De Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur,
Gelet op de artikelen 2, eerste lid, 4, 5, 15, 16, 17, eerste en derde lid, 19, tweede
lid, 25, artikel 44, tweede lid, en artikel 50, zevende lid, van het Kaderbesluit
nationale EZK- en LNV- subsidies;
Besluit:
ARTIKEL I
Titel 2.17 van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies wordt als volgt gewijzigd:
A
Het opschrift van titel 2.17 komt te luiden ‘Titel 2.17 Programma jong leren eten’.
B
In artikel 2.17.1. wordt in alfabetische volgorde een begripsomschrijving toegevoegd,
luidende:
- Programma Jong Leren Eten 2025–2026:
-
tweejarig beleidsprogramma waarin de rijksoverheid provincies, onderwijsinstellingen
en maatschappelijke organisaties stimuleert om samen te werken om kinderen en jongeren
structureel meer kennis te bieden over de herkomst van voedsel en hen te leren over
verstandige, gezonde, duurzame keuzes op het gebied van voeding;.
C
In artikel 2.17.2, eerste lid, wordt telkens na ‘Programma Jong Leren Eten 2022–2024’
ingevoegd ‘of het Programma Jong Leren Eten 2025–2026’.
D
Artikel 2.17.3. komt als volgt te luiden:
Artikel 2.17.3.
De subsidie bedraagt 100 procent van de subsidiabele kosten, doch ten hoogste:
-
a. voor de subsidiabele kosten, bedoeld in artikel 2.17.4, eerste lid, onderdeel a:
-
b. voor de subsidiabele kosten, bedoeld in artikel 2.17.4, eerste lid, onderdeel b:
-
1°. € 82.500 voor Programma Jong Leren Eten 2022–2024;
-
2°. € 55.000 voor Programma Jong Leren Eten 2025–2026;
-
3°. € 90.000 voor Programma Jong Leren Eten 2025–2026, in het geval dat de aanvrager namens
de makelaars het gehele werkbudget voor de betreffende provincie beheert.
E
Artikel 2.17.4, tweede lid, komt te luiden:
-
2. In afwijking van artikel 10, tweede lid, van het besluit zijn de kosten, bedoeld in het eerste lid, voor Programma Jong Leren Eten 2022–2024
subsidiabel vanaf 1 januari 2022 en voor Programma Jong Leren Eten 2025–2026 subsidiabel
vanaf 1 januari 2025.
F
In artikel 2.17.8, eerste lid, wordt telkens na ‘Programma Jong Leren Eten 2022–2024’
ingevoegd ‘of het Programma Jong Leren Eten 2025–2026’.
G
Artikel 2.17.9. komt als volgt te luiden:
Artikel 2.17.9. Informatieverplichtingen
-
1. Een aanvraag wordt ingediend met gebruikmaking van een middel dat hiervoor door de
Minister ter beschikking wordt gesteld.
-
2. De aanvraag voor Programma Jong Leren Eten 2022–2024 bevat ten minste:
-
a. een werkplan voor 2022 tot en met 2024, inclusief een jaarplan voor 2022;
-
b. een begroting voor 2022 tot en met 2024, inclusief een specifieke begroting voor 2022;
-
c. het curriculum vitae van de Jong Leren Eten-makelaar.
-
3. De aanvraag voor Programma Jong Leren Eten 2025–2026 bevat ten minste:
-
a. een werkplan voor 2025 en 2026, inclusief een jaarplan voor 2025;
-
b. een begroting voor 2025 en 2026, inclusief een specifieke begroting voor 2025;
-
c. het curriculum vitae van de Jong Leren Eten-makelaar.
-
4. Het werkplan, bedoeld in het tweede lid, onderdeel a, bevat in ieder geval een beschrijving
van:
-
a. de geplande activiteiten voor 2022–2024 en hoe deze activiteiten bijdragen aan het
realiseren van de doelstellingen van het Programma Jong Leren Eten 2022–2024;
-
b. de activiteiten die de Jong Leren Eten-makelaar voornemens is te organiseren ten behoeve
van de samenwerking tussen de verschillende partijen die een rol spelen bij de uitvoering
van het Programma Jong Leren Eten 2022–2024 in de provincie waarin de Jong Leren Eten-makelaar
wordt ingezet en de doelstellingen van dat programma die daarmee worden bereikt;
-
c. de kansen en mogelijke risico’s door samenwerking met de verschillende partijen, bedoeld
in onderdeel b, voor zover zij activiteiten uitvoeren ten behoeve van kinderopvangcentra
of onderwijsinstellingen.
-
5. Het werkplan, bedoeld in het derde lid, onderdeel a, bevat in ieder geval een beschrijving
van:
-
a. de geplande activiteiten voor 2025–2026 en hoe deze activiteiten bijdragen aan het
realiseren van de doelstellingen van het Programma Jong Leren Eten 2025–2026;
-
b. de activiteiten die de Jong Leren Eten-makelaar voornemens is te organiseren ten behoeve
van de samenwerking tussen de verschillende partijen die een rol spelen bij de uitvoering
van het Programma Jong Leren Eten 2025–2026 in de provincie waarin de Jong Leren Eten-makelaar
wordt ingezet en de doelstellingen van dat programma die daarmee worden bereikt;
-
c. de kansen en mogelijke risico’s door samenwerking met de verschillende partijen, bedoeld
in onderdeel b, voor zover zij activiteiten uitvoeren ten behoeve van kinderopvangcentra
of onderwijsinstellinge.
H
In artikel 2.17.10. worden onder vernummering van het derde en vierde lid tot vijfde
en zesde lid, twee leden ingevoegd, luidende:
-
3. Uiterlijk op 31 januari 2026 worden de jaarrapportage 2025 en een jaarplan en begroting
voor 2026 ingediend.
-
4. In de beschikking tot subsidieverlening wordt opgenomen wanneer de aanvraag om subsidievaststelling
en de jaarrapportage 2026 uiterlijk ingediend moeten worden.
ARTIKEL II
In de tabel in artikel 1 van de Regeling openstelling EZK- en LNV-subsidies 2024 wordt
onder de rij met titel 2.12 Ondersteuning nationale parken 2024 een rij ingevoegd,
luidende:
Titel 2.17: Programma Jong Leren Eten 2025–2026
|
2.17.2
|
|
|
Van 29 november tot en met 16 december 2024
|
€ 3.984.000
|
Ten hoogste € 332.000 voor activiteiten die in dezelfde provincie worden uitgevoerd
|
ARTIKEL III
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van
de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
TOELICHTING
1. Aanleiding en doel
Deze regeling wijzigt de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies en de Regeling opstelling
EZK- en LNV-subsidies 2024. De wijziging ziet op de subsidiemodule voor het programma
jong leren eten (titel 2.17). In 2021 is de subsidiemodule Jong Leren Eten 2022–2024
opengesteld. Deze subsidie is verleend aan organisaties, gemeenten en gemeentelijke
gezondheidsdiensten die een zogenoemde Jong Leren Eten-makelaar (ook wel: JLE-makelaar)
inzetten om het Programma Jong Leren Eten (JLE) uit te voeren. Dit programma heeft
als doel om maatschappelijke initiatieven te verbinden en te versterken. Op die manier
komen zoveel mogelijk kinderen en jongeren (0–24 jaar) via kinderopvang en de onderwijs
meer structureel in aanraking met informatie over duurzaam en gezond voedsel. Voor
een toelichting op deze subsidiemodule wordt verwezen naar de toelichting op de totstandkoming
van titel 2.17 (Stcrt. 2021, 49218).
De Tweede Kamer is op 4 juli 2023 geïnformeerd over de voortgang van JLE in de periode
2021–2024 en de resultaten uit de tussentijdse evaluatie. Uit deze evaluatie blijkt
dat de netwerkpartners van JLE continuering van de aanjagende en verbindende rol van
JLE komende tijd nodig achten om het belang van voedseleducatie te blijven uitdragen
en daarbij de verbinding tussen gezondheid en duurzaamheid te bewaken. Met de wijziging
van de subsidiemodule Jong Leren Eten kunnen organisaties subsidie aanvragen voor
de inzet van JLE-makelaars in 2025 en 2026. Aan 18 organisaties is in de voorgaande
periode subsidie verleend vanuit de JLE-subsidiemodule.
2. Hoofdlijnen subsidie
Het zwaartepunt van de uitvoering van het programma Jong Leren Eten ligt op regionaal
niveau en wordt uitgevoerd via de hierboven reeds geïntroduceerde JLE-makelaars. Een
JLE-makelaar werkt bij een organisatie, gemeente of gemeentelijke gezondheidsdienst
met expertise op het raakvlak van natuur en voedseleducatie of op het raakvlak van
gezondheid en voedseleducatie. Er zijn twee typen JLE-makelaars: de ‘witte’ JLE-makelaar
heeft expertise op het raakvlak van gezondheid en voedseleducatie, de ‘groene’ JLE-makelaar
heeft expertise op het raakvlak van natuur en voedseleducatie.
De wijziging betreft een nieuwe openstelling waarbij op basis van de rangschikkingscriteria
bepaald wordt aan welke organisaties subsidie verleend wordt. Per aanvraag is maximaal
€ 225.000 aan subsidie beschikbaar.
De subsidiemodule JLE wordt eenmalig open gesteld van 29 november tot en met 16 december
2024. Hiervoor geldt een subsidieplafond van € 3.984.000, waarvoor ten hoogste € 332.000
bedoeld is voor activiteiten die in dezelfde provincie worden uitgevoerd.
3. Uitvoering door RVO
Namens de Minister zal RVO (het Programmabureau Jong Leren Eten) in mandaat de aanvragen
om subsidie beoordelen en al dan niet de subsidie verlenen.
De subsidieaanvraag verloopt digitaal via het e-Loket van RVO. Subsidieaanvragers
die gebruik willen maken van deze subsidiemodule moeten een verzoek indienen om in
aanmerking te komen voor subsidie voor de nieuwe periode.
4. Regeldruk
Deze subsidiemodule levert dezelfde type administratieve lasten als bij JLE-subsidiemodule
2022–2024. In deze paragraaf wordt een inschatting gegeven van de kosten van de administratieve
lasten voor de huidige openstelling.
Subsidieaanvragers die gebruik willen maken van de subsidiemodule moeten administratieve
handelingen verrichten om de aanvraag in te dienen, om aan verplichtingen tijdens
de looptijd van een gesubsidieerd project te voldoen en voor subsidievaststelling.
Voor indiening van de subsidieaanvraag moet een aanvrager kennis nemen van de regeling
(2 uur), gegevens verkrijgen (2 uur) een projectplan en begroting opstellen (24 uur)
en de aanvraag invullen (2 uur). In totaal wordt ingeschat dat hiervoor 30 uur nodig
is.
18 organisaties hebben subsidie aangevraagd vanuit de JLE-subsidiemodule 2022–2024.
Aan alle 18 subsidieaanvragers is subsidie verleend. Op basis hiervan wordt ingeschat
dat komende periode maximaal 20 organisaties subsidie aanvragen en subsidie ontvangen.
De aanvragers zijn verplicht om tijdens de projectfase een jaarplan voor 2026 (8 uur)
op te stellen evenals de jaarrapportage 2025 (8 uur). Samen met het indienen van het
jaarplan en de jaarrapportage (2 uur) komt dit neer op naar verwachting 18 uur per
aanvraag.
Bij subsidievaststelling moet het subsidievaststellingsformulier ingevuld worden (2
uur) en moet een eindverslag (16 uur) en financiële verantwoording (4 uur) opgesteld
worden. Voor subsidievaststelling wordt 22 uur aan administratieve lasten per aanvraag
verwacht.
Tabel 1: Administratieve lasten verbonden aan de indiening van een subsidieaanvraag
en de verplichtingen na subsidieverlening, per aanvraag en in totaal, uitgaande van
een uurtarief van € 95,00.
Handeling
|
Uitgangspunt berekening
|
Administratieve lasten per aanvraag
|
Totale administratieve lasten
|
Subsidieverlening
|
30 uur * € 95,00
|
€ 2.850
|
Bij 20 aanvragen: 57.000
|
Tijdens looptijd project
|
18 uur * € 95,00
|
€ 1.710
|
Bij 20 subsidieverleningen: € 34.200
|
Subsidievaststelling
|
22 uur * € 95,00
|
€ 2.090
|
Bij 20 subsidieverleningen:
€ 41.800
|
Totaal
|
70 uur * € 95,00
|
€ 6.650
|
€ 133.000
|
De totale administratieve lasten die voortvloeien uit deze module, onder de aanname
van maximaal 20 aanvragen en van 20 toegekende subsidies, worden daarmee ingeschat
op € 133.000.
Er is een budget van € 3.984.000 miljoen waarmee ongeveer 20 projecten kunnen worden
gefinancierd. Dat betekent een gemiddeld subsidiebedrag van € 169.600. De verhouding
(per aanvraag) tussen de administratieve lasten (€ 6.650) en de gemiddelde subsidie
(€ 169.600) is daarmee 3,9%. Aanvragen die niet in aanmerking komen voor subsidie
hebben dus wel administratieve lasten gemaakt van € 2.850.
Het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) heeft besloten om de adviesaanvraag niet
te selecteren voor een formeel advies. De reden hiervoor is dat het dossier geen omvangrijke
gevolgen heeft voor de regeldruk.
5. Artikelsgewijs
Artikel I
Dit artikel betreft een wijziging van titel 2.17 in de Regeling nationale EZK- en
LNV-subsidies, subsidiemodule Jong Leren Eten-makelaars 2022–2024. Zoals artikel 2.17.1
aangeeft, betreft de wijziging enkel subsidie voor de jaren 2025–2026.
Artikel 2.17.3 geeft de hoogte van de subsidie aan voor 2025–2026. Iedere aanvrager
die een JLE-makelaar inzet kan eenmalig hoogstens € 225.000 aan subsidie ontvangen:
€ 170.000 voor de arbeidskosten van de JLE-makelaar en € 55.000 voor het werkbudget.
Indien aanvrager met collega-aanvrager is overeengekomen het gehele provinciale werkbudget
voor beide makelaars te beheren op basis van de gezamenlijk opstelde begroting, kan
aanvrager eenmalig hoogstens € 260.000 aan subsidie ontvangen: € 170.000 voor de arbeidskosten
van de JLE-makelaar en € 90.000 voor het gezamenlijk besteedbare werkbudget. Zoals
artikel 2.17.4 aangeeft zijn de subsidiabele kosten vanaf 1 januari 2025 subsidiabel.
Artikel 2.17.9 geeft de informatieverplichtingen aan, waaraan een subsidieaanvraag
moet voldoen. Deze zijn overeenkomstig de verplichtingen zoals opgenomen in de subsidiemodule
Jong Leren Eten-makelaars 2022–2024, enkel worden deze nu voor de periode 2025–2026
samengevoegd. Artikel 2.17.10 geeft de verplichtingen voor de subsidieontvangers.
Uiterlijk 31 januari 2026 dienen subsidieontvangers een gecombineerde jaarrapportage
2025 en werkplan plus begroting 2026 in bij RVO. De jaarrapportage 2026 en het vaststellingsverzoek
worden ingediend voor een in de subsidieverleningsbeschikking opgenomen datum.
Artikel II
In de tabel in artikel 1 van de Regeling openstelling EZK- en LNV-subsidies 2024 is
de periode aangegeven in welke de subsidiemodule is opengesteld en wat het subsidiebudget
bedraagt.
Voor de onderhavige subsidiemodule loopt de openstellingsperiode van 29 november 2024
tot en met 16 december 2024. Het subsidieplafond is vastgesteld op € 3.984.000, waarbij
er een maximum van € 332.000. geldt voor de subsidiabele activiteiten die in dezelfde
provincie worden uitgevoerd. Het programma Jong Leren Eten is een landelijk programma
wat als doel heeft om regionale netwerken op te zetten tussen ‘witte’ (gezondheid)
en ‘groene’ (natuur) partijen om jongeren voedselvaardigheden te leren. Voor het opzetten
van regionale netwerken is het belangrijk dat in iedere regio JLE-makelaars actief
zijn. Om deze landelijke spreiding te borgen is de subsidie gelijkelijk over de 12
provincies verdeeld.
Artikel III
De wijziging treedt in werking op de eerste dag na de publicatie in de Staatscourant.
Met deze datum wordt afgeweken van de systematiek van de vaste verandermomenten, die
inhouden dat een ministeriële regeling met ingang van de eerste dag van elk kwartaal
in werking treden. Deze afwijking wordt in dit geval gerechtvaardigd, omdat de doelgroep
en RVO als uitvoeringsorganisatie gebaat is bij een spoedige inwerkingtreding.
De Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, F.M. Wiersma