Regeling van de Minister van Asiel en Migratie van 2 december 2024, nummer 5892175, tot wijziging van de Bekostigingsregeling opvang ontheemden Oekraïne in verband met herijking van de normbedragen, alsmede enkele andere wijzigingen

De Minister van Asiel en Migratie,

Gelet op artikel 4 van de Tijdelijke wet opvang ontheemden Oekraïne;

Besluit:

ARTIKEL I

De Bekostigingsregeling opvang ontheemden Oekraïne wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1, onderdeel a, komt te luiden:

a. minister:

de Minister van Asiel en Migratie;

B

1. In de artikelen 2, 5 en 7 worden ‘de staatssecretaris’ en ‘de Staatssecretaris’ telkens vervangen door ‘de minister´ en wordt ‘De staatssecretaris’ telkens vervangen door ‘De minister´.

2. In artikel 2, eerste lid, onderdeel f, wordt ‘de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid’ vervangen door ‘de minister’.

C

Aan artikel 2 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 4. De gemeente, bedoeld in het eerste lid, verstrekt op verzoek van de minister een onderbouwing van de wijze waarop zij invulling geeft aan een continue en voldoende betrouwbare uitvoering van de taak als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Regeling opvang ontheemden Oekraïne.

D

Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel c door een puntkomma een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • d. met ingang van 1 januari 2025, ter bekostiging van de kosten, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdelen a en f, een normbedrag van € 44 per dag per gerealiseerde opvangplek.

2. In het vierde lid wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel b door een puntkomma een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • c. met ingang van 1 januari 2025, ter bekostiging van de kosten, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdelen c en d, een normbedrag van € 48 per geregistreerde persoon per maand waarin aan deze persoon een verstrekking is gedaan.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2025.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 2 december 2024

De Minister van Asiel en Migratie, M.H.M. Faber-Van de Klashorst

TOELICHTING

ARTIKEL I

De Bekostigingsregeling opvang ontheemden Oekraïne (hierna: BooO) voorziet in het verstrekken van een specifieke uitkering aan gemeenten voor het vergoeden van de kosten die worden gemaakt ten behoeve van het realiseren en exploiteren van de opvang en verstrekkingen aan ontheemden uit Oekraïne in de Gemeentelijke Opvang Oekraïne (GOO) en de Particuliere Opvang Oekraïne (POO), in verband met de uitvoering van de taken die gemeenten hebben op grond van de Tijdelijke wet opvang ontheemden Oekraïne. De bekostigingsregeling is bekendgemaakt op 3 juni 2022 (Stcrt. 2022, 15021) en voorziet in een specifieke uitkering voor gemeenten die besteed kan worden vanaf 1 maart 2022. De bekostigde verstrekkingen zijn nader geregeld in de Regeling opvang ontheemden Oekraïne.

Deze regeling tot wijziging van de BooO bevat een herijking van het normbedrag in de GOO en de POO. Voorts voorziet deze wijziging in een juridische basis teneinde informatie op te vragen bij gemeenten bij het toekennen van een voorschot of het beoordelen van de verantwoording. Tot slot strekt deze wijziging ertoe de portefeuilleverdeling van het kabinet Schoof te verwerken.

Herijking normbedragen

Middels onderhavige wijziging worden de normbedragen voor de GOO en POO herijkt.

Het GOO-normbedrag per dag per gerealiseerde opvangplek wordt middels herijking verlaagd naar € 44. Bij deze herijking worden de kosten voor catering en voor hotels en schepen niet langer meegerekend in het gewogen gemiddelde. De reden om de kosten voor catering uit het gewogen gemiddelde te halen, is omdat minder dan een kwart van de bedden zich bevindt op een locatie waar catering is, voornamelijk bij schepen en hotels. Dit betekent dat de component catering leidt tot een hoger GOO-normbedrag, terwijl er bij driekwart van de plekken geen kosten voor catering worden gemaakt. Het gevolg van deze keuze is dat gemeenten die nog locaties hebben waar catering nodig is sneller aangewezen zijn op de uitzonderingsbepaling om hun kosten vergoed te krijgen, hetgeen een hogere administratieve last met zich brengt. Dit kan er mogelijk in resulteren dat gemeenten de hoeveelheid locaties waar catering wordt aangeboden verminderen. Wat weer kan leiden tot grotere participatie en zelfredzaamheid van de ontheemden doordat zij dan zelf moeten voorzien in hun eten. Wat betreft de kosten voor hotels en schepen geldt dat dit relatief duurdere accommodatietypen zijn. Door deze kosten uit het gewogen gemiddelde voor accommodatie en inventaris te halen, wordt de bekostiging accurater en beter afgestemd op het overgrote deel van de accommodatietypen. Beide aanpassingen leiden ertoe dat het GOO-normbedrag het meeste aansluit bij de daadwerkelijke kosten. Mochten de kosten die gemeenten maken hoger uitvallen dan het normbedrag, dan kunnen gemeenten op basis van de uitzonderingsbepaling de werkelijk gemaakte kosten per gerealiseerde plek per dag alsnog declareren. Overigens zijn de kosten die gemeenten maken voor het verplicht inhouden van leefgeld en de eigen bijdrage meegenomen bij de herijking van het normbedrag.

Het POO-normbedrag wordt herijkt van € 92 naar € 48. Dat nieuwe normbedrag is overeenkomstig met de gemiddelde kosten volgens de uitkomsten van het kostprijsonderzoek 20241 (€ 40). Deze daling wordt met name veroorzaakt door lagere uitvoeringskosten om ontheemden in de particuliere opvang in te schrijven in de BRP en om hun leefgeld uit te keren. Bij de herijking is ook rekening gehouden met de gemiddelde kosten voor het verplicht inhouden van leefgeld per maand van € 6 en met de inflatie, waardoor het POO-normbedrag € 8 hoger is dan het gemiddelde uit het kostprijsonderzoek.

Informatievoorziening

Naast bovengenoemde wijziging wordt aan artikel 2 een lid toegevoegd. Met die toevoeging wordt een juridische basis ingeregeld om meer informatie bij gemeenten op te kunnen vragen indien dat nodig wordt geacht bij het toekennen van een voorschot of het beoordelen van de verantwoording. Gemeenten leveren op dit moment op verzoek van de Nationale Opvang Organisatie voor Oekraïense ontheemden (NOO) op vrijwillige basis informatie aan. Dat gebeurt met name als de NOO vermoedt dat een gemeente abusievelijk iets is vergeten, een kostenpost op de verkeerde plaats heeft opgenomen of een bedrag dubbel heeft geteld. Met deze toevoeging in artikel 2 wordt hersteld dat de BooO eerder nog geen grondslag bood voor het vragen van informatie aan gemeenten over de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de uitvoering van hun taak zoals geformuleerd in artikel 2, eerste lid, van de Regeling opvang ontheemden Oekraïne. Het toevoegen van deze bepaling is overigens ook in lijn met de Bekostigingsregeling eerste opvang ontheemden Oekraïne door Regionale openbare lichamen, waarin al een dergelijke bepaling is ingeregeld.

Definitiebepaling

Tot slot komt in de definitiebepaling in artikel 1 van de BooO de definitie van minister in de plaats van de definitie van staatssecretaris. Als gevolg van de portefeuilleverdeling van het kabinet Schoof is inmiddels de Minister van Asiel en Migratie bevoegd. Deze definitiewijziging wordt vervolgens doorgetrokken voor de gehele BooO.

Artikel II

De invoeringstermijn van deze regeling bedraagt minder dan twee maanden. Hiermee wordt afgeweken van het kabinetsbeleid inzake vaste verandermomenten. Deze uitzondering is toegestaan vanwege de spoed die voor invoering van deze regeling is vereist (Aanwijzing 4.17, vijfde lid, onder b, van de Aanwijzingen voor de regelgeving).

De Minister van Asiel en Migratie, M.H.M. Faber-Van de Klashorst

Naar boven