Regeling van de Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur van 24 mei 2025, nr. WJZ/98505220, tot wijziging van de Regeling veterinaire maatregelen specifieke dierziekten of zoönosen in verband met de wijziging van een verbod op verplaatsingen van tegen hoogpathogene aviaire inluenza gevaccineerd pluimvee en producten daarvan en een technische verbetering

De Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur,

Gelet op artikel 71 van verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart2016 tot intrekking van bepaalde handelingen op het gebied van diergezondheid (‘diergezondheidwetgeving’) (PbEU 2016, L 84), Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/361 van de Commissie van 28 november 2022 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft regels voor het gebruik van bepaalde diergeneesmiddelen voor de preventie en bestrijding van bepaalde in de lijst opgenomen ziekten (Pb EU L 52), en op de artikelen 5.4, eerste en derde lid, en 5.5, eerste en tweede lid, van de Wet dieren;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling veterinaire maatregelen specifieke dierziekten of zoönosen wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 3.17 wordt ‘, levensmiddelenbedrijf, ’ vervangen door ‘of’ en vervalt ‘, slachthuis of enig andere plaats’.

B

Bijlage 1b vervalt.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 24 mei 2025

Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, F.M. Wiersma

TOELICHTING

1. Inleiding

Deze regeling wijzigt de Regeling veterinaire maatregelen specifieke dierziekten of zoönosen. Met deze regeling wordt het verbod op het verplaatsen van tegen hoogpathogene aviaire influenza gevaccineerd pluimvee en producten versoepeld. Ook is van de gelegenheid gebruik gemaakt om een technische verbetering aan te brengen.

2. Inhoud regeling

Verbod op verplaatsingen

Bij Regeling van de Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur van 7 maart 2025, nr. WJZ/97092903, tot wijziging van de Regeling veterinaire maatregelen specifieke dierziekten of zoönosen in verband met het stellen van regels ter uitvoering van preventieve vaccinatie tegen hoogpathogene aviaire influenza1 is een verbod ingesteld op het verplaatsen van tegen hoogpathogene aviaire influenza (HPAI) gevaccineerde dieren of producten daarvan.

De verordening (EU) 2023/3612 (hierna: de verordening) verplicht de bevoegde autoriteit de verplaatsing van gevaccineerde pluimvee vanuit de inrichting waar zij zijn gevaccineerd en de verplaatsing van producten van gevaccineerd pluimvee vanuit de productie- en/of verwerkingsinrichting te verbieden en verplaatsingen slechts toe te staan onder bepaalde voorwaarden. In aanvulling op de door de verordening voorgeschreven verboden handelingen waren meer handelingen verboden, namelijk de verplaatsingen vanuit of naar alle plaatsen. Op basis van voortschrijdend inzicht is gebleken dat het voldoende is om alleen verplaatsingen te verbieden vanuit of naar inrichtingen en pakstations. Met deze regeling is het daarom enkel nog verboden om tegen hoogpathogene aviaire influenza gevaccineerd pluimvee en producten daarvan te verplaatsen vanuit of naar een inrichting of pakstation.

De vaccinatiepilot heeft tot doel ervaring op te doen met de praktische uitvoering van vaccinatie tegen HPAI op legbedrijven, de implementatie van het surveillanceprogramma conform de verordening, en het volgen en oplossen van mogelijk negatieve effecten op de handel. In deze pilot worden eieren voor menselijke consumptie vanuit de inrichting vervoerd naar een bedrijf ter verwerking of naar een aangewezen pakstation, waarna ze worden vervoerd naar een levensmiddelenbedrijf om te worden verkocht. Het verbod op verplaatsingen vanuit een pakstation is nodig ter uitvoering van het kanalisatieregime, om te borgen dat eieren uitsluitend verplaatst worden naar het levensmiddelenbedrijf dat deelneemt aan de pilot. Dit kanalisatieregime houdt in dat verplaatsingen en afzet van pluimvee en producten daarvan gecontroleerd geschiedt. Verplaatsingen van deze eieren is dan ook alleen mogelijk met een concrete toestemming van de Minister, middels een ontheffing van het ingestelde verbod. Aan die ontheffing zullen voorschriften verbonden worden, waaronder de voorwaarden die verordening geeft voor dergelijke verplaatsingen. Zodra de eieren op het pakstation zijn aangekomen, kunnen ze naar een levensmiddelenbedrijf of verwerkend bedrijf vervoerd worden.

Technische verbetering

Deze regeling bevat daarnaast een technische verbetering. Artikel 3.5 van de Regeling veterinaire maatregelen specifieke dierziekten of zoönosen is gewijzigd bij Regeling van de Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur van 22 november 2024, nr. WJZ/95186927 tot wijziging van de Regeling veterinaire maatregelen in verband met onder meer verscherpte maatregelen afscherm- en ophokplicht3. In die regeling is het tweede lid van artikel 3.5 komen te vervallen. In dat lid stond een uitzondering op het verbod op het verzamelen van risicovogels. Een van de voorwaarden van die uitzondering was dat de inrichting waarvan de vogels afkomstig zijn niet gelegen is in een regio als bedoeld in bijlage 1b. Abusievelijk was die bijlage 1b niet geschrapt; dat is bij deze regeling alsnog gebeurd.

3. Bekendmaking en inwerkingtreding

Aangezien deze regels zijn vastgesteld in het kader van de aanpak van dierziektecrises, is afgezien van een adviesaanvraag aan het Adviescollege toetsing regeldruk, en van publicatie en inwerkingtreding op een vast verandermoment. Ook is er geen notificatie bij de Europese Commissie vereist in het kader van richtlijn 2015/15354 en van de Dienstenrichtlijn5.

De regels treden in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, F.M. Wiersma


X Noot
2

Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/361 van de Commissie van 28 november 2022 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/429van het Europees Parlement en de Raad wat betreft regels voor het gebruik van bepaalde diergeneesmiddelen voor de preventieen bestrijding van bepaalde in de lijst opgenomen ziekten (PbEU L 52).

X Noot
4

Richtlijn 2015/1535 van het Europees Parlement en de Raad van 9 september 2015 betreffende een informatieprocedure op het gebied van technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij (PbEU 2015, L 241).

X Noot
5

Richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende diensten op de interne markt (PbEU 2006, L 376).

Naar boven