Voorbereidingsbesluit Waterstofnetwerk Noordzeekanaalgebied

De Minister van Klimaat en Groene Groei in overeenstemming met de Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening

gelet op de artikelen 4.16, lid 2 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 10.1 van het Omgevingsbesluit

overwegende,

dat het met het oog op de voorbereiding van een projectbesluit voor het Waterstofnetwerk Noordzeekanaalgebied gericht op het stellen van regels in de omgevingsplannen van de gemeenten Beverwijk, Velsen, Zaanstad, Haarlemmermeer en Amsterdam, wenselijk is te voorkomen dat zich in het gebied van het projectbesluit ruimtelijke ontwikkelingen voordoen die het gebied minder geschikt maken voor de verwezenlijking van het doel van die regels;

hiertoe in de Omgevingswet de mogelijkheid wordt geboden een voorbereidingsbesluit te nemen;

dat hierover overleg heeft plaatsgevonden met de gemeenten Beverwijk, Velsen, Zaanstad, Haarlemmermeer en Amsterdam en andere overlegpartners die betrokken zijn bij de zorg voor de fysieke leefomgeving of belast zijn met de behartiging van belangen welke in het plan in het geding zijn;

Besluiten:

Artikel I

Te verklaren dat voor het projectgebied, zoals dat bij dit besluit is opgenomen, een projectbesluit als bedoeld in artikel 5.44, eerste lid, van de Omgevingswet wordt voorbereid gericht op het stellen van regels in de omgevingsplannen van de gemeenten Beverwijk, Velsen, Zaanstad, Haarlemmermeer en Amsterdam voor waterstofinfrastructuur in het kader van het project Waterstofnetwerk Noordzeekanaalgebied.

Artikel II

Ten behoeve van het project het omgevingsplan van de gemeente Beverwijk te wijzigen met de voorbeschermingsregels, zoals deze in Bijlage 1 bij dit besluit zijn opgenomen.

Artikel III

Ten behoeve van het project het omgevingsplan van de gemeente Velsen te wijzigen met de voorbeschermingsregels, zoals deze in Bijlage 2 bij dit besluit zijn opgenomen.

Artikel IV

Ten behoeve van het project het omgevingsplan van de gemeente Haarlemmermeer te wijzigen met de voorbeschermingsregels, zoals deze in Bijlage 3 bij dit besluit zijn opgenomen.

Artikel V

Ten behoeve van het project het omgevingsplan van de gemeente Amsterdam te wijzigen met de voorbeschermingsregels, zoals deze in Bijlage 4 bij dit besluit zijn opgenomen.

Artikel VI

Na bekendmaking van dit besluit in de Staatscourant, treedt dit besluit direct in werking.

’s Gravenhage, 13 oktober 2024

Aldus besloten

Sophie Hermans

Minister van Klimaat en Groene Groei

Bijlage 1 artikel II

Voorbeschermingsregels Waterstofnetwerk Noordzeekanaalgebied voor Gemeente Beverwijk

Voorrangsbepaling

Deze voorbeschermingsregels gelden aanvullend op de regels van het omgevingsplan van de gemeente Beverwijk. Voor zover de regels van het omgevingsplan van de gemeente Beverwijk in strijd zijn met deze voorbeschermingsregels, gelden primair de voorbeschermingsregels.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Afdeling 1.1 Algemene bepalingen

Artikel 1.1 Begripsbepalingen

Voor de begrippen die in deze regels gebruikt worden, wordt verwezen naar bijlage II.

Artikel 1.2 Doelen

De voorbeschermingsregels hebben tot doel het creëren en behouden van ruimte voor de ontwikkeling van de waterstofinfrastructuur.

Hoofdstuk 2 Voorbeschermingsregels

Artikel 2.1 Vergunningplicht ruimtelijke activiteiten

  • 1.

    Het is verboden zonder omgevingsvergunning de volgende activiteiten te verrichten in het projectgebied :

    • a.

      het bouwen, in stand houden en gebruiken van bouwwerken;

    • b.

      het wijzigen van het gebruik van gronden en bouwwerken.

  • 2.

    De omgevingsvergunning, bedoeld in het eerste lid, wordt geweigerd indien de activiteiten naar het oordeel van het bevoegd gezag de locatie minder geschikt maken voor de verwezenlijking van de bij het in voorbereiding zijnde projectbesluit daaraan te geven regels in het omgevingsplan.

  • 3.

    Het bevoegd gezag vraagt ten behoeve van het oordeel, bedoeld in het tweede lid, om advies:

    • a.

      de Minister;

    • b.

      de toekomstige beheerder van de transportleiding voor waterstof die onderdeel gaat uitmaken van het projectbesluit.

  • 4.

    Het verbod, bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing op bestaande activiteiten of activiteiten die reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van inwerkingtreding van deze voorbeschermingsregels in overeenstemming met de op dat moment geldende toepasselijke regelgeving.

Artikel 2.2 Vergunningplicht uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden

  • 1.

    Het is verboden zonder omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:

    • a.

      het aanbrengen of rooien van hoog opgaande of diep wortelende beplantingen en bomen;

    • b.

      het aanleggen van wegen of paden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;

    • c.

      het indrijven van voorwerpen in de bodem;

    • d.

      het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen, ophogen en aanleggen van drainage;

    • e.

      het permanent opslaan van goederen;

    • f.

      het aanleggen, vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren;

    • g.

      andere werken en/of werkzaamheden die de aanleg van de waterstofinfrastructuur kunnen belemmeren.

  • 2.

    De omgevingsvergunning, bedoeld in het eerste lid, wordt geweigerd indien de werken en werkzaamheden naar het oordeel van het bevoegd gezag de locatie minder geschikt maken voor de verwezenlijking van de bij het in voorbereiding zijnde projectbesluit daaraan te geven regels in het omgevingsplan.

  • 3.

    Het bevoegd gezag vraagt ten behoeve van het oordeel, bedoeld in het tweede lid, om advies:

    • a.

      de Minister;

    • b.

      de toekomstige beheerder van de transportleiding voor waterstof die onderdeel gaat uitmaken van het projectbesluit.

  • 4.

    Het verbod, bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing op activiteiten die:

    • a.

      het normale onderhoud en beheer betreffen ten dienste van de functies en activiteiten die op grond van het omgevingsplan zijn toegelaten;

    • b.

      bestaande activiteiten betreffen;

    • c.

      reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van inwerkingtreding van deze voorbeschermingsregels in overeenstemming met de op dat moment geldende toepasselijke regelgeving;

    • d.

      graafwerkzaamheden betreffen als bedoeld in de Wet informatie-uitwisseling bovengrondse en ondergrondse netten en netwerken;

    • e.

      de uitvoering van het projectbesluit betreffen.

Bijlage I Overzicht informatieobjecten

Waterstofnetwerk Noordzeekanaalgebied - gemeente Beverwijk

/join/id/regdata/mnre1182/2024/vbb_waterstof-noordzeekanaal-beverwijk/nld@2024‑12‑05

Bijlage II Begrippen

Bestaande activiteiten

zoals legaal aanwezig c.q. in uitvoering op het tijdstip van inwerkingtreding van de voorbeschermingsregels, dan wel toegestaan is krachtens een voor dat tijdstip verleende omgevingsvergunning.

de Minister

De Minister van Klimaat en Groene Groei

Algemene toelichting

Toelichting op de regeling

De voorbeschermingsregels waarmee het omgevingsplan wordt gewijzigd, bestaan uit regels en geografische informatieobjecten (locaties), vergezeld van een toelichting en bijlagen. De regels en de geografische informatieobjecten vormen het juridisch bindende deel. De voorbeschermingsregels zijn gericht op het voorkomen dat zich in het gebied van het in voorbereiding zijnde projectbesluit Waterstofnetwerk Noordzeekanaalgebied ruimtelijke ontwikkelingen voordoen die het gebied minder geschikt maken voor de verwezenlijking van het project. De toelichting heeft geen bindende werking, maar heeft wel een belangrijke functie bij de uitleg van de regels.

Opbouw van de regels

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Dit hoofdstuk omvat twee artikelen:

  • Artikel 1.1: Begripsbepalingen. Dit artikel bevat alle noodzakelijke begripsbepalingen. Hierdoor wordt de interpretatie van de diverse begrippen vastgelegd, waardoor de duidelijkheid wordt vergroot;

  • Artikel 1.2: Doelen. Dit artikel bevat het doel in verband waarmee regels zijn gesteld die het omgevingsplan wijzigen.

Hoofdstuk 2 Voorbeschermingsregels

In hoofdstuk 2 zijn de vergunningplichtige activiteiten opgenomen die de locatie minder geschikt kunnen maken voor de verwezenlijking van de bij het in voorbereiding zijnde projectbesluit daaraan te geven regels in het omgevingsplan. Hierbij wordt het volgende stramien gevolgd:

  • de aanwijzing van vergunningplichtige activiteiten op basis van artikel 4.14, derde lid onder a Ow;

  • de beoordelingsregels waaraan een aanvraag voor de betreffende activiteit wordt getoetst. In dit kader vindt de afweging plaats of de aangevraagde activiteit naar het oordeel van het bevoegd gezag de locatie minder geschikt maken voor de verwezenlijking van de bij het in voorbereiding zijnde projectbesluit daaraan te geven regels in het omgevingsplan;

  • de aanwijzing van een bestuursorgaan of andere instantie die in de gelegenheid worden gesteld om aan het bevoegd gezag advies uit te brengen over een aanvraag op basis van artikel 4.14, derde lid onder c Ow.

Bijlage 2 artikel III

Voorbeschermingsregels Waterstofnetwerk Noordzeekanaalgebied voor Gemeente Velsen

Voorrangsbepaling

Deze voorbeschermingsregels gelden aanvullend op de regels van het omgevingsplan van de gemeente Velsen. Voor zover de regels van het omgevingsplan van de gemeente Velsen in strijd zijn met deze voorbeschermingsregels, gelden primair de voorbeschermingsregels.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Afdeling 1.1 Algemene bepalingen

Artikel 1.1 Begripsbepalingen

Voor de begrippen die in deze regels gebruikt worden, wordt verwezen naar bijlage II.

Artikel 1.2 Doelen

De voorbeschermingsregels hebben tot doel het creëren en behouden van ruimte voor de ontwikkeling van de waterstofinfrastructuur.

Hoofdstuk 2 Voorbeschermingsregels

Artikel 2.1 Vergunningplicht ruimtelijke activiteiten

  • 1.

    Het is verboden zonder omgevingsvergunning de volgende activiteiten te verrichten in het projectgebied :

    • a.

      het bouwen, in stand houden en gebruiken van bouwwerken;

    • b.

      het wijzigen van het gebruik van gronden en bouwwerken.

  • 2.

    De omgevingsvergunning, bedoeld in het eerste lid, wordt geweigerd indien de activiteiten naar het oordeel van het bevoegd gezag de locatie minder geschikt maken voor de verwezenlijking van de bij het in voorbereiding zijnde projectbesluit daaraan te geven regels in het omgevingsplan.

  • 3.

    Het bevoegd gezag vraagt ten behoeve van het oordeel, bedoeld in het tweede lid, om advies:

    • a.

      de Minister;

    • b.

      de toekomstige beheerder van de transportleiding voor waterstof die onderdeel gaat uitmaken van het projectbesluit.

  • 4.

    Het verbod, bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing op bestaande activiteiten of activiteiten die reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van inwerkingtreding van deze voorbeschermingsregels in overeenstemming met de op dat moment geldende toepasselijke regelgeving.

Artikel 2.2 Vergunningplicht uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden

  • 1.

    Het is verboden zonder omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:

    • a.

      het aanbrengen of rooien van hoog opgaande of diep wortelende beplantingen en bomen;

    • b.

      het aanleggen van wegen of paden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;

    • c.

      het indrijven van voorwerpen in de bodem;

    • d.

      het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen, ophogen en aanleggen van drainage;

    • e.

      het permanent opslaan van goederen;

    • f.

      het aanleggen, vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren;

    • g.

      andere werken en/of werkzaamheden die de aanleg van de waterstofinfrastructuur kunnen belemmeren.

  • 2.

    De omgevingsvergunning, bedoeld in het eerste lid, wordt geweigerd indien de werken en werkzaamheden naar het oordeel van het bevoegd gezag de locatie minder geschikt maken voor de verwezenlijking van de bij het in voorbereiding zijnde projectbesluit daaraan te geven regels in het omgevingsplan.

  • 3.

    Het bevoegd gezag vraagt ten behoeve van het oordeel, bedoeld in het tweede lid, om advies:

    • a.

      de Minister;

    • b.

      de toekomstige beheerder van de transportleiding voor waterstof die onderdeel gaat uitmaken van het projectbesluit.

  • 4.

    Het verbod, bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing op activiteiten die:

    • a.

      het normale onderhoud en beheer betreffen ten dienste van de functies en activiteiten die op grond van het omgevingsplan zijn toegelaten;

    • b.

      bestaande activiteiten betreffen;

    • c.

      reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van inwerkingtreding van deze voorbeschermingsregels in overeenstemming met de op dat moment geldende toepasselijke regelgeving;

    • d.

      graafwerkzaamheden betreffen als bedoeld in de Wet informatie-uitwisseling bovengrondse en ondergrondse netten en netwerken;

    • e.

      de uitvoering van het projectbesluit betreffen.

Bijlage I Overzicht informatieobjecten

Waterstofnetwerk Noordzeekanaalgebied - gemeente Velsen

/join/id/regdata/mnre1182/2024/vbb_waterstof-noordzeekanaal-velsen/nld@2024‑12‑05

Bijlage II Begrippen

Bestaande activiteiten

zoals legaal aanwezig c.q. in uitvoering op het tijdstip van inwerkingtreding van de voorbeschermingsregels, dan wel toegestaan is krachtens een voor dat tijdstip verleende omgevingsvergunning.

de Minister

De Minister van Klimaat en Groene Groei

Algemene toelichting

Toelichting op de regeling

De voorbeschermingsregels waarmee het omgevingsplan wordt gewijzigd, bestaan uit regels en geografische informatieobjecten (locaties), vergezeld van een toelichting en bijlagen. De regels en de geografische informatieobjecten vormen het juridisch bindende deel. De voorbeschermingsregels zijn gericht op het voorkomen dat zich in het gebied van het in voorbereiding zijnde projectbesluit Waterstofnetwerk Noordzeekanaalgebied ruimtelijke ontwikkelingen voordoen die het gebied minder geschikt maken voor de verwezenlijking van het project. De toelichting heeft geen bindende werking, maar heeft wel een belangrijke functie bij de uitleg van de regels.

Opbouw van de regels

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Dit hoofdstuk omvat twee artikelen:

  • Artikel 1.1: Begripsbepalingen. Dit artikel bevat alle noodzakelijke begripsbepalingen. Hierdoor wordt de interpretatie van de diverse begrippen vastgelegd, waardoor de duidelijkheid wordt vergroot;

  • Artikel 1.2: Doelen. Dit artikel bevat het doel in verband waarmee regels zijn gesteld die het omgevingsplan wijzigen.

Hoofdstuk 2 Voorbeschermingsregels

In hoofdstuk 2 zijn de vergunningplichtige activiteiten opgenomen die de locatie minder geschikt kunnen maken voor de verwezenlijking van de bij het in voorbereiding zijnde projectbesluit daaraan te geven regels in het omgevingsplan. Hierbij wordt het volgende stramien gevolgd:

  • de aanwijzing van vergunningplichtige activiteiten op basis van artikel 4.14, derde lid onder a Ow;

  • de beoordelingsregels waaraan een aanvraag voor de betreffende activiteit wordt getoetst. In dit kader vindt de afweging plaats of de aangevraagde activiteit naar het oordeel van het bevoegd gezag de locatie minder geschikt maken voor de verwezenlijking van de bij het in voorbereiding zijnde projectbesluit daaraan te geven regels in het omgevingsplan;

  • de aanwijzing van een bestuursorgaan of andere instantie die in de gelegenheid worden gesteld om aan het bevoegd gezag advies uit te brengen over een aanvraag op basis van artikel 4.14, derde lid onder c Ow.

Bijlage 3 artikel IV

Voorbeschermingsregels Waterstofnetwerk Noordzeekanaalgebied voor Gemeente Haarlemmermeer

Voorrangsbepaling

Deze voorbeschermingsregels gelden aanvullend op de regels van het omgevingsplan van de gemeente Haarlemmermeer. Voor zover de regels van het omgevingsplan van de gemeente Haarlemmermeer in strijd zijn met deze voorbeschermingsregels, gelden primair de voorbeschermingsregels.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Afdeling 1.1 Algemene bepalingen

Artikel 1.1 Begripsbepalingen

Voor de begrippen die in deze regels gebruikt worden, wordt verwezen naar bijlage II.

Artikel 1.2 Doelen

De voorbeschermingsregels hebben tot doel het creëren en behouden van ruimte voor de ontwikkeling van de waterstofinfrastructuur.

Hoofdstuk 2 Voorbeschermingsregels

Artikel 2.1 Vergunningplicht ruimtelijke activiteiten

  • 1.

    Het is verboden zonder omgevingsvergunning de volgende activiteiten te verrichten in het projectgebied :

    • a.

      het bouwen, in stand houden en gebruiken van bouwwerken;

    • b.

      het wijzigen van het gebruik van gronden en bouwwerken.

  • 2.

    De omgevingsvergunning, bedoeld in het eerste lid, wordt geweigerd indien de activiteiten naar het oordeel van het bevoegd gezag de locatie minder geschikt maken voor de verwezenlijking van de bij het in voorbereiding zijnde projectbesluit daaraan te geven regels in het omgevingsplan.

  • 3.

    Het bevoegd gezag vraagt ten behoeve van het oordeel, bedoeld in het tweede lid, om advies:

    • a.

      de Minister;

    • b.

      de toekomstige beheerder van de transportleiding voor waterstof die onderdeel gaat uitmaken van het projectbesluit.

  • 4.

    Het verbod, bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing op bestaande activiteiten of activiteiten die reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van inwerkingtreding van deze voorbeschermingsregels in overeenstemming met de op dat moment geldende toepasselijke regelgeving.

Artikel 2.2 Vergunningplicht uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden

  • 1.

    Het is verboden zonder omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:

    • a.

      het aanbrengen of rooien van hoog opgaande of diep wortelende beplantingen en bomen;

    • b.

      het aanleggen van wegen of paden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;

    • c.

      het indrijven van voorwerpen in de bodem;

    • d.

      het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen, ophogen en aanleggen van drainage;

    • e.

      het permanent opslaan van goederen;

    • f.

      het aanleggen, vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren;

    • g.

      andere werken en/of werkzaamheden die de aanleg van de waterstofinfrastructuur kunnen belemmeren.

  • 2.

    De omgevingsvergunning, bedoeld in het eerste lid, wordt geweigerd indien de werken en werkzaamheden naar het oordeel van het bevoegd gezag de locatie minder geschikt maken voor de verwezenlijking van de bij het in voorbereiding zijnde projectbesluit daaraan te geven regels in het omgevingsplan.

  • 3.

    Het bevoegd gezag vraagt ten behoeve van het oordeel, bedoeld in het tweede lid, om advies:

    • a.

      de Minister;

    • b.

      de toekomstige beheerder van de transportleiding voor waterstof die onderdeel gaat uitmaken van het projectbesluit.

  • 4.

    Het verbod, bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing op activiteiten die:

    • a.

      het normale onderhoud en beheer betreffen ten dienste van de functies en activiteiten die op grond van het omgevingsplan zijn toegelaten;

    • b.

      bestaande activiteiten betreffen;

    • c.

      reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van inwerkingtreding van deze voorbeschermingsregels in overeenstemming met de op dat moment geldende toepasselijke regelgeving;

    • d.

      graafwerkzaamheden betreffen als bedoeld in de Wet informatie-uitwisseling bovengrondse en ondergrondse netten en netwerken;

    • e.

      de uitvoering van het projectbesluit betreffen.

Bijlage I Overzicht Informatieobjecten

Waterstofnetwerk Noordzeekanaalgebied - gemeente Haarlemmermeer

/join/id/regdata/mnre1182/2024/vbb_waterstof-noordzeekanaal-haarlemmermeer/nld@2024‑12‑05

Bijlage II Begrippen

Bestaande activiteiten

zoals legaal aanwezig c.q. in uitvoering op het tijdstip van inwerkingtreding van de voorbeschermingsregels, dan wel toegestaan is krachtens een voor dat tijdstip verleende omgevingsvergunning.

de Minister

De Minister van Klimaat en Groene Groei

Algemene toelichting

Toelichting op de regeling

De voorbeschermingsregels waarmee het omgevingsplan wordt gewijzigd, bestaan uit regels en geografische informatieobjecten (locaties), vergezeld van een toelichting en bijlagen. De regels en de geografische informatieobjecten vormen het juridisch bindende deel. De voorbeschermingsregels zijn gericht op het voorkomen dat zich in het gebied van het in voorbereiding zijnde projectbesluit Waterstofnetwerk Noordzeekanaalgebied ruimtelijke ontwikkelingen voordoen die het gebied minder geschikt maken voor de verwezenlijking van het project. De toelichting heeft geen bindende werking, maar heeft wel een belangrijke functie bij de uitleg van de regels.

Opbouw van de regels

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Dit hoofdstuk omvat twee artikelen:

  • Artikel 1.1: Begripsbepalingen. Dit artikel bevat alle noodzakelijke begripsbepalingen. Hierdoor wordt de interpretatie van de diverse begrippen vastgelegd, waardoor de duidelijkheid wordt vergroot;

  • Artikel 1.2: Doelen. Dit artikel bevat het doel in verband waarmee regels zijn gesteld die het omgevingsplan wijzigen.

Hoofdstuk 2 Voorbeschermingsregels

In hoofdstuk 2 zijn de vergunningplichtige activiteiten opgenomen die de locatie minder geschikt kunnen maken voor de verwezenlijking van de bij het in voorbereiding zijnde projectbesluit daaraan te geven regels in het omgevingsplan. Hierbij wordt het volgende stramien gevolgd:

  • de aanwijzing van vergunningplichtige activiteiten op basis van artikel 4.14, derde lid onder a Ow;

  • de beoordelingsregels waaraan een aanvraag voor de betreffende activiteit wordt getoetst. In dit kader vindt de afweging plaats of de aangevraagde activiteit naar het oordeel van het bevoegd gezag de locatie minder geschikt maken voor de verwezenlijking van de bij het in voorbereiding zijnde projectbesluit daaraan te geven regels in het omgevingsplan;

  • de aanwijzing van een bestuursorgaan of andere instantie die in de gelegenheid worden gesteld om aan het bevoegd gezag advies uit te brengen over een aanvraag op basis van artikel 4.14, derde lid onder c Ow.

Bijlage 4 artikel V

Voorbeschermingsregels Waterstofnetwerk Noordzeekanaalgebied voor Gemeente Amsterdam

Voorrangsbepaling

Deze voorbeschermingsregels gelden aanvullend op de regels van het omgevingsplan van de gemeente Amsterdam. Voor zover de regels van het omgevingsplan van de gemeente Amsterdam in strijd zijn met deze voorbeschermingsregels, gelden primair de voorbeschermingsregels.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Afdeling 1.1 Algemene bepalingen

Artikel 1.1 Begripsbepalingen

Voor de begrippen die in deze regels gebruikt worden, wordt verwezen naar bijlage II.

Artikel 1.2 Doelen

De voorbeschermingsregels hebben tot doel het creëren en behouden van ruimte voor de ontwikkeling van de waterstofinfrastructuur.

Hoofdstuk 2 Voorbeschermingsregels

Artikel 2.1 Vergunningplicht ruimtelijke activiteiten

  • 1.

    Het is verboden zonder omgevingsvergunning de volgende activiteiten te verrichten in het projectgebied :

    • a.

      het bouwen, in stand houden en gebruiken van bouwwerken;

    • b.

      het wijzigen van het gebruik van gronden en bouwwerken.

  • 2.

    De omgevingsvergunning, bedoeld in het eerste lid, wordt geweigerd indien de activiteiten naar het oordeel van het bevoegd gezag de locatie minder geschikt maken voor de verwezenlijking van de bij het in voorbereiding zijnde projectbesluit daaraan te geven regels in het omgevingsplan.

  • 3.

    Het bevoegd gezag vraagt ten behoeve van het oordeel, bedoeld in het tweede lid, om advies:

    • a.

      de Minister;

    • b.

      de toekomstige beheerder van de transportleiding voor waterstof die onderdeel gaat uitmaken van het projectbesluit.

  • 4.

    Het verbod, bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing op bestaande activiteiten of activiteiten die reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van inwerkingtreding van deze voorbeschermingsregels in overeenstemming met de op dat moment geldende toepasselijke regelgeving.

Artikel 2.2 Vergunningplicht uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden

  • 1.

    Het is verboden zonder omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:

    • a.

      het aanbrengen of rooien van hoog opgaande of diep wortelende beplantingen en bomen;

    • b.

      het aanleggen van wegen of paden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;

    • c.

      het indrijven van voorwerpen in de bodem;

    • d.

      het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen, ophogen en aanleggen van drainage;

    • e.

      het permanent opslaan van goederen;

    • f.

      het aanleggen, vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren;

    • g.

      andere werken en/of werkzaamheden die de aanleg van de waterstofinfrastructuur kunnen belemmeren.

  • 2.

    De omgevingsvergunning, bedoeld in het eerste lid, wordt geweigerd indien de werken en werkzaamheden naar het oordeel van het bevoegd gezag de locatie minder geschikt maken voor de verwezenlijking van de bij het in voorbereiding zijnde projectbesluit daaraan te geven regels in het omgevingsplan.

  • 3.

    Het bevoegd gezag vraagt ten behoeve van het oordeel, bedoeld in het tweede lid, om advies:

    • a.

      de Minister;

    • b.

      de toekomstige beheerder van de transportleiding voor waterstof die onderdeel gaat uitmaken van het projectbesluit.

  • 4.

    Het verbod, bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing op activiteiten die:

    • a.

      het normale onderhoud en beheer betreffen ten dienste van de functies en activiteiten die op grond van het omgevingsplan zijn toegelaten;

    • b.

      bestaande activiteiten betreffen;

    • c.

      reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van inwerkingtreding van deze voorbeschermingsregels in overeenstemming met de op dat moment geldende toepasselijke regelgeving;

    • d.

      graafwerkzaamheden betreffen als bedoeld in de Wet informatie-uitwisseling bovengrondse en ondergrondse netten en netwerken;

    • e.

      de uitvoering van het projectbesluit betreffen.

Bijlage I Overzicht informatieobjecten

Waterstofnetwerk Noordzeekanaalgebied - gemeente Amsterdam

/join/id/regdata/mnre1182/2024/vbb_waterstof-noordzeekanaal-amsterdam/nld@2024‑12‑05

Bijlage II Begrippen

Bestaande activiteiten

zoals legaal aanwezig c.q. in uitvoering op het tijdstip van inwerkingtreding van de voorbeschermingsregels, dan wel toegestaan is krachtens een voor dat tijdstip verleende omgevingsvergunning.

de Minister

De Minister van Klimaat en Groene Groei

Algemene toelichting

Toelichting op de regeling

De voorbeschermingsregels waarmee het omgevingsplan wordt gewijzigd, bestaan uit regels en geografische informatieobjecten (locaties), vergezeld van een toelichting en bijlagen. De regels en de geografische informatieobjecten vormen het juridisch bindende deel. De voorbeschermingsregels zijn gericht op het voorkomen dat zich in het gebied van het in voorbereiding zijnde projectbesluit Waterstofnetwerk Noordzeekanaalgebied ruimtelijke ontwikkelingen voordoen die het gebied minder geschikt maken voor de verwezenlijking van het project. De toelichting heeft geen bindende werking, maar heeft wel een belangrijke functie bij de uitleg van de regels.

Opbouw van de regels

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Dit hoofdstuk omvat twee artikelen:

  • Artikel 1.1: Begripsbepalingen. Dit artikel bevat alle noodzakelijke begripsbepalingen. Hierdoor wordt de interpretatie van de diverse begrippen vastgelegd, waardoor de duidelijkheid wordt vergroot;

  • Artikel 1.2: Doelen. Dit artikel bevat het doel in verband waarmee regels zijn gesteld die het omgevingsplan wijzigen.

Hoofdstuk 2 Voorbeschermingsregels

In hoofdstuk 2 zijn de vergunningplichtige activiteiten opgenomen die de locatie minder geschikt kunnen maken voor de verwezenlijking van de bij het in voorbereiding zijnde projectbesluit daaraan te geven regels in het omgevingsplan. Hierbij wordt het volgende stramien gevolgd:

  • de aanwijzing van vergunningplichtige activiteiten op basis van artikel 4.14, derde lid onder a Ow;

  • de beoordelingsregels waaraan een aanvraag voor de betreffende activiteit wordt getoetst. In dit kader vindt de afweging plaats of de aangevraagde activiteit naar het oordeel van het bevoegd gezag de locatie minder geschikt maken voor de verwezenlijking van de bij het in voorbereiding zijnde projectbesluit daaraan te geven regels in het omgevingsplan;

  • de aanwijzing van een bestuursorgaan of andere instantie die in de gelegenheid worden gesteld om aan het bevoegd gezag advies uit te brengen over een aanvraag op basis van artikel 4.14, derde lid onder c Ow.

Besluit Motivering

1. Inleiding

Hynetwork Services B.V. (hierna HNS) – een dochteronderneming van de Gasunie – ontwikkelt landelijk een hogedruknetwerk voor het transport van waterstof (het ‘Waterstofnetwerk Nederland’ (Kamerbrief, juni 2021)) (zie Figuur 1.1). Het landelijke transportnetwerk is het verbindende element tussen industriële clusters en regio’s, havengebieden, aanlandingspunten voor wind op zee, opslagfaciliteiten en de buurlanden. Omdat de ontwikkeling van de productie en de vraag naar waterstof nog onzekerheden kent, is gekozen voor een flexibele, adaptieve en gefaseerde uitrol van het landelijke transportnetwerk. Als eerste fase worden de industrieclusters langs de kust met elkaar verbonden.

Het Waterstofnetwerk Noordzeekanaalgebied wordt daarnaast als een zelfstandig functionerend netwerk ontwikkeld. Het Waterstofnetwerk Noordzeekanaalgebied wordt, zodra dat mogelijk is, wel gekoppeld aan het landelijke Waterstofnetwerk Nederland.

Figuur 1.1 Waterstofnetwerk Nederland
Figuur 1.2
Figuur 1.2 Waterstofnetwerk Noordzeekanaalgebied

Op grond van artikel 5.44, eerste lid, van de Omgevingswet (hierna: Ow) en de Kamerbrief van 1 april 2022 (kenmerk DGKE-WO/22031946) wordt het projectbesluit over de waterstofinfrastructuur van dit project genomen door de Minister voor Klimaat en Energie (thans de Minister van Klimaat en Groene Groei (KGG)) en de Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (hierna VRO). Bij die besluitvorming wordt de coördinatieregeling (afdeling 3.5 Awb) toegepast.

Op grond van artikel 4.16, tweede lid, gelezen in samenhang met de artikelen 4.14, derde lid, en 4.15, vierde lid van de Ow zijn de ministers bevoegd gezamenlijk een voorbereidingsbesluit te nemen. In dit voorbereidingsbesluit verklaren de ministers dat voor het gebied, bedoeld in bijlage 1, een projectbesluit wordt voorbereid. Doel van het voorbereidingsbesluit is dat gebied te vrijwaren van ruimtelijke ontwikkelingen die aan verwezenlijking van het doel van het projectbesluit in de weg kunnen staan. Er staat geen bezwaar of beroep open tegen het voorbereidingsbesluit (artikel 1 van bijlage 2 bij de Algemene wet bestuursrecht).

Op grond van artikel 4.16, vijfde lid, van de Ow vervalt dit voorbereidingsbesluit binnen een jaar en zes maanden of, als binnen die termijn voor de betreffende gronden het projectbesluit is bekendgemaakt, op het tijdstip waarop het projectbesluit in werking treedt of is vernietigd. Mocht het voorbereidingsbesluit gronden betreffen die buiten het projectbesluit komen te liggen, dan kan het voorbereidingsbesluit voor die gronden ingetrokken worden zodat er geen onnodige belemmeringen blijven bestaan.

2. Het gebied

Het gebied waarop dit voorbereidingsbesluit betrekking heeft (hierna: het regelingsgebied) betreft de nieuw te realiseren waterstofleidingen (inclusief afsluiters) ten behoeve van het project Waterstofnetwerk Noordzeekanaalgebied, alsmede een nieuw stukje koppel-aardgastransportleiding (zie figuur 2.1).Een deel van het tracé (gelegen in de gemeenten Beverwijk, Zaanstad, Velsen en Haarlemmermeer) bestaat uit een bestaande aardgastransportleiding welke omgebouwd zal gaan worden naar een waterstoftransportleiding. Dit deel is niet opgenomen in dit voorbereidingsbesluit. Omdat in de gemeente Zaanstad alleen deze bestaande aardgasleiding gelegen is en geen nieuwe waterstoftransportleidingen, zijn er geen voorbeschermingsregels opgenomen in het omgevingsplan van de gemeente Zaanstad. In de overige gemeenten zijn (ook) nieuwe waterstoftransportleidingen gepland en voor deze gemeenten zijn dus wel voorbeschermingsregels opgenomen in het omgevingsplan.

Het regelingsgebied is neergelegd op de kaart die bij dit besluit hoort en die als bijlage (in pdf) is te raadplegen in de Staatscourant of via www.bureau-energieprojecten.nl.

Figuur 2.1 Geoptimaliseerde ligging van het nieuw aan te leggen tracé IJmond gelegen nabij Beverwijk (Deelgebied I).
Figuur 2.2 Geoptimaliseerde ligging van het nieuw aan te leggen tracé IJmond gelegen nabij Haarlemmermeer en de Amsterdamse haven (deelgebied III).

3. Het project

Bij de afweging om te komen tot een voorkeursalternatief is gekeken naar de omgeving, milieuaspecten, kosten, techniek en toekomstvastheid. In het kader van het onderdeel Omgeving heeft participatie plaatsgevonden. Zie voor een uitgebreide onderbouwing van het voorkeursalternatief (VKA) de afwegingsnotitie VKA op de site van RVO .

Het gekozen alternatief in deelgebied I is variant IJmond Zuid-2, omdat het de natuur meer ontziet, het beter past in het kader van toekomstige ontwikkelingen in de gemeente Velsen en Beverwijk en er minder risico’s zijn met andere kabels en leidingen.

In deelgebied III is gekozen voor variant Westpoort Noord-2, omdat deze ten opzichte van de andere varianten efficiënter is qua ruimtegebruik, geen vijver of golfclub kruist en in de toekomst een makkelijkere uitbreiding van het waterstofnetwerk mogelijk maakt.

Inmiddels is het VKA geoptimaliseerd en deze optimalisatie is opgenomen in dit voorbereidingsbesluit. De optimalisaties zijn het het gevolg van:

  • De wijziging van de locatie van het HDS (hydrogen delivery station) op het terrein van Tata Steel. Uit onderzoek is gebleken dat het aangewezen eindpunt niet geschikt is door een te grote elektromagnetische beïnvloeding van een bestaand transformatorstation van TenneT.

  • Het beperken van aantal in- en uittredepunten doordat er langere gestuurde boringen in het tracé (in deelgebied I) worden voorzien. Dit was een wens vanuit de omgeving.

  • Het wijzigen van de aanlegmethode doordat er nieuwe inzichten bij de detailengineering van het tracé zijn opgedaan.

  • Toezeggingen van toekomstige gebruikers (klanten) van het waterstofnetwerk zijn veranderd door de dynamiek en de ontwikkeling van de waterstofeconomie. Als gevolg van deze veranderende afzeggingen en toezeggingen is een beter beeld van de ligging en het ruimtebeslag (waaronder de diameter) van de bijbehorende voorzieningen ontstaan.

  • Het wijzigen naar een kleinere diameter in deel van deelgebied III.

Daarnaast maken er afsluiterschema's onderdeel uit van het project en dit voorbereidingsbesluit. Dit zijn ondergrondse clusters met afsluiters waarmee de leiding in geval van onderhoud of calamiteiten afgesloten kan worden. In het project Waterstofnetwerk Noordzeekanaalgebied zijn er twee nieuwe afsluiterschema's voorzien (aan de Kagerweg in Beverwijk en aan de Westpoortweg in Amsterdam) en één uitbreiding van een bestaand afsluiterschema (Spaarndam I en II).

Een complete motivering van de uiteindelijke ligging van dit project zal te zijner tijd door de ministers worden opgenomen bij het ontwerp-projectbesluit. Dat ontwerp-projectbesluit wordt in een later stadium ter inzage gelegd; een ieder kan op dat moment op alle aspecten van het project en de gemaakte keuzes zijn zienswijze indienen. De keuzes die ten grondslag liggen aan het regelingsgebied waarop dit voorbereidingsbesluit betrekking heeft, zijn niet definitief en niet bindend voor het projectbesluit. Dit voorbereidingsbesluit dient als tijdelijke reservering. Met het voorbereidingsbesluit worden dus geen onomkeerbare beslissingen over het project genomen.

4. Noodzaak voorbeschermingsregels

Dit voorbereidingsbesluit heeft tot gevolg dat in het regelingsgebied waarvoor het voorbereidingsbesluit geldt, het uitvoeren van werken en werkzaamheden alsmede het gebruik van gronden en bouwwerken op grond van artikel 4.14, derde lid, van de Ow worden beperkt. Naar het oordeel van de ministers zijn deze beperkingen redelijkerwijs noodzakelijk om te voorkomen dat het regelingsgebied minder geschikt wordt voor de verwezenlijking van de daaraan bij het projectbesluit te geven regels. Het projectbesluit is bedoeld om een complex energieproject met een publiek belang mogelijk te maken en zo ruimte te creëren voor de (transitie naar duurzame) energievoorziening van nationaal belang. De regels van dit voorbereidingsbesluit zorgen ervoor dat er tussentijds geen activiteiten plaatsvinden binnen het regelingsgebied die de realisatie van dat energieproject kunnen bemoeilijken. Dit leidt tevens tot een versnelling en verbetering van de besluitvorming over het energieproject ter plaatse van het regelingsgebied.

Naar boven