Regeling van de Staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, van 22 augustus 2025, nr. WJZ/100568538, tot wijziging van de Regeling Europese EZ-, LVVN- en KGG-subsidies 2021 in verband met de wijziging en heropenstelling van de subsidiemodule 'Vernieuwingen in de keten van visserij en aquacultuur' [KetenID WGK 28106]

De Staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur,

Gelet op artikel 3 van de Kaderwet EZ-, LVVN- en KGG-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I (BELEIDSREGEL VERLAGEN EMFAF, BAR EN REGELING SANERING GARNALENVISSERIJ)

De Beleidsregel verlagen EMFAF, BAR en Regeling sanering garnalenvisserij wordt als volgt gewijzigd:

A

In de artikelen 4, 5, 6, eerste lid, en 9, eerste lid, wordt ‘Regeling Europese EZK- en LNV-subsidies 2021’ vervangen door ‘Regeling Europese EZ-, LVVN- en KGG-subsidies 2021’.

B

In artikel 10, eerste lid, wordt ‘Regeling Europese EZK en LNV-subsidies 2021’ vervangen door ‘Regeling Europese EZ-, LVVN- en KGG-subsidies 2021’ en wordt ‘artikel 2.25.9, zevende lid’ vervangen door ‘artikel 2.26.9, zevende lid’.

C

In artikel 13 wordt na ‘verlagen’ ingevoegd ‘subsidies’.

ARTIKEL II (REGELING EUROPESE EZ-, LVVN- EN KGG-SUBSIDIES 2021)

De Regeling Europese EZ-, LVVN- en KGG-subsidies 2021 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 3.1.2 vervalt onderdeel c onder vervanging van de puntkomma aan het slot van onderdeel b door een punt.

B

In artikel 3.5.8 vervalt onderdeel b, onder verlettering van onderdeel c tot b.

C

Aan artikel 3.6.6, tweede lid, wordt een zin toegevoegd, luidende: ‘Het project wordt binnen die termijn uitgevoerd.’.

D

Artikel 3.6.7 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel b wordt ’artikel 3.6.8, eerste lid, onderdeel a of b’ vervangen door ’artikel 3.6.8, eerste lid, onderdeel a, c of d’.

2. Onderdeel c vervalt, onder verlettering van de onderdelen d en e tot c en d.

E

Artikel 3.6.8 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

  • 1. De minister kent aan een aanvraag om subsidie een hoger aantal punten toe naarmate:

    • a. het aangevraagde project een grotere bijdrage levert aan:

      • 1°. de verwerking en afzet van visserij- of aquacultuurproducten door verkorting van de ketens of verdere verwaarding;

      • 2°. het verbeteren van de informatievoorziening door productinformatie; of

      • 3°. de promotie of afzetbevordering van visserij- of aquacultuurproducten;

    • b. het aangevraagde project voor een breder aantal marktdeelnemers als bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel 30, van verordening 1380/2013 van waarde is;

    • c. het aangevraagde project een grotere bijdrage levert aan de ecologische verduurzaming van de verwerking en afzet van visserij- of aquacultuurproducten, doordat het project een positief effect heeft op de natuurlijke leefomgeving en ecosystemen;

    • d. het aangevraagde project meer economisch of technisch perspectief heeft op toepassing op praktijkschaal; en

    • e. de kwaliteit van de aanvraag hoger is.

2. In het derde lid wordt ’de onderdelen a, b en c respectievelijk 35%, 35% en 30%’ vervangen door ’de onderdelen a tot en met e van het eerste lid respectievelijk 25%, 15%, 20%, 20% en 20%’.

F

Artikel 3.6.10 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel a vervalt, onder verlettering van de onderdelen b en c tot a en b.

2. In onderdeel b (nieuw) wordt ’het nummer waaronder het geregistreerd staat in het register, bedoeld in artikel 4 van het Besluit registratie vissersvaartuigen 1998’ vervangen door ’het CFR-nummer van het vissersvaartuig’.

ARTIKEL III (REGELING NATIONALE EZ-, LVVN- EN KGG-SUBSIDIES)

In artikel 2.26.12 van de Regeling nationale EZ-, LVVN- en KGG-subsidies wordt ‘bijlage 2.26.1’ vervangen door ‘bijlage 2.26’.

ARTIKEL IV (REGELING OPENSTELLING EZ-, LVVN- EN KGG-SUBSIDIES 2025)

De Regeling openstelling EZ-, LVVN- en KGG-subsidies 2025 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1, tweede lid, wordt in de rij van titel 2.26 ‘artikel 2.25.2, eerste lid’ vervangen door ‘artikel 2.26.2, eerste lid’.

B

In de tabel in artikel 3, tweede lid, van de Regeling openstelling EZ-, LVVN- en KGG-subsidies 2025 wordt voor de rij met paragraaf 3.7 een rij ingevoegd, luidende:

Paragraaf 3.6: Vernieuwingen in de keten van visserij en aquacultuur

3.6.1

 

Bevordering van de afzet, de kwaliteit en de toegevoegde waarde van visserij- en aquacultuurproducten en de verwerking van die producten

20-10-2025 t/m 22-1-2026

€ 1.800.000

ARTIKEL V

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 oktober 2025.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 22 augustus 2025

Staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, J.F. Rummenie

TOELICHTING

1. Inleiding

Met deze wijzigingsregeling is een subsidiemodule in de REES 2021 gewijzigd: paragraaf 3.6, Vernieuwingen in de keten van visserij en aquacultuur (hierna: subsidiemodule). Ook is met deze wijzigingsregeling voorzien in de heropenstelling van deze subsidiemodule.

De subsidiemodule is gebaseerd op artikel 26, eerste lid, onderdeel b, van Verordening (EU) 2021/1139.1 Uit dit onderdeel volgt dat subsidie kan worden verleend wanneer hiermee de afzet van visserij- en aquacultuurproducten bevorderd wordt en de kwaliteit en de toegevoegde waarde van visserij- en aquacultuurproducten en de verwerking van die producten wordt verbeterd. Deze subsidiemodule ziet voornamelijk op het bevorderen van de kwaliteit en toegevoegde waarde van visserij- en aquacultuurproducten en de verwerking hiervan.

Omdat het bij deze heropenstelling om een beperkt aantal wijzigingen gaat, zijn alleen de wijzigingen in deze toelichting opgenomen. Voor de overige aspecten van de subsidiemodule wordt verwezen naar de toelichting bij de oorspronkelijke subsidiemodule.2

2. Aanleiding en doel

In 2024 is de subsidiemodule voor het eerst opengesteld om aan vernieuwende projecten in de verwerking en afzet van visserij- of aquacultuurproducten subsidie beschikbaar te stellen via het Europees fonds voor maritieme zaken, visserij en aquacultuur (hierna: EMFAF). De verwerking van visserij- en aquacultuurproducten vormt de koppeling tussen de primaire sector en de markt en zorgt dat producten hun weg vinden naar de consument. Op deze manier draagt de verwerkende keten bij aan de voedselzekerheid. Door deze sector te versterken en te verduurzamen wordt de voedselzekerheid beter gewaarborgd. Hierom is dit ook een belangrijk doel van het Programma EMFAF en wordt er subsidie beschikbaar gesteld voor projecten die bijdragen aan vernieuwingen in de keten van visserij en aquacultuur.

3. Hoofdlijnen wijzigingsregeling

Bij het voorbereiden van een projectaanvraag dienen potentiële aanvragers zich van het volgende bewust te zijn. Op 10 januari 2026 treedt nieuwe regelgeving omtrent Verordening (EG) nr. 1224/20093 (de controleverordening visserij) op het gebied van traceerbaarheid in werking. Op het moment van publicatie van deze regeling is nog niet bekend hoe deze regelgeving eruit gaat zien. Uitkomsten van de discussies in Brussel kunnen andere of aanvullende eisen met zich meebrengen, die van invloed kunnen zijn op de vormgeving van het project en waar aanvragers zich bewust van moeten zijn bij het indienen van een project.

Selectiecriteria

Voor deze heropenstelling is een aantal van de selectiecriteria gewijzigd. De gewijzigde selectiecriteria en andere wijzigingen zijn hieronder toegelicht.

Allereerst is, om uitvoering te geven aan de motie Van der Plas4 besloten om de promotie of afzetbevordering van visserij- en aquacultuurproducten subsidiabel te maken. In beginsel is beoogd om via deze regeling de promotie van vis, schaal- en schelpdieren gevangen, aangeland of geproduceerd in Nederland subsidiabel te maken.

Daarnaast is een selectiecriterium toegevoegd dat ziet op de bijdrage van het project aan de ecologische verduurzaming. Van belang is dat een project een bijdrage levert aan de ecologische verduurzaming. De begunstigde moet dan ook met het project een positieve bijdrage leveren aan de natuurlijke leefomgeving en ecosystemen. Onder andere kan worden gedacht aan het bijdragen tot het verminderen van afval, efficiënter grondstof- en energiegebruik, vermindering van emissies van verontreinigde stoffen of broeikasgassen of duurzame manier van promotie.

Ook is er een selectiecriterium toegevoegd dat ziet op de vraag of het aangevraagde projectplan economisch en technisch uitvoerbaar en haalbaar is op de praktijkschaal. Hier kan worden gedacht aan of het project daadwerkelijk gerealiseerd kan worden.

Tot slot is er een selectiecriterium toegevoegd dat ziet op de kwaliteit van de aanvraag. Mocht uit de aanvraag bijvoorbeeld niet duidelijk blijken wat er met (onderdelen van) het project(plan) wordt bedoeld, dan kan op dit onderdeel lager gerangschikt worden. Dit betekent dat de Adviescommissie EMFAF naar eigen inzicht kan bepalen of de kwaliteit van een projectaanvraag voldoende is.

Voor de toelichting op de andere, ongewijzigde criteria wordt verwezen naar de toelichting bij de oorspronkelijke subsidiemodule.

Overige wijzigingen en verduidelijkingen

Rechtspersonen die een aanvraag indienen onder deze regeling dienen hun statuten bij de aanvraag mee te sturen. Dit is voor alle subsidieregelingen onder het EMFAF het geval. Omdat dit in het algemeen deel van hoofdstuk 3 van de REES 2021 is geregeld, is een tweetal bepalingen betreffende de informatieverplichtingen uit de specifieke subsidiemodules komen te vervallen.

Daarnaast is de formulering van het registratienummer van een bij een project onder deze subsidiemodule betrokken vissersvaartuig gewijzigd. Eerder werd hier gesproken van het nummer waaronder het vissersvaartuig geregistreerd staat in het nationale register. Dit is gewijzigd in het Europese CFR-nummer. Het gaat hierbij nog steeds om het CFR-nummer van vissersvaartuigen die in het nationale register zijn geregistreerd.

Verder is van de gelegenheid gebruik gemaakt om een aantal kennelijke verschrijvingen te herstellen in de Beleidsregel verlagen EMFAF, BAR en Regeling sanering garnalenvisserij, in de Regeling nationale EZ-, LVVN- en KGG-subsidies en in de Regeling openstelling EZ-, LVVN- en KGG-subsidies 2025.

In de Beleidsregel verlagen EMFAF, BAR en Regeling sanering garnalenvisserij en in de Regeling openstelling EZ-, LVVN- en KGG-subsidies 2025 zijn enkele herschrijvingen hersteld. Zo werd abusievelijk verwezen naar artikelen uit een andere subsidiemodule (2.25.9 en 2.25.2). Dit is aangepast naar een verwijzing naar de juiste artikelen (2.26.9 respectievelijk 2.26.2).

Daarnaast is in de citeertitel van de Beleidsregel verlagen EMFAF, BAR en Regeling sanering garnalenvisserij het woord ‘subsidies’ ingevoegd. Dit woord was abusievelijk verwijderd in de Tijdelijke subsidieregeling sanering garnalenvisserij.5 Dit is met deze regeling hersteld.

Tot slot stond in artikel 2.26.12 van de Regeling nationale EZ-, LVVN- en KGG-subsidies dat bijlage 2.26.1 komt te vervallen met ingang van 1 januari 2030. Er is echter geen bijlage 2.26.1, wel een bijlage 2.26. Dit is met deze regeling hersteld.

4. Staatssteun

De subsidie die op grond van deze module wordt verleend is geoorloofde staatssteun. Voor de toelichting omtrent de staatssteunaspecten van deze heropenstelling wordt verwezen naar de toelichting bij de oorspronkelijke subsidiemodule.

5. Regeldruk

Voor de bepaling van de regeldrukkosten is gekeken naar de uitvoering van de volgende activiteiten: kennisname van de regeling en aanvraagprocedure, uitvoering, eindverantwoording, verplichtingen na afloop en overige verplichtingen.

De verwachting is dat potentiële aanvragers de subsidiemodule bekijken en hier één uur aan besteden. Vervolgens zullen 9 hiervan de aanvraagprocedure ingaan en de aanvraagformulieren voor subsidieverstrekking invullen. Bij de kennisname en aanvraagprocedure is per aanvrager naar schatting 32 uur gemoeid. Hieronder valt onder andere het invullen van het aanvraagformulier, het opstellen van het projectplan en het opstellen van de projectbegroting. Het opstellen van het projectplan zal bij de aanvraagprocedure de meeste tijd in beslag nemen (20 uur). Voor de uitvoering is de verwachting dat hier 8,5 uur per aanvrager aan wordt besteed. Als onderdeel van de uitvoering zijn activiteiten als het invullen/indienen van het aanvraagformulier (deelbetaling), het indienen van facturen en betaalbewijzen en het opstellen en indienen van de tussenrapportage(s) meegenomen. Voor de eindverantwoording is uitgegaan van een tijdslast van 8,5 uur, waarbij het indienen van het rapport de meeste administratieve lasten met zich meebrengt, waarbij het indienen van het rapport de meeste administratieve lasten met zich meebrengt (5 uur), gevolgd door het invullen/indienen van het aanvraagformulier (vaststelling) (2 uur), het indienen van facturen en betaalbewijzen (1 uur) en het aanleveren van aanvullende informatie (0,5 uur). Voor de verplichtingen na afloop is een tijdslast van 12,5 uur verwacht. De handeling van het archiveren van stukken en bijhouden van de administratie brengt hierbij de grootste tijdslast met zich mee (10 uur). Ook valt onder de verplichtingen na afloop de begeleiding van externen bij controles/audits en het in stand houden van de administratie. Voor de overige verplichtingen is gerekend met een tijdslast van 8,5 uur per aanvrager. Onder overige verplichtingen vallen onder andere de kosten die mogelijkerwijs gemaakt kunnen worden als er een juridische procedure wordt gestart in relatie tot het ingediende project, zoals het opstellen en indienen van een bezwaarschrift, het bijwonen van een hoorzitting en het opstellen van een bezwaarschrift.

De verwachting is dat er 9 potentiële aanvragers zijn. Aanvragen kunnen onder andere worden ingediend door een samenwerkingsverband. De verwachting is dat dit voor veel van de aanvragen het geval zal zijn met gemiddeld twee partners per project, naar aanleiding van ervaringen tijdens de eerdere openstelling in 2024. In de doorrekening is ervan uitgegaan dat de helft van de aanvragers gebruik maakt van een gemachtigde als penvoerder. Voor een gemachtigde is uitgegaan van een uurtarief van € 60. Voor de partners is uitgegaan van een uurtarief van € 45. De totale administratieve lasten voor de subsidiemodule bedragen aldus:

 

Vernieuwingen in de keten van visserij en aquacultuur

Kennisname en aanvraag

€ 21.128

Uitvoering

€ 3.510

Eindverantwoording

€ 2.310

Verplichtingen na afloop

€ 5.292

Overige verplichtingen

€ 1.400

Totaal

€ 33.640

Voor de subsidiemodule betreffen de administratieve lasten 1,87% van het subsidiebudget.

De regeldruk is voldoende in kaart gebracht, ATR heeft het dossier niet geselecteerd voor een formeel advies omdat het geen significante gevolgen voorziet voor de regeldruk.

6. Uitvoering

De uitvoering van deze subsidiemodule is in handen van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Deze subsidiemodule wordt door RVO uitvoerbaar en handhaafbaar geacht.

7. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 oktober 2025. Hiermee wordt vastgehouden aan de systematiek van vaste verandermomenten van regelgeving en afgeweken van de minimum invoeringstermijn van twee maanden. Deze afwijking wordt gerechtvaardigd door het feit dat de doelgroep van deze regeling gebaat is bij een spoedige inwerkingtreding vanwege de stimulans die volgt uit de subsidieverlening. Aangezien de openstellingsperiode start op 20 oktober 2025 is hiermee nog enige voorbereidingstijd voor de betrokken doelgroep, ondanks afwijking van de minimum invoeringstermijn. Daarnaast is eerder met de doelgroep via de website van RVO gecommuniceerd over de inhoud en voorwaarden van de subsidiemodule.

Staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, J.F. Rummenie


X Noot
1

Verordening (EU) 2021/1139 van het Europees Parlement en de Raad van 7 juli 2021 tot oprichting van het Europees Fonds voor maritieme zaken, visserij en aquacultuur en tot wijziging van Verordening (EU) 2017/1004 (PbEU 2021, L 247).

X Noot
3

Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van 20 november 2009 tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 847/96, (EG) nr. 2371/2002, (EG) nr. 811/2004, (EG) nr. 768/2005, (EG) nr. 2115/2005, (EG) nr. 2166/2005, (EG) nr. 388/2006, (EG) nr. 509/2007, (EG) nr. 676/2007, (EG) nr. 1098/2007, (EG) nr. 1300/2008, (EG) nr. 1342/2008 en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 2847/93, (EG) nr. 1627/94 en (EG) nr. 1966/2006 (PbEU 2009, L 343), die is herzien door Verordening (EU) 2023/2842 van het Europees Parlement en de Raad van 22 november 2023 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad, en tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1967/2006 en (EG) nr. 1005/2008 van de Raad en Verordeningen (EU) 2016/1139, (EU) 2017/2403 en (EU) 2019/473 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft visserijcontrole.

X Noot
4

Kamerstukken II 2024/25, 36 600-XIV, nr. 17.

Naar boven