Regeling van de Minister van Financiën van 27 november 2024, 2024-0000528388, directie Financiële Markten, tot wijziging van de Regeling taakuitoefening en grensoverschrijdende samenwerking financiële toezichthouders Wft en enkele andere regelingen op het terrein van de financiële markten (Wijzigingsregeling financiële markten 2025)

De Minister van Financiën,

Gelet op de artikelen 1:24, vierde lid, 1:25, vierde lid, 1:69, derde lid, 2:104, eerste lid, 4:7, eerste lid, 4:75, eerste lid, en 4:76, eerste lid, van de Wet op het financieel toezicht, artikel 40, vierde lid, van de Wet toezicht effectenverkeer 1995 en artikel 1b, eerste lid, van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme;

BESLUIT:

ARTIKEL I

De Regeling taakuitoefening en grensoverschrijdende samenwerking financiële toezichthouders Wft wordt als volgt gewijzigd:

A

In tabel 1a wordt onder ‘Banken en beleggingsondernemingen onder de verordening kapitaalvereisten’ in de opsomming van artikelen onder ‘Richtlijn kapitaalvereisten’ in de numerieke volgorde ingevoegd:

art. 8 bis, vijfde lid

Stroomlijnen hervergunning

art. 21 bis, zesde lid,

eerste alinea, eerste zin

Maatregelen bij inbreuk goedkeuringsregime

B

Tabel 2 wordt gewijzigd als volgt:

1. Onder ‘Banken en beleggingsondernemingen onder de verordening kapitaalvereisten’ worden in de opsomming van artikelen onder ‘Richtlijn kapitaalvereisten’ in de numerieke volgorde ingevoegd:

art. 50, eerste lid

Minimale duur publicatie van informatie over bestuurlijke sancties op website

art. 51, eerste tot en met derde lid

Melding van inbreuken

art. 125, eerste lid, tweede alinea, eerste zin

Bevorderen van gebruik interne ratingbenadering

2. Onder ‘Beleggingsondernemingen in de zin van de richtlijn prudentieel toezicht beleggingsondernemingen’ wordt in de opsomming van artikelen onder ‘Richtlijn prudentieel toezicht beleggingsondernemingen’ in de numerieke volgorde ingevoegd:

art. 47

Informatievereisten in noodsituaties

3. Onder ‘bemiddelaars in hypothecair krediet’ wordt in de opsomming van artikelen onder ‘Richtlijn hypothecair krediet’ in de numerieke volgorde ingevoegd:

art. 34, vierde lid

Samenwerking, informatieverstrekking en in kennisstelling van toezichthouder van lidstaat van herkomst, Europese Commissie en EBA bij niet-naleving regels door bemiddelaar.

4. Er wordt in de alfabetische volgorde een onderdeel ingevoegd, luidende:

Effecten uitgevende instellingen

Richtlijn transparantie

art. 23, eerste lid, laatste volzin

art. 24, derde lid

art. 25, tweede lid, tweede alinea, tweede lid ter en quater

art. 25, derde lid

art. 25, vierde lid

art. 26

Informatie inzake wijziging vergunning

Informatie inzake (taak)delegatieregeling

Algemene samenwerkings- en informatie-uitwisselingsverplichting

Algemene informatie-uitwisselingsverplichting

Informatie inzake samenwerkingsovereenkomsten

Informatie inzake geconstateerde onregelmatigheid en getroffen maatregelen

4. Onder ‘Instellingen voor collectieve beleggingen in effecten’ wordt in de opsomming van artikelen onder ‘Richtlijn instellingen voor collectieve beleggingen in effecten’ ‘art. 17, achtste lid, tweede alinea’ vervangen door ‘art. 17, achtste lid, tweede en derde alinea’.

C

In tabel 3 vervalt onder ‘Effecten uitgevende instellingen’ het onderdeel betreffende de richtlijn prospectus.

ARTIKEL II

De Regeling aanwijzing bevoegde autoriteiten toezicht effectenverkeer wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1, onderdeel e, vervalt.

B

In artikel 2 wordt ‘Het fondsenreglement’ vervangen door ‘Het Euronext Rule book I en het Rule book II’

C

De artikelen 6 en 7 vervallen.

ARTIKEL III

In artikel 2 van de Uitvoeringsregeling Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme wordt ‘artikel 1a, vierde lid, onderdeel j’ vervangen door ‘artikel 1a, vierde lid, onderdeel n’.

ARTIKEL IV

De Uitvoeringsregeling Wft wordt gewijzigd als volgt:

A

In het opschrift van hoofdstuk 6 vervalt ‘4:75, derde lid, en 4:76, derde lid,’.

B

Artikel 15 vervalt.

ARTIKEL V

De Tijdelijke regeling richtlijn markten voor financiële instrumenten 2014 wordt ingetrokken.

ARTIKEL VI

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2025, met uitzondering van artikel IV dat in werking treedt op het tijdstip waarop artikel I, onderdelen K en L, van het Wijzigingsbesluit financiële markten 2024 in werking treedt.

ARTIKEL VII

Deze regeling wordt aangehaald als: Wijzigingsregeling financiële markten 2025.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Financiën, E. Heinen

TOELICHTING

Algemeen

Deze Wijzigingsregeling financiële markten 2025 voorziet, net zoals de gelijknamige trajecten op wets- en amvb-niveau, in aanpassing van diverse ministeriële regelingen op het terrein van de financiële markten teneinde enkele geconstateerde omissies en andere inconsistenties weg te nemen. Het betreft hier technische wijzigingen zonder nieuw beleid.

Omdat de wijzigingen louter technische herstelwerkzaamheden betreffen is er afgezien van openbare consultatie.

Artikelsgewijs

ARTIKEL I

De Regeling taakuitoefening en grensoverschrijdende samenwerking financiële toezichthouders (Rtgs) bevat bepalingen die de toezichthouders bij hun werkzaamheden in acht moeten nemen. Dit ziet zowel op de taakuitoefening van de toezichthouders zelf, als de grensoverschrijdende samenwerking met andere Europese toezichthouders en Europese instellingen.

Naar aanleiding van vragen van de Europese Commissie over de implementatie van de aanpassingen aan de richtlijn kapitaalvereisten1 en de implementatie van de richtlijn prudentieel toezicht beleggingsondernemingen2 zijn enkele bepalingen toegevoegd aan tabellen 1a en 2 Rtgs (zie onderdelen A en B, onder 1 en 2).

Bij een eerdere wijziging zijn de bepalingen betreffende de richtlijn transparantie3 vervallen doordat abusievelijk het gehele onderdeel ‘effecten uitgevende instellingen’ kwam te vervallen. Alleen de bepalingen betreffende de richtlijn prospectus hadden moeten vervallen maar niet die van de richtlijn transparantie. Onderdeel B, onder 3, herstelt die fout waardoor het onderdeel ‘effecten uitgevende instellingen’ met betrekking tot de richtlijn transparantie weer geldend wordt. Dit betekent dat de toezichthouder (in casu AFM) de genoemde richtlijnbepalingen in acht neemt bij haar werkzaamheden.

Daarnaast wordt een onderdeel gewijzigd onder de richtlijn instellingen voor collectieve beleggingen in effecten (onderdeel B, onder 4). Dit betreft implementatie van artikel 1, eerste lid, tweede alinea, van de richtlijn met betrekking tot de grensoverschrijdende distributie van instellingen voor collectieve belegging en strekt tot wijziging van artikel 17, achtste lid, van de icbe-richtlijn4. In tabel 2 Rtgs ontbreekt de verwijzing naar artikel 17, achtste lid, derde alinea, van de richtlijn instellingen voor collectieve belegging in effecten. Deze omissie wordt met deze wijziging hersteld zodat de toezichthouders onverwijld informatie dienen te verstrekken aan de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van ontvangst over de genomen maatregelen indien een beheerder wijzigingen heeft doorgevoerd die in strijd zijn met de Wet op het financieel toezicht.

De toevoeging van artikel 34, vierde lid, van de richtlijn hypothecair krediet ziet op de informatieplicht die de Autoriteit Financiële Markten (AFM) heeft tegenover de toezichthouder van de lidstaat van herkomst van de bemiddelaar in hypothecair krediet indien deze bemiddelaar via dienstverrichting of via een in Nederland gelegen bijkantoor handelt in strijd met de relevante artikelen uit de Wft. Indien de toezichthouder van de lidstaat van herkomst niet binnen één maand na ontvangst van de bevindingen van de AFM actie heeft ondernomen of dat ondanks de maatregelen die door de toezichthouder van de lidstaat van herkomst zijn getroffen, de bemiddelaar in hypothecair krediet blijft handelen op een wijze die afbreuk doet aan het belang van de consument of aan het behoorlijk functioneren van de markt, kan de AFM de nodige maatregelen nemen om de consument te beschermen en de markt te laten functioneren. De AFM stelt vooraf de toezichthouder van de lidstaat van herkomst van de bemiddelaar in kennis van de te nemen maatregelen. Tevens stelt zij de Europese Commissie en EBA van de genomen maatregelen op de hoogte.

Tot slot vervalt in tabel 3 Rtgs de verwijzing naar de richtlijn prospectus (Onderdeel C). Deze richtlijn is ingetrokken met de komst van de prospectusverordening waardoor dit onderdeel kan vervallen.5

ARTIKEL II

In artikel 1 van de Regeling aanwijzing bevoegde autoriteiten toezicht effectenverkeer (Rabate) is een definitie van de verordening ratingbureaus6 opgenomen. Deze definitie wordt alleen gebruikt in artikel 7. Met het vervallen van artikel 7 uit deze regeling bij wijzigingsopdracht D kan de definitie van ratingbureaus vervallen (onderdeel A).

In artikel 2 Rabate is opgenomen dat Het Fondsenreglement van Euronext Amsterdam N.V. samen met de regeling uitvoering geeft aan de richtlijn richtlijn melding zeggenschap.7 Het fondsenreglement van Euronext is inmiddels vervangen door het geharmoniseerde Euronext Rulebook I en het Euronext Amsterdam-specifieke Rule book II.8 Artikel 2 Rabate wordt daarop aangepast (onderdeel B).

Artikel 6 Rabate bevat een oude bepaling met een verwijzing naar de richtlijn beleggingsdiensten. Deze richtlijn is inmiddels vervangen door de twee richtlijnen markten in financiële instrumenten uit 2004 en 2014 en heeft zodoende geen relevantie meer. Artikel 7 Rabate bevat twee leden. Het eerste lid wijst de AFM aan als bevoegde autoriteit voor de verordening ratingbureaus. Het is niet nodig dit op het niveau van een ministeriële regeling op te nemen, nu die verordening reeds in (bijlage 1 van) het Besluit EU-verordeningen Wft is opgenomen. Het tweede lid van artikel 7 geeft aan dat de regeling mede berust op artikel 5:89, eerste lid, Wft. Dit artikellid schrijft voor dat de Minister de toezichthouder op de verordening ratingbureaus aanwijst. Ook dat is overbodig nu de verordening is opgenomen in het Besluit EU-verordeningen Wft. Hierdoor kan ook het tweede lid van artikel 7 vervallen en daarmee het gehele artikel (onderdeel D).

ARTIKEL III

Dit betreft een technische wijziging in artikel 2 van de Uitvoeringsregeling Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme waarmee een verwijzing naar artikel 1a van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft), die niet was aangepast na wijziging van artikel 1a Wwft, aangepast wordt zodat nu naar het juiste onderdeel van artikel 1a Wwft wordt verwezen.

ARTIKEL IV

Artikel 15 van de Uitvoeringsregeling Wft verwijst naar de gedelegeerde verordening 2019/19359 om aan te geven welke minimale dekkingsbedragen gelden voor de beroepsaansprakelijkheidsverzekering of een daarmee vergelijkbare voorziening van een (her)verzekeringsbemiddelaar. Artikel 15 kan vervallen omdat door de aanpassing van de artikelen 159 en 160 van het Besluit gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft (BGfo) dit artikel overbodig is geworden. In de artikelen 159 en 160, derde lid, Bgfo wordt, middels het Wijzigingsbesluit financiële markten 2024, geregeld dat de beroepsaansprakelijkheidsverzekering of vergelijkbare voorziening van een bemiddelaar in verzekeringen als bedoeld in artikel 4:75 Wft ten minste de bedragen dekt zoals genoemd in artikel 10, vierde lid, van de richtlijn verzekeringsdistributie.10 De dekkingsbedragen in artikel 10, vierde lid, worden via een gedelegeerde verordening elke vijf jaar aangepast op basis van het Europees consumentenprijsindexcijfer van Eurostat. Door het opnemen van een verwijzing naar artikel 10, vierde lid, van de richtlijn in het BGfo worden de dekkingsbedragen voor de beroepsaansprakelijkheidsverzekering of vergelijkbare voorziening van een bemiddelaar automatisch aangepast indien de dekkingsbedragen in de richtlijn verzekeringsdistributie worden gewijzigd.

Omdat artikel 15 vervalt kan daarmee de verwijzing in het onderschrift van Hoofdstuk 6 van de Uitvoeringsregeling Wft naar de artikelen 4:75 en 4:76 Wft ook komen te vervallen. Deze vervalling zal gelijk lopen met de invoeging van de nieuwe artikelleden in artikelen 159 en 160 BGfo door het Wijzigingsbesluit financiële markten 2024.

ARTIKEL V

De Tijdelijke regeling richtlijn markten voor financiële instrumenten 2014 wordt ingetrokken. Deze regeling voorzag in overgangsrecht zolang het wetsvoorstel dat de richtlijn markten voor financiële instrumenten 2014 implementeerde nog niet in werking was getreden. Inmiddels is dat wel het geval11, waardoor deze regeling ingetrokken kan worden.

ARTIKEL VI

De wijzigingen treden op 1 januari 2025 waarmee wordt aangesloten bij de vaste verandermomenten voor wetgeving. Omdat de wijzigingen in artikel IV afhankelijk zijn van de wijzigingen in het BGfo door het Wijzigingsbesluit financiële markten 2024 en daarmee nauw samenhangen is voor artikel IV gekozen voor een afwijkend inwerkingtredingsmoment.

De Minister van Financiën, E. Heinen


X Noot
1

Richtlijn (EU) 2019/878 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2019 tot wijziging van Richtlijn 2013/36/EU met betrekking tot vrijgestelde entiteiten, financiële holdings, gemengde financiële holdings, beloning, toezichtsmaatregelen en -bevoegdheden en kapitaalconserveringsmaatregelen.

X Noot
2

Richtlijn (EU) 2019/2034 van het Europees Parlement en de Raad van 27 november 2019 betreffende het prudentiële toezicht op beleggingsondernemingen en tot wijziging van Richtlijnen 2002/87/EG, 2009/65/EG, 2011/61/EU, 2013/36/EU, 2014/59/EU en 2014/65/EU.

X Noot
3

Richtlijn nr. 2004/109/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 15 december 2004 betreffende de transparantievereisten die gelden voor informatie over uitgevende instellingen waarvan effecten tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten en tot wijziging van Richtlijn 2001/34/EG.

X Noot
4

Richtlijn nr. 2009/65/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 13 juli 2009 tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende bepaalde instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe's).

X Noot
5

Verordening (EU) nr. 2017/1129 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2017 betreffende het prospectus dat moet worden gepubliceerd wanneer effecten aan het publiek worden aangeboden of tot de handel op een gereglementeerde markt worden toegelaten en tot intrekking van Richtlijn 2003/71/EG.

X Noot
6

Verordening (EG) nr. 1060/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 inzake ratingbureaus.

X Noot
7

Richtlijn 2001/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van 28 mei 2001 betreffende de toelating van effecten tot de officiële notering aan een effectenbeurs en de informatie die over deze effecten moet worden gepubliceerd.

X Noot
9

Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/1935 van de Commissie van 13 mei 2019 tot wijziging van Richtlijn (EU) 2016/97 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft technische reguleringsnormen voor het aanpassen van de basisbedragen in euro voor de beroepsaansprakelijkheidsverzekering en de financiële draagkracht van verzekerings- en herverzekeringstussenpersonen.

X Noot
10

Richtlijn nr. 2016/97/EU van het Europees Parlement en de Raad van 20 januari 2016 betreffende verzekeringsdistributie.

X Noot
11

De implementatiewet is met ingang van 3 januari 2018 in werking getreden. Zie Stb. 2017, 514.

Naar boven