Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 16 januari 2025, nr. WJZ/49750042, houdende wijziging van de Mediaregeling 2008 in verband met het aanleveren van stukken en informatie over de verplichte investering in Nederlands cultureel audiovisueel product

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Gelet op artikel 3.29h, derde lid, van de Mediawet 2008;

Besluit:

ARTIKEL I

De Mediaregeling 2008 wordt als volgt gewijzigd:

Na artikel 17 wordt een nieuwe paragraaf ingevoegd, die luidt:

Paragraaf 3.3 Informatieplicht investeringsverplichting

Artikel 17a
  • 1. Ter uitvoering van artikel 3.29h, eerste lid, van de wet levert een media-instelling in ieder geval een controleverklaring aan door een externe accountant over de hoogte en samenstelling van de relevante omzet die verband houdt met alle door die media-instelling aangeboden commerciële mediadiensten op aanvraag in het betreffende boekjaar.

  • 2. Het eerste lid is alleen van toepassing op een media-instelling die in het betreffende boekjaar ten minste één commerciële mediadienst op aanvraag aanbiedt met een relevante omzet van 10 miljoen euro of meer.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 april 2025.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, E.E.W. Bruins

TOELICHTING

Inleiding

Het Commissariaat voor de Media (hierna: Commissariaat) houdt toezicht op de uitvoering van de verplichte investering in Nederlands cultureel audiovisueel product door aanbieders van commerciële mediadiensten op aanvraag.1 Deze investeringsverplichting is op 1 januari 2024 in werking getreden.2 Om effectief toezicht te kunnen houden is van belang dat het Commissariaat over de nodige informatie en stukken beschikt.

Grondslag

Op grond van artikel 3.29h van de Mediawet 2008 informeren betrokken media-instellingen het Commissariaat jaarlijks vóór 1 juli over de hoogte en de samenstelling van de relevante omzet en over de uitvoering van de investeringsverplichting in het voorgaande boekjaar. Dit artikel bevat in het derde lid een delegatiegrondslag om bij ministeriële regeling nadere regels te stellen over het aanleveren van stukken of informatie bij het Commissariaat.

Gegevens over de omzet van ondernemingen zijn niet zomaar te raadplegen, aangezien het bedrijfsvertrouwelijke informatie betreft. Daarnaast wordt de investeringsverplichting uitsluitend berekend over de relevante omzet. De componenten van de relevante omzet zijn omzet uit reclameboodschappen, abonnementen, gebruikerstransacties, sponsoring en productplaatsing, zoals beschreven in het derde lid artikel 3.29e van de Mediawet 2008. Het Commissariaat heeft voor het toezicht inzicht nodig in de hoogte en samenstelling van de relevante omzet.

Relevante omzet

De relevante omzet wordt bepaald per te onderscheiden mediadienst op aanvraag. De controleverklaring van een media-instelling die meerdere commerciële mediadiensten op aanvraag aanbiedt, ziet op de totale relevante omzet. Dus ook wanneer de relevante omzet van een of meer van deze mediadiensten op aanvraag onder de € 10 miljoen blijft in een boekjaar, wordt deze omzet meegenomen in de controleverklaring. Deze keuze is gemaakt om te voorkomen dat een media-instelling die meerdere diensten aanbiedt relatief minder hoeft te investeren dan een media-instelling die één dienst aanbiedt. Dit kan het geval zijn als eerstgenoemde media-instelling de omzet over zijn verschillende diensten verdeelt.

Betrokken partijen

De verplichting om het Commissariaat jaarlijks te informeren geldt voor alle media-instellingen die een commerciële mediadienst op aanvraag aanbieden en in Nederland een omzet van ten minste € 10 miljoen genereren in een gegeven boekjaar. Op basis van deze regeling is een media-instelling verplicht een controleverklaring aan te leveren als met ten minste één van de aangeboden commerciële mediadiensten op aanvraag een relevante omzet van € 10 miljoen of meer wordt gegenereerd in een boekjaar. Ten aanzien van andere media-instellingen komt aan het Commissariaat als toezichthouder de reguliere bevoegdheid toe om alsnog een accountantscontrole op de relevante omzet op te vragen.

Regeldruk

De onderhavige regeling is voorgelegd aan het Adviescollege Toetsing Regeldruk (ATR). De regeling is door het ATR niet geselecteerd voor een formeel advies.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, E.E.W. Bruins

Naar boven