Regeling van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 10 december 2024 tot wijziging van de Regeling elektronische publicaties in verband met de indexering voor 2025 van de daarin opgenomen kostenvergoedingen

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Gelet op artikel 16, vijfde lid, van de Bekendmakingswet;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling elektronische publicaties wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 2.5 wordt ‘het Kennis- en Exploitatiecentrum Officiële Overheidspublicaties van de Uitvoeringsorganisatie Bedrijfsvoering Rijk, Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties’ vervangen door ‘het Kennis- en Exploitatiecentrum Officiële Overheidspublicaties, onderdeel van Logius, van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties’.

B

In artikel 2.6, tweede lid, laatste zin, wordt ‘€ 344.051,–’ vervangen door ‘€ 366.759,–’.

C

In artikel 2.7, tweede lid, wordt ‘€ 6,37’ vervangen door ‘€ 6,79’.

D

Bijlage 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. Tabel 1 komt te luiden:

Tabel 1. Publicatiekosten provincies

Provincie

Bedrag (in €)

Drenthe

29.781

Flevoland

19.438

Fryslân

34.805

Gelderland

39.097

Groningen

24.940

Limburg

30.258

Noord-Brabant

39.903

Noord-Holland

29.964

Overijssel

34.585

Utrecht

28.534

Zeeland

21.859

Zuid-Holland

33.595

2. Tabel 2 komt te luiden:

Tabel 2. Publicatiekosten gemeenten

Aantal inwoners gemeente1 1

Bedrag (in €)

<10.000

2.809

10.000 tot 20.000

5.618

20.000 tot 30.000

8.427

30.000 tot 40.000

11.236

40.000 tot 50.000

14.045

50.000 tot 60.000

16.854

60.000 tot 70.000

19.664

70.000 tot 80.000

22.471

80.000 tot 90.000

25.280

90.000 tot 100.000

28.090

100.000 tot 110.000

30.899

110.000 tot 120.000

33.707

120.000 tot 140.000

36.517

140.000 tot 160.000

39.326

160.000 tot 180.000

42.135

180.000 tot 200.000

44.944

200.000 tot 220.000

47.573

220.000 tot 240.000

50.562

240.000 tot 260.000

53.371

260.000 tot 280.000

56.179

280.000 tot 300.000

58.988

300.000 tot 320.000

61.797

320.000 tot 340.000

64.606

340.000 tot 360.000

67.416

≥360.000

70.224

X Noot
1

Op 1 januari van het voorafgaande kalenderjaar, volgens opgave van het Centraal Bureau voor de Statistiek.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2025.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, F.Z. Szabó

TOELICHTING

ALGEMEEN

1. Inleiding

Deze wijzigingsregeling strekt tot indexering van de in de Regeling elektronische publicaties (hierna: de regeling) opgenomen kostenvergoedingen in verband met het publiceren in de decentrale publicatiebladen (provincies, gemeenten en waterschappen) en de Staatscourant (gerechtsdeurwaarders). Deze indexering is nodig om de centrale voorziening in stand te houden waarmee de Bekendmakingswet kan worden uitgevoerd. De tarieven worden aangepast per 1 januari 2025.

Uitgangspunt is dat de tarieven worden aangepast aan de inflatie met als leidraad de consumentenprijsindex van het Centraal Bureau voor de Statistiek (hierna: CBS), specifiek het prijspeil per 1 september van het aan de inwerkingtredingsdatum van de regeling voorafgaande kalenderjaar. Hiervan kan worden afgeweken om kostendekkend te blijven.1

In 2025 zullen de kosten voor het in stand houden van de centrale publicatievoorzieningen sneller stijgen dan het consumentenprijsindexcijfer. Dit vergt een extra verhoging van 3,1% bovenop het consumentenprijsindexcijfer dat voor 2025 is voorzien op 3,5%. Daarmee komt het indexeringspercentage uit op 6,6% voor 2025. In 2023 was de indexatie lager dan het consumentenprijsindexcijfer, in 2024 viel de indexatie hoger uit dan het consumentenprijsindexcijfer.

De stijging is berekend ten opzichte van de sinds 1 juli 2024 geldende tarieven, met aftrek van 2,56%. Deze verrekening is nodig omdat er in 2024 sprake was van een gebroken jaar. De eerste helft van 2024 is gewerkt op basis van de tarieven van 2023. Op 1 juli 2024 is een indexatie doorgevoerd waarbij in de verhoging een verrekening heeft plaatsgevonden om het eerste half jaar in te lopen. Over heel 2024 was de voorziene indexatie een verhoging van 2,56%; de verhoging van 1 juli 2024 kwam met de verrekening uit op 5,12%. Met deze wijze van berekening wordt een oneigenlijke extra verhoging voorkomen.

De verschillende wijzigingen worden nader toegelicht in het artikelsgewijze deel van deze toelichting.

2. Consultatie

De indexering voor 2025 is voorgelegd aan het Overleg Officiële Decentrale Overheidspublicaties (voorheen: Licentieraad). Hierin zijn geen bezwaren geuit tegen de aanpassing op basis van het consumentenprijsindexcijfer met 3,5% en de extra verhoging van 3,1% daarbovenop.

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

Artikel I

Onderdeel A

Dit artikel voert een organisatiewijziging door in de regeling. Omdat het Kennis- en Exploitatiecentrum Officiële Overheidspublicaties onderdeel is geworden van het agentschap Logius, is het wenselijk om artikel 2.5 daarop aan te passen.

Onderdelen B en D

Deze artikelen wijzigen de tarieven die op grond van artikel 2.6 van de regeling jaarlijks in rekening worden gebracht aan decentrale overheden. Het in rekening brengen van de kosten in verband met het publiceren in de publicatiebladen vindt zijn grondslag in artikel 16, vijfde lid, van de Bekendmakingswet. Zoals in het algemeen deel is toegelicht, komt het indexeringspercentage uit op 6,6% voor 2025.

De bijdragen van de provincies en gemeenten zijn gerelateerd aan het aantal inwoners. De bijdrage van de waterschappen betreft een totaalbedrag en wordt geïnd bij het Waterschapshuis.

De gemeenschappelijke regelingen delen niet in de kosten, omdat zij hun uitgaven in rekening brengen bij de deelnemers. Hierdoor zouden de kosten uiteindelijk toch bij provincies, gemeenten en waterschappen terechtkomen.

Voor de gemeenten geldt dat ze kostenvergoeding betalen op basis van het inwoneraantal op 1 januari van het voorafgaande kalenderjaar, volgens opgave van het CBS. Voor de provincies wordt uitgegaan van een verdeelsleutel zoals deze door het bestuur van het Interprovinciaal Overleg (IPO) is vastgesteld en in de onderstaande tabel is opgenomen. Deze verdeelsleutel is in 2024 aangepast, maar is toen vanwege het gebroken jaar (in de eerste helft van 2024 op basis van de kostenvergoedingen van 2023, in de tweede helft een kostenvergoeding met verrekening van het totaal) niet doorgevoerd. In 2025 wordt deze verdeelsleutel alsnog doorgevoerd. Dat leidt ertoe dat voor sommige provincies de kostenvergoeding hoger wordt dan op basis van de indexering op het bedrag van 2024 zou worden verwacht, terwijl het bedrag voor andere provincies juist lager uitvalt.

Tabel. Verdeelsleutel kostendeling provincies

Provincie

Percentage (%)

Drenthe

8,12

Flevoland

5,30

Fryslân

9,49

Gelderland

10,66

Groningen

6,80

Limburg

8,25

Noord-Brabant

10,88

Noord-Holland

8,17

Overijssel

9,43

Utrecht

7,78

Zeeland

5,96

Zuid-Holland

9,16

Omdat de bijdrage van de waterschappen wordt geïnd bij Het Waterschapshuis, is hiervoor geen verdeelsleutel nodig.

De nieuwe tarieven zijn voor provincies (verdeelsleutel en bijbehorende bedragen) en gemeenten (vergoeding per tariefcontingent) opgenomen in bijlage 2 bij de regeling (tabellen 1 en 2) en voor het Waterschapshuis in artikel 2.6, tweede lid, van de regeling. Het totaalbedrag van de kostenvergoedingen van alle provincies tezamen is 6,6% hoger. Het totaalbedrag voor het Waterschapshuis is eveneens 6,6% hoger. Bij gemeenten wordt de verhoging van 6,6% doorgevoerd per tariefcontingent.

Onderdeel C

Dit artikel wijzigt de kosten die op grond van artikel 2.7 van de regeling in rekening worden gebracht aan de Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders voor het publiceren van uittreksels van exploten in de Staatscourant. Zoals in het algemeen deel is toegelicht, komt het indexeringspercentage uit op 6,6% voor 2025.

Artikel II

Dit artikel bepaalt dat de onderhavige regeling, in overeenstemming met het stelsel van vaste verandermomenten, in werking treedt met ingang van 1 januari 2025.

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, F.Z. Szabó


X Noot
1

Stcrt. 2021, 21610, p. 21 en 26.

Naar boven