Regeling van de Minister van Economische Zaken van 20 augustus 2025, nr. WJZ/ 99753373, tot wijziging van de Subsidieregeling exploitatiesubsidies ROM’s in verband met de vaststelling van subsidieplafonds

De Minister van Economische Zaken,

Gelet op artikel 3 van de Kaderwet EZK- en LNV-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

De Subsidieregeling exploitatiesubsidies ROM’s wordt als volgt gewijzigd:

A

Bijlage 2 van de Subsidieregeling exploitatiesubsidie ROM’s komt als volgt te luiden:

BIJLAGE 2. BEHORENDE BIJ ARTIKEL 8 (SUBSIDIEPLAFOND)

In onderstaande tabel bevinden zich de subsidieplafonds voor de exploitatiesubsidie.

Regionale ontwikkelingsmaatschappij

Boekjaar

Subsidieplafond (€)

Brabantse Ontwikkelingsmaatschappij Holding B.V.

2024–2025

90.000,00

2024–2027

350.000,00

2025

1.963.900,00

2025–2026

210.000,00

Horizon B.V.

2024–2027

200.000,00

2025

865.775,00

Ontwikkelingsmaatschappij Oost Nederland B.V.

2024–2027

650.000,00

2025

1.563.900,00

Regionale Ontwikkelingsmaatschappij InnovationQuarter B.V.

2024–2027

1.050.000,00

2025

1.563.900,00

N.V. LIOF

2024–2027

100.000,00

2025

1.544.200,00

N.V. NOM, Investerings- en Ontwikkelingsmaatschappij voor Noord Nederland

2024–2027

50.000,00

2025

2.820.496,90

N.V. Economische Impuls Zeeland

2024–2027

200.000,00

2025

782.200,00

ROM InWest B.V.

2024–2027

50.000,00

2025

1.407.200,00

ROM Regio Utrecht B.V.

2024–2027

1.350.000,00

2025

1.429.200,00

2025–2026

400.000,00

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 20 augustus 2025

De Minister van Economische Zaken, V.P.G. Karremans

TOELICHTING

1. Aanleiding

Deze wijzigingsregeling voorziet in de vaststelling van de subsidieplafonds voor de exploitatiesubsidie die verstrekt wordt op grond van de Subsidieregeling exploitatiesubsidies ROM’s (hierna: de Regeling) aan regionale ontwikkelingsmaatschappijen (hierna: ROM’s).

2. Inhoud regeling

De subsidieplafonds voor het boekjaar 2025 worden gewijzigd als gevolg van het beschikbaar stellen van additioneel budget voor de exploitatiesubsidie. Daarnaast worden meerjarige subsidies beschikbaar gesteld voor de boekjaren 2025–2026 en 2025–2028. Dit is het gevolg van aanvullend budget waarbij de activiteiten van de ROM’s aansluiten op de taakvelden die in de regeling zijn opgenomen.

Voor het boekjaar 2025 is aanvullend op de reguliere exploitatiesubsidie een eenmalig bedrag van € 652.175 (verdeeld over de ROM’s) beschikbaar gemaakt voor de uitvoering van het programma Technologiebrandpunten. De subsidieplafonds voor de boekjaren 2025 en 2025–2026 voor de Brabantse Ontwikkelingsmaatschappij Holding B.V. worden gewijzigd met respectievelijk een eenmalig bedrag van € 400.000 en € 210.000 voor de uitvoering van het programma Brainport Innovation and Technology Security en het circulaire programma van de European Digital Innovation Hubs.1 Het subsidieplafond voor het boekjaar 2025 voor de N.V. Noordelijke Ontwikkelingsmaatschappij wordt verhoogd met een eenmalig bedrag van € 1.256.596,90 voor de uitvoering van het programma Ons Nij Begun en ter compensatie van de programmamanager van de European Digital Innovation Hubs. Voor de boekjaren 2025–2026 wordt het subsidieplafond van de ROM Regio Utrecht B.V. verhoogd met een eenmalig bedrag van € 400.000 voor de uitvoering van het datatraject binnen het Actieplan mkb-dienstverlening.

3. Staatssteun

De wijziging brengt geen verandering in de staatssteunaspecten, verbonden aan de regeling. De wijzigingen met betrekking tot de publicatie van voormelde subsidieplafonds passen binnen de eerdere staatssteunbeoordeling. Voor een nadere toelichting op de staatssteunaspecten wordt verwezen naar paragraaf 3 van de algemene toelichting van de regeling (Stcrt. 2022, nr. 34346)

4. Regeldruk

De vaststelling van de subsidieplafonds leidt niet tot wijziging van informatieverplichtingen en daarom ook niet tot een toe- of afname van de regeldruk bij de gebruikers van de regeling. Voor een nadere toelichting op de huidige regeldrukeffecten wordt verwezen naar paragraaf 4 van de algemene toelichting van de regeling (Stcrt. 2022, nr. 34346).

5. Inwerkingtreding

De onderhavige regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Met de datum van inwerkingtreding wordt afgeweken van de systematiek van de vaste verandermomenten, inhoudende dat ministeriële regelingen met ingang van de eerste dag van een kwartaal in werking treden en twee maanden voordien bekend worden gemaakt. Dat kan in dit geval worden gerechtvaardigd, omdat de doelgroep van deze regeling gebaat is bij spoedige inwerkingtreding.

De Minister van Economische Zaken, V.P.G. Karremans


X Noot
1

Handelingen II 2022/23, 35 561, nr. 5

Naar boven