Regeling van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 22 mei 2025, kenmerk 4115924-1082476-WJZ, houdende wijziging van de Warenwetregeling algemene productveiligheid in verband met de uitvoering van Verordening (EU) 2023/988 inzake algemene productveiligheid [KetenID WGK027895]

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op Verordening (EU) 2023/988 van het Europees Parlement en de Raad van 10 mei 2023 inzake algemene productveiligheid, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1025/2012 van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijn (EU) 2020/1828 van het Europees Parlement en de Raad, en tot intrekking van Richtlijn 2001/95/EG van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijn 87/357/EEG van de Raad (PbEU 2023, L 135);

Besluit:

ARTIKEL I

De artikelen 1 tot en met 3 van de Warenwetregeling algemene productveiligheid vervallen.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, V.P.G. Karremans

TOELICHTING

1. Aanleiding en inhoud

De Warenwetregeling algemene productveiligheid (hierna: regeling) bevatte bepalingen die nadere invulling gaven aan voorschriften ter implementatie van Richtlijn 2001/95/EG inzake algemene productveiligheid.1 Deze richtlijn is met ingang van 13 december 2024 ingetrokken en vervangen door Verordening (EU) 2023/988 inzake algemene productveiligheid (hierna: verordening algemene productveiligheid).2 De verordening algemene productveiligheid is uitgevoerd in het Warenwetbesluit uitvoering verordening algemene productveiligheid en verordening inzake accreditatie en heeft geleid tot enkele wijzigingen van de Warenwet.3

De artikelen 1, 2 en 3 van de regeling vervallen, omdat hetgeen bepaald was in deze artikelen nu in de verordening is opgenomen en dus rechtstreeks toepasselijk is.

Hetgeen bepaald werd in artikel 1 van de regeling is nu opgenomen in artikel 33, eerste lid, van de verordening algemene productveiligheid. Dit artikel verplicht lidstaten tot het verstrekken van informatie aan het publiek over producten die een risico vormen voor de gezondheid en veiligheid van consumenten. Die informatie wordt verstrekt in formats die ook toegankelijk zijn voor personen met een beperking. De informatie wordt verstrekt door de betreffende toezichthouder.

De verplichting die was opgenomen in artikel 2 van de regeling is opgenomen in de artikelen 9, achtste lid, 11, achtste lid en 12, vierde lid, van de verordening algemene productveiligheid. Op grond hiervan hebben fabrikanten, importeurs en distributeurs de verplichting om de betreffende toezichthouder onmiddellijk op de hoogte te brengen via de Safety Business Gateway indien er het vermoeden is dat een door hen in de handel gebracht product een gevaarlijk product is.

Tot slot volgt het bepaalde in het voormalige artikel 3 van de regeling nu uit artikel 15 van de verordening algemene productveiligheid. Dit verplicht marktdeelnemers tot samenwerking met de betreffende markttoezichtautoriteiten bij het nemen van maatregelen voor het wegnemen of beperken van de risico’s die veroorzaakt worden door producten die zij op de markt aanbieden.

2. Gevolgen voor de regeldruk

Deze regeling heeft geen gevolgen voor de regeldruk voor het bedrijfsleven en burgers. Het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) heeft het dossier niet geselecteerd voor een formeel advies omdat het geen gevolgen voor de regeldruk heeft.

3. Consultatie

Het ontwerp van deze regeling is niet voorgelegd ter (internet)consultatie, omdat het implementatie van EU-regelgeving betreft.4 Het ontwerp van deze regeling is ter informatie gestuurd aan de deelnemers aan het Regulier Overleg Warenwet (ROW).5

4. Handhaafbaarheid en uitvoerbaarheid

Het ontwerp van deze regeling is in verband met de eventuele gevolgen voor de handhaafbaarheid, uitvoerbaarheid en fraudebestendigheid voorgelegd aan de NVWA. De regeling is handhaafbaar, uitvoerbaar en fraudebestendig.

5. Inwerkingtreding

Artikel II regelt de inwerkingtreding van deze regeling. Er wordt afgeweken van de vaste verandermomenten van regelgeving, alsmede van de minimuminvoeringstermijn, omdat het gaat om uitvoering van bindende EU-rechtshandelingen.6

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, V.P.G. Karremans


X Noot
1

Richtlijn 2001/95/EG van het Europees Parlement en de Raad van 3 december 2001 inzake algemene productveiligheid (PbEG 2001, L 11).

X Noot
2

Verordening (EU) 2023/988 van het Europees Parlement en de Raad van 10 mei 2023 inzake algemene productveiligheid, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1025/2012 van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijn (EU) 2020/1828 van het Europees Parlement en de Raad, en tot intrekking van Richtlijn 2001/95/EG van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijn 87/357/EEG van de Raad (PbEU 2023, L 135).

X Noot
4

Kamerstukken II 2016/17, 29 515, nr. 397.

X Noot
5

Aan het ROW nemen vertegenwoordigers deel van ondernemers (industrie en handel), van consumenten, van Ministeries (met name van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, en van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur) en van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit.

X Noot
6

Ar. 4.17, vijfde lid, onder d.

Naar boven