Regeling van de Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening van 29 oktober 2024, nr. 2024-0000802317 tot wijziging van de Regeling houdende regels met betrekking tot de verstrekking van een specifieke uitkering aan gemeenten ten behoeve van de verduurzaming van slecht geïsoleerde woningen van eigenaar-bewoners en woningen van verenigingen van eigenaars, woonverenigingen en wooncoöperaties in het kader van het Nationaal Isolatieprogramma (stcrt. 2023, 3877) in verband met het verhogen van het bedrag dat gemeenten ontvangen bij de herverdeling voor door-het-zelfmaatregelen

De Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening,

Gelet op artikel 2, derde lid, en artikel 3, onderdelen a en c, van het Besluit van 29 oktober 2022, houdende het stellen van regels over het verstrekken van specifieke uitkeringen aan gemeenten of provincies voor activiteiten die passen in het rijksbeleid met betrekking tot het bouwen, het wonen en de woonomgeving;

ARTIKEL I

De Regeling houdende regels met betrekking tot de verstrekking van een specifieke uitkering aan gemeenten ten behoeve van de verduurzaming van slecht geïsoleerde woningen van eigenaar-bewoners en woningen van verenigingen van eigenaars, woonverenigingen en wooncoöperaties in het kader van het Nationaal Isolatieprogramma (Stcrt. 2023, 3877) wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1, eerste lid, komt de begripsomschrijving van minister te luiden:

minister:

Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening;

B

In artikel 3, vierde lid, wordt na de eerste zin ingevoegd:

Bij de in de vorige zin bedoelde bedragen wordt voorafgaand aan de herverdeling € 227.000 opgeteld.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat deze regeling met de daarbij behorende toelichting in de Staatscourant zal worden geplaatst.

De Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, M.C.G. Keijzer

TOELICHTING

Met deze wijzigingsregeling wordt de Regeling houdende regels met betrekking tot de verstrekking van een specifieke uitkering aan gemeenten ten behoeve van de verduurzaming van slecht geïsoleerde woningen van eigenaar-bewoners en woningen van verenigingen van eigenaars, woonverenigingen en wooncoöperaties in het kader van het Nationaal Isolatieprogramma (Stcrt. 2023, 3877) die uitvoering geeft aan actielijn 1 uit het nationaal isolatieprogramma1, ook bekend als de lokale aanpak, gewijzigd door het toevoegen van een aanvullend budget dat gemeenten kunnen inzetten voor doe-het-zelf maatregelen. Deze wijziging wordt hieronder nog nader toegelicht. Ook is de begripsomschrijving van het begrip minister in artikel 1, eerste lid, gewijzigd, omdat deze regeling nu onder verantwoordelijkheid van de Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening valt.

Gemeenten kunnen het aanvullende budget dat in deze regeling voor doe-het-zelf maatregelen wordt toegevoegd niet actief aanvragen. In de regeling was reeds in artikel 3, vierde lid, een methode van herverdeling opgenomen voor eventueel resterend budget op het moment dat het aanvraagtijdvak sluit. Er is voor gekozen om het aanvullende budget in deze herverdeling op te nemen. Het resterende budget in de vijfde kolom van bijlage III wordt aangevuld met € 227.000, het bedrag dat op grond van deze regeling wordt toegevoegd. Dat totaalbedrag wordt herverdeeld over de gemeenten die een aanvraag hebben gedaan voor doe-het-zelf maatregelen, naar rato van de omvang van de aanvraag die ze hebben gedaan.

Voor deze methode is gekozen, omdat pas laat gedurende de looptijd van het aanvraagtijdvak, het aanvullende bedrag van € 227.000 vrij is gekomen en opgenomen kon worden in deze regeling.

Deze aanvullende middelen zijn afkomstig uit het Klimaatfonds met het doel om doe-het-zelf te stimuleren. Eerder zouden deze ingezet worden om ondersteunend materiaal voor doe-het-zelf te ontwikkelen. Echter, de minister heeft besloten dat deze middelen doelmatiger via de lokale aanpak ingezet kunnen worden om direct doe-het-zelf isolatiemaatregelen te realiseren. De additionele middelen komen bovenop de 25,5 miljoen euro die al beschikbaar was specifiek voor doe-het-zelf. Voor het volledige bedrag gelden dezelfde voorwaarden en verdeelsleutel als vermeld voor het oorspronkelijke budget van 25,5 miljoen euro. Hiermee zal in totaal nu bij sluiting van het loket € 25,727,000 herverdeeld worden over gemeenten die in hun aanvraag aan hebben gegeven de middelen specifiek voor doe-het-zelf te willen ontvangen.

De Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, M.C.G. Keijzer

Naar boven