Regeling van de Minister van Economische Zaken van 15 april 2025, nr. WJZ/ 97768797 tot wijziging van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies in verband met het verlenen van terugwerkende kracht aan eerdere wijzigingen van artikel 3.10.7 en artikelen 3 en 5 van bijlage 3.10.1 opgenomen in de subsidiemodule Seed capital technostarters, en artikel 3.16.1e en artikel 3 van bijlage 3.16.1a opgenomen in de subsidiemodule Vroegefasefinanciering en Haalbaarheidsstudie

De Minister van Economische Zaken,

Gelet op de artikelen 2, 4 en 5 van het Kaderbesluit nationale EZK- en LNV-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 3.10.13a komt te luiden:

Artikel 3.10.13a. Overgangsrecht

De wijzigingen van artikel 3.10.7 en de artikelen 3 en 5 van bijlage 3.10.1 ingevolge de Regeling van de Minister van Economische Zaken van 8 december 2024, nr. WJZ/ 89466783 tot wijziging van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies in verband met het toevoegen van een tender gericht op deep tech technostarters en het doorvoeren van inflatiecorrecties in de subsidiemodule Seed capital technostarters alsmede het doorvoeren van inflatiecorrecties in de subsidiemodule Vroegefasefinanciering en haalbaarheidsstudie (Stcrt. 2024, 40486) zijn eveneens van toepassing op aanvragen voor subsidie die in de periode 1 januari 2024 tot en met 1 april 2024 zijn ingediend op grond van artikel 3.10.2.

B

Na artikel 3.16.21 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 3.16.21a. Overgangsrecht

De wijzigingen van artikel 3.16.1e en artikel 3 in bijlage 3.16.1a ingevolge de Regeling van de Minister van Economische Zaken van 8 december 2024, nr. WJZ/ 89466783 tot wijziging van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies in verband met het toevoegen van een tender gericht op deep tech technostarters en het doorvoeren van inflatiecorrecties in de subsidiemodule Seed capital technostarters alsmede het doorvoeren van inflatiecorrecties in de subsidiemodule Vroegefasefinanciering en haalbaarheidsstudie (Stcrt. 2024, 40486) zijn eveneens van toepassing op aanvragen die in de periode 1 september 2024 tot en met 1 december 2024 zijn ingediend op grond van artikel 3.16.1c.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 17 december 2024.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 15 april 2025

De Minister van Economische Zaken, D.S. Beljaarts

TOELICHTING

1. Seed Capital Technostarters

De subsidiemodule Seed capital technostarters (hierna: Seed capital regeling) die is opgenomen in titel 3.10 van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies (hierna: RNES) richt zich op technostarters in de vroege fase. In deze fase ontvangen startups vaak hun eerste investeringen. Door binnen de Seed capital regeling limieten te stellen aan het maximale investeringsbedrag per participatie, wordt onder andere de focus van Seed capital fondsen op de vroege fase geborgd. Sinds de start van de regeling zijn de investeringsrondes, in de fase waar de Seed capital regeling zich op richt, in Nederland en Europa groter geworden. Dit komt mede door de opkomst van kapitaalintensieve sectoren, zoals deeptech, en verhoogde kosten voor innovatieve ondernemingen zoals personeels-, productie- en ontwikkelingskosten. Dit heeft volgens de evaluatie – die in 2024 is afgerond – gevolgen voor de Seed capital regeling, omdat de fondsen die gebruik maken van deze regeling veel in hoogtechnologische en deeptech sectoren investeren en de fondsen op dit moment moeilijk marktconform kunnen investeren.

Om de doelmatigheid van de regeling te borgen en te zorgen dat Seed capital fondsen markconform kunnen blijven investeren, zijn in december 2024 de kaders van de Seed capital startersfondsen submodule (paragraaf 3.10.2 van de RNES) aangepast. Deze aanpassing is op 17 december 2024 in werking getreden (Stcrt. 2024, 40486). De correctie werd doorgevoerd om ervoor te zorgen dat de financiering voldoende blijft om de kostenstijgingen en prijsindexaties op te vangen, en volgt tevens een van de aanbevelingen uit de evaluatie op.

Seed capital fondsen hebben een investeringsperiode van zes jaar. Om te waarborgen dat Seed capital fondsen, die opgericht werden in 2024 en voor de inwerkingtreding van eerder genoemde wijziging op 17 december 2024 een aanvraag voor een subsidie hebben ingediend, toch optimaal kunnen aansluiten bij de markt en de financieringsbehoeften van start-ups, wordt met terugwerkende kracht de optie geboden voor deze fondsen om gebruik te maken van de genoemde wijzigingen per 17 december 2024. Dit wordt gerealiseerd met onderdeel A van deze wijzigingsregeling. Dit onderdeel vervangt het huidige artikel 3.10.13a. Het overgangsrecht dat in dit artikel stond opgenomen is niet meer nodig en met de fondsen die indertijd van dit overgangsrecht gebruik wilden maken zijn destijds aangepaste geldleningsovereenkomsten gesloten. Het nieuwe artikel treedt in werking met terugwerkende kracht tot en met 17 december 2024. Met deze wijziging worden geen partijen benadeeld. De wijziging is dan van toepassing op de gehele openstellingsperiode van de subsidie-submodule in 2024 (1 januari 2024 tot en met 1 april 2024). De wijziging heeft geen budgettaire gevolgen voor het Ministerie van Economische Zaken.

2. Vroegefasefinanciering en haalbaarheidsstudie

Met de subsidiemodule Vroegefasefinanciering en haalbaarheidsstudie (hierna: VFF) die is opgenomen in titel 3.16 van de RNES, kunnen ondernemers een risicodragende geldlening afsluiten om de stap van onderzoek (of idee of concept) naar een commercieel product (of proces of dienst) dat geschikt is voor de markt, te onderzoeken. Ook kunnen regionale financiers een subsidie in de vorm van een geldlening aanvragen voor het verstrekken van geldleningen aan MKB-ondernemers of innovatieve starters ten behoeve van de financiering van vernieuwings- of vroegefasetrajecten. De VFF heeft als doel ondernemers en onderzoekers in de vroege fase van hun ontwikkeling te ondersteunen bij het uitwerken van innovatieve ideeën en concepten tot een levensvatbare onderneming. De afgelopen jaren is echter gebleken dat de bestaande ticketgrootte vaak onvoldoende is om deze vroege fase op een effectieve wijze te doorlopen. Kosten voor ontwikkeling, onderzoek en marktintroductie zijn toegenomen, waardoor er meer kapitaal nodig is om het vroege ontwikkelstadium succesvol af te ronden. Daarom werd per 17 december 2024 (Stcrt. 2024, 40486) de maximale lening voor nieuwe aanvragen verhoogd naar € 450.000 voor alle luiken van de VFF. Hiermee wordt voorzien in de financieringsbehoefte van zowel academische innovaties als van het innovatieve MKB, met als doel om de slagingskans van deze initiatieven te vergroten en daarmee bij te dragen aan het innovatieve en ondernemende klimaat in Nederland. Daarnaast zorgt deze wijziging voor een uniforme uitvoering van de VFF, waardoor start-ups bij elk luik dezelfde financiering kunnen verwachten. Bij regionale financiers was echter de indruk gewekt dat de wijziging per 17 december 2024 ook van toepassing zou zijn op aanvragen die voor deze datum zouden worden ingediend en (sommige) regionale financiers hebben dan ook te vroeg een aanvraag ingediend (met als gevolg dat de wijzigingen niet voor hen gelden). Om deze reden, om te verzekeren dat het regionale luik van de VFF zo uniform mogelijk wordt uitgevoerd en gezien het feit dat regionale VFF fondsen een looptijd hebben van drie jaar, wordt met terugwerkende kracht de optie geboden om gebruik te maken van de genoemde wijziging. Dit geldt dan voor regionale financiers die met uitzicht op deze wijziging na 1 september 2024 een VFF-fonds hebben aangevraagd tijdens de toen geldende openstelling van de subsidiemodule (tot en met 1 december 2024). De wijziging is van toepassing op de gehele openstellingsperiode van de subsidie(sub)module in 2024 en heeft geen budgettaire gevolgen voor het Ministerie van Economische Zaken. Ook worden met deze wijziging geen partijen benadeeld

3. Staatsteun

De subsidie voor een aanvraag in het kader van Seed capital startersfondsen wordt gerechtvaardigd door artikel 21 van de Algemene groepsvrijstellingsverordening (hierna: agvv). De subsidie voor aanvragen in het kader van regionale financiers wordt gerechtvaardigd door de artikelen 22 en 25 van de agvv. De voorgaande wijzigingen in de betreffende subsidie(sub)modules zijn getoetst op staatssteunrechtelijke effecten en zij vallen binnen de kaders van de agvv.

4. Regeldruk

De wijzigingen die nu met terugwerkende kracht worden doorgevoerd zijn reeds voorgelegd aan het Adviescollege toetsing regeldruk (hierna: ATR). ATR heeft destijds de betreffende wijzigingsregeling (Stcrt. 2024, 40486) niet geselecteerd voor een advies omdat zij weinig tot geen gevolgen voor de regeldruk had. Omdat het hier om (een aantal van) dezelfde wijzigingen gaat hebben de onderhavige wijzigingen ook weinig tot geen gevolgen voor de regeldruk.

5. Vaste verandermomenten

De regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Met de bekendmaking en inwerkingtreding van deze regeling wordt afgeweken van de systematiek van de vaste verandermomenten, inhoudende dat ministeriële regelingen met ingang van de eerste dag van elk kwartaal in werking treden en minimaal twee maanden voordien worden bekendgemaakt. Dit is gerechtvaardigd omdat de doelgroep gebaat is bij een zo spoedig mogelijke inwerkingtreding.

De Minister van Economische Zaken, D.S. Beljaarts

Naar boven