Beleidsregel van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, van 5 maart 2024, nr. IENW/BSK-2023/326458 tot wijziging van de Beleidsregel nadeelcompensatie overschrijding grenswaarden geluid Schiphol in verband met de toevoeging van bedrijfswoningen en woonschepen en enige andere verbeteringen

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,

Gelet op artikel 4:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht;

BESLUIT:

ARTIKEL I

De Beleidsregel nadeelcompensatie overschrijding grenswaarden geluid Schiphol wordt als volgt gewijzigd.

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst.

2. In de alfabetische volgorde worden de volgende begripsbepalingen ingevoegd:

bedrijfswoning:

bouwwerk bij een bedrijf, dat bestemd is voor bewoning door het huishouden van de ondernemer of door bij dat bedrijf werkzaam personeel, waarvan huisvesting ter plaatse wenselijk is;

bouwwerk:

bouwwerk als bedoeld in de bijlage bij de Omgevingswet;

RRB:

roerende ruimtebelasting, zijnde de belasting die wordt geheven voor roerende woon- en bedrijfsruimten die duurzaam aan een plaats gebonden zijn en dienen tot permanente bewoning of permanent gebruik;

woonschip:

drijvend bouwwerk met een woonfunctie op een locatie die in het omgevingsplan als bedoeld in de bijlage bij de Omgevingswet is aangewezen als een ligplaats voor een woonschip;

taxatiewaarde bedrijfswoning:

waardebepaling van een bedrijfswoning door een erkend taxateur op grond van het prijspeil 2018 of 2019.

3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. In deze beleidsregel wordt, tenzij daarin anders is bepaald, onder woning mede verstaan bedrijfswoning of woonschip.

B

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het derde lid komt te luiden:

  • 3. De vergoeding voor een woning, niet zijnde een bedrijfswoning of een woonschip, wordt per relevant gebruiksjaar vastgesteld aan de hand van de formules:

    Schade = WOZ-waarde x schadepercentage x (geluidbelasting – maximale verwachtingswaarde, in dB)

    Vergoeding = schade – normale maatschappelijke risico

2. Onder vernummering van het vierde tot en met zevende lid tot zesde tot en met negende lid, worden twee leden ingevoegd, luidende:

  • 4. De vergoeding voor een bedrijfswoning wordt per relevant gebruiksjaar vastgesteld aan de hand van de formules:

    Schade = taxatiewaarde bedrijfswoning voor het woongedeelte x schadepercentage x (geluidbelasting – maximale verwachtingswaarde, in dB)

    Vergoeding = schade – normale maatschappelijke risico

  • 5. De vergoeding voor een woonschip wordt per relevant gebruiksjaar vastgesteld aan de hand van de formules:

    Schade = taxatiewaarde volgens RRB-aanslag x schadepercentage x (geluidbelasting – maximale verwachtingswaarde, in dB)

    Vergoeding = schade – normale maatschappelijke risico

3. In het negende lid (nieuw) wordt ‘zesde lid’ vervangen door ‘achtste lid’.

C

Artikel 3, derde en vierde lid, komen te luiden:

  • 3. Een aanvraag, als bedoeld in artikel 2, omvat in ieder geval de in het aanvraagformulier genoemde gegevens en bescheiden. Bij de aanvraag voegt de hoofdbewoner tevens ten aanzien van ieder relevant gebruiksjaar:

    • a. een afschrift van de gegevens over de feitelijke woonsituatie van de hoofdbewoner die te raadplegen zijn via www.mijnoverheid.nl;

    • b. een afschrift van de huurovereenkomst of de eigendomsinformatie van de hoofdbewoner uit het Kadaster die te raadplegen is via www.mijnoverheid.nl;

    • c. in geval van een bedrijfswoning: een afschrift van het taxatierapport met betrekking tot de taxatiewaarde bedrijfswoning voor het woongedeelte;

    • d. in geval van een woonschip: een afschrift van de taxatiewaarde volgens de RRB-aanslag;

    • e. in geval van een andere gebruiksgerechtigde hoofdbewoner dan de eigenaar of huurder, bewijsstukken waarmee aangetoond wordt dat dit recht bestond en financiële woonlasten werden gedragen.

  • 4. Een aanvraag voor een vergoeding, als bedoeld in artikel 2, voor een woning, niet zijnde een bedrijfswoning of een woonschip, kan worden ingediend in de periode van 1 mei 2023 tot en met 31 juli 2023, en voor een bedrijfswoning of woonschip in de periode van 1 april 2024 tot en met 30 juni 2024.

ARTIKEL II

Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin hij wordt geplaatst.

Deze beleidsregel zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, M.G.J. Harbers

TOELICHTING

Op 24 april 2023 heeft de Minister van Infrastructuur en Waterstaat in de Staatscourant de Beleidsregel nadeelcompensatie overschrijding grenswaarden geluid Schiphol gepubliceerd (Stcrt. 2023, 11316). Op 25 april 2023 is deze in werking getreden.

In deze beleidsregel komen hoofdbewoners van woningen binnen het toepassingsgebied genoemd in de beleidsregel in aanmerking voor nadeelcompensatie. In het toepassingsgebied bevinden zich ook woonschepen en bedrijfswoningen. De beleidsregel voorziet echter niet in specifieke bepalingen voor deze categorieën woningen. Om deze reden zijn de hoofdbewoners van woonschepen en bedrijfswoningen destijds niet in beschouwing genomen. Zij hebben bijvoorbeeld geen attenderingsbrief ontvangen. Dit is een omissie die middels wijziging van de beleidsregel wordt rechtgezet, waarmee tevens duidelijkheid wordt geboden aan bewoners van woonschepen en bedrijfswoningen in het toepassingsgebied van de beleidsregel.

In de beleidsregel wordt de hoogte van de vergoeding voor woningen gebaseerd op de WOZ-waarde van de woning. De berekeningsmethode die hieraan ten grondslag ligt kan echter niet worden toegepast op woonschepen en bedrijfswoningen. Woonschepen hebben namelijk geen WOZ-waarde. Voor bedrijfswoningen geldt (in de regel) dat er geen aparte waardering beschikbaar is ten opzichte van het bedrijfspand. Van bedrijfswoningen wordt maar een gedeelte bewoond en dit deel is niet terug te vinden in de eventueel vastgestelde WOZ-waarde van het bedrijfspand.

Om toch een waarde te kunnen bepalen voor woonschepen wordt de jaarlijkse roerenderuimtebelasting (RRB) gebruikt voor de bepaling van de schadevergoeding op grond van de beleidsregel.

Voor bedrijfswoningen die geen separate WOZ-waarde voor het bewoonde deel kennen is het mogelijk om door tussenkomst van een erkend taxateur die waarde te laten bepalen en deze waarde te laten dienen voor de hoogte van de schadevergoeding. In het geval van taxatie van deze bedrijfswoningen zal de minister contact opnemen met de hoofdbewoners van de betreffende bedrijfswoningen en een taxateur om een taxatie in te plannen. Tevens zal de minister daarvoor de kosten dragen.

Om geen rechtsongelijkheid te laten ontstaan tussen bewoners van bedrijfswoningen en woonschepen en bewoners van woningen met een WOZ-waarde, is de beleidsregel zo aangepast dat voor de eerstgenoemde categorie wordt voorzien in een aparte aanvraagperiode, namelijk 1 april tot en met 30 juni 2024. De woonschepen en bedrijfswoningen die onder de reikwijdte van de beleidsregel vallen zullen na vaststelling van deze wijziging een attenderingsbrief ontvangen met daarin nadere informatie over de procedure.

Voor de definitie van het begrip ‘woonschip’ is het begrip ‘drijvend bouwwerk’ gehanteerd, dat in artikel 5.1b van het op 1 januari 2024 in werking getreden (op de Omgevingswet gebaseerde) Besluit kwaliteit leefomgeving is opgenomen. De definitie van bedrijfswoning sluit aan bij de in de ruimtelijke ordening gebruikte definitie.

Verder is van de gelegenheid gebruik gemaakt om enkele tekstuele onvolkomenheden te verbeteren.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, M.G.J. Harbers

Naar boven