Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | Staatscourant 2025, 29880 | algemeen verbindend voorschrift (ministeriële regeling) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | Staatscourant 2025, 29880 | algemeen verbindend voorschrift (ministeriële regeling) |
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Gelet op de artikelen 1.3, 2.12, onderdeel d, onder 3°, 3.24, vijfde lid, 3.25, tweede lid, 3.26, derde lid, 3.27, achtste en negende lid, 6.9, vierde lid, 7.4, vijfde lid, en 9.6a, vijfde lid, van de Wet studiefinanciering 2000, artikel I, onderdeel G en H, van de Wet van 19 november 2009 tot wijziging van de Wet studiefinanciering 2000 in verband met de invoering van de OV-chipkaart (Stb. 2009, 529), artikel II, onderdeel A, van de Wet van 3 juni 2023 tot wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, de Wet studiefinanciering 2000 en de Wet voortgezet onderwijs 2020 houdende de verankering van het experiment educatieve module en enkele andere aangelegen wijzigingen op het gebied van de lerarenopleiding (Stb. 2023, 192), artikel 21b, derde lid, van het Besluit studiefinanciering 2000, de artikelen 6.1, vijfde lid, en 7.4a, vijfde lid, van de Wet studiefinanciering BES, de artikelen 1.3, tweede lid, 4.12, tweede lid, 5.6, eerste lid, 7.3, vierde lid, 8.1, eerste lid, en 9.4, eerste lid, van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten, en de artikelen 4, vierde lid, 6, tweede lid, onderdeel c, en vierde lid, 7, tweede lid, onderdeel d, en derde lid, en 14, tweede lid, onderdeel d, van het Uitvoeringsbesluit Les- en cursusgeldwet 2000;
Besluit:
De Regeling studiefinanciering 2000 wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 2.3, tweede lid, en artikel 2.7, derde lid, wordt ‘het burgerservicenummer waaronder hijzelf is geregistreerd bij de rijksbelastingdienst’ vervangen door ‘zijn burgerservicenummer’.
B
Artikel 2a.2 vervalt.
C
In de artikelen 4.2, tweede lid, 4.3, tweede lid, 4.5, derde en vierde lid, en 4.6, eerste lid, onderdeel a en b, wordt ‘vervoersbedrijven’ telkens vervangen door ‘vervoerbedrijven’.
D
Aan artikel 4.7, vijfde lid, wordt een punt toegevoegd.
E
In artikel 4.8 vervalt ‘openbaar’ en wordt na ‘vervoerprijs’ ingevoegd ‘bij de vervoerbedrijven’.
F
In de artikelen 4a.2, opschrift, eerste, tweede en vierde lid, en 4a.3, eerste lid, wordt ‘Inspectie SZW’ telkens vervangen door ‘Nederlandse Arbeidsinspectie’.
G
Artikel 6.1 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het vijfde lid wordt ‘wordt het bedrag aan studiefinanciering’ vervangen door ‘wordt de debiteur verzocht om het bedrag aan studiefinanciering’ en wordt ‘op eerste vordering binnen 30 dagen geheel terugbetaald’ vervangen door ‘binnen 30 dagen geheel terug te betalen’.
2. Het zesde lid komt te luiden:
6. Indien het bedrag, bedoeld in het vijfde lid, binnen 30 dagen niet geheel is terugbetaald, wordt het openstaande bedrag van rechtswege omgezet in een lening als bedoeld in artikel 1.1 van de wet op de eerste dag van de maand na de laatst mogelijke verrekening, bedoeld in het eerste lid. Deze lening wordt rentedragend met ingang van het tijdstip van die omzetting. Artikel 6.4, derde lid, van de wet is bij de berekening van de rente van overeenkomstige toepassing.
3. Het zevende tot en met negende lid vervallen.
H
Artikel 7.2 vervalt.
I
Artikel 7.3 vervalt.
J
Artikel 7.4 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid vervalt, onder vernummering van het tweede en derde lid tot eerste en tweede lid.
2. In het eerste lid (nieuw) wordt ‘acceptgirokaart’ vervangen door ‘betalingsverzoek’.
K
Artikel 7.5 vervalt.
L
Artikel 7.6 vervalt.
M
Artikel 8.1 vervalt.
N
Bijlage behorende bij artikel 6a.1 vervalt.
De Regeling studiefinanciering BES wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 3a.1 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid wordt ‘augustus’ vervangen door ‘juli’.
2. In het derde lid wordt ‘september’ vervangen door ‘juli’.
B
In de artikelen 3b.2, opschrift, eerste, tweede en vierde lid, en 3b.3, eerste lid, wordt ‘Inspectie SZW’ telkens vervangen door ‘Nederlandse Arbeidsinspectie’.
De Regeling tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1.1 wordt als volgt gewijzigd:
2. In de eerste regel vervalt ‘Begripsbepalingen’.
B
Artikel 2.1 wordt als volgt gewijzigd:
2. In de eerste regel vervalt ‘Formulieren’.
C
Artikel 2.2 wordt als volgt gewijzigd:
2. In de eerste regel vervalt ‘Verstrekking gegevens’.
3. In het eerste lid vervalt ‘hoofdstuk 3 of’.
D
Artikel 2.3 vervalt.
E
Artikel 2.4 wordt als volgt gewijzigd:
2. In de eerste regel vervalt ‘Langdurige afwezigheid in het vavo’.
F
In de artikelen 2a.2, opschrift, eerste, tweede, en vierde lid, en 2a.3, eerste lid, wordt ‘Inspectie SZW’ telkens vervangen door ‘Nederlandse Arbeidsinspectie’.
G
Artikel 3.1 wordt als volgt gewijzigd:
2. In de eerste regel vervalt ‘Verrekening na herziening’.
H
Artikel 3.2 wordt als volgt gewijzigd:
2. In de eerste regel vervalt ‘Terugbetaling na herziening’.
I
Artikel 3.3 wordt als volgt gewijzigd:
2. In de eerste regel vervalt ‘Aanpassing’.
J
Artikel 4.1 wordt als volgt gewijzigd:
2. In de eerste regel vervalt ‘Verrekening met onderwijsbijdrage’.
3. In de eerste zin wordt ‘de hoofdstukken 3 en’ vervangen door ‘hoofdstuk’.
4. In de tweede zin vervalt ‘artikel 3.8, derde lid, dan wel’.
K
Artikel 4.2 wordt als volgt gewijzigd:
2. In de eerste regel vervalt ‘Tijdstip van uitbetaling’.
3. Het eerste tot en met derde lid vervallen, onder vernummering van het vierde en vijfde lid tot eerste en tweede lid.
4. Het zesde en zevende lid vervallen.
L
Artikel 4.3 wordt als volgt gewijzigd:
2. In de eerste regel vervalt ‘Wijze van uitbetaling’.
M
Artikel 5.1 wordt als volgt gewijzigd:
2. In de eerste regel vervalt ‘Verstrekken van inlichtingen’.
N
Hoofdstuk 6 vervalt.
O
Artikel 7.1 vervalt.
P
Artikel 7.2 wordt als volgt gewijzigd:
2. In de eerste regel vervalt ‘Inwerkingtreding’.
Q
Artikel 7.3 wordt als volgt gewijzigd:
2. In de eerste regel vervalt ‘Citeertitel’.
De Regeling Les- en cursusgeldwet wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
1. In de begripsbepaling ‘cursusgeldperiode’ wordt ‘cursusjaar’ vervangen door ‘studiejaar’.
2. In de begripsbepaling ‘lesgeld’ wordt ‘schooljaar’ vervangen door ‘studiejaar’.
3. De begripsbepaling ‘schooljaar’ vervalt.
B
In de artikelen 4, eerste lid, 5, eerste en tweede lid, 6, onderdelen a tot en met c, en 7, tweede lid, onderdelen c tot en met e, wordt ‘leerling’ telkens vervangen door ‘onderwijsdeelnemer’.
C
In de artikelen 4, eerste lid, en 7, tweede lid, onderdeel c, wordt ‘schooljaar’ vervangen door ‘studiejaar’.
1. Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 september 2025, met uitzondering van artikel IV.
2. Indien het bij koninklijke boodschap van 13 maart 2025 ingediende voorstel van wet tot wijziging van wetten op het terrein van onderwijs, cultuur en wetenschap in verband met het repareren van wetstechnische en redactionele vergissingen en verschrijvingen (Kamerstukken 36 707) tot wet is of wordt verheven en artikel I, onderdelen A tot en met D, van die wet in werking treden, treedt artikel IV van deze regeling op hetzelfde tijdstip in werking.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, E.E.W. Bruins
Regelgeving moet toegankelijk zijn, artikelen leesbaar en verwijzingen kloppend. Regelingen of delen daarvan die materieel geen betekenis meer hebben, behoren te worden ingetrokken en wetstechnische gebreken moeten worden hersteld. Voor wetgeving stelt het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) periodiek een reparatiewet op om wetgeving te onderhouden en wetgevingskwaliteit te borgen. Voor ministeriële regelingen is geen periodieke reparatieregeling voorzien. Daarom is deze Verzamelregeling studiefinanciering (SF) ontworpen voor alle regelingen op het terrein van studiefinanciering. Hiermee zijn verschillende verschrijvingen en onjuiste verwijzingen in deze regelingen gecorrigeerd. De regelgeving is waar nodig geactualiseerd in lijn met het uitvoeringsbeleid van de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO). Het gaat hierbij nadrukkelijk niet om beleidswijzigingen, maar enkel om formalisering van de bestaande, geaccepteerde situatie. De gewijzigde regelingen betreffen de Regeling studiefinanciering 2000 (RSF 2000), Regeling studiefinanciering BES (RSF BES), Regeling tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten (RTOS) en Regeling Les- en cursusgeldwet.
De wijzigingen zijn technisch en redactioneel van aard en hebben daarom geen gevolgen. In het artikelsgewijze deel van de toelichting wordt nader ingegaan op de verschillende wijzigingen.
Deze wijzigingsregeling bevat verschillende wijzigingen van technische en taalkundige aard. De wijzigingen worden achtereenvolgens opgesomd en beknopt toegelicht. Daarbij is aangegeven welke wijzigingen technisch van aard zijn en welke beleidsmatig.
Er zijn geen reacties ontvangen op de openbare internetconsultatie.
De Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) heeft aangegeven dat de wijzigingen in deze regeling geen consequenties hebben voor de uitvoering door DUO.
ATR heeft het dossier niet geselecteerd voor een formeel advies, omdat het geen omvangrijke gevolgen voor de regeldruk heeft.
(Wijziging van artikelen 2.3 en 2.7 RSF 2000)
Op grond van artikel 2.3 kon een student vroeger studiefinanciering aanvragen met behulp van het sociaal-fiscaal nummer dat door de rijksbelastingdienst was toegekend. De aanvulling bij het sociaal-fiscaal nummer ‘waaronder hijzelf is geregistreerd bij de rijksbelastingdienst’ komt dus uit die tijd. Inmiddels is het sociaal-fiscaal nummer vervangen door het burgerservicenummer en is deze aanvulling overbodig. Dit is ook van toepassing op artikel 2.7. Deze aanvulling is daarom geschrapt, waarmee het gebruik van de term ‘burgerservicenummer’ in de regeling ook weer in lijn is met andere vigerende regelgeving.
(Wijziging van artikel 2a.2 RSF 2000)
Op grond van artikel 2a.2 kwamen ho-studenten die een module volgden die deel uitmaakte van het experiment vraagfinanciering in aanmerking voor levenlanglerenkrediet. Dit experiment is per 1 februari 2025 vervallen. Daarom is dit artikel vervallen.
(Wijziging van artikelen 4.2, tweede lid, 4.3, tweede lid, 4.5, derde en vierde lid, en 4.6, eerste lid, onderdeel a en b, RSF 2000)
In de begripsbepalingen van de WSF 2000 wordt gesproken over ‘vervoerbedrijf’. In het kader van eenduidigheid is deze schrijfwijze overgenomen in de regeling.
(Wijziging van artikel 4.8 RSF 2000)
In de regeling is verduidelijkt dat de student vervoer krijgt door en de vervoerprijs betaalt bij de vervoerbedrijven.
(Wijziging van artikelen 4a.2, opschrift, eerste, tweede en vierde lid, en 4a.3, eerste lid, RSF 2000)
De naam van de Inspectie SZW is veranderd in Nederlandse Arbeidsinspectie per 1 januari 2022. Deze naam is daarom in de regeling gewijzigd.
(Wijziging van artikel 6.1, vijfde tot en met negende lid, RSF 2000)
Artikel 6.1 regelt op welke wijze te veel uitbetaalde studiefinanciering, indien mogelijk, verrekend wordt. Als er geen verrekening mogelijk is, dient de te veel uitbetaalde studiefinanciering terugbetaald te worden binnen 30 dagen. Het zesde tot en met negende lid boden de debiteur de mogelijkheid om te verzoeken om een betalingsregeling waarbij het bedrag in maximaal 24 maandtermijnen terugbetaald dient te worden tegen wettelijke rente.1 De maandtermijnen dienen ten minste 208,65 euro per maand in 2025 te bedragen.
In de praktijk stuurt DUO bij een terugvordering van studiefinanciering een betaalverzoek aan de debiteur. Als deze het betaalverzoek niet kan of wil voldoen binnen 30 dagen, wordt de openstaande vordering geboekt bij de langlopende, rentedragende studielening, die tegen gunstige voorwaarden in 35 jaar moet worden afgelost. Als een debiteur geen of beperkte draagkracht heeft, betaalt deze conform de geldende terugbetaalvoorwaarden minder of niets terug. Een debiteur heeft altijd de mogelijkheid om kosteloos meer af te lossen. De bepalingen die het mogelijk maken om in 24 maanden terug te betalen zijn daardoor in de regel ongunstig. Ook is dit een vereenvoudiging voor de uitvoering. Dit artikel is gewijzigd, zodat deze aansluit bij de praktijk.
(Wijziging van artikelen 7.2 en 7.3 RSF 2000)
Deze artikelen waren benodigd in verband met de conversie van gulden naar euro. Deze artikelen zijn niet meer relevant en zijn daarom vervallen.
(Wijziging van artikel 7.4, eerste en tweede lid, RSF 2000)
Het eerste lid is vervallen. Dit lid was benodigd in verband met de conversie van gulden naar euro. In het eerste lid (nieuw) is ‘acceptgirokaart’ vervangen door ‘betalingsverzoek’. Dit sluit aan bij de huidige praktijk. De acceptgirokaart is afgeschaft en gebruikt DUO niet meer.
(Wijziging van artikel 7.5 RSF 2000)
Dit artikel was benodigd in verband met de conversie van gulden naar euro. Dit artikel is niet meer relevant en is daarom vervallen.
(Wijziging van artikelen 7.6 en 8.1 RSF 2000)
Deze artikelen zijn niet meer relevant en zijn daarom vervallen. Deze artikelen hadden te maken met de overgang in 2000 van de Wet op de studiefinanciering (WSF) naar de WSF 2000.
(Wijziging van de bijlage bij artikel 6a.1 RSF 2000)
Eerder is artikel 6a.1 vervallen. Abusievelijk is daarbij de bijlage bij dit artikel niet vervallen. Dat is nu alsnog gebeurd.
(Wijziging van artikel 3a.1 RSF BES)
Op grond van artikel 3a.1 krijgen studenten die studeren in Barbados, Canada, Colombia, Puerto Rico of de VS studiefinanciering BES uitbetaald in twee termijnen, in afwijking van de reguliere maandelijkse uitbetalingssystematiek. Deze studenten moeten vaak aan het begin van een semester in één keer een groot bedrag betalen aan de onderwijsinstelling voor het volgen van onderwijs, maar ook voor bijvoorbeeld huisvesting. Door de systematiek van twee grotere betalingen in plaats van maandelijkse betalingen, wordt voorkomen dat deze studenten in financiële nood komen. Voorheen was in artikel 3a.1 geregeld dat de voorschotten voor mbo-studenten uitgekeerd worden in augustus en december en voor ho-studenten in september en december. In de praktijk worden de bedragen voor zowel mbo- als ho-studenten uitgekeerd in juli en december, omdat de betalingen aan de onderwijsinstelling vóór de start van het semester moeten worden voldaan. Artikel 3a.1 is dan ook zodanig gewijzigd dat aangesloten wordt bij de praktijk.
(Wijziging van artikel 3b.2, opschrift, eerste, tweede en vierde lid, en 3b.3, eerste lid, RSF BES)
De naam van de Inspectie SZW is veranderd in Nederlandse Arbeidsinspectie per 1 januari 2022. Deze naam is daarom in de regeling gewijzigd.
(Wijziging van de artikelen 1.1, 2.1, 2.2, 2.4, 3.1, 3.2, 3.3, 4.1, 4.2, 4.3, 5.1, 7.2, en 7.3 RTOS)
Het opschrift van de artikelen is niet juist. Dit wordt gecorrigeerd.
(Wijziging van de artikelen 2.3, 4.1, en 4.2 RTOS)
Deze artikelen verwezen naar vervallen hoofdstukken in de wet en zijn daarom vervallen. Het betreft verwijzingen naar hoofdstuk 3 en hoofdstuk 10 van de WTOS.
(Wijziging van de artikelen 2a.2, en 2a.3, eerste lid, RTOS)
De naam van de Inspectie SZW is veranderd in Nederlandse Arbeidsinspectie per 1 januari 2022. Deze naam is daarom in de regeling gewijzigd.
(Wijziging van hoofdstuk 6, en artikel 7.1 RTOS)
Deze artikelen zijn niet meer relevant. Deze hadden te maken met de overgang van de Wet tegemoetkoming studiekosten (WTS) naar WTOS in 2001.
(Wijziging van de artikelen 1, 4, eerste lid, 5, eerste en tweede lid, 6, onderdelen a tot en met c, en 7, tweede lid, onderdelen c tot en met e, Regeling Les- en cursusgeldwet)
De Regeling Les- en cursusgeldwet is gewijzigd in verband met een technische wijziging van begrippen in de Les- en cursusgeldwet. Dit betreft de wijziging van het begrip ‘leerling’ in ‘onderwijsdeelnemer’, en de begrippen ‘cursusjaar’ en ‘schooljaar’ in ‘studiejaar’. Zie verder de artikelsgewijze toelichting bij artikel I van het bij koninklijke boodschap van 13 maart 2025 ingediende voorstel van wet tot wijziging van wetten op het terrein van onderwijs, cultuur en wetenschap in verband met het repareren van wetstechnische en redactionele vergissingen en verschrijvingen (Kamerstukken 36 707) voor een toelichting op de gewijzigde aanduiding van deze begrippen in de Les- en cursusgeldwet.
De regeling treedt in werking met ingang van 1 september 2025, met uitzondering van artikel IV. Hiermee wordt een uitzondering gemaakt op de geldende vaste verandermomenten en de geldende minimuminvoeringstermijn. Deze uitzondering is mogelijk, omdat het reparatieregelgeving betreft (zie hierover aanwijzing 4.17 van de Aanwijzingen voor de regelgeving). De wijzigingen uit artikel IV kunnen pas in werking treden als artikel I, onderdelen A tot en met D van het bij koninklijke boodschap van 13 maart 2025 ingediende voorstel van wet tot wijziging van wetten op het terrein van onderwijs, cultuur en wetenschap in verband met het repareren van wetstechnische en redactionele vergissingen en verschrijvingen (Kamerstukken 36 707) in werking zijn getreden.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, E.E.W. Bruins
Op grond van een beleidsregel van 2 oktober 2024 wordt door DUO geen wettelijke rente meer geheven op betalingsregelingen. Zie Stcrt. 2024, 31788.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2025-29880.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.