parlement en de Raad van 2 december 2021 tot vaststelling van voorschriften inzake steun voor de strategische plannen die de lidstaten in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid opstellen (strategische GLB-plannen) en die uit het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) worden gefinancierd, en tot intrekking van Verordeningen (EU) nr. 1305/2013 en (EU) nr. 1307/2013 (PbEU 2021, L 435);
– verordening (EU) 2021/2116 van het Europees Parlement en de Raad van 2 december 2021 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1306/2013;
– verordening (EU) 2023/2854 van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 2023 betreffende geharmoniseerde regels inzake eerlijke toegang tot en eerlijk gebruik van data en tot wijziging van Verordening (EU) 2017/2394 en Richtlijn (EU) 2020/1828 (Dataverordening);
– artikelen 2a en 3 van de Kaderwet EZ-, LVVN- en KGG-subsidies;
– artikelen 15 en 19 van de Landbouwwet.
Besluit:
De Regeling Europese EZ-, LVVN- en KGG-subsidies 2021 wordt als volgt gewijzigd:
A
In de alfabetische volgorde wordt in artikel 5.6.1 de volgende begripsbepaling ingevoegd:
een apparaat dat geheel of gedeeltelijk automatisch functioneert op basis van elektronische of digitale besturing en specifiek ontworpen is of ingezet wordt voor het uitvoeren van landbouwactiviteiten;.
B
Artikel 5.6.2 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het zesde lid, onderdeel e, komt te luiden:
e. Het op orde brengen van digitale randvoorwaarden om digitale innovaties in de agrarische bedrijfsvoering en landbouwrobots te kunnen ontwikkelen of implementeren, om bij te dragen aan het versterken en versnellen van de groene transitie en het reduceren van arbeidsmarkttekorten door middel van een grotere inzet van digitalisering en landbouwrobots voor een toekomstbestendig landbouw- en voedselsysteem en een robuuste natuur.
2. Het achtste lid vervalt, onder vernummering van het negende, tiende en elfde lid tot achtste, negende en tiende lid.
3. In het tiende lid (nieuw) wordt ‘tiende lid’ vervangen door ‘negende lid’.
C
In artikel 5.6.4, vierde lid, onderdeel a, vervalt het tweede subonderdeel, onder vernummering van het derde subonderdeel tot tweede subonderdeel.
In de tabel horende bij artikel 3, tweede lid van de Regeling openstelling EZ-, LVVN- en KGG-subsidies 2025 wordt aan de rijen met betrekking tot Titel 5.6 een rij toegevoegd, luidende:
|
5.6.2, eerste lid en zesde lid, onderdeel e |
e. Het op orde brengen van digitale randvoorwaarden om digitale innovaties in de agrarische bedrijfsvoering en landbouwrobots te kunnen ontwikkelen of implementeren, om bij te dragen aan het versterken en versnellen van de groene transitie en het reduceren van arbeidsmarkttekorten door middel van een grotere inzet van digitalisering en landbouwrobots voor een toekomstbestendig landbouw- en voedselsysteem en een robuuste natuur. |
11-11-2025 t/m 7-1-2026 |
€ 10.470.000 |
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
's-Gravenhage, 5 oktober 2025
De Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, F.M. Wiersma
Met de voorliggende wijziging van de Regeling Europese EZ-, LVVN- en KGG-subsidies 2021 en van de Regeling openstelling EZ-, LVVN- en KGG-subsidies 2025 wordt de gewijzigde module EIP Digitalisering en Robotisering opengesteld van 11 november 2025 tot en met 7 januari 2026. Het openstellingsbudget bedraagt € 10.470.000. De kosten voor deze regeling (inclusief uitvoeringskosten) worden voor de helft door het Actieprogramma Digitalisering gedragen en voor de helft door het Innovatieprogramma Robots naar de boerenpraktijk
De subsidiemodule Samenwerken aan innovatie EIP (hierna: EIP-regeling) bestaat uit vijf thematische EIP-modules die apart worden opengesteld voor het aanvragen van subsidie. De module ‘EIP Digitalisering’ is met deze publicatie gewijzigd in ‘EIP Digitalisering en robotisering’. De wijziging heeft als doel innovaties met robots in de landbouw te versnellen waardoor op arbeid kan worden bespaard, de arbeidskwaliteit verbetert (minder zwaar, ongezond, vies of saai werk) en duurzaamheid in de agrarische bedrijfsvoering wordt bevorderd.
De motivatie voor het onderbrengen van het thema robotisering in de module ‘EIP Digitalisering’ is dat voor het functioneren van robots een goed ontwikkelde digitale omgeving noodzakelijk is. In het Actieprogramma Digitalisering1 wordt op implementatie van de juiste digitale randvoorwaarden gestuurd. Bij ontwikkeling van nieuwe robotdiensten kan worden aangesloten en doorgebouwd op doelen zoals die zijn opgenomen in het Actieprogramma.
EIP-regeling (voluit: subsidiemodule Samenwerken aan innovatie EIP)
De EIP-regeling is in mei 2023 opgenomen in de Regeling Europese EZ-, LVVN- en KGG-subsidies 2021, Titel 5.6. EIP staat voor Europese Innovatie Partnerschappen. Het doel van de EIP-regeling is het stimuleren van de (door)ontwikkeling van innovatieve initiatieven die bijdragen aan de transitie naar een duurzame en toekomstbestendige landbouw en de uitwisseling van kennis hierover. Om dit doel te bereiken wordt subsidie verstrekt aan samenwerkingsverbanden (‘operationele groepen’) die gezamenlijk projecten uitvoeren die bijdragen aan het doel van de subsidiemodule. De EIP-regeling is een uitwerking van de interventie voor innovatie binnen het Nationaal Strategisch Plan (NSP) waarmee het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) wordt uitgevoerd in Nederland in de periode 2023–2027.
Modulaire regeling
Oorspronkelijk bestond de EIP-regeling uit vier ’categorieën van activiteiten’ (artikel 6). De regeling heeft zich in de loop der tijd ontwikkeld tot een modulaire regeling met thematische modules die los van elkaar opengesteld kunnen worden voor het aanvragen subsidie. De EIP-regeling bestaat momenteel uit vijf modules:
A) EIP Generatievernieuwing;
B) EIP Dierenwelzijn: Verminderen staartcouperen in de varkenshouderij;
C) EIP Ontwerpfase gebiedsgerichte fieldlab
D) EIP Algemeen
E) EIP Digitalisering en Robotisering
Wijziging module E Digitalisering in Digitalisering en robotisering
Module E EIP Digitalisering wordt met deze wijziging van de regeling uitgebreid met het thema robotisering. Digitalisering en robotisering zijn thema’s die nauw met elkaar zijn verbonden. Voor aansturing van landbouwrobots (waaronder drones) zijn digitale infrastructuur, data en algoritmen noodzakelijk. Hiervoor moeten randvoorwaarden als connectiviteit, interoperabiliteit en wet & regelgeving op orde zijn. Deze aspecten worden geadresseerd in het Actieprogramma Digitalisering. Landbouwrobots kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan de toekomstbestendigheid, concurrentievermogen en verduurzaming van de agrarische sector. Dat geldt voor alle agrarische domeinen: landbouw, tuinbouw (ook onder glas) en veehouderij. Voorbeelden hiervan zijn:
• Door het vervangen van fysieke arbeid zoals plukken, aanbinden of snoeien door landbouwrobots wordt een ondernemer minder afhankelijk van steeds schaarsere arbeidskrachten en kan op loonkosten bespaard worden. Hierdoor kan een ondernemer zijn concurrentiepositie verbeteren. Landbouwrobots kunnen ook gevaarlijk, fysiek zwaar, repetitief, ongezond werk overnemen waardoor het aantrekkelijker wordt in de sector te werken.
• Door inzet van landbouwrobots kan worden gewerkt aan het verduurzamen van de agrarische bedrijfsvoering. Landbouwrobots zijn bijvoorbeeld zeer geschikt voor het uitvoeren van allerlei precisielandbouwactiviteiten zoals zaaien, bespuiten, wieden, bemesten en irrigeren. Door locatiespecifiek en zeer precies te doseren kan de impact op de omgeving sterk worden gereduceerd.
• Landbouwrobots kunnen ook op andere manieren bijdragen aan verduurzaming en productiviteitsverbetering. Door in een vroeg stadium ziekten, plagen of andere problemen in de teelt te detecteren en in te grijpen kan verdere besmetting worden voorkomen en verlies van productie worden beperkt. Inzet van lichte robots reduceert bodembelasting waardoor de bodemkwaliteit verbetert. Door gebruik van groene stroom voor robotactiviteiten kan gebruik van fossiele brandstoffen worden gereduceerd.
• Ondernemers kunnen landbouwrobots inzetten voor het managen van duurzame teeltmethoden die een grotere arbeidsinzet vragen. Voorbeelden zijn biologische teelten, pixelteelten, strokenteelten of natuurinclusieve teelten (bijvoorbeeld selectief maaibeheer voor weidevogelbescherming). De extra arbeidsinzet kan door landbouwrobots worden uitgevoerd.
• Landbouwrobots kunnen veel data verzamelen tijdens het productieproces. Deze data kunnen worden omgezet naar waardevolle informatie (KPI's) voor de ondernemer en ketenpartners zoals de voedingsindustrie, retailsector en overheden. Het is van belang dat deze gegenereerde data voldoen aan de geschetste randvoorwaarden van het Actieprogramma Digitalisering en dat de teler zeggenschap heeft over deze data.
Deze openstelling is bedoeld voor innovatieve ontwikkeltrajecten die gericht zijn op het verder brengen van digitalisering en robotisering in de land- en tuinbouw. Dit zijn bijvoorbeeld projecten die zich richten op het ontwikkelen, doorontwikkelen of toepasbaar maken van landbouwrobots in de praktijk (waaronder drones), of projecten die zich richten op de digitale randvoorwaarden die daarvoor op orde moeten zijn. Dan kan gedacht worden aan standaardisering, identificatie, data-zeggenschap, interoperabiliteit, algoritme-ontwikkeling, transparantie over datagebruik, dataportabiliteit, hergebruik van data, vertrouwelijkheid, privacy en cyberveiligheid ten behoeve van digitale innovatie en robotisering in de land- en tuinbouw.
Een voorbeeld van een typisch robotica-samenwerkingsverband dat werkt aan innovatie op het gebied van robotisering bestaat uit één of meer agrarische ondernemers, een technologie-ontwikkelaar/industriële partner en bijvoorbeeld een kennisinstelling, loonwerkers, product-, producenten-, keten- of brancheorganisaties/coöperaties en beheerders van digitale standaarden.
De module EIP Digitalisering en robotisering, volgt dezelfde uitvoeringssystematiek als de andere modules van de EIP-regeling, waardoor de rekensom voor het berekenen van de regeldruk vergelijkbaar is. Voor de module EIP Digitalisering en robotisering is bij de openstelling in 2025, € 10.470.000,– beschikbaar. De gemiddelde projectomvang is ca. € 350.000,–. Dit levert ongeveer 30 projecten op die gesubsidieerd kunnen worden. Per project wordt gerekend op 100 uur aan administratieve lasten, waarvan 50% door de aanvragers zelf en 50% door ingehuurde adviseurs. Uitgaande van een uurtarief van € 50,– voor eigen arbeid en € 78,– voor adviseurs, komt dit neer op € 6.400,– per project. De regeldruk bedraagt voor deze module € 192.000,– (30*€ 6.400,–). Uitgedrukt in een percentage is dit 1,8% ((€ 192.000,–/ € 10.470.000,–)*100%). De regeldruk is naar verwachting lager indien de aanvrager gebruik maakt van de Vereenvoudigde Kostenoptie (VKO) voor het berekenen van arbeidskosten of voor overige kosten.
Het Adviescollege Toetsing Regeldruk (ATR) heeft besloten om geen formeel advies uit te brengen, omdat er geen of beperkte gevolgen zijn voor de regeldruk.
Deze regeling treedt in werking op de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Daarmee wordt afgeweken van de systematiek van vaste verandermomenten van regelgeving, die inhoudt dat regelingen op vier momenten per jaar in werking treden en minimaal twee maanden voorafgaand gepubliceerd worden. In dit geval wordt afgeweken omdat de doelgroep van deze regeling gebaat is bij een spoedige inwerkingtreding.
Artikel I, onderdeel C werkt terug tot en met 3 juni 2025. Hierbij zijn de aanvragers van de module EIP Algemeen gebaat, omdat zij als gevolg hiervan kennisoverdrachtsactiviteiten alsnog voor 100%, in plaats van 80%, gesubsidieerd kunnen krijgen. Hiermee wordt een vergissing hersteld (zie de artikelsgewijze toelichting op het desbetreffende artikelonderdeel).
In artikel 5.6.1 wordt een begripsbepaling opgenomen van ‘landbouwrobot’. Een ‘robot’ is een apparaat dat geheel of gedeeltelijk automatisch functioneert op basis van elektronische of digitale besturing. Het betreft dus hardware, die in een praktijkomgeving data verzamelt, verwerkt, analyseert en/of toepast. Een robot heeft dikwijls sensoren voor het waarnemen en kunnen uitvoeren van taken. Robots worden aangestuurd door digitale instructies/ (AI)algoritmen/ decision-support systemen en kunnen actuatoren (bv grijpers, strooiers, schuivers) hebben voor het verrichten van handelingen. Robots kunnen in een vaste opstelling staan of kunnen (semi)autonoom voortbewegen; door lucht (inclusief drones), over land of door het water. Autonoom voortbewegende robots beschikken dikwijls (maar niet altijd) over plaatsbepalingssystemen zoals RTK-GPS en navigatiesystemen zoals automatische stuurinrichtingen. Robots kunnen worden ontworpen voor één specifieke taak of zijn configureerbaar voor meerdere taken. Onder ‘landbouwrobots’ worden robots verstaan die ontworpen zijn of ingezet worden voor het uitvoeren van landbouwactiviteiten. Het begrip landbouwactiviteiten wordt door lidstaten ingevuld op basis van artikel 4, tweede lid, van Verordening (EU) 2021/2115 en zijn in ieder geval activiteiten die nodig zijn om dieren te kunnen fokken of houden en gewassen te kunnen telen, zowel onbedekt of bedekt. Daarbij kan gedacht worden aan robots voor grondbewerking- en voorbereiding, zaaien en planten, verpotten en verspenen, maaien en dorsen, teeltverzorging zoals irrigatie, fertigatie, gewasbescherming en bemesting, oogsten, rooien en plukken, snoeien en opbinden, voederen, melken en weidebeheer. Maar ook robots voor nabewerkingen op (oogst)producten op het land- of tuinbouwbedrijf zoals koelen en bewaren, selecteren, sorteren, snijden, verpakken en klaarmaken voor transport voor verkoop of op het land- of tuinbouwbedrijf klaargemaakt worden voor verwerking in de keten vallen onder deze definitie.
In dit onderdeel worden drie wijzigingen doorgevoerd ten opzichte van de vorige openstelling van module E Digitalisering in 2024.
In punt 1 wordt het doel van de module in artikel 5.6.2. zesde lid, uitgebreid om de openstelling ook beschikbaar te maken voor projecten die bijdragen aan het ontwikkelen of implementeren van landbouwrobots in de praktijk. De projecten die hiervoor ingediend kunnen worden kunnen betrekking hebben op de doorontwikkeling van een bestaande landbouwrobot(dienst) of het ontwikkelen van een geheel nieuwe landbouwrobot. In dit laatste geval ligt het voor de hand dat zoveel mogelijk gebruik wordt gemaakt van robotcomponenten die commercieel verkrijgbaar zijn.
In de vorige openstelling van de module EIP Digitalisering in 2024 was het al mogelijk om projecten aan te dragen waarbij landbouwrobots een rol speelden. Met deze nieuwe openstelling hebben we voor ogen dat er relatief meer projecten worden opgestart die zich richten op het toepasbaar maken of de ontwikkeling van nieuwe landbouwrobots. De projecten moeten dus nog steeds bijdragen aan één of meerdere doelen en subdoelen van het LVVN Actieprogramma Digitalisering, ten behoeve van maatschappelijke opgaven zoals arbeidstekort en -kwaliteit, bodemkwaliteit, dierenwelzijn, waterkwaliteit, biodiversiteitsherstel en verdienvermogen. De rangschikkingscriteria en het beoordelingsproces blijven hetzelfde.
In punt 2 komt een eerdere vereiste van subsidieverlening in het achtste lid van artikel 5.6.2 te vervallen. Deze vereiste ging over een operationele groep van minimaal drie partijen met rolverdeling rondom datagebruik. Deze vereiste is vervallen omdat het in de praktijk bleek dat veel partijen meerdere datarollen kunnen hebben; datagebruiker, datahouder en/of data-ontvanger. Daarom wordt de aanwezigheid van één of meerdere rollen rondom datagebruik bij deze nieuwe openstelling van module e inhoudelijk beoordeeld door de beoordelingscommissie. Het blijft daarom nodig voor projectindieners om te benoemen welke rollen er in de operationele groep aanwezig zijn, maar er is geen harde eis meer dat er minstens drie partijen deelnemen die deze verschillende datarollen hebben.
In verband met het vervallen van het achtste lid worden de overige leden vernummerd en wordt een verwijzing aangepast in punt 3.
Zoals bij de vorige openstelling in 2024 zijn er twee categorieën subsidiabele kosten; bedrijfsmiddelen en operationele kosten waarvoor verschillende subsidiepercentages gelden. Bedrijfsmiddelen zijn bezittingen die voor langere tijd gebruikt kunnen worden in de reguliere bedrijfsvoering, zoals commercieel verkrijgbare pc’s, laptops, drones, (landbouw)robots, robotcomponenten en sensoren, alsook commercieel verkrijgbare softwarepakketten. Het gaat dus om soft- en hardware die ‘off the shelf’ in de bedrijfsvoering of op bestaande systemen kunnen worden ingepast. Het subsidiepercentage voor de noodzakelijke aanschaf van dergelijke bedrijfsmiddelen – hetgeen een investering vormt – bedraagt 40% en wordt alleen verstrekt voor het gebruik tijdens de duur van het project, ook in het geval van abonnementen, lease of lidmaatschappen. Indien het in het project gaat om soft- en hardware (zoals drones, landbouwrobots, robotica-componenten, algoritmen, softwarepakketten en dataplatforms) die noodzakelijkerwijs ontwikkeld, gebouwd of aangepast moeten worden om met het project een bijdrage te kunnen leveren aan de genoemde doelstellingen uit het LNV Actieprogramma Digitalisering en om het innovatieproject uit te kunnen voeren, vallen de kosten onder de uitvoeringskosten en operationele kosten, zoals benoemd in artikel 5.6.3, lid b, sub 2 waarvoor een subsidiepercentage van 100% geldt.
Bij de wijziging van de EIP-regeling voor de module EIP generatievernieuwing (Stcrt. 2025, 7535) is in artikel 5.6.4, vierde lid, onderdeel a, subonderdeel 2, opgenomen dat ‘kennisoverdrachtsactiviteiten’ subsidiabel zijn voor 80%. Bij deze wijziging is per abuis niet verduidelijkt dat, zoals opgenomen was in het NSP, dit percentage alleen zou gelden voor de module EIP generatievernieuwing en niet voor de andere EIP modules. Voor de andere modules vallen kennisoverdrachtsactiviteiten onder artikel 5.6.4, vierde lid, onderdeel a, subonderdeel 3 ‘overige subsidiabele kosten’, die 100% subsidiabel zijn. In de laatste wijziging van het NSP is ook voor de module inzake generatievernieuwing het percentage van 80% voor kennisoverdrachtsactiviteiten vervallen. Met de wijziging van artikel 5.6.4 wordt de regeling in lijn gebracht met het huidige NSP en wordt tegelijkertijd de eerdere vergissing hersteld.
Met dit artikel wordt de Regeling openstelling EZ-, LVVN- en KGG-subsidies 2025 gewijzigd. De module EIP Digitalisering en robotisering wordt opengesteld van 11 november 2025 tot en met 7 januari 2026. Voor deze openstelling is beleidsbudget beschikbaar van het Actieprogramma Digitalisering en van het innovatieprogramma Robots naar de boerenpraktijk. Dit betreft 50% uit het Actieprogramma Digitalisering en 50% uit het voorgenomen innovatieprogramma Robots naar de boerenpraktijk. In totaal is er een subsidieplafond van € 10.470.000,–.
Dit artikel regelt de inwerkingtreding. Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Artikel I, onderdeel C werkt terug tot en met 3 juni 2025. Deze datum is het moment van de start van de openstelling van de module EIP algemeen. Door het artikel tot dat moment terug te laten werken wordt verzekerd en benadrukt dat ook voor die openstelling kennisoverdrachtsactiviteiten voor 100% subsidiabel zijn.
De Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, F.M. Wiersma
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2025-33946.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.