Regeling van de Minister van Economische Zaken en Klimaat en de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 15 maart 2024, nr. WJZ/ 45790625, tot wijziging van de Subsidieregeling JTF 2021–2027 in verband met het invoegen van de titels 4.4 en 4.5, en enkele wijzigingen in de hoofdstukken 1 tot en met 5, 7 en 9

De Minister van Economische Zaken en Klimaat en de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op verordening (EU), nr. 2021/1060 van het Europees Parlement en de Raad van 24 juni 2021 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds Plus, het Cohesiefonds, het Fonds voor een rechtvaardige transitie en het Europees Fonds voor maritieme zaken, visserij en aquacultuur en de financiële regels voor die fondsen en voor het Fonds voor asiel, migratie en integratie, het Fonds voor interne veiligheid en het Instrument voor financiële steun voor grensbeheer en visumbeleid (PbEU 2021, L 231) en verordening (EU) 2021/1056 van het Europees Parlement en de Raad van 24 juni 2021 tot oprichting van het Fonds voor een rechtvaardige transitie (PbEU 2021, L 231);

Gelet op artikel 4:89, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht, de artikelen 2 en 3 van de Kaderwet EZK- en LNV-subsidies en de artikelen 3, eerste, derde en vierde lid, 5 en 8, eerste lid, van de Kaderwet SZW-subsidies;

Besluiten:

ARTIKEL I

De Subsidieregeling JTF 2021–2027 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1.1 wordt in de begripsomschrijving van de-minimisverordening ‘PbEU 2023, L 15.12.2023’ vervangen door ‘PbEU L 2023/2831’.

B

In artikel 2.2.5, eerste lid, wordt ‘€ 26.000.000’ vervangen door ‘€ 28.568.000’.

C

In artikel 2.3.5, eerste lid, wordt ‘€ 35.000.000’ vervangen door ‘€ 48.500.000’.

D

In artikel 2.3.6, eerste lid, wordt ‘26 april 2024’ vervangen door ‘31 oktober 2024’.

E

In artikel 2.4.6, eerste lid, wordt ‘29 maart 2024’ vervangen door ‘15 juli 2024’.

F

In artikel 2.7.5, eerste lid, wordt ‘€ 8.000.000’ vervangen door ‘€ 14.000.000’.

G

In artikel 2.7.6, eerste lid, wordt ‘24 mei 2024’ vervangen door ‘31 januari 2025’.

H

Artikel 2.8.6 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘1 mei 2024’ vervangen door ‘31 oktober 2024’.

2. In het vijfde lid wordt ‘29 januari 2024’ vervangen door ‘31 mei 2024’.

I

In artikel 2.9.5, eerste lid, wordt ‘€ 10.000.000’ vervangen door ‘€ 13.500.000’.

J

In artikel 2.9.6 wordt ‘26 april 2024’ vervangen door ‘15 juli 2024’.

K

In artikel 3.1.5, eerste lid, wordt ‘€ 34.125.000’ vervangen door ‘€ 43.304.516’.

L

In artikel 3.2.5 worden, onder vernummering van het tweede tot vierde lid, twee leden ingevoegd, luidende:

  • 2. Met ingang van 1 april 2024 worden de subsidieplafonds uit het eerste lid samengevoegd. Het samengevoegde subsidieplafond bedraagt € 12.500.000, met dien verstande dat er maximaal € 5.000.000 beschikbaar is voor projecten van grote ondernemingen.

  • 3. Voor aanvragen die voor 1 april 2024 zijn ingediend, geldt dat het subsidieplafond als samengevoegd kan worden beschouwd, voor zover daar geen andere aanvragen mee worden benadeeld die voor 1 april 2024 zijn ingediend.

M

Aan hoofdstuk 4 worden twee titels toegevoegd, luidende:

Titel 4.4. Regionale Subsidies voor Spoor 1 en 2 uit het Territorial Just Transition Plan voor de regio Groot-Rijnmond

Artikel 4.4.1. Begripsomschrijvingen

In deze titel wordt verstaan onder:

elektrificatie:

overgang van fossiele brandstoffen of energie naar elektriciteit of hernieuwbare energie;

TJTP Groot-Rijnmond:

het Territorial Just Transition Plan, bedoeld in artikel 11 van de JTF-verordening, met betrekking tot de JTF-regio Groot-Rijnmond;

walstroom:

infrastructuur aan de kade om schepen stationair op elektriciteit te laten draaien;

waterstof:

waterstof geproduceerd uit hernieuwbare bronnen zoals duurzame elektriciteit via elektrolyse of uit biogrondstoffen.

Artikel 4.4.2. Doel subsidie

Het doel van de subsidie op grond van deze titel is het bevorderen van vernieuwing en versterking van de regionale economie met nieuwe, duurzame of circulaire industriële ketens en versnellen van de transitie met investeringen in technologie, systemen en infrastructuur tot decarbonisatie van bestaande industriële ketens.

Artikel 4.4.3. Doelgroep

De Minister van SZW verstrekt op aanvraag subsidie aan een rechtspersoon of samenwerkingsverband voor een project dat:

  • a. past binnen één van de in bijlage 5 opgenomen beschrijvingen;

  • b. wordt uitgevoerd in de JTF-regio Groot-Rijnmond; en

  • c. past binnen de kaders van deze regeling.

Artikel 4.4.4. Subsidiabele activiteiten
  • 1. Subsidie op basis van deze titel kan worden verstrekt voor projecten die passen binnen de prioritaire as 3, Spoor 1 – het vernieuwen en versterken regionale economie met duurzame industriële ketens of Spoor 2 – het versnellen van transitie met investeringen in technologie, systemen en infrastructuur tot decarbonisatie industriële ketens, van het Programma JTF 2021–2027; en:

    • 1°. een focus hebben op elektrificatie van de industrie en/of industriële processen; of

    • 2°. een focus hebben op (de toepassing van) groene waterstof in de industrie of de energievoorziening.

  • 2. Onverminderd het eerste lid komen investeringen in walstroom niet voor subsidie in aanmerking.

Artikel 4.4.5. Subsidieplafond en wijze van verdeling
  • 1. Het subsidieplafond bedraagt € 4.650.000.

  • 2. De Minister van SZW verdeelt het beschikbare bedrag op volgorde van ontvangst van de aanvragen, overeenkomstig artikel 1.18.

Artikel 4.4.6. Aanvraagperiode
  • 1. Een aanvraag kan worden ingediend vanaf 15 april 2024 9.00 uur.

  • 2. Aanvragen worden ingediend door middel van het door de Minister van SZW vastgestelde aanvraagformulier dat beschikbaar is in het https://start.jtf-webportal.nl/.

Artikel 4.4.7. Hoogte van de subsidie
  • 1. De subsidie bedraagt maximaal 50 procent van de subsidiabele kosten.

  • 2. De subsidie bedraagt ten hoogste € 1.500.000 per project.

  • 3. De projectkosten bedragen ten minste € 200.000 per project.

Artikel 4.4.8. Starttermijn en looptijd
  • 1. De projectactiviteiten in het kader van deze titel vangen niet eerder aan dan de dag waarop de aanvraag compleet is ingediend.

  • 2. De projectactiviteiten zijn uiterlijk 31 december 2029 door de aanvrager uitgevoerd.

Artikel 4.4.9. Beoordelingscriteria
  • 1. Gelet op artikel 1.20, tweede lid, wordt een project beoordeeld op alle onderdelen van het eerste lid van dat artikel.

  • 2. Gelet op artikel 1.20, derde lid, bedraagt het aantal punten per onderdeel als bedoeld in het eerste lid ten hoogste:

    • a. bijdrage aan de doelstellingen van het Programma JTF 2021–2027: 20 punten;

    • b. sociaal-economische integraliteit: 15 punten;

    • c. technische en sociale innovatiegehalte: 15 punten;

    • d. economisch of financieel toekomstperspectief: 15 punten;

    • e. kwaliteit van het projectplan: 15 punten;

    • f. bijdrage aan duurzame ontwikkeling en aan maatschappelijke-sociale impact: 20 punten.

Artikel 4.4.10. Voorschot
  • 1. De Minister van SZW verleent op basis van een gemotiveerde aanvraag, waaruit de liquiditeitsnoodzaak is af te leiden, een voorschot als werkkapitaal op het moment van beschikken van de subsidie van maximaal 10 procent van de subsidiabele projectkosten.

  • 2. De Minister van SZW kan onderbouwd afwijken van de in het eerste lid genoemde verstrekking van het voorschot.

  • 3. In ieder geval wordt geen voorschot verleend, wanneer de verleningsbeschikking een of meer opschortende of ontbindende voorwaarden bevat.

  • 4. De Minister van SZW verleent op aanvraag opvolgende voorschotten op basis van gerealiseerde projectactiviteiten als bedoeld in artikel 1.31.

Artikel 4.4.11. Vervaltermijn

Deze titel en bijlage 5 vervallen met ingang van 1 januari 2027, met dien verstande dat deze titel van toepassing blijft op subsidies die voor deze datum zijn aangevraagd.

Titel 4.5. Regionale Subsidies voor Spoor 3 uit het Territorial Just Transition Plan voor de regio Groot-Rijnmond

Artikel 4.5.1. Begripsomschrijving

In deze titel wordt verstaan onder:

TJTP Rijnmond:

het Territorial Just Transition Plan, bedoeld in artikel 11 van de JTF-verordening, met betrekking tot de regio Groot-Rijnmond.

Artikel 4.5.2. Doel subsidie

Een project in het kader van deze titel heeft tot doel het bevorderen van de beschikbaarheid van voldoende juist opgeleide en gemotiveerde weerbare beroepsbevolking voor de opgaven, bij een toenemend vacature-overschot en het verdwijnen of wijzigen van bestaande functies door de transitieopgave.

Artikel 4.5.3. Doelgroep

De Minister van SZW verstrekt op aanvraag subsidie aan een rechtspersoon of samenwerkingsverband voor een project dat:

  • a. past binnen één van de in bijlage 4 opgenomen beschrijvingen;

  • b. wordt uitgevoerd in de JTF-regio Groot-Rijnmond; en

  • c. past binnen de kaders van deze regeling.

Artikel 4.5.4. Subsidiabele activiteiten

Subsidie op basis van deze titel kan worden verstrekt voor projecten die passen binnen de Spoor 3 van prioritaire as 3 uit het Programma JTF 2021–2027.

Artikel 4.5.5. Subsidieplafond en wijze van verdeling
  • 1. Het subsidieplafond bedraagt € 7.500.000.

  • 2. De Minister van SZW verdeelt het beschikbare bedrag op volgorde van ontvangst van de aanvragen, overeenkomstig artikel 1.18.

Artikel 4.5.6. Aanvraagperiode
  • 1. Een aanvraag kan worden ingediend vanaf 15 april 2024 9.00 uur.

  • 2. Aanvragen worden ingediend door middel van het door de Minister van SZW vastgestelde aanvraagformulier dat beschikbaar is in het https://start.jtf-webportal.nl/.

Artikel 4.5.7. Hoogte van de subsidie
  • 1. De subsidie bedraagt maximaal 50 procent van de subsidiabele kosten.

  • 2. De subsidie bedraagt ten hoogste € 2.000.000 per project.

  • 3. De projectkosten bedragen ten minste € 200.000 per project.

Artikel 4.5.8. Starttermijn en looptijd
  • 1. De activiteiten van een project in het kader van deze titel vangen niet eerder aan dan de dag waarop de aanvraag compleet is ingediend.

  • 2. De projectactiviteiten zijn uiterlijk 31 december 2029 door de aanvrager uitgevoerd.

Artikel 4.5.9. Beoordelingscriteria
  • 1. Gelet op artikel 1.20, tweede lid, wordt een aanvraag beoordeeld op onderdelen a, b, c, e en f van het eerste lid van dat artikel.

  • 2. Gelet op artikel 1.20, derde lid, bedraagt het aantal punten per onderdeel als bedoeld in het eerste lid ten hoogste:

    • a. bijdrage aan de doelstellingen van het Programma JTF 2021–2027: 20 punten;

    • b. sociaal-economische integraliteit: 30 punten;

    • c. technische en sociale innovatiegehalte: 20 punten;

    • d. kwaliteit van het projectplan: 15 punten;

    • e. bijdrage aan duurzame ontwikkeling en aan maatschappelijke-sociale impact: 15 punten.

Artikel 4.5.10. Voorschot
  • 1. De Minister van SZW verleent op basis van een gemotiveerde aanvraag, waaruit de liquiditeitsnoodzaak is af te leiden, een voorschot als werkkapitaal op het moment van beschikken van de subsidie van maximaal 10 procent van de subsidie.

  • 2. De Minister van SZW kan onderbouwd afwijken van de in het eerste lid genoemde verstrekking van het voorschot.

  • 3. In ieder geval wordt geen voorschot verleend wanneer de verleningsbeschikking een of meer opschortende of ontbindende voorwaarden bevat.

  • 4. De Minister van SZW verleent op aanvraag opvolgende voorschotten op basis van gerealiseerde projectactiviteiten als bedoeld in artikel 1.31.

Artikel 4.5.11. Vervaltermijn

Deze titel en bijlage 4 vervallen met ingang van 1 januari 2027, met dien verstande dat deze titel van toepassing blijft op subsidies die voor deze datum zijn aangevraagd.

N

Artikel 5.4.4 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdeel g, vervalt ‘of ’.

2. Het tweede lid vervalt, onder vernummering van het derde tot en met achtste lid tot tweede tot en met zevende lid.

3. In het vijfde lid (nieuw) wordt ‘het vijfde lid’ vervangen door ‘het vierde lid’.

O

Artikel 5.4.5 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

  • 1. Het subsidieplafond bedraagt ten minste € 17.000.000 en kan worden verhoogd met onbenut budget dat resteert uit:

    • a. het aanvullende budget, bedoeld in het tweede lid;

    • b. het budget uit dit artikel voor de aanvraagperiode die sloot op 31 januari 2024.

2. In het tweede lid wordt ‘€ 10.000.000’ vervangen door ‘€ 8.500.000’.

3. Het vierde en vijfde lid vervallen, onder vernummering van het zesde lid tot vierde lid.

4. In het vierde lid (nieuw) wordt ‘14 maart 2024’ vervangen door ‘15 oktober 2024’.

P

In artikel 5.4.6, eerste lid, wordt ‘15 december 2023’ vervangen door ‘1 april 2024’ en ‘31 januari 2024’ vervangen door ‘30 september 2024’.

Q

Artikel 5.4.9 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid wordt ‘na sluiting van de aanvraagperiode’ vervangen door ‘na ontvangst van de aanvraag’.

2. In het derde lid wordt ‘31 juli 2026’ vervangen door ‘31 december 2026’.

R

Artikel 7.4.4 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt na ‘kan worden verstrekt voor’ ingevoegd ‘een of meer van de volgende acties’.

2. Het tweede lid vervalt, onder vernummering van het derde tot en met zesde lid tot tweede tot en met vijfde lid.

S

Artikel 7.4.5 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

  • 1. Het subsidieplafond bedraagt ten minste € 12.750.000 en kan worden verhoogd met onbenut budget dat resteert uit:

    • a. het aanvullende budget, bedoeld in het tweede lid;

    • b. het budget uit dit artikel voor de aanvraagperiode die sloot op 31 januari 2024.

2. In het tweede lid wordt ‘€ 6.900.000’ vervangen door ‘€ 6.375.000’.

3. Het vierde en vijfde lid vervallen, onder vernummering van het zesde lid tot vierde lid.

4. In het vierde lid (nieuw) wordt ‘14 maart 2024’ vervangen door ‘15 oktober 2024’.

T

In artikel 7.4.6, eerste lid, wordt ‘15 december 2023’ vervangen door ‘1 april 2024’ en ‘31 januari 2024’ vervangen door ‘30 september 2024’.

U

In artikel 7.4.7, tweede lid, onderdeel b, wordt ‘€ 250.000’ vervangen door ‘€ 1.000.000’.

V

Artikel 7.4.9 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid wordt ‘na sluiting van de aanvraagperiode’ vervangen door ‘na ontvangst van de aanvraag’.

2. In het derde lid wordt ‘is voltooid voor 31 juli 2026’ vervangen door ‘is binnen 36 maanden na dagtekening van de verleningsbeschikking voltooid’.

W

In artikel 9.2.1.1, derde lid, wordt ‘29 maart 2024’ vervangen door ‘15 juli 2024’.

X

Artikel 9.2.1.3 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid wordt ‘€ 2.000.000’ vervangen door ‘€ 5.000.000’.

2. In het derde lid wordt ‘24 mei 2024’ vervangen door ‘31 januari 2025’.

Y

In artikel 9.2.1.4, derde lid, wordt ‘1 mei 2024’ vervangen door ‘31 oktober 2024’.

Z

In artikel 9.2.2.1, tweede lid, wordt ‘€ 4.000.000’ vervangen door ‘€ 5.000.000’.

AA

Aan paragraaf 9.2.3 wordt een artikel toegevoegd, luidende:

Artikel 9.2.3.1. EZK-cofinanciering Regionale Subsidies voor Spoor 1 en 2 uit het Territorial Just Transition Plan voor de regio Groot-Rijnmond

  • 1. De Minister van EZK verstrekt subsidie voor activiteiten als bedoeld in artikel 4.4.4.

  • 2. Het subsidieplafond voor subsidie als bedoeld in het eerste lid bedraagt € 2.500.000.

  • 3. Een aanvraag kan worden ingediend vanaf 15 april 2024 9.00 uur.

BB

Bijlage 4 komt als volgt te luiden:

Bijlage 4, behorende bij artikelen 4.2.3, onderdeel a, en 4.5.3, onderdeel a

JTF-Call 2022 voor Spoor 3 uit het Territorial Just Transition Plan voor de regio Groot-Rijnmond

Deze openstelling is bedoeld voor projecten die bijdragen aan een rechtvaardige transitie in de regio Rijnmond zoals geformuleerd in het TJTP Groot-Rijnmond over JTF Rijnmond (kansenvoorwest.nl). Meer specifiek moet een project bijdragen aan het Spoor 3. De openstelling voor spoor 3 richt zich op arbeidsmarktactiviteiten die niet direct gerelateerd kunnen worden aan de projecten in Spoor 1 en Spoor 2. De focus ligt hierbij op de aanbodzijde van de arbeidsmarkt. Prioriteit ligt op het aanboren van onbenut arbeidspotentieel, onder andere in kwetsbare groepen. Er valt te denken aan projecten waarbij de voorzieningen voor haven leerwerkplaatsen worden uitgebreid, scholingsvouchers worden geboden voor specifiek op de haven gericht werk of het opzetten van een leerwerkbedrijf nieuwe stijl voor jongeren. Voor dit spoor worden aanvragen verwacht vanuit organisaties die intensief met elkaar samenwerken (bedrijven, overheden, onderwijsinstellingen en andere belanghebbenden).

Voorstellen moeten passen binnen het Rotterdams Klimaatakkoord (https://jtf-rijnmond.kansenvoorwest.nl/files/rotterdams-klimaatakkoord.pdf).

CC

Na bijlage 4 wordt een bijlage ingevoegd, luidende:

Bijlage 5, behorende bij artikel 4.4.3, onderdeel a

Deze openstelling is bedoeld voor projecten die bijdragen aan een rechtvaardige transitie in de regio Rijnmond zoals geformuleerd in het TJTP Groot-Rijnmond, gericht op elektrificatie en groene waterstof. Meer specifiek moet een project bijdragen aan een van de volgende twee sporen:

Spoor 1: Vernieuwen en versterken van de regionale economie met nieuwe, duurzame en/of circulaire industriële ketens;

Spoor 2: Versnellen van de transitie met investeringen in technologie, systemen en infrastructuur tot decarbonisatie van bestaande industriële ketens.

De transitie naar een groene economie vindt plaats door de ontwikkeling van nieuwe technieken en innovaties en bestaande industriële ketens te verduurzamen door elektrificatie van industriële processen en toepassing van groene waterstof. Dit draagt bij aan het creëren van nieuwe werkgelegenheid, die op termijn in de plaats komt van de werkgelegenheid uit de fossiele economie.

De openstelling voor Spoor 1 en 2 richt zich primair op experimentele projecten, die bijdragen aan de opschaling van nieuwe, duurzame technologieën en de toepassing van bestaande duurzame technologieën in een nieuwe context. Wel is bij deze openstelling een integrale benadering ten aanzien van de economie en arbeidsmarkt een pré. Daarom kunnen onder deze openstelling ook aanvragen worden ingediend waarbij de directe verbinding wordt gelegd tussen economische en arbeidsmarktactiviteiten.

De integrale benadering komt concreet tot uiting in het beoordelingscriterium sociaaleconomische integraliteit, waarbij projecten een hogere score kunnen krijgen wanneer de projectactiviteiten (al dan niet in een apart werkpakket) bijdragen aan de transitie van de arbeidsmarkt passend in het TJTP Rijnmond, maar is géén uitsluitingsgrond. Hierbij kan het bijvoorbeeld gaan om projecten ten aanzien van nieuwe technieken waarbij ook een vertaalslag wordt gemaakt naar opleiding in het gebruiken/bedienen van die techniek.

Voorstellen moeten passen binnen het Rotterdams Klimaatakkoord (https://jtf-rijnmond.kansenvoorwest.nl/files/rotterdams-klimaatakkoord.pdf).

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 15 maart 2024

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, M.A.M. Adriaansens

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, C.E.G van Gennip

TOELICHTING

I. Algemeen

1. Inhoud regeling

Met deze wijzigingsregeling worden hoofdstukken 1 tot en met 5, 7 en 9 van de Subsidieregeling JTF 2021–2027 gewijzigd.

In hoofdstuk 1 is een kleine technische verbetering doorgevoerd.

In hoofdstuk 2 (JTF-regio Groningen-Emmen) en hoofdstuk 3 (JTF-regio IJmond) worden voor verschillende titels subsidieplafonds gewijzigd en aanvraagtijdvakken verlengd. Het subsidieplafond wordt verhoogd van de titels 2.2, 2.3, 2.7, 2.9 en 3.1. In titel 3.2 worden twee subsidieplafonds samengevoegd. De aanvraagtijdvakken worden verlengd van de titels 2.3, 2.4, 2.7, 2.8 en 2.9.

De wijzigingen in hoofdstuk 4 (JTF-regio Groot-Rijnmond) betreffen het invoegen van subsidietitels 4.4 en 4.5. Zie hiervoor de paragrafen 1.1 en 1.2 van deze toelichting.

De wijzigingen met betrekking tot hoofdstuk 5 (JTF-regio West-Noord-Brabant) en hoofdstuk 7 (JTF-regio Zuid-Limburg) betreffen het opnieuw openstellen van subsidietitels 5.4 en 7.4 en het wijzigen van een aantal artikelen. In deze subsidietitels zijn de subsidiabele activiteiten van de titels 5.1 tot en met 5.3 respectievelijk de titels 7.1 tot en met 7.3 gecombineerd in een enkele openstelling, een enkel plafond en een enkel aanvraagtijdvak per hoofdstuk. Inhoudelijk zijn titels 5.4 en 7.4 gelijk aan eerder gepubliceerde openstellingen van de titels 5.1. tot en met 5.3 en de titels 7.1 tot en met 7.3.

De wijzigingen in hoofdstuk 9 (EZK-cofinanciering) betreffen het verlengen van het aanvraagtijdvak voor de titels 2.4, 2.7 en 2.8, het ophogen van de subsidieplafonds voor de titels 2.7 en 3.1 en het toevoegen van cofinanciering van de Minister van Economische Zaken en Klimaat (EZK) met betrekking tot titel 4.4.

1.1. Titel 4.4. Regionale Subsidies voor Spoor 1 en 2 uit het Territorial Just Transition Plan voor de regio Groot-Rijnmond
1.1.1. Doel en projecten

Het doel van deze subsidietitel is om projecten te ondersteunen die de haven van Rotterdam verduurzamen. Hierbij wordt specifiek ingezet op projecten die fossiele grondstoffen en brandstoffen binnen bestaande industriële ketens vervangen door groene elektriciteit en waterstof.

Subsidiabele activiteiten die onder deze titel voor subsidie in aanmerking komen zijn projecten die de elektrificatie van terminals en overslagplekken ondersteunen, waarbij als randvoorwaarde wordt meegegeven dat hierbij rekening moet worden gehouden met de beschikbare netcapaciteit. Hierbij kan worden gedacht aan projecten met (decentrale) energieopslag in de vorm van batterijen of waterstof.

Walstroomprojecten komen niet in aanmerking in deze ronde vanwege de beschikbaarheid van bestaande (rijks)regelingen.

1.1.2. Vormgeving

Aanvragen onder deze titel kunnen worden ingediend door private en publieke rechtspersonen in de regio Groot-Rijnmond.

Subsidie wordt verleend voor projecten die specifiek inzetten op het vervangen van fossiele grondstoffen en brandstoffen binnen bestaande industriële ketens door groene elektriciteit en waterstof. Deze investeringen dragen bij aan de uitdagingen uit het regionale territoriale plan voor de rechtvaardige transitie (Territorial Just Transition Plan, TJTP). De subsidie bedraagt maximaal 50 procent van de subsidiabele kosten met een maximum subsidiebedrag van € 1.500.000 per project. Projecten komen in aanmerking wanneer de aanvrager ten minste € 200.000 aan subsidiabele kosten maakt.

De aanvragen kunnen vanaf 15 april 2024 9.00 uur worden ingediend via het webportaal https://www.jtf-webportal.nl/mijn/ (JTF webportaal). Een aanvraag bestaat ten minste uit de verplichte bijlagen, zoals het projectplan, de begroting en de benodigde verklaringen.

Aanvragen worden beoordeeld op volgorde van binnenkomst. Vervolgens worden de aanvragen beoordeeld door de deskundigencommissie van het JTF Groot-Rijnmond aan de hand van de volgende criteria:

  • a. bijdrage aan de doelstellingen van het Programma JTF 2021–2027: 20 punten;

  • b. sociaal-economische integraliteit: 15 punten;

  • c. technische en sociale innovatiegehalte: 15 punten;

  • d. economisch of financieel toekomstperspectief: 15 punten;

  • e. kwaliteit van het projectplan: 15 punten;

  • f. bijdrage aan duurzame ontwikkeling en aan maatschappelijke-sociale impact: 20 punten.

Projecten die voldoen aan de minimale vereisten, waaronder een score van minimaal 70 van de 100 punten, worden op volgorde van ontvangst beschikt totdat het voor deze subsidietitel geldende subsidieplafond is bereikt. Indien de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW), op advies van de deskundigencommissie, besluit minimaal 70 punten aan het project toe te kennen, wordt ten slotte in de derde stap het project financieel-technisch getoetst; denk hierbij aan de staatssteunregelgeving, de uitvoeringsperiode, de maximaal gevraagde subsidie en de financiering. In dit kader wordt ook getoetst of de begrote projectkosten voldoen aan de van toepassing zijnde regelgeving. Als na de inhoudelijke toetsing ook de financieel-technische toetsing positief blijkt, dan kan subsidie worden verleend en volgt de verleningsbeschikking. Indien hiertoe aanleiding is, kan een afwijkende werkwijze worden gevolgd.

Voor volledigheid van de aanvraag – en daarmee de behandelvolgorde – is het noodzakelijk dat alle vereiste informatie bij de aanvraag wordt ingediend (artikel 1.22 van de Subsidieregeling JTF 2021–2027). In het specifieke aanvraagformulier voor deze openstellingen staan aanvullende verplichte bijlagen benoemd.

Kosten kunnen worden gedeclareerd bij de Minister van SZW. De kosten worden gecontroleerd en op basis van de goedgekeurde kosten kan een voorschot worden uitbetaald.

Na afronding van het project dient men een verzoek tot vaststelling in te dienen. Dit kan eveneens via het JTF webportaal.

1.2. Titel 4.5. Regionale Subsidies voor Spoor 3 uit het Territorial Just Transition Plan voor de regio Groot-Rijnmond
1.2.1. Doel en projecten

Het doel van deze subsidietitel is om projecten te ondersteunen voor investeringen in de arbeidsmarkt en de energietransitie. Projecten die binnen het TJTP op Spoor 3 vallen, maken kans op financiering vanuit JTF.

Het gaat dan om projecten die bijdragen aan de werkgelegenheid in de energietransitie in het Haven Industrieel Complex. Het behouden van werkgelegenheid voor medewerkers die nieuwe vaardigheden nodig hebben om in minder vervuilende industrieën aan de slag te gaan kan worden gefinancierd. Maar ook werkgelegenheidsprojecten die ervoor zorgen dat er voldoende mensen zijn die nu nog niet in de haven werken, zodat ze straks met de juiste vaardigheden aan de slag kunnen in de nieuwe industrieën.

1.2.2. Vormgeving

Aanvragen onder deze titel kunnen worden ingediend door private en publieke rechtspersonen in de regio Groot-Rijnmond.

Subsidie wordt verleend voor projecten die specifiek inzetten op het vervangen van fossiele grondstoffen en brandstoffen binnen bestaande industriële ketens door groene elektriciteit en waterstof. Deze investeringen dragen bij aan de uitdagingen uit het regionale TJTP. Subsidie bedraagt maximaal 50 procent van de subsidiabele kosten met een maximum subsidiebedrag van € 2.000.000 per project. Projecten komen in aanmerking wanneer zij ten minste € 200.000 aan kosten bedragen.

De aanvragen kunnen vanaf 15 april 2024 9.00 uur worden ingediend via het webportaal https://www.jtf-webportal.nl/mijn/ (JTF webportaal). Een aanvraag bestaat uit ten minste de verplichte bijlagen, zoals het projectplan, de begroting en de benodigde verklaringen.

Aanvragen worden beoordeeld op volgorde van binnenkomst. Vervolgens worden de aanvragen beoordeeld door de deskundigencommissie van het JTF Groot-Rijnmond aan de hand van de volgende criteria:

  • a. bijdrage aan de doelstellingen van het Programma JTF 2021–2027: 20 punten;

  • b. sociaal-economische integraliteit: 30 punten;

  • c. technische en sociale innovatiegehalte: 20 punten;

  • d. economisch of financieel toekomstperspectief: 0 punten;

  • e. kwaliteit van het projectplan: 15 punten;

  • f. bijdrage aan duurzame ontwikkeling en aan maatschappelijke-sociale impact: 15 punten.

Projecten die voldoen aan de minimale vereisten, waaronder een score van minimaal 70 van de 100 punten, worden op volgorde van ontvangst beschikt totdat het voor deze subsidietitel geldende subsidieplafond is bereikt. Indien de Minister van SZW, op advies van de deskundigencommissie, besluit minimaal 70 punten aan het project toe te kennen, wordt ten slotte in de derde stap het project financieel-technisch getoetst; denk hierbij aan de staatssteunregelgeving, de uitvoeringsperiode, de maximaal gevraagde subsidie en de financiering. In dit kader wordt ook getoetst of de begrote projectkosten voldoen aan de van toepassing zijnde regelgeving. Als na de inhoudelijke toetsing ook de financieel-technische toetsing positief blijkt, dan kan subsidie worden verleend en volgt de verleningsbeschikking. Indien hiertoe aanleiding is, kan een afwijkende werkwijze worden gevolgd.

Voor volledigheid van de aanvraag – en daarmee de behandelvolgorde – is het noodzakelijk dat alle vereiste informatie bij de aanvraag wordt ingediend (artikel 1.22 van de Subsidieregeling JTF 2021–2027). In het specifieke aanvraagformulier voor deze openstellingen staan aanvullende verplichte bijlagen benoemd.

Kosten kunnen worden gedeclareerd bij de Minister van SZW. De kosten worden gecontroleerd en op basis van de goedgekeurde kosten kan een voorschot worden uitbetaald.

Na afronding van het project dient men een verzoek tot vaststelling in te dienen. Dit kan eveneens via het JTF webportaal.

2. Staatssteun

Het is noodzakelijk dat er toetsing plaatsvindt op staatssteunaspecten. In artikel 1.4 van deze subsidieregeling zijn alle relevante artikelen uit de algemene groepsvrijstellingverordening opgenomen die van toepassing kunnen worden verklaard. De intermediaire instantie beoordeelt de projecten bij aanvraag op de regionale bepalingen en beoordeelt of het verlenen van staatssteun geoorloofd is.

Een belangrijke voorwaarde bij deze regeling is dat wanneer op grond van staatssteunbeperkingen (zoals de Algemene groepsvrijstellingsverordening (AGVV) of de de-minimisverordening) een lager maximumpercentage aan subsidie geldt, het geldende (lagere) percentage wordt aangehouden bij de subsidieverlening.

Er kan ten aanzien van staatssteun in het algemeen sprake van zijn drie situaties: geen staatssteun (geen economische activiteiten), geoorloofde staatssteun of ongeoorloofde staatssteun. Steun kan worden verleend wanneer geen sprake is van staatssteun of wanneer de steun past binnen geldende staatssteunregels. De bepaling van de (maximale) steun wordt per begunstigde uitgevoerd, wat inhoudt dat de (maximale) subsidiepercentages kunnen verschillen tussen de projectpartners. Op basis van deze berekening wordt vervolgens het subsidiepercentage en subsidiebedrag voor het project als geheel bepaald.

3. Regeldruk

Voor de titels 3.1 en 3.2 geldt dat de regeldruk niet wijzigt nu slechts het subsidieplafond wijzigt.

3.1. Titel 4.4. Regionale Subsidies voor Spoor 1 en 2 uit het Territorial Just Transition Plan voor de regio Groot-Rijnmond

Uitgaande van een gemiddelde aanvraag met vijf projectpartners en een duur van drie jaar en vijftien aanvragen binnen deze openstelling geldt dat er één aanvraag, één wijziging, vijf voortgangsrapportages en één eindrapportage gemaakt moet worden samen kost dit 250 uur per aanvraag voor gemiddeld twee personen aan € 67 per uur hetgeen resulteert in: 500 uur maal € 67 per aanvraag en op slag voor monitoring. Er wordt uitgegaan van maximaal acht gehonoreerde aanvragen binnen deze module. Deze rekensom resulteert daarmee in € 300.000 administratieve lasten afgerond. Dit zijn dus uitsluitend de kosten aan de kant van de aanvragen voor indienen, verantwoorden en vast laten stellen. Uitgangspunt is verplicht gebruik van een Simplified Cost Option (SCO) of de Integrale Kosten Systematiek (IKS) voor loonkosten.

3.2. Titel 4.5. Regionale Subsidies voor Spoor 3 uit het Territorial Just Transition Plan voor de regio Groot-Rijnmond

Uitgaande van een gemiddelde aanvraag met vijf projectpartners en een duur van drie jaar en vijftien aanvragen binnen deze openstelling geldt dat er één aanvraag, één wijziging, vijf voortgangsrapportages en één eindrapportage gemaakt moet worden samen kost dit 250 uur per aanvraag voor gemiddeld twee personen aan € 67 per uur hetgeen resulteert in: 500 uur maal € 67 per aanvraag en op slag voor monitoring. Er wordt uitgegaan van maximaal acht gehonoreerde aanvragen binnen deze module. Deze rekensom resulteert daarmee in € 300.000 administratieve lasten afgerond. Dit zijn dus uitsluitend de kosten aan de kant van de aanvragen voor indienen, verantwoorden en vast laten stellen. Uitgangspunt is verplicht gebruik van SCO of IKS voor loonkosten.

3.3. Titel 5.4. Subsidietitel voor steun onder Spoor 1, 2 en 3 uit het Territorial Just Transition Plan voor de regio West-Noord-Brabant

Onder deze titel wordt uitgegaan van een gemiddelde aanvraag met drie projectpartners en een duur van twee en een half jaar en twintig aanvragen, daarbij geldt per aanvrager dat er één aanvraag, één wijziging, vijf voortgangsrapportages en één eindrapportage gemaakt moet worden samen kost dit 250 uur per aanvraag voor gemiddeld twee personen aan € 67 per uur hetgeen resulteert in: 500 uur maal € 67 per aanvraag. Er wordt uitgegaan uit van maximaal vijftien gehonoreerde aanvragen binnen deze module. Deze rekensom resulteert daarmee in € 502.500 administratieve lasten afgerond. Dit zijn dus uitsluitend de kosten aan de kant van de aanvragen voor indienen, verantwoorden en vast laten stellen. Uitgangspunt is verplicht gebruik van SCO of IKS voor loonkosten.

3.4. Titel 7.4. Subsidietitel voor steun onder spoor 1, 2 en 3 uit het Territoriaal Just Transition Plan voor de regio Zuid-Limburg

Onder deze titel wordt uitgegaan van een gemiddelde aanvraag met drie projectpartners en een duur van twee en een half jaar en veertien aanvragen, daarbij geldt per aanvrager dat er één aanvraag, één wijziging, vijf voortgangsrapportages en één eindrapportage gemaakt moet worden samen kost dit 250 uur per aanvraag voor gemiddeld twee personen aan € 67 per uur hetgeen resulteert in: 500 uur maal € 67 per aanvraag. Er wordt uitgegaan uit van maximaal tien gehonoreerde aanvragen binnen deze module. Deze rekensom resulteert daarmee in € 335.000 administratieve lasten afgerond. Dit zijn dus uitsluitend de kosten aan de kant van de aanvragen voor indienen, verantwoorden en vast laten stellen. Uitgangspunt is verplicht gebruik van SCO of de IKS voor loonkosten.

4. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij is geplaatst. Met de datum van publicatie en inwerkingtreding wordt afgeweken van de systematiek van de vaste verandermomenten, inhoudende dat ministeriële regelingen met ingang van de eerste dag van een kwartaal in werking treden en twee maanden voordien bekend worden gemaakt. Dat kan in dit geval worden gerechtvaardigd, omdat de doelgroep van deze regeling gebaat is bij spoedige inwerkingtreding.

II. ARTIKELEN

Artikel I, onderdeel A

Bij de vorige wijziging van de Subsidieregeling JTF 2021–2027 (Stcrt 2024, 2880) is de begripsomschrijving met betrekking tot de de-minimisverordening aangepast, in verband met de inwerkingtreding van een nieuwe de-minimisverordening in december 2023. De verwijzing naar het zogenaamde L-nummer wordt nu op een klein onderdeel gecorrigeerd.

Met ingang van oktober 2023 is het publicatieblad van de Europese Unie (PbEU) overgegaan op een andere manier van publiceren. Daarmee is het nodig om op een andere manier naar deze publicaties te verwijzen.

Artikel I, onderdelen B tot en met J, en W tot en met Y

Met deze onderdelen worden de subsidieplafonds en aanvraagtijdvakken voor een aantal subsidietitels voor de JTF-regio Groningen-Emmen aangepast. Het gaat om de volgende wijzigingen:

  • titel 2.2: verhoging subsidieplafond (onderdeel B);

  • titel 2.3: verhoging subsidieplafond en verlenging aanvraagtijdvak (onderdelen C en D);

  • titel 2.4: verlenging aanvraagtijdvak (onderdeel E);

  • titel 2.7: verhoging subsidieplafond en verlenging aanvraagtijdvak (onderdelen F en G);

  • titel 2.8: verlenging aanvraagtijdvakken (onderdelen H);

  • titel 2.9 verhoging subsidieplafond en verlenging aanvraagtijdvak (onderdelen I en J).

Daarnaast worden de subsidieplafonds en aanvraagtijdvakken voor de EZK-cofinanciering van de JTF-regio Groningen-Emmen aangepast. De EZK-cofinanciering voor de volgende titels wordt op de volgende wijze aangepast:

  • titel 2.4: verlenging aanvraagtijdvak (onderdeel W);

  • titel 2.7: verhoging subsidieplafond en verlenging aanvraagtijdvak 2.7 (onderdeel X);

  • titel 2.8: verlenging aanvraagtijdvak (onderdeel Y).

Artikel I, onderdelen K, L en Z

Met deze onderdelen worden de subsidieplafonds voor de subsidietitels 3.1, 3.2 (JTF-regio IJmond) gewijzigd (onderdelen K en L). Voor subsidietitel 3.2 worden de subsidieplafonds samengevoegd, met dien verstande dat het bedrag beschikbaar voor grote ondernemingen beperkt blijft, en reeds ingediende aanvragen door deze wijziging niet benadeeld mogen worden. Daarnaast wordt het subsidieplafond voor de EZK-cofinanciering JTF-regio IJmond gewijzigd (onderdeel Z).

Artikel I, onderdeel M

Dit onderdeel introduceert twee nieuwe titels 4.4 en 4.5 in hoofdstuk 4 dat op de JTF-regio Groot-Rijnmond ziet.

Titel 4.4. Regionale Subsidies voor Spoor 1 en 2 uit het Territorial Just Transition Plan voor de regio Groot-Rijnmond

Artikel 4.4.1. Begripsomschrijvingen

Dit artikel bevat de voor deze titel relevante begrippen, in aanvulling op de begrippen uit artikel 1.1 van de Subsidieregeling JTF 2021–2027.

Artikel 4.4.2. Doel subsidie

In dit artikel is het doel van deze subsidietitel opgenomen. Deze subsidietitel past binnen Spoor 1 en Spoor 2 van het TJTP Groot-Rijnmond.Het doel van de subsidie op grond van deze titel is het bevorderen van vernieuwing en versterking van de regionale economie met nieuwe, duurzame of circulaire industriële ketens en versnellen van de transitie met investeringen in technologie, systemen en infrastructuur tot decarbonisatie van bestaande industriële ketens. Voor verdere toelichting zie paragraaf 1.1.1 van het algemene deel van deze toelichting.

Artikel 4.4.3. Doelgroep

De doelgroep voor de subsidie is breed, mits de projecten voldoen aan een of meer van de vereisten van de regeling. Subsidie kan worden aangevraagd door een rechtspersoon of een samenwerkingsverband.

Artikel 4.4.4. Subsidiabele activiteiten

Dit artikel geeft meer duiding aan de aard en inhoud van projecten, waar met deze titel op wordt gedoeld. Subsidie op basis van deze titel kan worden verstrekt voor projecten die passen binnen de prioritaire as 3, Spoor 1 – het vernieuwen en versterken regionale economie met duurzame industriële ketens of Spoor 2 – het versnellen van transitie met investeringen in technologie, systemen en infrastructuur tot decarbonisatie industriële ketens, van het Programma JTF 2021–2027, en een focus hebben op elektrificatie van de industrie en/of industriële processen, of op (de toepassing van) groene waterstof in de industrie en/of de energievoorziening. Investeringen in walstroom zijn uitgesloten van deze subsidie

Artikel 4.4.5. Subsidieplafond en wijze van verdeling

In het artikel is het subsidieplafond opgenomen. Dit bedraagt € 4.650.000. Daarnaast is een bedrag gereserveerd voor de inzet van EZK-cofinanciering. Dit bedraagt een additioneel bedrag van € 2.500.000. Aanvragen worden verdeelt op volgorde van ontvangst, overeenkomstig artikel 1.18.

Artikel 4.4.6. Aanvraagperiode

Als startdatum voor subsidiabiliteit van de kosten en projectactiviteiten geldt de datum dat de aanvraag compleet is beoordeeld. Een aanvraag kan worden ingediend vanaf 15 april 2024 9.00 uur. Aanvragen kan via het webportaal, dat beschikbaar is in via de website https://start.jtf-webportal.nl/.

Artikel 4.4.7. Hoogte van de subsidie

De subsidie bedraagt maximaal 50 procent van de subsidiabele kosten en ten hoogste € 1.500.000 per project. Omdat het aanvraag-, beoordelings- en uitvoeringstraject veel vraagt van de aanvrager, bedragen de projectkosten ten minste € 200.000 per project.

Artikel 4.4.8. Starttermijn en looptijd

De projectactiviteiten in het kader van deze titel vangen niet eerder aan dan de dag waarop de aanvraag compleet is ingediend. De projectactiviteiten zijn uiterlijk 31 december 2029 uitgevoerd.

De einddatum van het project wordt in de verleningsbeschikking opgenomen. De einddatum 31 december 2029 geldt voor het JTF-programma, na deze datum zijn de activiteiten niet meer subsidiabel.

Artikel 4.4.9. Beoordelingscriteria

De beoordeling vindt in drie stappen plaats:

  • 1. beoordeling op volledigheid en ontvankelijkheid door de intermediaire instantie;

  • 2. inhoudelijke beoordeling door de Deskundigencommissie; en

  • 3. beoordeling op financieel-technische subsidie-aspecten door de intermediaire instantie.

De beoordeling gebeurd aan de hand van vier van de zes criteria die in artikel 1.20 zijn voorgeschreven:

  • a. bijdrage aan de doelstellingen van het Programma JTF 2021–2027: 20 punten;

  • b. sociaal-economische integraliteit: 15 punten;

  • c. technische en sociale innovatiegehalte: 15 punten;

  • d. economisch of financieel toekomstperspectief: 15 punten;

  • e. kwaliteit van het projectplan: 15 punten;

  • f. bijdrage aan duurzame ontwikkeling en aan maatschappelijke-sociale impact: 20 punten.

Onderdeel a: bijdrage aan de doelstellingen van het Programma JTF 2021–2027

Bij het beoordelen van dit criterium wordt een oordeel gegeven over de passendheid van de aanvraag in het Operationeel Programma JTF 2021–2027 en meer specifiek de bijdrage aan de doelstellingen (incl. bijbehorende output- en resultaatindicatoren) waar de titel op inzet. Onderdeel daarvan is de beoordeling in hoeverre het project daadwerkelijk bijdraagt aan het opvangen van mogelijk negatieve effecten van de klimaattransitie in de regio. Bovenliggend kader voor het programma zijn de TJTP’s en het Rotterdams Klimaatakkoord.

Onderdeel b: sociaal-economische integraliteit

Bij het beoordelen van dit criterium wordt beoordeeld of het project een integrale sociaaleconomische aanpak heeft. Hierbij kan gedacht worden aan de aansluiting van technologische innovaties op sociale innovaties, projecten waarbij de innovatie/investering gepaard gaat met scholingstrajecten waarin gerelateerde kennis en vaardigheden worden opgedaan, productieve investeringen in combinatie met strategisch Human Resource-beleid en scholing, economische investeringen combineren met social return en ontwikkelde leerecosystemen.

Onderdeel c: technische en sociale innovatiegehalte

Bij het beoordelen van dit criterium wordt beoordeeld of een project een voldoende een innovatief karakter heeft. Waar het gaat om openstellingen gericht op product-, proces- of diensteninnovaties weegt met name mee hoe de beoogde resultaten zich verhouden tot de huidige stand van de ontwikkeling en de mate van kennisinbreng en uitwisseling. Waar het ander type voorstellen betreft kan het relevant zijn om te beoordelen in welke mate de gekozen aanpak vernieuwend is voor de regio.

Onderdeel d: economisch en financieel toekomstperspectief

Voor projecten gericht op het naar de markt brengen van een product of dienst is een businesscase in enge zin nodig. Daaronder wordt verstaan een kwantitatief onderbouwd beeld van de verwachte opbrengsten en kosten na marktintroductie, alsmede een analyse van die markt en de concurrentie. Waar het gaat om aanvragen gericht op productieve investeringen zijn het creëren en behouden van werkgelegenheid en het versterken van het verdienvermogen en daarmee het economisch en financieel perspectief voor de aanvrager van belang. Voor projecten die een meer maatschappelijke bijdrage leveren is het van belang om de kosten in relatie te brengen met de maatschappelijke opbrengsten. Voor projecten binnen het arbeidsmarktspoor is het toekomstperspectief op werk, of ander of beter werk, het beoordelingsaspect.

Onderdeel e: mate van kwaliteit van het projectplan

Bij het criterium kwaliteit van het projectplan wordt gekeken naar de kwaliteit van de aanvrager en het projectplan. De planning en organisatie van het project, beschikbare team en samenstelling van het consortium zijn beoordelingsaspecten bij dit criterium. Daarnaast kan worden gekeken naar de keuze van activiteiten om het probleem aan te pakken, en met welke argumentatie en bewijskracht die keuzes zijn onderbouwd.

Onderdeel f: bijdrage aan duurzame ontwikkeling en aan maatschappelijke-sociale impact

Bij het beoordelen van dit criterium wordt een kwalitatief en kwantitatief oordeel gegeven over de mate waarin er binnen het project sprake is van duurzame ontwikkeling en in hoeverre het project een bredere maatschappelijke impact heeft. Duurzame ontwikkeling is een ontwikkeling die voorziet in de behoeften van de huidige generatie, zonder de behoeften van toekomstige generaties, zowel hier als in andere delen van de wereld, in gevaar te brengen. Meer specifiek kan worden beoordeeld in welke mate het project inspeelt op de transities uit de regionale innovatiestrategieën (RIS3 2021–2027). Hierbij wordt de mate waarin positief wordt bijgedragen aan efficiënt en circulair gebruik van hulpbronnen; verhogen van de biodiversiteit, klimaatadaptie en mitigatie; duurzaam watergebruik en beheer; tegengaan van vervuiling van het milieu; verbetering van de luchtkwaliteit en herstelvermogen voor rampen, risicopreventie en beheer meegenomen. Ook zal er getoetst worden in hoeverre het project positief bijdraagt aan de beginselen gendergelijkheid en non-discriminatie in brede zin.

Artikel 4.4.10. Voorschot

Er kan door de Minister van SZW een voorschot worden verleend op de subsidie op basis van een gemotiveerde aanvraag, waaruit de liquiditeitsnoodzaak is af te leiden. Een voorschot als werkkapitaal van maximaal 10 procent van de subsidie kan worden verstrekt. De Minister van SZW kan onderbouwd afwijken van de in het eerste lid genoemde verstrekking van het voorschot. in ieder geval wordt geen voorschot verleend wanneer de verleningsbeschikking een of meer opschortende of ontbindende voorwaarden bevat.

De Minister van SZW verleent op aanvraag opvolgende voorschotten op basis van gerealiseerde projectactiviteiten als bedoeld in artikel 1.31.

Artikel 4.4.11. Vervaltermijn

Deze titel en bijlage 5 vervallen met ingang van 1 januari 2027, met dien verstande dat deze titel van toepassing blijft op subsidies die voor deze datum zijn aangevraagd.

Titel 4.5. Regionale Subsidies voor Spoor 3 uit het Territorial Just Transition Plan voor de regio Groot-Rijnmond

Artikel 4.5.1. Begripsomschrijving

Dit artikel bevat de voor deze titel relevant begrip, in aanvulling op de begrippen uit artikel 1.1 van de Subsidieregeling JTF 2021–2027.

Artikel 4.5.2. Doel subsidie

In dit artikel is het doel van deze subsidietitel opgenomen. Deze subsidietitel past binnen spoor 3, het bevorderen van de beschikbaarheid van voldoende juist opgeleide en gemotiveerde weerbare beroepsbevolking voor de opgaven, bij een toenemend vacature-overschot en het verdwijnen of wijzigen van bestaande functies door de transitieopgave.

Artikel 4.5.3. Doelgroep

De doelgroep voor de subsidie is breed, mits de projecten voldoen aan een of meer van de vereisten van de regeling. Subsidie kan worden aangevraagd door een rechtspersoon of een samenwerkingsverband.

Artikel 4.5.4. Subsidiabele activiteiten

Subsidie op basis van deze titel kan worden verstrekt voor projecten die passen binnen de Spoor 3 van prioritaire as 3 uit het Programma JTF 2021–2027, een weerbare en toekomstbestendige beroepsbevolking in het HIC.

Artikel 4.5.5. Subsidieplafond en wijze van verdeling

In het artikel is het subsidieplafond opgenomen. Dit bedraagt € 7.500.000. Aanvragen worden verdeelt op volgorde van ontvangst van de aanvragen, overeenkomstig artikel 1.18.

Artikel 4.5.6. Aanvraagperiode

Als startdatum voor subsidiabiliteit van de kosten en projectactiviteiten geldt de datum dat de aanvraag compleet is beoordeeld. Een aanvraag kan worden ingediend vanaf 15 april 2024 9.00 uur. Aanvragen kan via het webportaal, dat beschikbaar is in via de website https://start.jtf-webportal.nl/.

Artikel 4.5.7. Hoogte van de subsidie

De subsidie bedraagt maximaal 50 procent van de subsidiabele kosten. Er is een maximale bijdrage per project. De subsidie bedraagt ten hoogste € 2.000.000 per project. Omdat het aanvraag-, beoordelings- en uitvoeringstraject veel vraagt van de aanvrager, bedraagt de minimale omvang € 200.000 per project.

Artikel 4.5.8. Starttermijn en looptijd

De projectactiviteiten in het kader van deze titel vangen niet eerder aan dan de dag waarop de aanvraag compleet is ingediend. De projectactiviteiten zijn uiterlijk 31 december 2029 uitgevoerd.

De einddatum van het project wordt in de verleningsbeschikking opgenomen. De einddatum 31 december 2029 geldt voor het JTF-programma, na deze datum zijn de activiteiten niet meer subsidiabel.

Artikel 4.5.9. Beoordelingscriteria

De beoordeling vindt in drie stappen plaats:

  • 1. beoordeling op volledigheid en ontvankelijkheid door de intermediaire instantie;

  • 2. inhoudelijke beoordeling door de Deskundigencommissie; en

  • 3. beoordeling op financieel-technische subsidie-aspecten door de intermediaire instantie.

De beoordeling gebeurt aan de hand van vijf van de zes criteria die in artikel 1.20 zijn voorgeschreven:

  • a. bijdrage aan de doelstellingen van het Programma JTF 2021–2027: 20 punten;

  • b. sociaal-economische integraliteit: 30 punten;

  • c. technische en sociale innovatiegehalte: 20 punten;

  • d. economisch of financieel toekomstperspectief: 0 punten;

  • e. kwaliteit van het projectplan: 15 punten;

  • f. bijdrage aan duurzame ontwikkeling en aan maatschappelijke-sociale impact: 15 punten.

Onderdeel a: bijdrage aan de doelstellingen van het Programma JTF 2021–2027

Bij het beoordelen van dit criterium wordt een oordeel gegeven over de passendheid van de aanvraag in het Operationeel Programma JTF 2021–2027 en meer specifiek de bijdrage aan de doelstellingen (incl. bijbehorende output- en resultaatindicatoren) waar de titel op inzet. Onderdeel daarvan is de beoordeling in hoeverre het project daadwerkelijk bijdraagt aan het opvangen van mogelijk negatieve effecten van de klimaattransitie in de regio. Bovenliggend kader voor het programma zijn de TJTP’s en het Rotterdams Klimaatakkoord.

Onderdeel b: sociaal-economische integraliteit

Bij het beoordelen van dit criterium wordt beoordeeld of het project een integrale sociaaleconomische aanpak heeft. Hierbij kan gedacht worden aan de aansluiting van technologische innovaties op sociale innovaties, projecten waarbij de innovatie/investering gepaard gaat met scholingstrajecten waarin gerelateerde kennis en vaardigheden worden opgedaan, productieve investeringen in combinatie met strategisch Human Resource-beleid en scholing, economische investeringen combineren met social return en ontwikkelde leerecosystemen.

Onderdeel c: technische en sociale innovatiegehalte

Bij het beoordelen van dit criterium wordt beoordeeld of een project een voldoende een innovatief karakter heeft. Waar het gaat om openstellingen gericht op product-, proces- of diensteninnovaties weegt met name mee hoe de beoogde resultaten zich verhouden tot de huidige stand van de ontwikkeling en de mate van kennisinbreng en uitwisseling. Waar het ander type voorstellen betreft kan het relevant zijn om te beoordelen in welke mate de gekozen aanpak vernieuwend is voor de regio.

Onderdeel d: economisch en financieel toekomstperspectief

Voor projecten gericht op het naar de markt brengen van een product of dienst is een businesscase in enge zin nodig. Daaronder wordt verstaan een kwantitatief onderbouwd beeld van de verwachte opbrengsten en kosten na marktintroductie, alsmede een analyse van die markt en de concurrentie. Waar het gaat om aanvragen gericht op productieve investeringen zijn het creëren en behouden van werkgelegenheid en het versterken van het verdienvermogen en daarmee het economisch en financieel perspectief voor de aanvrager van belang. Voor projecten die een meer maatschappelijke bijdrage leveren is het van belang om de kosten in relatie te brengen met de maatschappelijke opbrengsten.

Onderdeel e: mate van kwaliteit van het projectplan

Bij het criterium kwaliteit van het projectplan wordt gekeken naar de kwaliteit van de aanvrager en het projectplan. De planning en organisatie van het project, beschikbare team en samenstelling van het consortium zijn beoordelingsaspecten bij dit criterium. Daarnaast kan worden gekeken naar de keuze van activiteiten om het probleem aan te pakken, en met welke argumentatie en bewijskracht die keuzes zijn onderbouwd.

Onderdeel f: bijdrage aan duurzame ontwikkeling en aan maatschappelijke-sociale impact

Bij het beoordelen van dit criterium wordt een kwalitatief en kwantitatief oordeel gegeven over de mate waarin er binnen het project sprake is van duurzame ontwikkeling en in hoeverre het project een bredere maatschappelijke impact heeft. Duurzame ontwikkeling is een ontwikkeling die voorziet in de behoeften van de huidige generatie, zonder de behoeften van toekomstige generaties, zowel hier als in andere delen van de wereld, in gevaar te brengen. Meer specifiek kan worden beoordeeld in welke mate het project inspeelt op de transities uit de regionale innovatiestrategieën (RIS3 2021–2027). Hierbij wordt de mate waarin positief wordt bijgedragen aan efficiënt en circulair gebruik van hulpbronnen; verhogen van de biodiversiteit, klimaatadaptie en mitigatie; duurzaam watergebruik en beheer; tegengaan van vervuiling van het milieu; verbetering van de luchtkwaliteit en herstelvermogen voor rampen, risicopreventie en beheer meegenomen. Ook zal er getoetst worden in hoeverre het project positief bijdraagt aan de beginselen gendergelijkheid en non-discriminatie in brede zin.

Artikel 4.5.10. Voorschot

Er kan door de Minister van SZW een voorschot worden verleend op de subsidie op basis van een gemotiveerde aanvraag, waaruit de liquiditeitsnoodzaak is af te leiden. Een voorschot als werkkapitaal van maximaal 10 procent van de subsidie kan worden verstrekt. De Minister van SZW kan onderbouwd afwijken van de in het eerste lid genoemde verstrekking van het voorschot. in ieder geval wordt geen voorschot verleend wanneer de verleningsbeschikking een of meer opschortende of ontbindende voorwaarden bevat.

De Minister van SZW verleent op aanvraag opvolgende voorschotten op basis van gerealiseerde projectactiviteiten als bedoeld in artikel 1.31.

Artikel 4.5.11. Vervaltermijn

Deze titel en bijlage 4 vervallen met ingang van 1 januari 2027, met dien verstande dat deze titel van toepassing blijft op subsidies die voor deze datum zijn aangevraagd.

Artikel I, onderdelen N tot en met Q

Met deze onderdelen wordt titel 5.4 gewijzigd. Deze titel ziet op de JTF-regio West-Noord-Brabant. Zo wordt met onderdeel N het tweede lid van artikel 5.4.4 gewijzigd. Met deze wijziging wordt een dubbeling ten opzichte van het eerste lid gecorrigeerd en in lijn gebracht met het TJTP West-Noord-Brabant.

Met onderdeel Q wijzigt in artikel 5.4.9 de datum waarop benodigde vergunningen moeten zijn verkregen, en de datum waarop het project voltooid moet zijn.

Artikel I, onderdelen R tot en met V

Met deze onderdelen wordt titel 7.4 gewijzigd dat op de JTF-regio Zuid-Limburg ziet. Omdat artikel 7.4.4, tweede lid, een herhaling bevatte van een deel van het eerste lid, is dat met onderdeel H gecorrigeerd. Onderdeel K wijzigt artikel 7.4.7: de maximale subsidie voor projecten gericht op voorbereidend onderzoek wordt verhoogd naar € 1.000.000. Voor deze projecten geldt geen ondergrens.

Met onderdeel V wijzigt in artikel 7.4.9 de datum waarop benodigde vergunningen moeten zijn verkregen, en de datum waarop het project voltooid moet zijn.

Artikel I, onderdeel AA

Met dit onderdeel wordt EZK-cofinanciering mogelijk gemaakt voor subsidietitel 4.4. Regionale Subsidies voor Spoor 1 en 2 uit het Territorial Just Transition Plan voor de regio Groot-Rijnmond.

Artikel I, onderdeel BB

Dit onderdeel wijzigt de titel van bijlage 4 en een aantal tekstuele omissies. Bijlage 4 behoort bij titel 4.2 en de nieuw vastgestelde titel 4.5.

Artikel I, onderdeel CC

Met dit onderdeel wordt bijlage 5 aan de Subsidieregeling JTF 2021–2027 toegevoegd. Bijlage 5 hoort bij de nieuw vastgestelde titel 4.4.

Artikel II

Dit artikel regelt de inwerkingtreding van deze wijzigingsregeling. Voor verdere toelichting zie paragraaf 4 van het algemene deel van deze toelichting.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, M.A.M. Adriaansens

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, C.E.G. van Gennip

Naar boven