Deelregeling Kunst Erfgoed presentatie

Het bestuur van het Mondriaan Fonds,

Gelet op artikel 10, lid 4 van de Wet op het specifiek cultuurbeleid;

Besluit:

Artikel 1. Doel

Het doel van deze regeling is het stimuleren van bijzondere presentaties van instellingen op het gebied van beeldende kunst en/of cultureel erfgoed. Daarvoor kan het fonds bijdragen verstrekken voor tentoonstellingen en andere presentatievormen die het gangbare overstijgen, op aansprekende wijze publiek betrekken, en die binnen de eigen context relevant zijn voor de hedendaagse beeldende kunst en/of cultureel erfgoed in Nederland en/of het Caribisch deel van het Koninkrijk.

Artikel 2. Doelgroep

De bijdrage kan worden aangevraagd door culturele instellingen of een collectief van instellingen met rechtspersoonlijkheid in Nederland en het Caribisch deel van het Koninkrijk die gericht zijn op het presenteren van cultureel erfgoed en/of beeldende kunst, zonder winstoogmerk en/of verkoopdoel.

Artikel 3. Reikwijdte

Er kan worden aangevraagd voor presentaties die het gangbare overstijgen, op aansprekende wijze publiek betrekken, die binnen de eigen context relevant zijn voor de hedendaagse beeldende kunst en/of cultureel erfgoed in Nederland en/of het Caribisch deel van het Koninkrijk, in Nederland en/of het Caribisch deel van het Koninkrijk plaatsvinden en voor publiek toegankelijk zijn.

Artikel 4 Hoogte en vorm bijdrage

  • 1. De hoogte van de bijdrage wordt per aanvraag vastgesteld.

  • 2. Het percentage dat het Mondriaan Fonds kan bijdragen is maximaal 40% van de subsidiabeleprojectgerelateerde kosten.

  • 3. De minimale begroting van het project moet hoger zijn dan € 25.000 en mag alleen projectgerelateerde kosten bevatten.

Artikel 5 Weigeringsgronden

  • 1. Geen bijdrage kan worden aangevraagd voor activiteiten die erop gericht zijn winst te maken en/of een verkoopdoel hebben.

  • 2. Geen bijdrage kan worden aangevraagd voor festivals, biënnales/triënnales en vergelijkbare activiteiten, die maximaal één keer per jaar plaatsvinden.

  • 3. Geen bijdrage kan worden aangevraagd voor publicaties, documentaires, symposia of conferenties, tenzij dit onlosmakelijk verbonden is met de presentatie en dient als randprogramma/ een klein onderdeel van de presentatie waarvoor primair wordt aangevraagd.

  • 4. Geen bijdrage kan worden aangevraagd door instellingen voor kunstvakonderwijs en postacademische instellingen.

  • 5. Geen bijdrage wordt verleend als een aanvraag lager dan een voldoende wordt beoordeeld op het beoordelingscriterium ‘Niet-gangbare presentatie’.

Artikel 6 Aanvraag

  • 1. Naast de bepalingen vastgesteld in het Algemeen Reglement, in het aanvraagformulier en in de toelichting daarop, dient de aanvraag vergezeld te gaan van een:

    • a. Projectplan

    • b. Presentatieplan

    • c. Feitelijke gegevens instelling

    • d. Gespecificeerde begroting met dekkingsplan

    • e. Indien van toepassing: bevestigingsbrieven van bijdragen van derden

    • f. Uittreksel register Kamer van Koophandel

    • g. Beschrijving van de toepassing van de geldende codes in de cultuursector

    • h. Indien van toepassing: toestemmingsverklaringen van betrokken organisaties

    • i. Indien van toepassing: toestemmingsverklaringen van deelnemende kunstenaars

    • j. Indien van toepassing: informatie over de betrokken kunstenaars.

  • 2. Bij de feitelijke gegevens van de instelling motiveert de aanvrager de keuze om binnen de categorie (boven)regionaal of de categorie (inter)nationaal aan te vragen als bedoeld in artikel 7 eerste lid, aan te vragen.

Artikel 7 Beoordeling

  • 1. Bij de beoordeling van een aanvraag geeft het bevoegd adviesorgaan een oordeel over het gangbare overstijgen, op aansprekende wijze betrekken van publiek betrekken, en de relevantie binnen (de eigen context) voor de hedendaagse beeldende kunst en/of cultureel erfgoed in Nederland en/of het Caribisch deel van het Koninkrijk.

  • 2. De aanvragen worden allereerst beoordeeld aan de hand van het beoordelingscriterium ‘Niet-gangbare presentatie’:

    • Criterium bij aanvragen van instellingen met overwegend een (boven)regionale uitstraling:

    In hoeverre blijkt uit de aanvraag dat er sprake is van een presentatie die van meerwaarde is voor de eigen context van de aanvrager en voor de instelling zelf niet- gangbaar is?

    • Criterium bij aanvragen van instellingen met overwegend een (inter)nationale uitstraling:

    In hoeverre blijkt uit de aanvraag dat er sprake is van een presentatie die voor het veld van de hedendaagse beeldende kunst en/of het cultureel erfgoedveld van meerwaarde en niet-gangbaar is?

  • 3. Indien het bevoegd adviesorgaan het beoordelingscriterium ‘Niet gangbare presentatie’ als niet voldoende beoordeeld, wordt de aanvraag afgewezen.

  • 4. Indien het bevoegd adviesorgaan het beoordelingscriterium ‘Niet gangbare presentatie’ als voldoende of hoger beoordeeld, wordt de aanvraag aan de hand van de volgende beoordelingscriteria in samenhang met het beoordelingscriterium ‘Niet gangbare presentatie’ beoordeeld:

    • a. Relevantie:

      • Biedt de aanvraag vertrouwen dat de presentatie van belang is binnen het veld van de hedendaagse beeldende kunst en/of het cultureel erfgoedveld?

      • In hoeverre overtuigt de aanvraag dat een kwalitatieve presentatie zal worden gerealiseerd?

    • b. Publiek:

      • In hoeverre biedt de aanvraag vertrouwen dat de beoogde doelgroepen op aansprekende wijze bij de presentatie worden betrokken?

  • 5. Bij de totale beoordeling weegt het subcriterium ‘belang van de presentatie binnen het veld van de hedendaagse beeldende kunst en/of het cultureel erfgoedveld’ zwaarder.

  • 6. Indien het bevoegd adviesorgaan op basis van de beoordeling aan de hand van het totaalbeeld van de drie beoordelingscriteria, de aanvraag van voldoende belang acht, komt het tot een positief advies over de aanvraag.

  • 7. Een positief advies kan vergezeld gaan van een aanbeveling over de hoogte van de toe te kennen bijdrage en over de periode waarover de financiële bijdrage verstrekt wordt.

  • 8. Subsidie wordt toegekend aan aanvragen die positief zijn beoordeeld totdat het subsidieplafond is bereikt.

Artikel 8. Hardheidsclausule

Het bestuur kan, gelet op het belang dat deze regeling beoogt te beschermen, artikelen of onderdelen

daarvan buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover strikte toepassing leidt tot een

onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 9. Overig

In alle gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist het bestuur.

Artikel 10. Overgangsbepaling

De Deelregeling Kunst / Erfgoed presentatie, gepubliceerd in Stcrt. 2020, 62365, komt te vervallen. Op aanvragen die op grond van deze versie van de Deelregeling Kunst/ Erfgoed Presentatie voor 3 augustus 2025 zijn ingediend, blijven die regeling en het Algemeen Reglement Mondriaan Fonds 2021 van toepassing

Artikel 11. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op 3 augustus 2025.

Artikel 12. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Deelregeling Kunst Erfgoed Presentatie.

Deze regeling zal na goedkeuring door de Minister van Onderwijs Cultuur en Wetenschap in de Staatscourant worden geplaatst.

De stichting Mondriaan Fonds, E. van der Lingen directeur-bestuurder

TOELICHTING

Met deze regeling stimuleert het Mondriaan Fonds bijzondere presentaties van instellingen op het gebied van beeldende kunst en/of cultureel erfgoed. Daarvoor kan het fonds bijdragen verstrekken voor tentoonstellingen en andere presentatievormen die het gangbare overstijgen, op aansprekende wijze publiek betrekken, en die binnen de eigen context relevant zijn voor de hedendaagse beeldende kunst en/of cultureel erfgoed in Nederland en/of het Caribisch deel van het Koninkrijk.

Culturele instellingen in Nederland en het Caribisch deel van het Koninkrijk die gericht zijn op het presenteren van cultureel erfgoed en/of beeldende kunst kunnen aanvragen. De culturele instelling is gevestigd in Nederland of het Caribisch deel van het Koninkrijk en ook de activiteiten waarvoor wordt aangevraagd vinden hier plaats. De culturele instelling is een rechtspersoon of een collectief van rechtspersonen, zonder winstoogmerk en/of verkoopdoel. Instellingen voor kunstvakonderwijs en postacademische instellingen kunnen niet aanvragen.

In deze regeling wordt onder culturele instellingen verstaan musea; kunsthallen; kunstpodia; archieven met een presentatiefunctie; en andere kunst- en erfgoedinitiatieven gericht op het presenteren van cultureel erfgoed en/of beeldende kunst.

Naar boven