Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening | Staatscourant 2025, 20900 | algemeen verbindend voorschrift (ministeriële regeling) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening | Staatscourant 2025, 20900 | algemeen verbindend voorschrift (ministeriële regeling) |
De Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening,
Gelet op artikel 4.3, vierde lid, van de Omgevingswet;
Besluit:
De Omgevingsregeling wordt als volgt gewijzigd:
A
Na artikel 5.41 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
B
Artikel 5.50, tweede lid, komt te luiden:
2. Bij het bepalen van de koelbehoefte en de ten minste benodigde koelcapaciteit in woningen is in plaats van bijlage AA bij NTA 8800 de Rekentool Koelbehoefte NTA 8800 van toepassing.
C
Bijlage II wordt als volgt gewijzigd:
1. In de rij met norm ‘Meet- en beoordelingsrichtlijnen voor trillingen, deel B’ wordt ‘Hoofdstukken 6 en 8 van deze regeling’ vervangen door ‘Hoofdstuk 7 Bbl en hoofdstukken 6 en 8 van deze regeling'.
2. In alfabetische volgorde wordt de volgende rij ingevoegd:
Rekentool Koelbehoefte NTA 8800 |
Rekentool Koelbehoefte NTA 8800 |
2025 |
RVO (www.rvo.nl) |
Hoofdstuk 5 van deze regeling |
D
Bijlage XVII komt te luiden:
Het geluidsniveau van de installatie voor warmte- of koudeopwekking wordt gemeten bij het maximale toerental behorende bij de gekozen instelling van de installatie. Er wordt onderscheid gemaakt tussen een bedrijfstoestand in de dagperiode (7:00 – 19:00 uur) en de avond- en nachtperiode (19:00 – 7:00 uur) als de installatie voor deze perioden afzonderlijke instellingen heeft.
Als het instellen van het maximale toerental bij een installatie niet mogelijk is, dan wordt de meting uitgevoerd bij in de tabel 1 beschreven omstandigheden.
Bedrijfstoestand |
Actie |
Instelling aanvoer temperatuur |
Buitentemperatuur |
---|---|---|---|
Tapwaterproductie |
Warmtapwater-voorraad ten minste 50% leeg tappen met volledig open douche- of badkraan. |
50°C tapwater |
Ten hoogste 18°C |
Ruimteverwarming |
15 minuten voor de meting de systeemregelaar voor alle zones 5°C hoger instellen dan de aanwezige ruimtetemperatuur. |
Ontwerptemperatuur afgiftesysteem |
Ten hoogste 10°C |
Ruimtekoeling |
15 minuten voor de meting de systeemregelaar voor alle zones 5°C lager instellen dan de aanwezige ruimtetemperatuur. |
Ontwerptemperatuur afgiftesysteem |
Ten minste 23°C |
Hybride (elektrisch of gas-bijstook) |
15 minuten voor de meting de systeemregelaar voor alle zones 5°C hoger instellen dan de aanwezige ruimtetemperatuur en bijstooksysteem blokkeren. |
Ontwerptemperatuur afgiftesysteem bij T-bivalent |
Ten minste 5°C en ten hoogste 10°C |
Naast de genoemde omstandigheden in tabel 1 moet bij installaties voor tapwaterproductie en ruimteverwarming die bij het ontdooien geen gebruik maken van de aanwezige warmte in de woning of van een speciaal warmtebuffer, de meting ook worden uitgevoerd bij het ontdooien.
In afwijking van paragraaf 4.3.1 van bijlage IVh wordt het gemeten geluidsniveau als volgt gecorrigeerd als sprake is van tonaal geluid:
de tonaliteit wordt bepaald volgens NEN-ISO 1996-2:2017, Annex J, table J.1, waarbij een tonaliteitscorrectie wordt bepaald van 0 dB naar 6 dB met stappen van 1 dB.
Tot 1 januari 2024 mag in afwijking van de bovengenoemde bepalingsmethode de tonaliteit worden bepaald volgens DIS47315/150257, April 2004 (BfE Basel). Hierbij wordt de tonaliteit bepaald als een waarde LBi en de aan te houden tonaliteitscorrectie is dan als volgt:
− LBi (4x)< 17,5 een tonaliteitscorrectie van 0 dB;
− 17,5 ≤ LBi < 25 een tonaliteitscorrectie van 3 dB;
− LBi >= 25 een tonaliteitscorrectie van 6 dB.
Als beide bepalingsmethoden worden toegepast, dan geldt de laagst bepaalde tonaliteitscorrectie.
a. De installatie staat op het maaiveld
De plaats waar wordt gemeten op de perceelgrens heeft een verticale en een horizontale positie die als volgt worden bepaald:
• de verticale positie (hoogte) is 1,5 m boven het maaiveld; en
• de horizontale positie is waar het hoogste invallende geluidsniveau optreedt.
In afwijking van de bovengenoemde verticale positie (hoogte) wordt bij een gemeenschappelijke, geheel gesloten erfafscheiding met een massa van ten minste 10 kg/m2 en een hoogte van ten minste 1,8 meter, gemeten op 0,5 m boven deze erfafscheiding. Het gemeten geluidsniveau wordt daarbij gecorrigeerd met –5 dB in de volgende gevallen:
○ als op het naastgelegen perceel voor een andere woonfunctie nergens een geluidsniveau optreedt groter dan 40 dB ter plaatse van het midden van te openen ramen of deuren van verblijfsgebieden van de andere woonfunctie; of
○ als op het naastgelegen perceel voor een andere woonfunctie nergens een geluidsniveau optreedt groter dan 40 dB ter plaatse van de mogelijke gevels of daken van de andere woonfunctie.
b. De installatie staat op een vloer van een buitenruimte of op een dak of hangt aan een gevel
De plaats waar wordt gemeten op de perceelgrens heeft een verticale en een horizontale positie die als volgt worden bepaald:
• de verticale positie (hoogte) is 1,5 meter boven de onderkant van de installatie; en
• de horizontale positie is waar het hoogste invallende geluidsniveau optreedt.
In afwijking van de bovengenoemde verticale positie (hoogte) kan worden uitgegaan van een verticale positie van 1,5 meter boven het maaiveld in de volgende gevallen:
○ als op het naastgelegen perceel voor een andere woonfunctie nergens een invallend geluidsniveau optreedt groter dan 40 dB ter plaatse van:
• 1,5 meter boven het maaiveld; en
• het midden van te openen ramen of deuren van verblijfsgebieden van de andere woonfunctie; of
○ als op het naastgelegen perceel voor een andere woonfunctie nergens een invallend geluidsniveau optreedt groter dan 40 dB ter plaatse van:
• 1,5 meter boven het maaiveld; en
• de mogelijke gevels of daken van de andere woonfunctie.
Er wordt gemeten bij het te openen raam of de deur van een aangrenzende woning op hetzelfde perceel waar het hoogste geluidsniveau optreedt. Bij het raam of de deur wordt daarbij op twee plaatsen gemeten op de verticale middellijn van het raam of de deur: één op een hoogte van een kwart en één op een hoogte van driekwart van het raam of de deur. Er wordt gemeten op een afstand van ten hoogste 2 cm van het raam of de deur. De beide meetwaarden worden energetisch gemiddeld. De gemeten waarde wordt gecorrigeerd met –5 dB vanwege de reflectie tegen de achterliggende constructie. De correctie geldt niet bij een raam dat of een deur die grenst aan een buitenruimte.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
De Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, M.C.G. Keijzer
Met deze wijziging van de Omgevingsregeling is van een tweetal in het Besluit bouwwerken leefomgeving aangestuurde normen een correctie van de aansturing doorgevoerd. Het betreft NEN 1594 omtrent het aanbrengen van droge blusleidingen en NTA 8800 met betrekking tot de Rekentool Koelbehoefte. In de artikelsgewijze toelichting is de achtergrond van deze wijzigingen nader toegelicht. Daarnaast is van de gelegenheid gebruik gemaakt om enkele technische en redactionele correcties door te voeren.
Deze wijziging van de Omgevingsregeling is betrokken in het rapport ‘Regeldruk- en lastenonderzoek wijziging Bbl&Or’ van 18 december 2024 van Sira Consulting B.V (hierna: het Sira-rapport).
In het Sira-rapport wordt geconcludeerd dat de wijzigingen niet leiden tot additionele nalevingskosten voor bedrijven. Wel zijn er eenmalige kosten voor de kennisname van de wijzigingen van € 318.615.
In het Sira-rapport wordt geconcludeerd dat de wijzigingen leiden tot eenmalige kosten voor de kennisname van de wijzigingen van € 15.170.
Voor de volledigheid zij erop gewezen dat bovenvermelde regeldrukkosten voor bedrijven en bestuurlijke lasten betrekking hadden op het conceptvoorstel. Nu besloten is een groot aantal geactualiseerde nomen niet mee te nemen in de definitieve regeling (zie paragraaf 5.4 van deze toelichting), wordt ingeschat dat de daadwerkelijke kosten als gevolg van deze regeling veel lager zijn.
Deze regeling bevat op het gebied van toezicht of handhaving geen materiële wijzigingen.
De wijziging van de Omgevingsregeling waarmee NTA 8800 werd geïntroduceerd, is op grond van de Notificatierichtlijn1 genotificeerd.2 De toepassing van NEN 1594 op het aanbrengen van droge blusleidingen is eerder beschreven in een genotificeerde wijziging van het Bbl.3 Nu de onderhavige wijzigingsregeling slechts leidt tot een zeer beperkte correctie wat betreft de toepassing van deze normen, is notificatie op grond van artikel 5 van de Notificatierichtlijn deze keer achterwege gebleven. Hiermee is er geen sprake is van een noodzaak voor notificatie zoals genoemd in dit artikel.
De ontwerpregeling is voorgelegd aan de Juridisch Technische Commissie (JTC) van het Overlegplatform bouwregelgeving (OPB). In het OPB zijn op bestuurlijk niveau de organisaties van ontwerpende, uitvoerende en toeleverende bouw alsmede belangenorganisaties van beheerders en gebruikers van gebouwen en organisaties van toezichthouders vertegenwoordigd. Het JTC bestaat uit vertegenwoordigers van de organisaties die deel uitmaken van het OPB, die zich vooral bezighouden met de meer juridisch/technische vraagstukken. Aangezien het een wijziging van de Omgevingsregeling betreft, is de regeling alleen voorgelegd in de JTC. De bespreking in de JTC heeft niet geleid tot aanpassingen.
Op 18 oktober 2024 heeft een MKB-toets plaatsgevonden. Voor deze bijeenkomst waren via diverse brancheorganisaties MKB’ers uitgenodigd. Er hebben uiteindelijk vijf MKB-bedrijven deelgenomen aan de MKB-toets. Op de voorgestelde wijziging met betrekking tot NEN 1594 zijn geen inhoudelijke reacties gekomen. De wijziging met betrekking tot NTA 8800 was ten tijde van de MBK-toets niet bekend. Omdat dit de reparatie van een evidente fout betreft, is dit niet bezwaarlijk. De toets heeft dan ook niet geleid tot aanpassingen.
Op 19 december 2024 is de ontwerpregeling voor consultatie op www.internetconsultatie.nl gepubliceerd waarbij eenieder de gelegenheid is geboden te reageren. Er zijn 19 reacties binnengekomen. In de onderhavige wijzigingsregeling zijn uiteindelijk maar drie van de voorziene onderwerpen opgenomen (zie paragraaf 5.4 van deze toelichting). Ten aanzien van de wijziging voor NEN 1594 en de Meet- en beoordelingsrichtlijnen voor trillingen, deel B zijn geen reacties binnengekomen. Over de Rekentool Koelbehoefte NTA 8800 zijn door twee partijen opmerkingen gemaakt. NLingenieurs ziet het tijdelijke aansturen van de rekentool in plaats van bijlage AA bij NTA 8800 als een pragmatische oplossing, maar wil graag dat de fout in bijlage AA zo snel mogelijk zelf wordt weggenomen. In reactie daarop wordt gemeld dat het Ministerie van VRO opdracht heeft gegeven aan het Nederlandse normalisatie instituut NEN om zo spoedig mogelijk deze bijlage AA te herzien en te publiceren. Door een adviesbureau is gevraagd welke inspraak is gevolgd rond deze rekentool. Daarop wordt opgemerkt dat de gewijzigde rekentool onderdeel was van de consultatiestukken en dat er geen inhoudelijke reacties op deze rekentool zijn binnengekomen.
De Minister van VRO heeft op 19 december 2024 de consultatieversie van de wijzigingsregeling ter toetsing aan het Adviescollege toetsing regeldruk (hierna: ATR of college) voorgelegd. Op 31 januari 2025 heeft het ATR zijn advies uitgebracht. Het eindoordeel van het ATR is: het besluit niet vaststellen. Dit oordeel heeft ertoe geleid dat in de onderhavige wijzigingsregeling alleen de onderdelen zijn opgenomen waarop het commentaar van het ATR niet of beperkt betrekking heeft en waarvan uitstel van opname in de Omgevingsregeling ongewenst is voor de bouw. De overige onderdelen, het aansturen van een nieuwe versie van twaalf NEN-normen, worden vooralsnog niet verder in procedure gebracht.
Ten aanzien van de onderdelen in de onderhavige wijzigingsregeling heeft het ATR de volgende adviespunten gegeven:
1. Het college adviseert de kosten voor kennisname van de wijzigende normdocumenten en de Rekentool Koelbehoefte NTA8800 kwalitatief en kwantitatief in beeld te brengen.
2. Het college adviseert de eenmalige en structurele regeldrukkosten als gevolg van de wijzigende normdocumenten en de Rekentool Koelbehoefte NTA 8800 kwalitatief en kwantitatief te beschrijven conform de Rijksbrede methodiek.
Met betrekking tot deze adviespunten wordt het navolgende opgemerkt. De onderhavige wijziging bevat twee beperkte wijzigingen voor normdocumenten. Voor NEN 1594 gaat het om een beschreven afwijking ter voorkoming van uitvoeringsproblemen. Deze wijziging is doorgevoerd in aansluiting op een wijziging van het Bbl.4 De andere wijziging is slechts een redactionele wijziging voor de aansturing van de Meet- en beoordelingsrichtlijnen voor trillingen, deel B. Er worden geen extra inhoudelijke nalevingskosten verwacht.
Voor wat betreft de Rekentool Koelbehoefte NTA 8800 is van belang dat het hier slechts gaat om een correctie van de bestaande rekentool, behorende bij bijlage AA bij de NTA 8800 waarin een evidente fout zat. De correctie van de nieuwe rekentool heeft geen gevolgen voor de tijd die nodig is voor het uitvoeren van de berekeningen door energieprestatie-adviseurs. Ook is geen nieuwe kennis nodig om hiermee te werken. De rekentool is verder kosteloos te downloaden van de RVO-website.5 In zowel de behandeling van deze wijziging in het JTC (zie paragraaf 5.1) als de internetconsultatie zijn geen zienswijzen uit de bouwwereld gekomen tegen deze nieuwe rekentool. Deze correctie leidt naar verwachting dan ook niet tot extra nalevingskosten. Voor het inhoudelijke commentaar bij de wijzigingen wordt verwezen naar het artikelsgewijze deel van de toelichting.
Hoewel de geactualiseerde normen wellicht beperkte kosten voor kennisname met zich meebrengen, beoogt deze regeling uitvoeringsproblemen (en daarmee gepaard gaande kosten) juist te voorkomen.
Op 14 februari 2025 heeft de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) haar reactie gegeven op de wijzigingsregeling. Door de VNG zijn daarbij geen inhoudelijke opmerkingen gemaakt over de in de onderhavig wijziging opgenomen wijzigingen. Wel heeft de VNG aangegeven dat de eenmalig kosten voor kennisname te laag worden ingeschat door Sira. Nu het onderliggende voorstel voorziet in een tweetal correcties van aangestuurde normen, worden geen wezenlijke kosten voor kennisname verwacht. Mocht het ministerie aangestuurde normen actualiseren, dan zal het Sira vragen hierover in overleg te gaan met de VNG.
In artikel 4.221, vijfde en zesde lid, van het Besluit bouwwerken leefomgeving (hierna: Bbl) is bepaald dat bij nieuwbouw de brandslangaansluiting van de droge blusleiding dubbel moet worden uitgevoerd op elke verdieping. Daarbij is voor de uitvoering van de droge blusleiding NEN 1594 aangewezen. In NEN 1594 regelt onderdeel 4.2.2.2 dat de brandslangaansluitingen op de verdiepingen binnen een bepaalde horizontale afstand van elkaar moeten liggen. Toepassing hiervan kan in bepaalde gevallen leiden tot de ongewenste situatie dat voor de tweede brandslangaansluitingen een tweede droge verticale blusleiding moet worden aangebracht in het gebouw. Ter voorkoming van uitvoeringsproblemen wordt daarom onderdeel 4.2.2.2 niet van toepassing verklaard op de extra aansluiting. Overigens werkt NEN aan een vergelijkbare wijziging van NEN 1594, maar omdat deze wijziging van NEN 1594 breder is en pas in 2026 wordt afgerond, wordt onderdeel 4.2.2.2 van NEN 1594 nu al niet van toepassing verklaard.
In bijlage AA bij NTA 8800 is een methode opgenomen die beschrijft hoe de minimale koelcapaciteit bepaald kan worden op maatgevende momenten. Er is een fout in de bepalingsmethode geconstateerd. In plaats van de zonintensiteit op een maatgevend moment van de dag wordt gerekend met een (lagere) maandgemiddelde zonintensiteit. Dat heeft als gevolg dat de minimale koelcapaciteit volgens bijlage AA te laag wordt ingeschat, met een te groot risico op oververhitting als gevolg. NEN zal deze fout herstellen, maar dat is niet op korte termijn mogelijk. Vooruitlopend daarop is door RVO de betreffende ‘Rekentool koelbehoefte NTA 8800’ wel al gecorrigeerd. Met de wijziging van artikel 5.50 wordt de rekentool van RVO nu direct van toepassing verklaard en wordt de foutieve bijlage AA uitgesloten van toepassing. Na aanpassing van de nieuwe versie in bijlage II, zal deze wijziging van artikel 5.50 worden teruggedraaid.
Het gebruik van de rekentool is overigens niet altijd nodig. De rekentool hoeft niet te worden toegepast als de zoninstraling voldoende beperkt wordt of als er een koellastberekening is gemaakt.
In bijlage II bij de Omgevingsregeling is Rekentool Koelbehoefte NTA 8800 opgenomen overeenkomstig de wijziging van artikel 5.50 (Onderdeel B).
Verder is in deze bijlage bij de Meet- en beoordelingsrichtlijnen voor trillingen, deel B nu ook ‘Hoofdstuk 7 Bbl’ genoemd. In hoofdstuk 7 van het Bbl wordt namelijk dit document genoemd als bepalingsmethode. Het gaat hierbij dus om een technische wijziging waarmee deze bijlage in lijn wordt gebracht met de inhoudelijke eisen in het Bbl.
In bijlage XVIII werd ten onrechte verwezen naar een tweetal artikelen uit het Bouwbesluit 2012. Deze kennelijke onjuistheden zijn hersteld.
Deze wijzigingsregeling treedt in werking op 1 juli 2025. Hierbij is rekening gehouden met het beleid inzake vaste verandermomenten en invoeringstermijnen.
De Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, M.C.G. Keijzer
Richtlijn (EU) 2015/1535 van het Europees Parlement en de Raad van 9 september 2015 betreffende een informatieprocedure op het gebied van technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij (codificatie) (PbEU 2015, L 241).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2025-20900.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.