Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | Staatscourant 2024, 37654 | algemeen verbindend voorschrift (ministeriële regeling) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | Staatscourant 2024, 37654 | algemeen verbindend voorschrift (ministeriële regeling) |
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, handelende in overeenstemming met de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;
Gelet op de artikelen 2.6, eerste lid, 2.7, eerste en tweede lid, en 5.1, eerste lid, van de Wet normering topinkomens;
Besluit:
De Regeling normering topinkomens OCW-sectoren wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
1. De zinsnede ‘genoemd in bijlage 1 van de wet’ wordt telkens vervangen door ‘genoemd in bijlage 1 bij de wet’.
2. In de begripsbepaling ‘Rechtspersonen of instellingen in het onderwijs’ wordt ‘de nummers 1 tot en met 9 en 13 tot en met 17’ vervangen door ‘de nummers 1 tot en met 8 en 12 tot en met 16’.
3. In de begripsbepaling ‘topfunctionarissen in het beroepsonderwijs en educatie’ wordt ‘nummer 14’ vervangen door ‘nummer 13’.
4. In de begripsbepaling ‘topfunctionarissen in het voortgezet onderwijs’ wordt ‘nummer 7’ vervangen door ‘nummer 6’.
5. In de begripsbepaling ‘topfunctionarissen in het wetenschappelijk onderzoek’ wordt ‘nummer 17’ vervangen door ‘nummer 16’ en wordt ‘de bijlage behorende bij artikel 1.8, eerste lid, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek’ vervangen door ‘‘de bijlage bij de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek’.
6. In de begripsbepaling ‘topfunctionarissen van hogescholen’ wordt ‘nummer 17’ vervangen door ‘nummer 16’ en wordt ‘de bijlage behorende bij artikel 1.8, eerste lid, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek’ vervangen door ‘de bijlage bij de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek’.
7. In de begripsbepaling ‘topfunctionarissen van media-instellingen’ wordt ‘nummer 18’ vervangen door ‘nummer 17’.
B
Artikel 3, vierde lid, komt te luiden:
4. Per klasse geldt het volgende bezoldigingsmaximum:
Klasse |
Bezoldigingsmaximum |
---|---|
A (4 complexiteitspunten) |
€ 146.000 |
B (5 – 6 complexiteitspunten) |
€ 164.000 |
C (7 – 8 complexiteitspunten) |
€ 175.000 |
D (9 – 12 complexiteitspunten) |
€ 191.000 |
E (13 – 15 complexiteitspunten) |
€ 208.000 |
F (16 – 17 complexiteitspunten) |
€ 223.000 |
G (18 – 20 complexiteitspunten) |
Het bedrag, bedoeld in artikel 2.3, eerste lid, van de wet. |
C
In de aanhef van artikel 5b wordt ‘€ 194.000’ vervangen door ‘€ 205.000’.
D
Artikel 5e wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel a wordt ‘€ 165.000’ vervangen door ‘€ 174.000’.
2. In onderdeel b wordt ‘€ 196.000’ vervangen door ‘€ 207.000’.
3. In onderdeel c wordt ‘€ 214.000’ vervangen door ‘€ 226.000’.
E
In artikel 6, eerste lid, wordt ‘de rechtspersonen, genoemd onder de nummers 1 tot en met 9 en 14, 15, en 17 in bijlage 1 van de wet’ vervangen door ‘de rechtspersonen en instellingen, genoemd onder de nummers 1 tot en met 8, 13, 14 en 16, in bijlage 1 bij de wet’.
F
In artikel 7, eerste lid, wordt ‘de rechtspersonen, genoemd onder de nummers 18 en 19 in bijlage 1 van de wet’ vervangen door ‘de instellingen, genoemd onder de nummers 17 en 18, in bijlage 1 bij de wet’.
G
In artikel 7b wordt ’directie primair onderwijs’ telkens vervangen door ‘directie onderwijspersoneel en primair onderwijs’.
H
In artikel 7c wordt ‘directie voortgezet onderwijs’ telkens vervangen door ‘directie onderwijsprestaties en voortgezet onderwijs’.
1. Deze regeling treedt, met uitzondering van artikel I, onderdelen B tot en met D, in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
2. Artikel I, onderdelen B tot en met D, treden in werking met ingang van 1 januari 2025.
3. Artikel I, onderdelen A, E en F, werken terug tot en met 1 juli 2024.
4. Artikel I, onderdelen G en H werken terug tot en met 1 januari 2024.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, E.E.W. Bruins
Deze regeling wijzigt de Regeling normering topinkomens OCW-sectoren (hierna: de regeling) op enkele punten. Het gaat om de volgende wijzigingen:
1. Indexering van de bezoldigingsmaxima voor topfunctionarissen van onderwijsinstellingen, cultuurfondsen en media-instellingen;
2. Wijziging van de titels van toezichthouders voor po en vo;
3. Wijziging verwijzingen naar WNT-instellingen in bijlage 1 bij de wet.
Het maximum van bezoldigingsklasse G voor onderwijsinstellingen en het maximum van bezoldigingscategorie D voor media-instellingen zijn gelijk aan het algemeen bezoldigingsmaximum (artikel 2.3 van de WNT). Op 30 augustus 2024 heeft de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) bekendgemaakt dat het algemeen bezoldigingsmaximum met 5,4% wordt geïndexeerd en vervolgens naar boven wordt afgerond op een duizendvoud in euro’s.1 Het algemeen bezoldigingsmaximum in 2025 is daardoor vastgesteld op € 246.000.
De bezoldigingsmaxima voor bezoldigingsklasse A tot en met F voor onderwijsinstellingen, de cultuurfondsen en de bezoldigingscategorieën A tot en met C voor media-instellingen worden per 1 januari 2025 geïndexeerd met hetzelfde percentage als het algemeen bezoldigingsmaximum en vervolgens afgerond naar boven op een duizendvoud in euro’s. Daarmee blijft de opbouw van de sectorale bezoldigingsmaxima in evenwicht. De bezoldigingsmaxima voor 2025 (afgezet tegen 2024) zijn:
Onderwijsinstellingen |
Cultuurfondsen |
Media-instellingen |
||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Klasse |
Maximum 2024 |
Maximum 2025 |
Categorie |
Maximum 2024 |
Maximum 2025 |
Categorie |
Maximum 2024 |
Maximum 2025 |
A |
€ 138.000 |
€ 146.000 |
Fondsen |
€ 194.000 |
€ 205.000 |
A |
€ 165.000 |
€ 174.000 |
B |
€ 155.000 |
€ 164.000 |
B |
€ 196.000 |
€ 207.000 |
|||
C |
€ 166.000 |
€ 175.000 |
C |
€ 214.000 |
€ 226.000 |
|||
D |
€ 181.000 |
€ 191.000 |
D |
€ 233.000 |
€ 246.000 |
|||
E |
€ 197.000 |
€ 208.000 |
||||||
F |
€ 211.000 |
€ 223.000 |
||||||
G |
€ 233.000 |
€ 246.000 |
In de regeling wordt voor de diverse WNT-instellingen die onder OCW vallen aangegeven onder welke toezichthouder zij vallen. Door een reorganisatie binnen OCW hebben de directies ‘Primair Onderwijs’ en ‘Voortgezet Onderwijs’ vanaf 1 januari 2024 een naamswijziging ondergaan. Dat zijn nu respectievelijk de ‘Directie Onderwijspersoneel en Primair Onderwijs’ en de ‘Directie Onderwijsprestaties en Voortgezet Onderwijs’. Met deze wijzigingsregeling worden de verwijzingen naar de betreffende directies (in artikel 7b en 7c van de regeling) aangepast.
In de regeling wordt verwezen naar de WNT-instellingen zoals genoemd in bijlage 1 bij de WNT. Artikel IX van de Reparatiewet OCW 2024 heeft een wijziging aangebracht in de nummering van de WNT-instellingen van OCW. Door deze wijzigingen kloppen de bestaande verwijzingen naar deze bijlage in de WNT niet meer en dienen deze aangepast te worden.
In de regeling wordt gesproken over mbo-sectoren voor het bepalen van het aantal complexiteitspunten bij het criterium aantal gewogen onderwijssoorten en sectoren. Op https://www.topinkomens.nl/voor-wnt-instellingen/onderwijssectoren-mbo is een tabel te vinden om het gewogen aantal onderwijssectoren van een mbo-instelling te bepalen.
De indexering van de WNT-norm voor de OCW-sectoren treedt in werking per 1 januari 2025 en wordt conform artikel 2.6, eerste lid en 2.7, tweede lid van de WNT uiterlijk in de maand november voorafgaand aan het jaar waarop de bedragen betrekking hebben, vastgesteld en gepubliceerd.
Jaarlijks worden de maxima geïndexeerd met het percentage waarmee de algemene WNT-norm wordt geïndexeerd vervolgens afgerond naar boven op een duizendvoud in euro’s.
Op deze regeling is het algemene overgangsrecht van de WNT van toepassing.
De wijzigingen met betrekking tot de verwijzingen naar rechtspersonen en instellingen, genoemd in bijlage 1 bij de WNT werkt terug tot en met 1 juli 2024, omdat die samenhangen met wijzigingen die de Reparatiewet OCW 2024 op die datum heeft doorgevoerd.
De wijzigingen in benaming van enkele directies van het Ministerie van OCW werkt terug tot en met 1 januari 2024, aangezien de naamswijzigingen met ingang van die datum zijn doorgevoerd.
De conceptregeling wordt ter toets voorgelegd aan het Commissariaat voor de Media (CvdM), het EAUT-panel2, aan DUO en via DUO aan de Inspectie van het Onderwijs (IvhO) en de Auditdienst Rijk (ADR).
Uit de uitvoeringstoetsen blijkt dat de regeling uitvoerbaar wordt geacht. Een enkele tekstuele wijziging en technische aanpassing zijn in de regeling verwerkt. Daarnaast is op verzoek van DUO ook een passage toegevoegd over de tabel voor het bepalen van het aantal MBO sectoren.
Zie paragraaf 5 van het algemeen deel van de toelichting.
De indexering van de bezoldigingsmaxima heeft een verwaarloosbare impact op de administratieve lasten en nalevingskosten van de WNT. Instellingen die onder de reikwijdte van de WNT vallen, moeten kennisnemen van de nieuwe maxima. Ditzelfde geldt voor de WNT-toezichthouders. De nieuwe maxima zijn voorzienbaar, aangezien de wijze waarop deze bepaald worden uit de wet voortvloeit.
Met de verdere wijzigingen van de regeling worden verder geen (nieuwe) informatieverplichtingen gecreëerd of geschrapt. Ook voor de verantwoording zijn er geen gevolgen. De regeling heeft daarmee, los van kennisnamekosten, geen gevolgen voor de administratieve lasten. Gezien de verwaarloosbare impact zijn de administratieve lasten niet gekwantificeerd.
Deze wijzigingen hangen samen met de vernummeringen in bijlage 1 bij de WNT die met ingang van 1 juli 2024 zijn doorgevoerd door artikel IX van de Reparatiewet OCW 2024 (Stb. 2024, 109). Zie paragraaf 4 van het algemeen deel van de toelichting.
Met de wijzigingen in artikel I, onderdelen A, B en C, zijn de bezoldigingsmaxima voor 2025 geïndexeerd met 5,4% (hetzelfde percentage als de indexering van het algemeen bezoldigingsmaximum van de WNT). De bedragen zijn vervolgens conform de werkwijze bij het algemeen bezoldigingsmaximum naar boven afgerond op een duizendvoud in euro’s. De bedragen zijn aangepast voor bezoldigingsklasse A tot en met F voor onderwijsinstellingen (zie artikel I, onderdeel B), voor de cultuurfondsen (artikel I, onderdeel C) en voor media-instellingen (artikel I, onderdeel D). Er is gerekend met de bedragen die voor 2024 van toepassing waren.
Deze wijzigingen hangen samen met de naamswijziging van directies van het Ministerie van OCW. Zie paragraaf 3 van het algemeen deel van de toelichting.
De vaststelling van verlaagde maxima gebeurt volgens artikel 2.6, eerste lid, en artikel 2.7, tweede lid, telkens in de maand november voorafgaand aan het jaar waarop de bedragen betrekking hebben. De inwerkingtreding is op 1 januari 2025 gesteld.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, E.E.W. Bruins
Ex Ante UitvoeringsToets: extern WNT-panel van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties met onder meer accountants.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2024-37654.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.