Deelregeling Kunst / Erfgoed Presentatie

Het bestuur van het Mondriaan Fonds,

Gelet op artikel 10, lid 4 van de Wet op het specifiek cultuurbeleid;

Besluit:

Artikel 1. Doel

Het stimuleren van bijzondere presentaties van instellingen op het gebied van beeldende kunst en/of cultureel erfgoed, waardoor de relatie met het publiek wordt versterkt, en het aanbod van presentaties als geheel goed aansluit op de samenstelling van de bevolking.

Het verstrekken van bijdragen voor tentoonstellingen, festivals en andere presentatievormen die het gangbare overstijgen en die relevant zijn voor de hedendaagse beeldende kunst en/of cultureel erfgoed in Nederland.

Artikel 2. Toepasselijkheid

  • 1. Een bijdrage voor een bijzondere presentatie met beeldende kunst en/of cultureel erfgoed, die plaatsvindt in Nederland, kan worden verstrekt aan Nederlandse publiekstoegankelijke beeldende kunstinstellingen, musea, kunstpodia, festivals en andere erfgoedinstellingen al dan niet na een aanvraag gezamenlijk met een kunstenaar, instelling, bemiddelaar of een andere partij. De bijdrage wordt alleen verstrekt indien de instelling, waar de presentatie plaatsvindt niet primair is gericht op verkoop.

  • 2. Een tegemoetkoming voor een publicatie, documentaire, symposium of conferentie kan uitsluitend verstrekt worden als deze onderdeel uitmaakt van een groter presentatieproject en daar onlosmakelijk mee verbonden is.

  • 3. Geen bijdrage wordt verstrekt aan instellingen die gericht zijn op het kunstvakonderwijs en sectorinstituten zonder museale functie.

  • 4. In de toelichting bij het aanvraagformulier is het minimale bedrag van de tegemoetkoming en de hoogte van de eigen bijdrage genoemd.

Artikel 3. Aanvraag

Naast de bepalingen vastgesteld in het Algemeen Reglement, in het aanvraagformulier en in de toelichting daarop dient de aanvraag vergezeld te gaan van:

  • een projectplan, met een motivering;

  • een presentatieplan, waarin toegelicht wordt hoe het publiek wordt betrokken;

  • een begroting met dekking derden (indien van toepassing) met offertes;

  • indien van toepassing visueel documentatiemateriaal en een toelichting op het werk van de desbetreffende kunstenaar;

  • indien van toepassing toezeggingen van uitnodigende of deelnemende partijen.

Artikel 4. Beoordeling

  • 1. Bij de beoordeling van een aanvraag voor een presentatie geeft het bevoegd adviesorgaan een oordeel over het bijzondere belang van het projectvoorstel voor de hedendaagse beeldende kunst en/of het cultureel erfgoed en het publiek. Daarbij beoordeelt het:

    • of het voorgelegde plan op overtuigende wijze voorbeeldstellend of anderszins bijzonder is;

    • of op aansprekende wijze een publiek wordt bereikt waardoor de relatie tussen kunst en/of het cultureel erfgoed en het publiek wordt versterkt;

    • of de kwaliteit van de positie van de betrokken instelling, organisator of het podium, de reputatie van de betrokken bemiddelaar of curator van de instelling van belang is voor de hedendaagse beeldende kunst of cultureel erfgoed in Nederland;

    • de onderzoekende en/of vernieuwende houding van de aanvrager en de wijze waarop deze naar buiten treedt om een publiek te vinden en dat publiek aan zich weet te binden;

    • de artistieke en culturele context, de uitstraling, de reputatie van de overige deelnemers aan de activiteit of van de instelling en/of personen waar de activiteit plaatsvindt de inbedding plus het draagvlak waaronder de achtergrond en diversiteit een rol spelen;

    • de allianties die de aanvrager aangaat om verbinding te leggen met anderen om een betekenisrijk project tot stand te brengen;

    • het belang van het presentatieplan wordt beoordeeld op de wijze waarop beoogd wordt op een inspirerende wijze een publiek te bereiken.

  • 2. Indien de bijdrage door twee of meer partijen wordt aangevraagd, telt dit in principe in positieve zin mee. Daarbij wordt beoordeeld of het aan de samenwerking ten grondslag liggende plan meerwaarde heeft.

  • 3. Indien het bevoegd adviesorgaan de in het eerste lid en voor zover van toepassing de in het tweede lid van dit artikel bedoelde aspecten niet van voldoende belang acht, komt het tot een negatief advies over de aanvraag. Indien het bevoegd adviesorgaan de in het eerste lid en voor zover van toepassing de in het tweede lid van dit artikel bedoelde aspecten wel van voldoende belang acht, komt het tot een positief advies over de aanvraag.

  • 4. Een positief advies kan vergezeld gaan van een aanbeveling over de hoogte van de toe te kennen bijdrage en over de periode waarover de financiële bijdrage verstrekt wordt.

  • 5. Het bestuur kan het bevoegd adviesorgaan verzoeken de positieve adviezen in volgorde van prioriteit te rangschikken op basis van het oordeel zoals bedoeld in het eerste lid van dit artikel.

Artikel 5. Overgangsbepaling

De Deelregeling Projectinvestering Presentatie- en Erfgoedinstellingen wordt met ingang van 1 januari 2021 ingetrokken. Op aanvragen die op grond van de Deelregeling Projectinvestering Presentatie- en Erfgoedinstellingen voor 1 januari 2021 zijn ingediend, blijven die regeling en het Algemeen Reglement Mondriaan Fonds 2017 van toepassing.

Artikel 6. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2021. Indien de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst wordt uitgegeven na 31 december 2020, treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt zij terug tot en met 1 januari 2021.

Artikel 7. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Deelregeling Kunst / Erfgoed presentatie.

Deze regeling zal in de Staatscourant worden geplaatst.

De stichting Mondriaan Fonds, E. van der Lingen directeur-bestuurder

Naar boven