Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 8 mei 2025, kenmerk 4084757-1081169-DMO, houdende wijziging van de Regeling specifieke uitkering transformatiemiddelen IZA 2024–2027 in verband met het verhogen van het uitkeringsplafond [KetenID WGK027695]

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 3 en 5 van de Kaderwet VWS-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling specifieke uitkering transformatiemiddelen IZA 2024–2027 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 5, eerste lid, wordt ‘€ 17.297.000’ vervangen door ‘€ 46.742.677’.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M. Agema

TOELICHTING

Algemeen

De Regeling specifieke uitkering transformatiemiddelen IZA 2024–2027 (hierna: de Regeling) voorziet sinds 29 mei 2024 in de mogelijkheid dat gemeenten door middel van een specifieke uitkering (hierna: SPUK) de kosten van plannen voor impactvolle transformaties naar passende zorg gefinancierd kunnen krijgen. Gemeenten maken via de Regeling zodoende net als de zorgverzekeraars aanspraak op het totale budget aan transformatiemiddelen in het Zorgverzekeringsfonds.

Bij het opstellen van de Regeling is het uitkeringsplafond voor de looptijd van de Regeling relatief laag gehouden: € 17.297.000 (ten opzichte van circa € 2,4 miljard in totaal aan transformatiemiddelen). Dit had twee redenen:

  • 1. het aantal aanvragen en de omvang van het beroep op deze SPUK-regeling is onbekend en

  • 2. de middelen die uit het Zorgverzekeringsfonds (vanuit de pot van circa € 2,4 miljard) worden overgeheveld naar de begroting van VWS en vervolgens onbenut blijven, kunnen niet meer teruggestort worden in het Zorgverzekeringsfonds ten behoeve van andere transformatieplannen.

In de toelichting bij de Regeling is expliciet vermeld dat zodra duidelijk wordt dat het plafond niet meer toereikend is voor plannen voor impactvolle transformaties met gemeenten, het budget wordt verhoogd, mits de pot van circa € 2,4 miljard in het Zorgverzekeringsfonds nog niet is uitgeput. Met onderhavige wijzigingsregeling is het uitkeringsplafond voor de eerste keer na inwerkingtreding van de Regeling verhoogd.

Het bedrag waarmee het plafond wordt verhoogd is gebaseerd op de plannen die door de twee marktleiders zorgverzekeraars in de betreffende regio zijn goedgekeurd of in consultatie zijn. De plannen vertegenwoordigen in totaal een bedrag van ongeveer € 300 miljoen euro; daarvan wordt voorlopig € 30 miljoen euro gereserveerd voor het sociaal domein.

Op het bedrag van € 30 miljoen euro is reeds een percentage van 1,16% aan compensabele omzetbelasting (hierna: btw) in mindering werd gebracht.

De activiteiten waarvoor de uitkering wordt verstrekt kunnen activiteiten zijn waarover een gemeente btw verschuldigd is. De specifieke uitkering wordt niet verstrekt voor de btw die verschuldigd is over kosten van de activiteiten. De btw-component van 1,16% wordt afgedragen aan het BTW-Compensatiefonds.

Daarnaast zijn de kosten voor de afhandeling van de SPUK-aanvragen door de Dienst Uitvoering Subsidies aan Instellingen (DUS-I) in het nieuwe subsidieplafond verwerkt. Het hiervoor benodigde bedrag was al in mindering gebracht op het transformatiemiddelen-budget dat bij inwerkingtreding van de Regeling was overgeheveld naar de VWS-begroting. Deze kosten bedragen voor de gehele looptijd van de Regeling € 206.323,13.

Uit het voorgaande volgt dat het uitkeringsplafond is verhoogd van € 17.297.000 naar € 46.742.677.

Gevolgen voor de regeldruk

Deze wijzigingsregeling behelst geen inhoudelijke wijzigingen. Op grond van de generieke afspraken tussen het Rijk en Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) is de Regeling uitgezonderd van toetsing door de ATR. De Regeling brengt naar haar aard geen regeldrukeffecten voor burgers en het bedrijfsleven met zich mee, omdat deze enkel betrekking heeft op gemeenten.

Staatssteun

Gemeenten dienen bij de besteding van de specifieke uitkering alert te zijn op de staatssteunregels en de aanbestedingsregels, die van toepassing kunnen zijn.1

Artikelsgewijs

Artikel II

Deze regeling treedt in afwijking van de systematiek van vaste verandermomenten (aanwijzing 4.17 van de Aanwijzingen voor de regelgeving) in werking met ingang van de dag na publicatie. Er wordt dus niet met inwerkingtreding gewacht tot 1 juli 2025. Afwijking van de vaste verandermomenten is gerechtvaardigd omdat het voorafgaand aan onderhavige wijziging geldende subsidieplafond al ruim voor 1 juli 2025 wordt bereikt. Een snelle inwerkingtreding is dus van groot belang voor de gemeenten en de bij de overige bij de transformatieplannen betrokken partijen.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M. Agema


X Noot
1

Zie hiervoor ook: Stcrt. 2024, 17398, ‘6. Staatssteun’, p. 14 e.v.

Naar boven