Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 19 maart 2024, kenmerk 3790097-1063025-LZ, houdende wijziging van de Regeling specifieke uitkering domein-overstijgend samenwerken in verband met het begrip eigen bijdrage

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 3 van de Kaderwet VWS-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling specifieke uitkering domein-overstijgend samenwerken wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1 worden in alfabetische volgorde de volgende onderdelen ingevoegd:

bijdragen van derden:

bijdragen die de uitkeringsontvanger van een ander dan de Minister voor de middels de uitkering te financieren of gefinancierde activiteit ontvangt en die de uitkeringsontvanger aanwendt voor de middels de uitkering te financieren of gefinancierde activiteit;

eigen bijdrage:

bijdrage van de uitkeringsontvanger zelf voor de middels de uitkering te financieren of gefinancierde activiteit;.

B

In artikel 7, zesde lid, wordt 'de hoogte van de eigen bijdrage, die ten minste 20% van de totale begrote kosten uitmaakt' vervangen door 'de hoogte van de eigen bijdrage en bijdragen van derden, die tezamen ten minste 20% van de totale begrote kosten uitmaken'.

C

In artikel 8, tweede lid, wordt 'het bedrag van de eigen bijdrage' vervangen door 'het bedrag van de eigen bijdrage tezamen met het bedrag van de bijdragen van derden'.

D

In artikel 11, derde lid, wordt 'verminderd met het in het besluit tot verlening genoemde bedrag aan eigen bijdrage' vervangen door 'verminderd met het bedrag van de begrote eigen bijdrage en de begrote bijdragen van derden tezamen of het bedrag van de gerealiseerde eigen bijdrage en de gerealiseerde bijdragen van derden tezamen indien dit hoger is dan het bedrag van de begrote eigen bijdrage en de begrote bijdragen van derden tezamen'.

ARTIKEL II

Op aanvragen tot verlening van een uitkering voor activiteiten in de periode 1 januari 2023 tot en met 31 december 2023, blijft de regeling van toepassing zoals deze luidde tot en met 20 november 2023.

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, C. Helder

TOELICHTING

Bij regeling van 1 februari 2023 is in de Regeling specifieke uitkering domein-overstijgend samenwerken (hierna: de Regeling) de mogelijkheid geïntroduceerd een specifieke uitkering te verstrekken voor experimenten die niet onder begeleiding van een centraal persoon worden uitgevoerd.1 Het doel daarvan was de mogelijkheid te creëren om zorgkantoren samenwerkingsverbanden te laten faciliteren met gemeenten en zorgverzekeraars en zo gezamenlijk te investeren in maatregelen die de zorg thuis te verbeteren, zodat de vraag naar zorg waarop aanspraak bestaat op grond van de Wet langdurige zorg kan worden uitgesteld of voorkomen.

Dergelijke experimenten worden voor maximaal 80% van de kosten gedekt door de specifieke uitkering. Een bijdrage van minimaal 20% moet voorkomen dat gemeenten een aanvraag doen die onrealistisch hoog is; de bijdrage wordt bij de vaststelling in mindering gebracht op de gerealiseerde kosten.

Eigen bijdrage en bijdragen van derden tezamen

Het begrip 'eigen bijdrage' suggereert dat het gaat om middelen die afkomstig zijn van de aanvrager. De aanvrager van de specifieke uitkering is in dit geval een gemeente, al dan niet mede ten behoeve van andere gemeenten (als coördinerende gemeente). Het is de bedoeling dat ook middelen van derden in de gespecificeerde begroting van een experiment kunnen worden opgenomen, gelet op het doel van de Regeling om partijen gezamenlijk te laten investeren in maatregelen die de zorg thuis te verbeteren om de behoefte aan Wlz-zorg te verminderen of uit te stellen. Bij derden die bijdragen in de middelen kan gedacht worden aan zorgverzekeraars, aanbieders in het sociaal domein en andere betrokken organisaties.

Vaststellingssystematiek

Met de wijziging van de vaststellingssystematiek voor experimenten zonder de inzet van een centraal persoon in artikel 11, derde lid, wordt geregeld dat de gemeente, ongeacht de gerealiseerde kosten altijd gehouden is het bedrag te voldoen van de begrote eigen bijdrage tezamen met de begrote bijdragen van derden, of het bedrag van de gerealiseerde eigen bijdrage tezamen met de gerealiseerde bijdragen van derden indien dit bedrag hoger is dan de begrote eigen bijdrage tezamen met de begrote bijdragen van derden (afgeleid van artikel 7.8, vierde lid, van de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS).

De deelnemende partijen dragen dus procentueel een hoger percentage van de kosten op het moment dat het experiment minder kostte dan begroot. Mocht het experiment duurder zijn dan begroot dan blijft de uitkering beperkt tot het in het besluit tot verlening genoemde bedrag. Op deze wijze wordt voorkomen dat de kosten van een experiment op voorhand te hoog worden ingeschat, met als gevolg dat onder meer een uitkeringsplafond onnodig al eerder wordt bereikt.

Eerbiedigende werking

De mogelijkheid om bijdragen van derden in de begroting op te nemen geldt voor de aanvraag van een uitkering voor activiteiten in de periode 1 januari 2024 tot en met 31 december 2024. Op uitkeringen die zijn aangevraagd voor activiteiten tot en met 31 december 2023 is deze wijziging niet van toepassing.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, C. Helder


X Noot
1

Stcrt. 2023, 4543 (inwerkingtreding op 10 februari 2023).

Naar boven