Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 12 september 2025, kenmerk 4179615-1086476-DMO, houdende wijziging van de Regeling specifieke uitkering transformatiemiddelen IZA 2024–2027 in verband met de tweede verhoging van het uitkeringsplafond en enkele tekstuele aanpassingen [KetenID WGK028142]

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 3 en 5 van de Kaderwet VWS-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling specifieke uitkering transformatiemiddelen IZA 2024–2027 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 5, eerste lid, wordt ‘€ 46.742.677’ vervangen door ‘€ 64.742.677’.

B

Artikel 6, vierde lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan onderdeel b wordt toegevoegd ‘, inclusief vermelding van de mijlpaal of mijlpalen met bijbehorende bedragen, passend bij de begroting bedoeld in onderdeel c’.

2. In onderdeel c, vervalt ‘en gekoppeld aan de bij het transformatieplan behorende mijlpalen of mijlpalen’.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, J.A. Bruijn

TOELICHTING

Algemeen

1. Inleiding

Deze regeling behelst twee wijzigingen van de Regeling specifieke uitkering transformatiemiddelen IZA 2024–2027 (hierna: de Regeling). Ten eerste is het budgetplafond voor de tweede keer sinds de inwerkingtreding van de Regeling verhoogd. Ten tweede zijn enkele tekstuele wijzigingen doorgevoerd naar aanleiding van een onduidelijkheid in de formulering van artikel 6, vierde lid, onderdeel c, over het verband tussen de bij het transformatieplan behorende begroting en de in het plan opgenomen mijlpaal of mijlpalen.

2. Wijzigingen

Verhoging budgetplafond

De Regeling voorziet sinds 29 mei 2024 in de mogelijkheid dat gemeenten door middel van een specifieke uitkering (hierna: SPUK) de kosten van plannen voor impactvolle transformaties naar passende zorg gefinancierd kunnen krijgen. Gemeenten maken via de Regeling zodoende net als de zorgverzekeraars aanspraak op het totale budget aan transformatiemiddelen in het Zorgverzekeringsfonds.

Bij het opstellen van de Regeling is het uitkeringsplafond voor de looptijd van de Regeling relatief laag gehouden: € 17.297.000 (ten opzichte van circa € 2,4 miljard in totaal aan transformatiemiddelen). Dit had twee redenen:

  • 1. het aantal aanvragen en de omvang van het beroep op deze SPUK-regeling is onbekend; en

  • 2. de middelen die uit het Zorgverzekeringsfonds (vanuit de pot van circa € 2,4 miljard) worden overgeheveld naar de begroting van VWS en vervolgens onbenut blijven, kunnen niet meer teruggestort worden in het Zorgverzekeringsfonds ten behoeve van andere transformatieplannen.

In de toelichting bij de Regeling is expliciet vermeld dat zodra duidelijk wordt dat het plafond niet meer toereikend is voor plannen voor impactvolle transformaties met participatie van gemeenten, het budget wordt verhoogd, mits de pot van circa € 2,4 miljard in het Zorgverzekeringsfonds nog niet is uitgeput. Er zijn meer aanvragen voor transformatiemiddelen binnengekomen dan verwacht. Na de eerste verhoging van het uitkeringsplafond na inwerkingtreding van de Regeling, middels de wijzigingsregeling van 8 mei 20251, is het uitkeringsplafond met onderhavige wijzigingsregeling daarom opnieuw verhoogd.

Het bedrag van de verhoging van het plafond is gebaseerd op de plannen die door de twee marktleiders zorgverzekeraars in de betreffende regio zijn goedgekeurd of in consultatie zijn. Voor de plannen voor het sociaal domein die zijn goedgekeurd is voorlopig € 18 miljoen euro gereserveerd.

Op het bedrag van € 18 miljoen euro is reeds een percentage van 1,16% aan compensabele omzetbelasting (hierna: btw) in mindering gebracht.

De activiteiten waarvoor de uitkering wordt verstrekt kunnen activiteiten zijn waarover een gemeente btw verschuldigd is. De specifieke uitkering wordt niet verstrekt voor de btw die verschuldigd is over kosten van de activiteiten. De btw-component van 1,16% wordt afgedragen aan het BTW-Compensatiefonds.

Uit het voorgaande volgt dat het uitkeringsplafond is verhoogd van € 46.742.677 naar € 64.742.677.

Tekstuele wijzigingen

In artikel 6, vierde lid, is geregeld welke gegevens en bescheiden bij de aanvraag dienen te worden overgelegd. In artikel 6, vierde lid, onderdeel c, stond dat de bij het transformatieplan behorende mijlpalen of mijlpalen aan de begroting moesten zijn ‘gekoppeld’. Door deze formulering en de toelichting daarbij kon ten onrechte de indruk ontstaan dat het aan een mijlpaal verbonden bedrag nauw moet aansluiten bij de begroting. Met name als het gaat om een implementatietraject met inspanningsverplichtingen is niet realistisch dat exact per mijlpaal uitgewerkt kan worden welk deel van de begroting daarmee is gemoeid. Het gaat er slechts om dat de bedragen moeten passen bij de eveneens te overleggen begroting. In het licht van het voorgaande is in onderdeel b expliciet tot uitdrukking gebracht dat er een afschrift van de overeenkomst transformatieplan moet worden overgelegd, inclusief vermelding van de mijlpaal of mijlpalen met bijbehorende bedragen, die moeten passen bij de begroting.2

3. Gevolgen voor de regeldruk

Deze wijzigingsregeling behelst geen inhoudelijke wijzigingen. Op grond van de generieke afspraken tussen het Rijk en Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) is de Regeling uitgezonderd van toetsing door de ATR. De Regeling brengt naar haar aard geen regeldrukeffecten voor burgers en het bedrijfsleven met zich mee, omdat deze enkel betrekking heeft op gemeenten.

4. Staatssteun

Gemeenten dienen bij de besteding van de specifieke uitkering alert te zijn op de staatssteunregels en de aanbestedingsregels, die van toepassing kunnen zijn.3

Artikelsgewijs

Artikel II

Deze regeling treedt in afwijking van de systematiek van vaste verandermomenten (aanwijzing 4.17 van de Aanwijzingen voor de regelgeving) in werking met ingang van de dag na publicatie. Er wordt dus niet met inwerkingtreding gewacht tot 1 oktober 2025. Afwijking van de vaste verandermomenten is gerechtvaardigd omdat het tot deze wijziging geldende uitkeringsplafond al ruim voor 1 oktober 2025 wordt bereikt. Een snelle inwerkingtreding is dus van groot belang voor de gemeenten en de bij de overige bij de transformatieplannen betrokken partijen zodat aanvragen niet hoeven worden afgewezen vanwege overschrijding van het plafond.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, J.A. Bruijn


X Noot
2

In het Verantwoordingskader transformatieplannen van de NZa voor transformatiemiddelen die worden uitbetaald via de Zvw-betaaltitel en de Wlz-betaaltitel is ook opgenomen dat bij de overeenkomst een bijlage wordt opgenomen met vermelding van de mijlpalen met bijbehorende bedragen (zie https://www.dejuistezorgopdejuisteplek.nl/.uc/faed677f60102e4a80100c65b6702579a91bc92867cab00/Verantwoordingskader%20transfomatieplannen%20NZa.pdf).

X Noot
3

Zie hiervoor ook: Stcrt. 2024, 17398, ‘6. Staatssteun’, p. 14 e.v.

Naar boven