Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Ministerie van Economische Zaken | Staatscourant 2024, 40486 | algemeen verbindend voorschrift (ministeriële regeling) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Ministerie van Economische Zaken | Staatscourant 2024, 40486 | algemeen verbindend voorschrift (ministeriële regeling) |
De Minister van Economische Zaken,
Gelet op de artikelen 2, 4, 5 en 30 van het Kaderbesluit nationale EZK- en LNV-subsidies;
Besluit:
De Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 3.9.7, onderdeel d, wordt ‘artikel 3.9.8, vierde lid’ vervangen door ‘artikel 3.9.8, vijfde lid’.
B
Artikel 3.10.1 wordt als volgt gewijzigd:
1. In de alfabetische volgorde de volgende begripsbepaling ingevoegd:
technostarter gericht op sleuteltechnologieën, wiens onderneming producten, processen of diensten ontwikkelt, verkoopt en levert, die zijn gebaseerd op een onderscheidende technische vinding met sector overstijgende toepassingsmogelijkheden die in potentie een oplossing voor complexe maatschappelijke, wetenschappelijke of technische vraagstukken biedt, en die voortkomen uit technologische vooruitgang of nieuw wetenschappelijk inzicht en unieke kennis;.
2. In de begripsbepaling investeringsbudget wordt ‘artikel 3.10.2, derde lid’ vervangen door ‘artikel 3.10.2, vierde lid’.
C
In artikel 3.10.2 wordt onder vernummering van het derde en vierde lid tot vierde en vijfde lid, een lid ingevoegd, luidende:
3. Indien sprake is van een specifieke openstelling voor fondsplannen voor deep tech technostarters, verstrekt de Minister op aanvraag subsidie aan een startersfonds voor het uitvoeren van een fondsplan, waarbij minimaal 75 procent van het investeringsbudget bestemd is voor het verkrijgen van participaties in deep tech technostarters.
D
In artikel 3.10.4 wordt ‘€ 10.000.000’ vervangen door ‘€ 12.000.000’.
E
Artikel 3.10.7, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel c, subonderdeel 2°, wordt ‘€ 3.500.000’ vervangen door ‘€ 5.000.000’.
2. In onderdeel c, subonderdeel 3°, wordt ‘€ 2.000.000’ vervangen door ‘€ 2.500.000’.
3. In onderdeel c, subonderdeel 4°, wordt ‘€ 2.000.000’ vervangen door ‘€ 2.500.000’.
4. In onderdeel c, subonderdeel 11°, eerste gedachtestreepje, wordt ‘€ 3.500.000’ vervangen door ‘€ 5.000.000’.
5. In onderdeel c, subonderdeel 11°, tweede gedachtestreepje, wordt ‘€ 3.500.000’ vervangen door ‘€ 5.000.000’.
F
Na artikel 3.10.13a wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Met ingang van 1 mei 2025:
a. vervalt in artikel 3.10.1 de begripsbepaling deep tech technostarter;
b. wordt in de begripsbepaling investeringsbudget ‘artikel 3.10.2, vierde lid’ vervangen door ‘artikel 3.10.2, derde lid’;
c. vervalt artikel 3.10.2, derde lid, onder vernummering van het vierde en vijfde lid tot derde en vierde lid;
d. vervalt dit artikel.
G
In artikel 3.16.1e, onderdeel f, subonderdeel 2°, wordt ‘€ 350.000’ vervangen door ‘€ 450.000’.
H
In artikel 3.16.3, tweede lid, wordt ‘€ 35’ vervangen door ‘€ 45’.
I
In artikel 3.16.4, onderdeel d, wordt ‘€ 350.000’ vervangen door ‘€ 450.000’.
J
Artikel 3.16.8 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt ‘€ 350.000’ vervangen door ‘€ 450.000’.
2. In het tweede lid wordt ‘€ 35’ vervangen door ‘€ 45’.
K
In artikel 3.16.9, onderdeel c, wordt ‘€ 350.000’ vervangen door ‘€ 450.000’.
L
Artikel 3.16.13 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt ‘€ 250.000’ vervangen door ‘€ 450.000’.
2. In het tweede lid wordt ‘€ 35’ vervangen door ‘€ 45’.
M
In artikel 3.16.14, onderdeel b, wordt ‘€ 250.000’ vervangen door ‘€ 450.000’.
N
Bijlage 3.10.1 wordt als volgt gewijzigd:
1. In artikel 3, eerste lid, onderdeel c, wordt ‘€ 2.000.000’ vervangen door ‘€ 2.500.000’.
2. In artikel 5, eerste lid, onderdeel b, wordt ‘€ 3.500.000’ vervangen door ‘€ 5.000.000’.
3. In artikel 5, eerste lid, onderdeel c, wordt ‘€ 2.000.000’ vervangen door ‘€ 2.500.000’.
4. In artikel 5, vierde lid, onderdeel a, wordt ‘€ 3.500.000’ vervangen door ‘€ 5.000.000’.
5. In artikel 5, vierde lid, onderdeel b, wordt ‘€ 3.500.000’ vervangen door ‘€ 5.000.000’.
O
In bijlage 3.16.1a wordt in artikel 3, onderdeel d, ‘€ 350.000’ vervangen door ‘€ 450.000’.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
’s-Gravenhage, 8 december 2024
De Minister van Economische Zaken, D.S. Beljaarts
Met de subsidiemodule Vroegefasefinanciering en haalbaarheidsstudie (VFF), opgenomen in titel 3.16 van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies (hierna: RNES), kunnen ondernemers een risicodragende geldlening afsluiten om de stap van onderzoek (of idee of concept) naar een commercieel product (of proces of dienst) dat geschikt is voor de markt, te onderzoeken. Ook kunnen regionale financiers een subsidie in de vorm van een geldlening aanvragen voor het verstrekken van geldleningen aan MKB-ondernemers of innovatieve starters ten behoeve van de financiering van vernieuwings- of vroegefasetrajecten.
De VFF heeft als doel ondernemers en onderzoekers in de vroege fase van hun ontwikkeling te ondersteunen bij het uitwerken van innovatieve ideeën en concepten tot een levensvatbare onderneming. De afgelopen jaren is echter gebleken dat de bestaande ticketgrootte vaak onvoldoende is om deze vroege fase op een effectieve wijze te doorlopen. Kosten voor ontwikkeling, onderzoek en marktintroductie zijn toegenomen, waardoor er meer kapitaal nodig is om het vroege ontwikkelstadium succesvol af te ronden.
De in deze regeling opgenomen wijzigingen spelen in op de behoefte aan grotere financiële ruimte voor innovatieve initiatieven. Door de verhoging van de maximale financieringsbedragen wordt voorzien in een betere aansluiting op de daadwerkelijke kapitaalbehoefte van (wetenschappelijke) ondernemers.
In de oorspronkelijke regeling bedroegen de maximale leningen per onderneming respectievelijk € 250.000 voor wetenschappelijke projecten en € 350.000 voor innovatieve MKB-projecten. Deze bedragen worden nu verhoogd naar € 450.000 voor beide categorieën. Hiermee wordt voorzien in de financieringsbehoefte van zowel academische innovaties als van het innovatieve MKB, met als doel om de slagingskans van deze initiatieven te vergroten en daarmee bij te dragen aan het innovatieve en ondernemende klimaat in Nederland.
De subsidiemodule Seed capital technostarters, een regeling voor techno- en creatieve starters, opgenomen in titel 3.10 van de RNES, viert in 2025 haar twintigste verjaardag en is een belangrijk instrument om de toegang tot financiering voor technologische startups te verbeteren. Techno- en creatieve startups dragen sterk bij aan een competitieve en innovatieve economie en daarmee aan het toekomstig verdienvermogen van Nederland. Toegang tot financiering, met name in de vroegste fasen van een onderneming, is essentieel voor deze startups om hun producten te ontwikkelen. Vanwege het hoge risico in de vroege fase stappen investeerders in deze fase echter niet snel in. Het succes van een product is immers nog niet bewezen op de markt. Middels deze subsidiemodule wordt de risico-rendementsverhouding voor private investeerders verbeterd. Hiermee worden zij gestimuleerd om investeringen te doen in de vroege fase van techno- en creatieve starters.
De regeling is in 2024 positief geëvalueerd. De evaluatie laat zien dat de regeling heeft geleid tot succesvolle co-investeringen en een verbeterde toegang tot kapitaal voor startende bedrijven. Daarnaast nemen fondsen door de regeling meer risico en investeren zij in innovatievere bedrijven, waardoor de financieringskloof kleiner wordt voor deze bedrijven. De belangrijkste aanbeveling van de evaluatie is om de regeling voort te zetten en om de kaders van de seed capital startersfondsen submodule (paragraaf 3.10.2 van de RNES) te verruimen.
De subsidiemodule Seed capital technostarters (hierna: Seed capital regeling) richt zich op technostarters in de vroege fase. In deze fase ontvangen startups vaak hun eerste investeringen. Door binnen de Seed capital regeling limieten te stellen aan het maximale investeringsbedrag per participatie, wordt onder andere de focus van Seed capital fondsen op de vroege fase geborgd.
Sinds de start van de regeling zijn de investeringsrondes, in de fase waar de Seed capital regeling zich op richt, in Nederland en Europa groter geworden. Dit komt mede door de opkomst van kapitaalintensieve sectoren zoals deeptech en verhoogde kosten voor innovatieve ondernemingen zoals personeels-, productie- en ontwikkelingskosten. Naast de veranderende markt is er voor de kaders van de Seed capital regeling sinds 2012 geen rekening gehouden met inflatie. Dit heeft volgens de evaluatie die in 2024 is afgerond gevolgen voor de Seed capital regeling, omdat de fondsen die gebruik maken van deze regeling veel in hoogtechnologische en deeptech sectoren investeren en de fondsen op dit moment moeilijk marktconform kunnen investeren.
Om de doelmatigheid van de regeling te borgen en te zorgen dat Seed capital fondsen markconform kunnen blijven investeren, worden de kaders van de Seed capital startersfondsen submodule (paragraaf 3.10.2 van de RNES) aangepast. Het maximale bedrag dat een Seed capital fonds kan investeren wordt met een inflatiecorrectie verhoogd van € 3,5 miljoen naar € 5 miljoen. De maximale lening die door een fonds kan worden aangevraagd wordt tevens verhoogd van € 10 miljoen naar € 12 miljoen. De correctie wordt doorgevoerd om te compenseren voor de cumulatieve inflatie en om ervoor te zorgen dat de financiering voldoende blijft om de kostenstijgingen en prijsindexaties op te vangen.
Startups en scale-ups spelen een cruciale rol bij het naar de markt brengen van innovaties en de ontwikkeling van sleuteltechnologieën. De Nationale Technologiestrategie (NTS) richt zich op het versterken van de technologische autonomie van Nederland door het vergroten van innovatiecapaciteit in sleuteltechnologieën zoals AI, fotonica en biotechnologie. Door gericht te investeren, kunnen we de concurrentiepositie van Nederland versterken en maatschappelijke uitdagingen aanpakken. Marktpartijen en investeerders maken onderscheid tussen reguliere startups en deeptech startups, welke zich richten op baanbrekende innovaties op basis van sleuteltechnologieën met sector overstijgende toepassingsmogelijkheden.
Zo definieert de Europese Investeringsbank (EIB) deeptech als unieke, onderscheidende, moeilijk na te bootsen, technologische of wetenschappelijke vooruitgang welke een grondig begrip vergt van zowel de techniek als de markt om het potentieel op waarde te kunnen schatten. Daarbij wordt deeptech vaak aangeduid als oplossing voor maatschappelijke uitdagingen. Deeptech investeringen kenmerken zich veelal door een kapitaalintensief karakter in een vroege levensfase, dit wanneer de toepassingsmogelijkheden nog niet altijd bekend zijn.
Een goed functioneerde risicokapitaalmarkt voor deeptech investeringen is daarom van groot belang. Vanuit de private fondsen is deeptech moeilijk inpasbaar omdat het gaat om lange doorlooptijden, grote financieringen in een risicovolle fase van ondernemingen. In de Kamerbrief Strategie Durfkapitaal van mei 2023 is aangekondigd de Seed Capital regeling frequenter in te zetten op deeptech om de valley of death voor deeptech startups te overbruggen.1 Specifieke tenders zijn in het verleden succesvol gebleken om een impuls te geven aan een specifieke sector of thema. In 2021 heeft er tevens succesvol een deeptechtender plaatsgevonden en in 2024 is dit gebeurd middels een aanvullend rankingscriterium om deeptechfondsen te stimuleren in de reguliere Seed capital technostarters tender.
Met deze wijzigingsregeling wordt in 2025 incidenteel een specifieke deeptech tender uitgeschreven binnen de seed capital startersfondsen submodule (onderdeel C en artikel 3.10.2, derde lid). Deze tender heeft tot doel privaat kapitaal voor deeptech technostarters te mobiliseren in de vroege levensfase. Er is een budget van € 25 miljoen gereserveerd ten behoeve van risicokapitaal specifiek voor deeptech technostarters. Nederland beschikt met de subsidiemodule Seed capital technostarters reeds over een succesvol instrument waardoor de brede Nederlandse risicokapitaalmarkt in de afgelopen twintig jaar volwassen is geworden. Deze subsidiemodule maakt het mogelijk om subsidie te verstrekken in de vorm van een geldlening voor de financiering van beginnende ondernemingen die technisch innovatief van aard zijn (de zogenoemde technostarters).
De subsidie wordt niet rechtstreeks aan ondernemingen verstrekt, maar aan investeringsfondsen die participaties nemen in ondernemingen van technostarters (startersfondsen). Daarom is met de onderhavige regeling voorzien in de mogelijkheid om een tender specifiek ten behoeve van deeptech technostarters open te stellen. Het maximale subsidiebedrag voor deze tender bedraagt € 12 miljoen per fonds, zoals tevens in deze wijziging vermeld.
De wijzigingen van de subsidiemodules Seed capital technostarters en Vroegefasefinanciering en haalbaarheidsstudie zijn verenigbaar met de Europese regels betreffende staatssteun. De subsidie die op grond van deze titels wordt verstrekt, is aan te merken als staatssteun in de zin van artikel 107 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. De staatssteun met betrekking tot Seed capital technostarters is gerechtvaardigd op grond van artikel 21 (risicofinancieringssteun) van de Algemene groepsvrijstellingsverordening (hierna: agvv). De staatssteun met betrekking tot de subsidiemodule Vroegefasefinanciering en haalbaarheidsstudie is gerechtvaardigd op grond van artikel 22 (steun voor ondernemingen in de startfase) van de agvv. De openstelling zal separaat ter kennisneming aan de Europese Commissie worden toegezonden, conform artikel 11, onder a, van de agvv.
De wijzigingen opgenomen in de Seed capital regeling hebben geen aanvullende administratieve lasten voor een startersfonds tot gevolg ten opzichte van de reguliere Seed capital faciliteit. Met de onderhavige wijzigingsregeling worden alleen een aantal bedragen aangepast met een inflatiecorrectie en wordt een tender specifiek voor deeptech technostarters opgenomen.
Voor beide submodules gaat het om de administratieve lasten voor een startersfonds die voortkomen uit de fasen van aanvraag, uitvoering en vaststelling van de subsidie. Dit kost een startersfonds naar schatting circa 555 uur. Bij een uurtarief van € 54 per uur gaat het per fonds naar schatting om € 5.000 voor aanvraag, € 13.000 voor uitvoering en € 12.000 voor vaststelling. Het betreffen de gebruikelijke werkzaamheden voor het opstellen van de aanvraag, voortgangsrapportages en eindverantwoording.
Voor de submodule seed capital startersfondsen is de inschatting dat er vier aanvragen worden gedaan en twee aanvragen worden toegewezen. Hiermee beslaat het totale bedrag aan administratieve lasten voor alle aanvragende fondsen over de gehele looptijd van de subsidie in totaliteit € 70.000 ofwel 0,33% van het beschikbaar gestelde subsidiebedrag.
Voor de submodule seed business angel fondsen wordt uitgegaan van 5 aanvragen waarvan 5 toegekend worden. Hiermee beslaat het totale bedrag aan administratieve lasten voor alle aanvragende fondsen over de gehele looptijd van de subsidie in totaliteit € 150.000 ofwel 3% van het beschikbaar gestelde subsidiebedrag.
De voorgestelde verhoging van de maximale lening per onderneming binnen de VFF-regeling brengt geen extra administratieve lasten met zich mee voor aanvragers of de uitvoerende instantie. Aanvragers hoeven geen extra documenten in te dienen en de aanvraagprocedure blijft ongewijzigd. Hierdoor blijft de regeldruk voor ondernemers en onderzoeksinstellingen die gebruik willen maken van de regeling op het bestaande niveau.
Het Adviescollege toetsing regeldruk heeft deze wijzigingsregeling niet geselecteerd voor een advies omdat het weinig tot geen gevolgen voor de regeldruk heeft.
De regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Met de bekendmaking en inwerkingtreding van deze regeling wordt afgeweken van de systematiek van de vaste verandermomenten, inhoudende dat ministeriële regelingen met ingang van de eerste dag van elk kwartaal in werking treden en minimaal twee maanden voordien worden bekendgemaakt. Voor potentiële aanvragers is dit geen probleem omdat de wijzigingen alleen van financiële aard zijn en voor de deeptech technostarter tender geldt dat er geen aanvullende (inhoudelijke) eisen in de subsidiemodule worden opgenomen. Daarnaast is de doelgroep gebaat bij een spoedige inwerkingtreding van deze subsidiemodule.
De Minister van Economische Zaken, D.S. Beljaarts
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2024-40486.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.