Regeling van de Minister van Justitie en Veiligheid, van 19 november 2024, nr. 5922154, inzake de uitvoering van het individueel keuzebudget voor Politiepersoneel (Regeling IKB Politie).

De Minister van Justitie en Veiligheid,

Gelet op artikel 26b, zevende lid, van het Besluit bezoldiging politie;

Besluit:

Artikel 1. Begrippen

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. ambtenaar:

ambtenaar als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van het Besluit algemene rechtspositie politie, met uitzondering van de vakantiewerker;

b. Barp:

Besluit algemene rechtspositie politie;

c. Bbp:

Besluit bezoldiging politie;

d. bevoegd gezag:

bevoegd gezag als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van het Barp;

e. IKB:

individueel keuzebudget, bestaande uit een IKB-bruto en IKB-netto;

f. IKB-bruto:

individueel keuzebudget als bedoeld in 26b, eerste lid, van het Bbp;

g. IKB-netto:

individueel keuzebudget als bedoeld in 26b, tweede lid, van het Bbp;

h. keuzesysteem:

door het bevoegd gezag beschikbaar gesteld online systeem waarmee de ambtenaar een keuze kan maken;

i duurzaamheidsdoelen:

initiatieven en producten die bijdragen aan duurzaamheid;

j. vitaliteitsdoelen:

activiteiten, diensten en producten die bijdragen aan fitheid en vitaliteit.

Artikel 2. Keuze

  • 1. De ambtenaar kan elke maand, in een keuzesysteem, een aanvraag doen op welke wijze hij zijn IKB wil aanwenden.

  • 2. Het bevoegd gezag wijst voor elke maand een uiterste datum aan waarop de ambtenaar zijn keuze kenbaar moet maken, waarbij tevens de verwerkingsmaand aangegeven wordt.

  • 3. Voor de te maken keuze heeft de ambtenaar geen toestemming nodig van het bevoegd gezag.

  • 4. Op een eenmaal gemaakte keuze kan na administratieve verwerking, bedoeld in het tweede lid, niet meer worden teruggekomen, tenzij sprake is van tussentijds ontslag.

Artikel 3. Doelen IKB-bruto

  • 1. De ambtenaar kan het IKB-bruto maandelijks of in bepaalde maanden bruto uit laten betalen of aanwenden. Alleen het deel dat op dat moment is opgebouwd is voor uitbetaling of aanwending beschikbaar.

  • 2. De ambtenaar kan het IKB-bruto aanwenden voor de koop van maximaal 28,8 uur vakantieverlof per kalenderjaar bij een volledige betrekking en naar evenredigheid bij een andere betrekkingsomvang.

  • 3. Na het aanwenden van het IKB-bruto, bedoeld in het vorige lid:

    • a. wordt de waarde van het gekochte vakantieverlof berekend volgens een jaarlijks door het bevoegd gezag kenbaar gemaakt overzicht, waaruit blijkt wat het geldende salaris per uur is als de keuze wordt geëffectueerd;

    • b. wordt de aanspraak op vakantie-uren, zoals geregeld in hoofdstuk IV van het Barp, verhoogd met het gekochte vakantieverlof;

    • c. vindt bij arbeidstijdvermindering nadat de keuze is geëffectueerd geen herberekening plaats van het aantal gekochte vakantie-uren door de ambtenaar; en

    • d. wordt bij arbeidstijdverhoging nadat de keuze is geëffectueerd het maximum aan te kopen vakantie-uren naar rato aangepast.

  • 4. De ambtenaar kan het IKB-bruto belastingvrij aanwenden voor een opleiding, cursussen, congressen en vakliteratuur, voor zover het bevoegd gezag de kosten daarvan niet vergoedt en er volgens de fiscale regelgeving sprake is van een gerichte vrijstelling.

  • 5. De ambtenaar kan het IKB-bruto belastingvrij aanwenden voor het opwaarderen van het door het bevoegd gezag verstrekte openbaar vervoerabonnement van 2e naar 1e klasse bij woon-werkverkeer, op een wijze zoals door het bevoegd gezag voorgeschreven.

Artikel 4. Doelen IKB-netto

  • 1. De ambtenaar kan het IKB-netto aanwenden voor duurzaamheidsdoelen, bestaande uit de volgende categorieën:

    • a. energie besparen en isoleren;

    • b. duurzaam verwarmen, koelen en ventileren;

    • c. opwekken van energie;

    • d. klimaatbestendig maken en biodiversiteit versterken;

    • e. duurzaam vervoer.

  • 2. Het IKB-netto kan in ieder geval niet worden aangewend voor de volgende duurzaamheidsdoelen:

    • a. de kosten voor energiecontracten;

    • b. de kosten voor leningen;

    • c. gereedschap ten behoeve van het isoleren;

    • d. de vervanging van huishoudelijke apparaten door apparaten met een beter energielabel;

    • e. een heetwaterkraan;

    • f. duurzaamheidsbestedingen aan woningen niet zijnde het hoofdverblijf;

    • g. airco’s; of

    • h. regenkleding.

  • 3. De ambtenaar kan het IKB-netto aanwenden voor de betaling van zijn vakbondscontributie.

  • 4. De ambtenaar kan het IKB-netto aanwenden voor vitaliteitsdoelen, bestaande uit de volgende categorieën:

    • a. zijn lidmaatschap van een sportvereniging of deelname aan een sportevenement;

    • b. wellness- en sportartikelen;

    • c. workshops, trainingen, check-ups en ondersteuning en boeken en tijdschriften op het gebied van vitaliteit.

  • 5. Het IKB-netto kan in ieder geval niet worden aangewend voor de volgende vitaliteitsdoelen:

    • a. etentjes;

    • b. reis- en verblijfkosten;

    • c. vakanties en uitjes; of

    • d. talencursussen.

Artikel 5. Voorschot

  • 1. Indien het aankoopbedrag niet past binnen het jaarlijkse IKB-netto, kan de ambtenaar een voorschot nemen op het IKB-netto van maximaal 4 kalenderjaren na het jaar waarop hij kiest voor de aanwending voor een duurzaamheidsdoel als bedoeld in artikel 4, eerste lid.

  • 2. Indien aan de ambtenaar een voorschot als bedoeld in het eerste lid is toegekend, wordt bij ontslag het openstaande bedrag teruggevorderd voor de kalenderjaren waarin de ambtenaar niet in dienst is geweest.

  • 3. Bij overlijden van de ambtenaar wordt een openstaand bedrag niet teruggevorderd.

Artikel 6. Bewijsmiddelen

  • 1. In geval van de keuze voor een van de doelen, bedoeld in artikel 3, derde lid, en in geval van een voorschot als bedoeld in artikel 5, eerste lid, levert de ambtenaar bij het maken van de keuze een bewijsstuk aan van:

    • a. het door de ambtenaar betaalde bedrag; en

    • b. het doel waaraan het betaalde bedrag is besteed.

  • 2. Het bevoegd gezag controleert voorafgaand aan de verwerking van de keuze, bedoeld in het eerste lid, of de hoogte van het aan te wenden IKB-bedrag overeenkomt met het betaalde bedrag op het bewijsstuk, bedoeld in het eerste lid.

  • 3. Indien om een voorschot als bedoeld in artikel 5, eerste lid, wordt gevraagd, controleert het bevoegd gezag in aanvulling op het tweede lid of de besteding voldoet aan artikel 4, eerste en tweede lid.

  • 4. De ambtenaar hoeft bij de keuze voor doelen genoemd in artikel 4, waarvoor niet om een voorschot is gevraagd, alleen desgevraagd binnen vier maanden na de gemaakte keuze te bewijzen dat het bestede bedrag ten minste overeenkomt met het aangewende bedrag vanuit het IKB-netto en dat is voldaan aan artikel 4.

Artikel 7. Fiscale gevolgen IKB

  • 1. Als blijkt dat een bedrag uit het IKB niet belastingvrij betaald had mogen worden doordat de ambtenaar onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt, danwel als een bewijs van betaling niet meer aangeleverd kan worden, verhaalt het bevoegd gezag de verschuldigde loonheffing of eventuele boetes op de ambtenaar.

  • 2. Als een belastingvrij voordeel als bedoeld in artikel 3, vierde en vijfde lid, voor de ambtenaar vervalt door wijziging van fiscale wet­ en regelgeving dan compenseert het bevoegd gezag dat niet.

Artikel 8. Overgangsbepaling

  • 1. De voorwaarden voor de toepassing van artikel 3, onderdeel a, van de Regeling ruilmogelijkheden arbeidsvoorwaarden politie, zoals die van toepassing waren voor inwerkingtreding van deze regeling, blijven tot maximaal vijf jaar na de toekenning op grond van dat artikel, van toepassing.

  • 2. De ambtenaar die voor het belastingvrije doel fiets in het kalenderjaar 2024 niet het volledig aangevraagde bedrag uit de Regeling ruilmogelijkheden arbeidsvoorwaarden politie beschikbare bronnen heeft aangewend, wendt het resterende bedrag vanaf het kalenderjaar 2025 aan vanuit het IKB-bruto.

  • 3. Indien de ambtenaar binnen 5 jaar na de aanvraag uit dienst gaat, wordt het belastingvoordeel in de resterende kalenderjaren teruggevorderd.

Artikel 9. Overgangsbepaling in verband met de opgebouwde vakantie- en eindejaarsuitkering in 2024

  • 1. In december 2024 wordt de tot dan toe opgebouwde vakantie-uitkering, bedoeld in artikel 23 van het Bbp, en de tot dan toe opgebouwde eindejaarsuitkering, bedoeld in artikel 25b, van het Bbp, aan de ambtenaar uitbetaald.

  • 2. Voor de ambtenaar die een inkomensafhankelijke toeslag ontvangt en die tussen 4 en 29 november 2024 bij het bevoegd gezag aangeeft de opgebouwde uitkeringen, bedoeld in het eerste lid, om te willen zetten in vakantie-uren worden deze niet uitbetaald maar omgezet in vakantie-uren, op te nemen vanaf het kalenderjaar 2026.

  • 3. Voor het vaststellen van het aantal vakantie-uren wordt uitgegaan van het salaris per uur van de maand december 2024.

  • 4. De vakantie-uren worden in het eerste kwartaal van 2026 toegevoegd aan de verlofkaart van de ambtenaar.

  • 5. De artikelen 22, 23, 25 en 26 van het Barp zijn van toepassing op deze vakantie-uren met dien verstande dat voor het ontstaan van een aanspraak op deze uren per ingang van 1 januari 2026 geldt.

  • 6. Indien de ambtenaar voor 1 januari 2026 uit dienst gaat, worden de hierboven benoemde vakantie-uren op grond van artikel 26 van het Barp aan hem uitbetaald.

Artikel 10. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling IKB politie.

Artikel 11. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2025, met dien verstande dat artikel 9 terugwerkt tot en met 1 november 2024.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Justitie en Veiligheid, D.M. van Weel

TOELICHTING

In het Arbeidsvoorwaardenakkoord sector politie 2024-2025 is onder meer afgesproken een individueel keuzebudget (hierna: IKB) voor politieambtenaren te introduceren. Hiertoe is in het Besluit tot wijziging van het Besluit algemene rechtspositie politie, Besluit bezoldiging politie en enige andere besluiten ter formalisering van het Arbeidsvoorwaardenakkoord sector politie 2024-2025 en enkele aanvullende wijzigingen (Stb. 2024, 340) een nieuw artikel 26b in het Besluit bezoldiging politie opgenomen. Hierin wordt de grondslag gelegd voor het nader uitwerken van het IKB in een ministeriële regeling. Deze regeling strekt daartoe.

Met deze regeling kan de Regeling ruilmogelijkheden arbeidsvoorwaarden politie (hierna: RAP) vervallen. Voor reeds lopende aanspraken op grond van de RAP, wordt in onderhavige regeling een overgangsbepaling opgenomen.

Deze regeling is overeengekomen met de politie en de vakorganisaties van de politie in het CGOP van 7 november 2024.

Voor een nadere toelichting op de artikelen volgt hieronder zo nodig een artikelsgewijze toelichting.

Artikel 2

Vanaf 1 januari 2025 heeft de ambtenaar aanspraak op een IKB, bestaande uit een IKB-bruto en een IKB-netto. Beide zijn gekoppeld aan verschillende doelen waaruit de ambtenaar elke maand, in een door het bevoegd gezag beschikbaar gesteld keuzesysteem, kan kiezen. Het bevoegde gezag maakt voorafgaande aan elk kalenderjaar via het intranet bekend tot welke datum maandelijks een keuze gemaakt kan worden, bij welke salarisbetaling de keuze verwerkt wordt en met welk salaris per uur er gerekend wordt. Voor de te maken keuze heeft de ambtenaar geen toestemming nodig van het bevoegd gezag. De ambtenaar kan elke maand een keuze maken, maar hoeft dit niet. Hij kan er bijvoorbeeld ook voor kiezen het opgebouwde IKB-bruto in één keer te laten uitbetalen. Indien de ambtenaar een bepaalde keuze heeft gemaakt kan hier tussentijds niet meer op worden teruggekomen, tenzij er sprake is van een ontslag. Bij een tussentijds ontslag krijgt de ambtenaar het resterende IKB-bruto uitbetaald. Eventueel resterend IKB-netto vervalt.

Op het intranet van de politie wordt per doel beschreven waar het IKB voor dient, of het gefinancierd kan worden vanuit het IKB-bruto of IKB-netto, alsmede informatie betreffende bewijslast (factuur/bankafschrift) en het te volgen administratieve proces.

Artikel 3

De ambtenaar kan het IKB-bruto, zoals benoemd in artikel 26b, eerste lid Bbp, elke maand voor drie verschillende doelen inzetten.

Allereerst kan de ambtenaar ervoor kiezen om het IKB-bruto maandelijks, of in bepaalde maanden uit te laten betalen voor het deel dat op dat moment is opgebouwd.

Ten tweede kan de ambtenaar ervoor kiezen om het IKB-bruto in te zetten voor vakantieverlof tot maximaal 28,8 uur per jaar naar rato van de dienstbetrekking. De ambtenaar kan aan de hand van een door het bevoegd gezag op intranet kenbaar gemaakt overzicht met keuzemomenten in relatie tot de verwerkingsmomenten afleiden wat de waarde is van het gekochte verlof. Met keuzemoment wordt bedoeld het moment waarop de ambtenaar via het keuzesysteem zijn gemaakte keuze indient. Indien sprake is van een arbeidstijdvermindering nadat de keuze is verwerkt, vindt er geen herberekening plaats van het aantal gekochte vakantie-uren door de ambtenaar. Indien sprake is van een arbeidstijdvermeerdering nadat de keuze is verwerkt, wordt het maximum aan te kopen vakantie-uren naar rato aangepast. Voor het gekochte verlof geldt dezelfde vervaltermijn als voor het wettelijk verlof, waar de ambtenaar in dat kalenderjaar aanspraak op heeft, ongeacht het moment waarop het verlof is gekocht in betreffend kalenderjaar. Artikel 23 Barp dat de vervaltermijn regelt van vakantieverlof is ook van toepassing op gekocht verlof.

Ten derde kan de ambtenaar het IKB-bruto besteden aan doelen waarvoor een fiscale vrijstelling geldt. Daarbij horen ontwikkelingsdoelen, waaronder studies en opleidingen die gevolgd kunnen worden om (meer) inkomen te verwerven of vakliteratuur, congressen en cursussen die gevolgd kunnen worden voor het onderhouden en verbeteren van kennis en vaardigheden van de ambtenaar in de huidige functie. Een ander doel dat fiscaal vrijgesteld is, is het opwaarderen van het OV-abonnement van 2e naar 1e klasse bij woon-werkverkeer. Deze opwaardering kan alleen betrekking hebben op een door de werkgever verstrekt OV-abonnement. De kosten van deze opwaardering worden maandelijks verrekend met het IKB-bruto van de ambtenaar. Het opwaarderen van het OV-abonnement is van toepassing op alle reizen die in het kader van woon-werkverkeer worden gemaakt. De ambtenaar kan niet per reis aangeven of de reis naar 1e klasse moet worden opgewaardeerd. Over de doelen die in het vierde en vijfde lid worden benoemd kan de ambtenaar een belastingvoordeel verkrijgen. De doelen van de arbeidsvoorwaarden uit het derde en vierde lid zijn namelijk brutobedragen. Door het ruilen tegen andere doelen betaalt de ambtenaar geen belasting over dat bedrag. Dat kan een aanzienlijk financieel voordeel opleveren. Uiteraard wordt er rekening gehouden met de grenzen die de belastingdienst oplegt.

Artikel 4

Het IKB-netto kan maandelijks besteed worden aan drie hoofddoelen, namelijk duurzaamheid, vakbondscontributie en vitaliteit. De doelen duurzaamheid en vitaliteit zijn ruim geformuleerd aan de hand van verschillende categorieën. In de communicatie en voorlichting op het intranet van het korps worden per categorie voorbeelden van bestedingsdoelen gegeven. Deze voorbeelden zijn niet limitatief.

Omdat duurzaamheid een breed begrip is, is gezocht naar een praktische manier om de bestedingsmogelijkheden in te kaderen. Daarvoor is gekeken naar objectieve maatstaven die worden gehanteerd door kennisinstituten, zoals Milieu Centraal, het Nationaal Warmtefonds en Investeringssubsidie duurzame energie en energiebesparing (ISDE), naar de gekozen duurzaamheidsdoelen door andere sectoren en naar de ervaringen van bijvoorbeeld de sector Rijk en de sector Defensie, als het gaat om de toepassing in de praktijk.

De duurzaamheidsdoelen zijn verdeeld over vijf categorieën: 1. energie besparen/isoleren, 2. duurzaam verwarmen, koelen en ventileren, 3. opwekken van energie, 4. klimaatbestendig maken en biodiversiteit versterken en 5. duurzaam vervoer. Het bestedingsdoel moet direct bijdragen aan duurzaamheid. Onderstaand overzicht geeft per categorie voorbeelden van duurzaamheidsdoelen.

Duurzaamheidsdoelen

Voorbeelden zonder voorschot

• Aanschaf past binnen jaarbudget

• Geen bon vooraf, wel verklaring bij controle

• Controle op bedrag en beperkt op inhoud

Voorbeelden met voorschot

• Grotere investeringen (1 voorschot voor 1 aankoop1)

• Bon vooraf indienen

• Controle op bedrag en inhoud (bedrag moet aantoonbaar zijn besteed aan 1 van 5 categorieën)

1. Energie besparen/isoleren

Tochtstrip, isolatiemateriaal (ook radiatorfolie of isolerende gordijnen), slimme schakelaars (ook slimme thermostaat), led lampen, bewustwording (energie monitoring, energieadvies)

Gevel, spouwmuur, dak, vloer, zolder- en vlieringvloer, bodem, isolerende deuren en isolerende raambekleding, HR++ glas, HR+++ glas, vacuümglas

2. Duurzaam verwarmen, koelen en ventileren

Aanschaf elektrische (plaatselijke) verwarming, onderhoudscontract warmtepomp

(hybride) warmtepomp, zonneboiler, installaties voor warmteterugwinning, CO2-gestuurde ventilatie, aansluiting op warmtenet, reflecterende en schaduwdaken, zonwering

3. Opwekken van energie

Leasebedrag zonnepanelen

Aanschaf zonnepanelen, zonnecollectoren

4. Klimaatbestendig maken en biodiversiteit versterken

Waterbesparing (regenton of waterbesparende douchekop)

Groene daken en gevels, waterdaken, regenpijp afkoppelen

5. Duurzaam vervoer

Leasekosten (voor elektrische fiets/(hybride) auto), onderhoudskosten fiets, leasebedrag laadpaal

Fiets, E-bike, speed pedelec, elektrische scooter, elektrische auto, hybride auto, oplaadpunt voor auto

Het is in ieder geval niet mogelijk om het IKB-netto te besteden aan de volgende duurzaamheidsdoelen: de kosten voor energiecontracten, de kosten voor leningen, gereedschap ten behoeve van het isoleren, de vervanging van huishoudelijke apparaten door apparaten met een beter energielabel, een heetwaterkraan, duurzaamheidsbestedingen aan woningen niet zijnde het hoofdverblijf, airco’s of regenkleding. Onder hoofdverblijf wordt begrepen de woning waar de ambtenaar feitelijk het grootste deel van de tijd verblijft, niet zijnde vakantiewoning, en waarvan het adres als officieel woonadres geldt (geregistreerd bij de gemeente in de Basisregistratie Personen).

De ambtenaar kan het IKB-netto ook aanwenden voor vitaliteitsdoelen. De vitaliteitsdoelen zijn verdeeld in drie categorieën: 1. lidmaatschap van een sportvereniging of deelname aan een sportevenement, 2. wellness- en sportartikelen, 3. workshops, trainingen, check-ups, (digitale) ondersteuning en boeken of tijdschriften op het gebied van vitaliteit. Dit is geregeld in het vierde lid. In het vijfde lid is geregeld voor welke vitaliteitsdoelen het IKB-netto niet kan worden aangewend, namelijk voor: etentjes, reis- en verblijfkosten, vakanties en uitjes of talencursussen. Onderstaand overzicht geeft per categorie voorbeelden van vitaliteitsdoelen.

Vitaliteitsdoelen

Voorbeelden

• Geen bon vooraf, wel verklaring bij controle

• Controle op bedrag en beperkt op inhoud

1. Lidmaatschap sportvereniging of deelname sportevenement

• Bijdrage aan factuur (online) sportabonnement of lidmaatschap sportverenigingen

• Inschrijfgeld marathons, loopwedstrijden, mudraces, etc.

• Yoga

• Vissport

2. Wellness- en sportartikelen

• Aanschaf sportkleding, zoals schoenen, trainingspak

• Aanschaf sportbenodigdheden, zoals tennisracket, tennisballen, kettlebell, weerstandsband, hartslagmeter

• Aanschaf wellnessartikelen, zoals massagekussen

3. Workshops, training, check-ups, (digitale) ondersteuning, boeken/tijdschriften

• Aanschaf van boeken/tijdschriften m.b.t. fitheid, vitaliteit en gezondheid

• Bijdrage voor training, cursus of begeleiding op het gebied van fitheid, vitaliteit en gezondheid

• Workshops/coaching m.b.t. voeding en lifestyle (diëtist) zoals begeleiding in fitter worden/vitaal coaching

• Preventieve medische checkup/health check

Naast duurzaamheids- en vitaliteitsdoelen kan het IKB-netto ook worden aangewend voor de kosten van de vakbondscontributie.

Artikel 5

Het IKB-netto kan niet worden opgespaard, maar het is wel mogelijk om voor de aanwending van een duurzaamheidsdoel een voorschot te nemen op het IKB-netto voor een periode van maximaal 5 jaar. Dit voorschot is alleen mogelijk als het aankoopbedrag van het gekozen duurzaamheidsdoel niet past binnen het jaarlijkse IKB-netto. Als de ambtenaar een voorschot heeft ontvangen, wordt bij ontslag het IKB-netto voor de kalenderjaren waarin de ambtenaar niet in dienst is geweest teruggevorderd. Dit sluit aan bij artikel 26b, tweede lid, van het Bbp, waarin immers is geregeld dat een ambtenaar per kalenderjaar aanspraak maakt op het IKB-netto, dus ongeacht de datum van zijn indiensttreding of uitdiensttreding.

Artikel 6

Bij de aanwending van het IKB-bruto voor een studie- of opleiding, cursussen, congressen en vakliteratuur dient de ambtenaar bij het kenbaar maken van deze aanwending in het keuzesysteem een bewijsstuk aan te leveren, waaruit blijkt dat de ambtenaar het aangewende bedrag ook daadwerkelijk heeft besteed. Dit kan een op naam gestelde factuur zijn en een bankafschrift van de ambtenaar. Het bewijsstuk bevat in ieder geval het betaalde bedrag, waaraan het betaalde bedrag is besteed en de naam van de ambtenaar. Vervolgens toetst het bevoegd gezag of het aangewende bedrag uit het IKB-bruto betrekking heeft op het bestede bedrag en of aan de fiscale voorwaarden wordt voldaan.

Ook bij het kenbaar maken van de besteding van het IKB-netto aan één of meerdere doelen in het keuzesysteem dienen de kosten al gemaakt te zijn, aangezien het IKB-netto een onkostenvergoeding is.

Ingeval van een voorschot dient de ambtenaar het bewijsmiddel van het bestede bedrag eveneens aan te leveren op het moment waarop de ambtenaar via het keuzesysteem zijn gemaakte keuze indient. Het bevoegd gezag controleert vervolgens of de besteding past binnen het opgestelde kader voor de duurzaamheidsdoelen. In het vierde lid is opgenomen dat de ambtenaar op het moment van keuze geen bewijsstuk (factuur en bankafschrift) hoeft aan te leveren als het IKB-netto wordt aangewend voor doelen waarvoor geen voorschot wordt verstrekt. Van de ambtenaar wordt echter wel verwacht het bewijsmiddel vier maanden te bewaren, omdat uiterlijk vier maanden na indiening van de keuze controle op daadwerkelijke kosten op steekproefbasis plaats kan vinden.

Artikel 7

De ambtenaar moet erop gewezen worden dat het gebruik van het IKB gevolgen kan hebben voor loonheffingen, pensioen en sociale verzekeringen. Indien achteraf blijkt dat een bedrag uit het IKB niet belastingvrij betaald had mogen worden omdat de ambtenaar onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt, dan kan de verschuldigde loonheffing verhaald worden door het bevoegd gezag, inclusief eventuele boetes. Bij het vervallen van een netto-voordeel is er geen compensatie mogelijk.

Artikel 8

Met de inwerkingtreding van de Regeling IKB politie wordt de RAP ingetrokken. In de RAP kon de ambtenaar eenmaal per 5 kalenderjaren een fiets als belastingvrij doel opnemen tot een maximum van € 1.500,–. De aflossingstermijn hiervoor was 5 jaar. Deze termijn trad in na een verleende toekenning, vastgelegd in een overeenkomst die naar de ambtenaar was toegezonden. Met de overgangsbepaling blijven de voorwaarden voor de toepassing van de aanschaf van een fiets, zoals die golden voor inwerkingtreding van deze regeling, nog maximaal 5 jaar van toepassing op de ambtenaar. Indien de aflossingstermijn van 5 jaar niet in 2024 is voltooid, dient de ambtenaar vanaf 2025 het resterende bedrag vanuit het IKB-bruto aan te wenden. Mocht de ambtenaar binnen 5 jaar na aanvraag uit dienst gaan, dan wordt het genoten belastingvoordeel van de resterende kalenderjaren teruggevorderd.

Artikel 9

Dit artikel regelt de overgangssituatie naar het IKB. Omdat daarin de vakantie- en eindejaarsuitkering maandelijks beschikbaar komen, dient éénmalig een afrekening plaats te vinden van de in 2024 opgebouwde vakantie- en eindejaarsuitkering. Hierdoor wordt in 2025 met het IKB gestart ‘met een schone lei’. Voor medewerkers die van de Dienst Toeslagen een inkomensafhankelijke toeslag ontvangen, kan deze eenmalige afrekening van invloed zijn op bepaalde inkomensafhankelijke toeslagen. Om te voorkomen dat toeslagen lager uitvallen kunnen medewerkers die een dergelijke toeslag ontvangen en verwachten door de extra uitkering in december minder toeslagen te krijgen, tussen 4 en 29 november kiezen de in 2024 opgebouwde uitkeringen die nog niet zijn uitbetaald om te zetten in vakantie-uren. Deze vakantie-uren worden in het eerste kwartaal van 2026 toegevoegd aan de verlofkaart van de ambtenaar en hiervoor gelden dan dezelfde regels zoals opgenomen in hoofdstuk 4, artikel 22, 23, 25 en 26 van het Barp. Vanaf 2026 geldt hiervoor het reguliere systeem dat geregeld is in artikel 26 van het Barp. Het betreft dan de zogenaamde ‘overige uren’. De keuze voor vakantie-uren moet actief door de medewerker worden gemaakt.

De Minister van Justitie en Veiligheid, D.M. van Weel

Naar boven