Regeling van de Staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur van 14 april 2025, nr. WJZ/97592716, tot wijziging van de Regeling Europese EZK- en LNV-subsidies 2021 en de Regeling openstelling EZK- en LNV-subsidies 2025 in verband met een nieuwe openstelling van de subsidiemodules voor innovatie in de visserij en aquacultuur [KetenID WGK27277]

De Staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur,

Gelet op artikel 3 van de Kaderwet EZK- en LNV-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling Europese EZK- en LNV-subsidies 2021 wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 3.1.4 wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel h door een puntkomma een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • i. indien de aanvraag wordt ingediend door een vereniging, een coöperatie, een stichting, een kennisinstelling of een samenwerkingsverband waarin een of meerdere van deze partijen deelnemen, een kopie van de statuten van deze partij of partijen.

B

Aan artikel 3.3.6 wordt een zin toegevoegd, luidende: De activiteiten, bedoeld in artikel 3.3.2, eerste lid, worden uiterlijk op 31 december 2026 uitgevoerd.

C

Artikel 3.4.1 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid komt te luiden:

  • 2. Subsidie wordt verstrekt aan:

    • a. een onderneming;

    • b. een kennisinstelling;

    • c. een vereniging;

    • d. een coöperatie;

    • e. een stichting; of

    • f. een deelnemer in een samenwerkingsverband van ten minste twee partijen als bedoeld in de onderdelen a tot en met e.

2. Het derde lid komt te luiden:

  • 3. In afwijking van het tweede lid wordt geen subsidie verstrekt aan door provincies, gemeenten of waterschappen opgerichte privaatrechtelijke rechtspersonen.

D

Aan artikel 3.4.4, tweede lid, wordt een zin toegevoegd, luidende: ‘Het project wordt binnen die termijn uitgevoerd.’

E

Aan artikel 3.4.5, onderdeel f, wordt ‘of’ toegevoegd.

F

Artikel 3.4.8 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel b, aanhef, wordt ‘wordt ingediend door een aquacultuuronderneming, een aquacultuurorganisatie of een samenwerkingsverband waaraan geen kennisinstelling deelneemt’ vervangen door ‘niet wordt ingediend door een kennisinstelling of een samenwerkingsverband waaraan een kennisinstelling deelneemt’.

2. Onderdeel c komt te luiden:

  • c. het nummer waarmee de subsidieaanvrager geregistreerd is bij de Kamer van Koophandel.

G

In artikel 3.4.9 wordt ‘wordt ingediend door een aquacultuuronderneming, een aquacultuurorganisatie of een samenwerkingsverband waaraan geen kennisinstelling deelneemt’ vervangen door ‘niet wordt ingediend door een kennisinstelling of een samenwerkingsverband waaraan een kennisinstelling deelneemt’.

H

Artikel 3.5.1 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid komt te luiden:

  • 2. Subsidie wordt verstrekt aan:

    • a. een onderneming;

    • b. een kennisinstelling;

    • c. een vereniging;

    • d. een coöperatie;

    • e. een stichting; of

    • f. een deelnemer in een samenwerkingsverband van ten minste twee partijen als bedoeld in de onderdelen a tot en met e.

2. Het derde lid komt te luiden:

  • 3. In afwijking van het tweede lid wordt geen subsidie verstrekt aan door provincies, gemeenten of waterschappen opgerichte privaatrechtelijke rechtspersonen.

I

In artikel 3.5.2 wordt ‘€ 500.000’ vervangen door ‘€ 1.000.000’.

J

Aan artikel 3.5.4, tweede lid, wordt een zin toegevoegd, luidende: Het project wordt binnen die termijn uitgevoerd.

K

Artikel 3.5.5 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a wordt ‘€ 100.000’ vervangen door ‘€ 150.000’.

2. Aan onderdeel c wordt ‘of’ toegevoegd.

L

Artikel 3.5.8 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a, aanhef, wordt ‘wordt ingediend door een visserijonderneming, een visserijorganisatie of een samenwerkingsverband waaraan geen kennisinstelling deelneemt’ vervangen door ‘niet wordt ingediend door een kennisinstelling of een samenwerkingsverband waaraan een kennisinstelling deelneemt’.

2. Onderdeel c komt te luiden:

  • c. het nummer waarmee de subsidieaanvrager geregistreerd is bij de Kamer van Koophandel.

M

In artikel 3.5.9 wordt ‘wordt ingediend door een visserijonderneming, een visserijorganisatie of een samenwerkingsverband waaraan geen kennisinstelling deelneemt’ vervangen door ‘niet wordt ingediend door een kennisinstelling of een samenwerkingsverband waaraan een kennisinstelling deelneemt’.

ARTIKEL II

In de tabel in artikel 3, tweede lid, van de Regeling openstelling EZK- en LNV-subsidies 2025 worden voor de rij met titel 5.4 twee rijen ingevoegd, luidende:

Paragraaf 3.4: Innovatieve projecten in de aquacultuur

3.4.1

 

Innovatie in de aquacultuur

30-04-2025 t/m 29-08-2025

€ 3.300.000

Paragraaf 3.5: Innovatieve projecten in de visserij

3.5.1

 

Innovatie in de visserij

30-04-2025 t/m 29-08-2025

€ 7.700.000

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 14 april 2025

De Staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, J.F. Rummenie

TOELICHTING

1. Inleiding

Met deze wijzigingsregeling zijn twee subsidiemodules in de Regeling Europese EZK- en LNV-subsidies 2021 (hierna: REES 2021) gewijzigd: paragraaf 3.4, een subsidiemodule voor innovatie in de aquacultuur (hierna: aquacultuurmodule) en paragraaf 3.5, een subsidiemodule voor innovatie in de visserij (hierna: visserijmodule). Ook is met deze wijzigingsregeling voorzien in de heropenstelling van deze subsidiemodules.

De aquacultuurmodule is gebaseerd op artikel 26, eerste lid, onderdeel a, van Verordening (EU) 2021/1139.1 Uit dit onderdeel volgt dat subsidie kan worden verleend wanneer hiermee duurzame aquacultuuractiviteiten worden gestimuleerd binnen de zeewier- en aquacultuursector. De subsidie moet met name leiden tot een versterking van de concurrentiepositie van de aquacultuur. Met innovatieve projecten kan hieraan worden bijgedragen. De visserijmodule is gebaseerd op artikel 14, eerste lid, onderdeel a, van Verordening (EU) 2021/1139 en is gericht op innovatie voor de visserij voor zowel de zee-, kust- als binnenvisserij.

Omdat het bij deze heropenstelling om een beperkt aantal wijzigingen gaat, zijn alleen de wijzigingen in deze toelichting opgenomen. Voor de overige aspecten van de subsidiemodules wordt verwezen naar de toelichting bij de modules zelf.2

2. Aanleiding en doel

In 2024 zijn de visserij- en aquacultuurmodules voor het eerst opengesteld om aan innovatieprojecten subsidies beschikbaar te stellen via het Europees fonds voor maritieme zaken, visserij en aquacultuur (hierna: EMFAF). Innoveren is een belangrijk doel onder het Programma EMFAF, waarvoor een grote hoeveelheid middelen beschikbaar wordt gesteld. Vanwege de vele aanvragen die niet gehonoreerd konden worden in de modules uit 2024 is gekozen om middels een heropenstelling beide modules te heropenen in 2025.

3. Hoofdlijnen wijzigingsregeling

Wijzigingen visserijmodule en aquacultuurmodule

De grootste wijziging in beide modules is de aanpassing van de doelgroep. De doelgroep voor deze heropenstellingen is breder dan voor de eerdere openstelling uit 2024. Van belang is dat een project bijdraagt aan de doelstellingen die zijn geformuleerd in artikel 14, eerste lid, onderdeel a, (visserij) en artikel 26, eerste lid, onderdeel a (zeewier- en aquacultuur), van Verordening (EU) 2021/1139. Aanvragers dienen daarom een goed beeld te hebben van de mogelijkheden om de sector door middel van innovatie te verduurzamen. Het is niet langer een vereiste dat een deelnemer een visserij-/aquacultuuronderneming of -organisatie, of een kennisinstelling is, zolang het project bijdraagt aan de hierboven genoemde doelstellingen en de aanvrager binnen de (verbrede) doelgroep valt.

Het doel van deze subsidiemodule is om meer dan alleen innovaties binnen een enkel bedrijf te realiseren. Om het ook mogelijk te maken om sectorbreed innovaties te realiseren is gekozen voor een brede doelgroep. Uit het oogpunt van efficiëntie en omwille van het bewerkstelligen van een zo groot mogelijk bereik kunnen verschillende partijen er ook voor kiezen om te gaan samenwerken. Om deze reden is de doelgroep beperkt begrensd. Indien een aanvraag in een samenwerkingsverband wordt gedaan is het van belang dat elke deelnemer uit het samenwerkingsverband als penvoerder kan optreden, met dien verstande dat maar één partij de penvoerder kan zijn. De penvoerder is degene die namens het samenwerkingsverband de aanvraag indient.

Verder is het maximale subsidiabele bedrag voor projecten onder de visserijmodule verhoogd van € 500.000 naar € 1.000.000. Zo wordt de mogelijkheid geboden aan het helpen financieren van grotere projecten binnen de visserij. Daarnaast worden de minimale subsidiabele kosten voor de binnenvisserij en kustvisserij verhoogd van € 100.000 naar € 150.000. Daarmee sluiten de minimale subsidiabele kosten beter aan bij de subsidiemodule ‘Innoveren in Visserijtechnieken’ die in de tweede helft van 2025 open zal gaan.

Tot slot is een aantal artikelen tekstueel gewijzigd. Dit hangt grotendeels samen met de veranderde doelgroep en het opnemen van de verplichting tot het meesturen van statuten bij de aanvraag voor rechtspersonen in artikel 3.1.4 van de REES 2021. Op deze manier is dit voor alle EMFAF-modules geregeld. De overige wijzigingen betreffen het toevoegen van ‘of’ om het karakter van de opsomming in die artikelen te verduidelijken.

Wijziging realisatietermijn subsidiemodule Investeringen in SCR-katalysatoren

Artikel 3.3.6 is gewijzigd naar aanleiding van een verlenging van de termijn voor de activiteiten in het kader van de module Investeringen in SCR-katalysatoren. Degenen aan wie de subsidie reeds is verleend, bevinden zich in een onzekere situatie, waardoor de activiteiten (de aankoop en installatie van de SCR-katalysator en het laten opstellen van het meetrapport) niet binnen de oorspronkelijke termijn van 24 maanden na subsidieverlening zouden kunnen worden uitgevoerd. De reden hiervoor is de onduidelijkheid over de invulling van een natuurvergunning voor garnalenvisserij in de toekomst en de omvang van de investering zonder direct bedrijfseconomisch voordeel voor de aanvrager. In deze uitzonderlijke situatie is ervoor gekozen de realisatietermijn te verlengen tot 31 december 2026. Begunstigden hebben daarna nog dertien weken om een aanvraag tot subsidievaststelling in te dienen.

4. Staatssteun

Voor de toelichting omtrent de staatssteunaspecten van deze heropenstellingen wordt verwezen naar de toelichting bij de visserij- en aquacultuurmodules.

5. Regeldruk

Deze regeling heeft effecten voor de regeldruk. Deze zijn ten aanzien van de soorten kosten hetzelfde, maar de omvang verschilt vanwege het aantal potentiële en verwachte aanvragers. Daarom worden de kosten in algemene zin beschreven en vervolgens in een tabel berekend.

Voor de bepaling van de regeldrukkosten is gekeken naar de uitvoering van de volgende activiteiten: kennisname van de regeling en aanvraagprocedure, uitvoering, eindverantwoording, verplichtingen na afloop en overige verplichtingen.

De verwachting is dat potentiële aanvragers de module bekijken en hier één uur aan besteden. Vervolgens zal een aantal daarvan de aanvraagprocedure ingaan en de aanvraagformulieren voor subsidieverstrekking invullen. Bij de kennisname en aanvraagprocedure is per aanvrager naar schatting 34,1 uur gemoeid. Hieronder valt onder andere het invullen van het aanvraagformulier, het opstellen van het projectplan en het opstellen van de projectbegroting. Het opstellen van het projectplan zal bij de aanvraagprocedure de meeste tijd in beslag nemen (20 uur). Voor de uitvoering is de verwachting dat hier 8,5 uur per aanvrager aan wordt besteed. Als onderdeel van de uitvoering zijn activiteiten als het invullen/indienen van het aanvraagformulier (deelbetaling), het indienen van facturen en betaalbewijzen en het opstellen en indienen van de tussenrapportage(s) meegenomen. Voor de eindverantwoording is uitgegaan van een tijdslast van 8,5 uur, waarbij het indienen van het rapport de meeste administratieve lasten met zich meebrengt (5 uur), gevolgd door het invullen/indienen van het aanvraagformulier (vaststelling) (2 uur), het indienen van facturen en betaalbewijzen (1 uur) en het aanleveren van aanvullende informatie (0,5 uur). Voor de verplichtingen na afloop is een tijdslast van 12,5 uur verwacht. De handeling van het archiveren van stukken en bijhouden van de administratie brengt hierbij de grootste tijdslast met zich mee (10 uur). Ook valt onder de verplichtingen na afloop de begeleiding van externen bij controles/audits en het in stand houden van de administratie. Voor de overige verplichtingen is gerekend met een tijdslast van 8,5 uur per aanvrager. Onder overige verplichtingen vallen onder andere de kosten die mogelijkerwijs gemaakt kunnen worden als er een juridische procedure wordt gestart in relatie tot het ingediende project, zoals het opstellen en indienen van een bezwaarschrift, het bijwonen van een hoorzitting en het opstellen van een bezwaarschrift.

De verwachting is dat er voor de aquacultuurmodule 12 potentiële aanvragers zijn, die ook allen daadwerkelijk een aanvraag zullen doen. Voor de visserijmodule is het aantal potentiële aanvragers 7, die naar verwachting ook allemaal overgaan tot een aanvraag. Deze verwachte aanvragen komen voort uit de ervaring die is opgedaan tijdens de eerdere openstelling in 2024. Aanvragen kunnen onder andere worden ingediend door een samenwerkingsverband (50% door gemachtigde van de penvoerder), met een gemiddeld aantal partners per project van 2. In de doorrekening is ervan uitgegaan dat de helft van de aanvragers gebruik maakt van een gemachtigde als penvoerder. Voor een gemachtigde is uitgegaan van een uurtarief van € 60. Voor de partners is uitgegaan van een uurtarief van € 45. De totale administratieve lasten voor de aquacultuurmodule en de visserijmodule bedragen aldus:

 

Aquacultuurmodule

Visserijmodule

Kennisname en aanvraag

€ 28.911

€ 16.829

Uitvoering

€ 5.195

€ 6.061

Eindverantwoording

€ 3.384

€ 3.948

Verplichtingen na afloop

€ 7.279

€ 8.492

Overige verplichtingen

€ 1.857

€ 2.166

Totaal

€ 46.626

€ 37.496

Voor de aquacultuurmodule betreffen de administratieve lasten 1,41% van het subsidiebudget en voor de visserijmodule betreffen ze 0,49% van het subsidiebudget.

Het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) heeft het dossier niet geselecteerd voor een formeel advies, omdat het naar verwachting geen omvangrijke gevolgen voor de regeldruk heeft.

6. Uitvoering

De uitvoering van deze modules is in handen van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Beide modules worden door RVO uitvoerbaar en handhaafbaar geacht.

7. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst. Hiermee wordt afgeweken van de systematiek van vaste verandermomenten van regelgeving. Deze afwijking wordt gerechtvaardigd door het feit dat de doelgroep van deze regeling gebaat is bij een spoedige inwerkingtreding vanwege de stimulans die volgt uit de subsidieverlening. Aangezien de openstellingsperiode start op 30 april 2025 is hiermee nog enige voorbereidingstijd voor de betrokken doelgroep, ondanks afwijking van de systematiek van vaste verandermomenten. Daarnaast is eerder met de doelgroep via de website van RVO gecommuniceerd over de inhoud en voorwaarden van de regeling.

De Staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, J.F. Rummenie


X Noot
1

Verordening (EU) 2021/1139 van het Europees Parlement en de Raad van 7 juli 2021 tot oprichting van het Europees fonds voor maritieme zaken, visserij en aquacultuur en tot wijziging van Verordening (EU) 2017/1004 (PbEU 2021, L 247).

Naar boven