Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Financiën | Staatscourant 2024, 38810 | ander besluit van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Financiën | Staatscourant 2024, 38810 | ander besluit van algemene strekking |
Directoraat-generaal Belastingdienst/Corporate Dienst Vaktechniek
Besluit van 18 december 2024, nr. 2024-15074
De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.
Dit besluit wijzigt het Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst. De wijzigingen betreffen een verhoging van de boetebedragen zoals genoemd in de paragrafen 28b, 28c en 37 in verband met de indexatie van de wettelijke boetemaxima die op grond van artikel 67cb van de AWR en de Bijstellingsregeling directe belastingen 2025 per 1 januari 2025 plaatsvindt. Met de wijziging van de paragrafen 31b en 32 worden de in die paragrafen genoemde percentages vervangen door bedragen.
Het Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst van 28 juni 2016, nr. BLBK2016/695M (Stcrt. 2016, 34921), laatstelijk gewijzigd bij besluit van 16 januari 2024, nr. 2024-861 (Stcrt. 2024, 1915), wordt als volgt gewijzigd:
A
Aan paragraaf 1, zesde lid, wordt een alinea toegevoegd, luidende:
Dit besluit werd gewijzigd bij besluit van 18 december 2024, nr. 2024-15704, (Stcrt. 2024, 38810). De wijzigingen betroffen een verhoging van de boetebedragen zoals genoemd in de paragrafen 28b, 28c en 37 in verband met de indexatie van de wettelijke boetemaxima die op grond van artikel 67cb van de AWR en de Bijstellingsregeling directe belastingen 2025 per 1 januari 2025 plaatsvond. Met de wijziging van de paragrafen 31b en 32 werden de in die paragrafen genoemde percentages vervangen door bedragen.
B
Paragraaf 28b wordt als volgt gewijzigd:
1. In het vierde lid wordt ‘€ 5.514’ vervangen door ‘€ 6.709’.
2. In het vijfde lid wordt ‘€ 1.378’ vervangen door ‘€ 1.677’ en wordt ‘€ 2.757’ vervangen door ‘€ 3.354’.
C
Paragraaf 28c wordt als volgt gewijzigd:
1. In het zesde lid wordt ‘€ 5.514’ vervangen door ‘€ 6.709’.
2. In het zevende lid wordt ‘€ 1.378’ vervangen door ‘€ 1.677’ en wordt ‘€ 2.757’ vervangen door ‘€ 3.354’.
D
Paragraaf 31b wordt als volgt gewijzigd:
1. In het zesde lid wordt ‘2,5 procent van het wettelijk maximum van artikel 40 van de Wet OB’ vervangen door ’€ 167’.
2. In het zevende lid wordt ‘5 procent van het wettelijk maximum van artikel 40 van de Wet OB’ vervangen door ’€ 335’.
3. In het achtste lid wordt ‘25 procent van het wettelijk maximum van artikel 40 van de Wet OB’ vervangen door ’€ 1.677’.
4. In het negende lid wordt ‘het wettelijk maximum van artikel 40 van de Wet OB’ vervangen door ‘maximaal € 6.709’.
5. In het tiende lid wordt ‘het wettelijk maximum van artikel 40 van de Wet OB’ vervangen door ‘maximaal € 6.709’.
E
Paragraaf 32 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het zesde lid wordt ‘2,5 procent van het wettelijk maximum van artikel 40 van de Wet OB’ vervangen door ’€ 167’.
2. In het zevende lid wordt ‘5 procent van het wettelijk maximum van artikel 40 van de Wet OB’ vervangen door ’€ 335’.
3. In het achtste lid wordt ‘25 procent van het wettelijk maximum van artikel 40 van de Wet OB’ vervangen door ’€ 1.677’.
4. In het negende lid wordt ‘het wettelijk maximum van artikel 40 van de Wet OB’ vervangen door ‘maximaal € 6.709’.
F
In paragraaf 37, tweede lid, wordt ‘€ 5.514’ vervangen door ‘€ 6.709’.
Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2025.
Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
Den Haag, 18 december 2024
De Staatssecretaris van Financiën, namens deze, H.G. Roodbeen Hoofddirecteur Fiscale en Juridische zaken
In artikel I, onderdeel A, wordt aan paragraaf 1, zesde lid, een passage toegevoegd ter toelichting van de wijzigingen via dit besluit.
Met de in artikel I, onderdelen B, C en F, opgenomen wijzigingen worden de boetebedragen zoals genoemd in paragraaf 28b, vierde en vijfde lid, paragraaf 28c, zesde en zevende lid en paragraaf 37, tweede lid verhoogd. Dit is in lijn met de indexatie van de verzuimboeten per 1 januari 2025 (zie artikel 67cb van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en de Bijstellingsregeling directe belastingen 2025).
In artikel 40 van de Wet op de omzetbelasting 1968 (hierna: Wet OB 1968) is bepaald dat de inspecteur een verzuimboete kan opleggen als een belastingplichtige de opgaaf intracommunautaire prestaties (hierna: opgaaf ICP) niet of niet binnen de wettelijk gestelde termijn indient of een onvolledige of onjuiste opgaaf ICP indient. De verzuimboete die op grond van paragraaf 31b, zesde tot en met het tiende lid en paragraaf 32, zesde tot en met het negende lid wordt opgelegd, wordt berekend naar een percentage van het wettelijk maximum zoals genoemd in artikel 40 Wet OB 1968. De (maximale) verzuimboete die een inspecteur kan opleggen op grond van artikel 40, eerste lid, Wet OB 1968 in samenhang met de hiervoor genoemde leden in het Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst is hoger dan de verzuimboeten die in de praktijk worden gehanteerd. Met de in artikel I, onderdelen D en E, opgenomen wijzigingen worden de boetebedragen zoals genoemd in paragraaf 31b, zesde tot en met het tiende lid en paragraaf 32, zesde tot en met het negende lid in overeenstemming gebracht met de praktijk.
Artikel II regelt de datum van inwerkingtreding van de onderhavige wijzigingen. Deze datum wordt gesteld op 1 januari 2025. Dit besluit is na de inwerkingtreding terstond uitgewerkt.
De Staatssecretaris van Financiën, namens deze, H.G. Roodbeen Hoofddirecteur Fiscale en Juridische zaken
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2024-38810.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.