Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 18 augustus 2025, nr. HO&S/1736998, houdende wijziging van de Regeling Les- en cursusgeldwet in verband met de vaststelling van de tarieven lesgeld en cursusgeld voor het cursusjaar 2026–2027

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Gelet op de artikelen 3a, tweede lid, en 15, tweede lid, van het Uitvoeringsbesluit Les- en cursusgeldwet 2000;

Besluit:

ARTIKEL I. WIJZIGING REGELING LES- EN CURSUSGELDWET

De Regeling Les- en cursusgeldwet wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 11 wordt ‘cursusjaar 2025–2026’ vervangen door ‘cursusjaar 2026–2027’ en wordt ‘€ 1.458’ vervangen door ‘€ 1.511’.

B

Artikel 12 wordt als volgt gewijzigd:

1. In de aanhef wordt ‘cursusjaar 2025–2026’ vervangen door ‘cursusjaar 2026–2027’.

2. In onderdeel a wordt ‘€ 303’ vervangen door ‘€ 314,–’.

3. In onderdeel b wordt ‘€ 735’ vervangen door ‘€ 762,–’.

4. In onderdeel c wordt ‘€ 0,97’ vervangen door ‘€ 1,00’.

ARTIKEL II. INWERKINGTREDING

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 augustus 2026.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, E.E.W. Bruins

TOELICHTING

1. Algemeen

In deze regeling worden de lesgeld- en cursusgeldtarieven voor het cursusjaar 2026–2027 vastgesteld. Dit gebeurt conform artikel 3a, tweede lid, en artikel 15, tweede lid, van het Uitvoeringsbesluit Les- en cursusgeldwet 2000 (ULCW) aan de hand van de consumentenprijsindex.

Met de recente wijziging van de Les- en cursusgeldwet (LCW)1, en de daarmee samenhangende wijziging van het ULCW2 is geregeld dat de lesgeld- en cursusgeldtarieven jaarlijks aan de hand van de consumentenprijsindex worden geïndexeerd en in een ministeriële regeling worden vastgesteld (artikel 3a, tweede lid, en artikel 15, tweede lid, ULCW).3 De lesgeld- en cursusgeldtarieven worden geïndexeerd op basis van de gemiddelde procentuele wijziging van de consumentenprijsindex van het meest recente jaargemiddelde. Deze tarieven worden opgenomen in de Regeling Les- en cursusgeldwet.4

2. Financiële consequenties

Het lesgeld is verschuldigd aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Het cursusgeld is verschuldigd aan de instelling. Deze regeling heeft geen gevolgen voor de rijksbegroting, nu de aanpassing van de tarieven al is verwerkt op de begroting van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

3. Regeldruk

De wijzigingen hebben geen gevolgen voor de regeldruk.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel I

In artikel 11 wordt het lesgeld voor het cursusjaar 2026–2027 vastgesteld. In artikel 12 worden de cursusgeldtarieven voor het cursusjaar 2026–2027 vastgesteld.

Zowel het lesgeldbedrag als de cursusgeldtarieven worden geïndexeerd op basis van de gemiddelde procentuele wijziging van de consumentenprijsindex van het meest recente jaargemiddelde.5 Dat jaargemiddelde bedraagt voor de periode mei 2024 tot en met april 2025 afgerond 3,61%.

Het lesgeld voor het cursusjaar 2026–2027 bedraagt daarom € 1.511 aan de hand van de volgende berekening: € 1.458 + 3,61% van € 1.458 = € 1.510,60. Dit is afgerond op het naastbij gelegen gehele getal € 1.511.

De cursusgeldtarieven zijn als volgt berekend:

Onderdeel a. € 303 + 3,61% van € 303 is € 313,93; afgerond op het naastbij gelegen gehele getal is dit € 314,–;

Onderdeel b. € 735 + 3,61% van € 735 is € 761,52; afgerond op het naastbij gelegen gehele getal is dit € 762,–;

Onderdeel c. € 0,97 + 3,61% van € 0,97 is € 1,004998; afgerond op twee cijfers achter de komma is dit € 1,00.

De tarieven, met uitzondering van het tarief onder onderdeel c, zijn afgerond op het naastbij gelegen gehele getal. Het tarief onder onderdeel c is afgerond op twee cijfers achter de komma.

Artikel II

Deze wijziging heeft betrekking op de vaststelling van het lesgeld en het cursusgeld voor het cursusjaar 2026–2027. Deze regeling treedt daarom op 1 augustus 2026 in werking.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, E.E.W. Bruins


X Noot
1

Stb. 2023, 147.

X Noot
2

Stb. 2023, 231.

X Noot
3

De hoogte van het lesgeld is geregeld in artikel 3a, eerste lid, ULCW en de hoogte van het cursusgeld is geregeld in artikel 15, eerste lid, ULCW.

X Noot
4

Voorheen gebeurde dat in een jaarlijks vast te stellen Regeling tarieven lesgeld en cursusgeld. Gelet op de wijziging van de LCW en het ULCW in 2023 op dit terrein is er sinds de vaststelling van de tarieven voor het cursusjaar 2025–2026 voor gekozen de tarieven jaarlijks op te nemen in de bestaande Regeling Les- en cursusgeldwet.

X Noot
5

Voor het indexeren van het lesgeldbedrag en de cursusgeldtarieven wordt gerekend met het afgeronde bedrag van het lesgeld of cursusgeldtarief van het voorgaande cursusjaar, dat vervolgens geïndexeerd wordt aan de hand van het onafgeronde percentage van de prijsontwikkeling.

Naar boven